De gewone loopbaanonderbreking - Reglementering voor contractuele en statutaire werknemers van de lokale en provinciale besturen en voor contractuele werknemers bij de andere overheidsbesturen

T12

Laatste update : 05.03.2024

Belangrijke opmerking

Als gevolg van de 6de staatshervorming is de reglementering en de uitbetaling van de uitkeringen loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de administraties en van de openbare instellingen afhangend van de Vlaamse overheid geregionaliseerd sinds 2 september 2016.

Bijgevolg, indien u werkt bij een administratie of een openbare instelling afhangend van de Vlaamse overheid is de inhoud van dit infoblad niet op u van toepassing. U kan over het zorgkrediet informatie vinden op de website: www.werk.be.

Wat is "gewone" loopbaanonderbreking?

De "gewone" loopbaanonderbreking geeft aan de werknemers de mogelijkheid om hun arbeidsprestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken terwijl ze een uitkering ontvangen van de RVA. Die uitkering verschilt naargelang de aard van onderbreking (volledige of gedeeltelijke onderbreking), van het onderbroken arbeidsstelsel en eventueel in functie van het aantal kinderen en hun leeftijd.

Vanaf 55 jaar (of 50 jaar volgens bepaalde uitzonderingen) kunnen werknemers in een eindeloopbaan ook een gedeeltelijke onderbreking verkrijgen. Zo kunnen ze hun prestaties verminderen tot aan hun pensioen.

De 'gewone' loopbaanonderbreking moet niet worden gerechtvaardigd bij de werkgever en ook niet bij de RVA. Die onderbreking kan dus worden gevraagd voor om het even welke reden, behalve om een activiteit in loondienst aan te vatten bij een andere werkgever of om een activiteit als zelfstandige in bijberoep aan te vatten tijdens een gedeeltelijke onderbreking.

Welke reglementering is van toepassing?

De reglementaire basis voor contractuele en statutaire werknemers in lokale en provinciale besturen en contractuele werknemers bij de andere overheidsbesturen is de herstelwet van 22.01.1985 en het koninklijk besluit van 02.01.1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen. In het RVA-jargon gaat het om de "residuaire reglementering".

Op wie is deze reglementering van toepassing?

Het koninklijk besluit van 02.01.1991 is van toepassing op:

  • het contractueel en statutair personeel van de plaatselijke en provinciale besturen en van de diensten die ervan afhangen (OCMW’s …);
  • het contractueel personeel van de openbare diensten, de ministeries en de instellingen die ervan afhangen (federaal/gewest/gemeenschap/rechterlijke orde/federale en lokale politie);
  • het contractueel personeel van het onderwijs en de centra leerlingenbegeleiding;
  • het personeel van de gemeenschapsuniversiteiten betaald door het patrimonium;
  • het personeel van de kinderdagverblijven van de basisscholen van het gemeenschapsonderwijs;
  • het contractueel en statutair personeel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
  • op de diplomaten bij een diplomatieke zending in België, voor zover ze een geprivilegieerd statuut genieten krachtens het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake diplomatiek verkeer;
  • op het personeel dat wordt tewerkgesteld door een internationale organisatie (en niet door een zending bij een internationale organisatie) met zetel in België.

NB: Leerlingen worden uitgesloten.

Sinds 02.09.2016, deze reglementering niet langer van toepassing voor medewerkers van de administraties en van de openbare instellingen die afhankelijk zijn van de Vlaamse overheid.

Welke vormen van "gewone" loopbaanonderbreking zijn er?

  • De volledige onderbreking;
  • De gedeeltelijke onderbreking in het "algemeen stelsel";
  • De gedeeltelijke onderbreking in het "eindeloopbaanstelsel".

Kan een "gewone" loopbaanonderbreking u geweigerd worden?

In principe is loopbaanonderbreking slechts mogelijk wanneer uw werkgever schriftelijk zijn akkoord heeft gegeven.

In een aantal gevallen hebt u echter RECHT op een loopbaanonderbreking:

  • de contractuele personeelsleden van de federale besturen die minstens 12 maanden zonder onderbreking bij dezelfde werkgever waren tewerkgesteld, kunnen een recht doen gelden op de "gewone" volledige loopbaanonderbreking of op de "gewone" halftijdse loopbaanonderbreking;
  • de personeelsleden, zowel statutair als contractueel van de lokale of provinciale besturen, hebben eveneens een recht op een "gewone" volledige loopbaanonderbreking of op een "gewone" vermindering met 1/5 of 1/2 van hun voltijdse prestaties. Bepaalde personeelscategorieën kunnen echter niet genieten van dat recht.

Indien u tewerkgesteld bent bij een gewest of een gemeenschap, dient u zich te wenden tot uw personeelsdienst om te weten of het recht op volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking bestaat.

Algemene regel

In principe is loopbaanonderbreking slechts mogelijk wanneer uw werkgever schriftelijk zijn akkoord heeft gegeven. Dat betekent dat de werkgever de gevraagde onderbreking zou kunnen weigeren.

Uitzonderingen

In de situaties die hieronder staan, is de 'gewone' loopbaanonderbreking een recht dat de werkgever niet kan weigeren.

Recht voor de contractuelen van de federale administraties

De statutaire en contractuele personeelsleden van de lokale of provinciale besturen en van de diensten die ervan afhangen (OCMW's ...) hebben recht op de volledige onderbreking, de gedeeltelijke onderbreking tot een halftijdse betrekking en de onderbreking met 1/5.

Bepaalde personeelscategorieën kunnen uitgesloten zijn van dat recht op basis van interne bepalingen bij de gemeentelijke of provinciale overheden. In dat geval is het akkoord van de werkgever nodig om de gewenste onderbreking te verkrijgen.

Wat met de contractuelen van de gewesten en de gemeenschappen?

De resterende reglementering rond loopbaanonderbreking voorziet niet expliciet in een recht voor de contractuelen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en voor het Waalse Gewest. En ook niet voor de contractuelen van de Fédération Wallonie-Bruxelles en de contractuelen van de Duitstalige Gemeenschap. Het is wel mogelijk dat de overheid in rechten heeft voorzien in haar eigen reglementering. In dat geval is dat recht verbonden aan de wetgeving van de regionale of gemeenschapsoverheid en niet aan de reglementering rond loopbaanonderbreking.

Indien u tewerkgesteld bent als contractueel bij een gewest of een gemeenschap, dient u zich te wenden tot uw personeelsdienst om te weten of het recht op volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking bestaat.

De volledige onderbreking

Als voltijds of deeltijds werknemer kunt u een volledige onderbreking verkrijgen om uw prestaties volledig te schorsen.

Wat is de duur van een volledige onderbreking?

U kunt periodes van minimum 3 maanden en maximum 12 maanden aanvragen.

Over uw hele loopbaan mag u in totaal maximum 60 maanden volledige loopbaanonderbreking nemen. Van die duur moeten de periodes van volledige onderbreking worden afgetrokken die bij een andere werkgever (overheid of privésector) zouden zijn genomen. De periodes van volledige onderbreking in een thematisch verlof (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg) worden dan weer niet afgetrokken van die maximumduur.

De maximumduur van de volledige onderbreking is dezelfde, ongeacht uw leeftijd

Opmerking: Indien u uw loopbaan wenst te onderbreken met volledige maanden, dan moet u een periode aanvragen die loopt van datum tot de dag voor datum. Bijvoorbeeld: 3 maanden van 1 maart tot en met 31 mei (en niet tot 1 juni) of 10 maanden van 15 mei tot en met 14 maart van het jaar dat volgt (en niet tot 15 maart).

Op welke uitkeringen hebt u recht?

Om de bedragen van de uitkeringen te kennen: zie “Barema's" - Volledige onderbreking.

Opmerking: het bedrag van de uitkering is forfaitair. Het varieert dus niet op basis van uw loon. Hebt u echter minstens twee kinderen, waarvan het jongste jonger is dan 3 jaar, dan hebt u recht op een verhoogde uitkering.

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel

Wat is het algemeen stelsel?

Het betreft een stelsel van gedeeltelijke looponderbreking waarin u als voltijdse of deeltijdse werknemer uw arbeidsprestaties kunt verminderen vóór de leeftijd van 55 jaar.

Welke vormen van vermindering van prestaties kunt u krijgen ?

Als voltijds werknemer kunt u uw prestaties verminderen:

  • met 1/5 om 4/5 te blijven werken;
  • met 1/4 om 3/4 te blijven werken;
  • met 1/3 om 2/3 te blijven werken;
  • met 1/2 om 1/2 te blijven werken.

Als deeltijds werknemer met een arbeidsregime van minstens 3/4 van een voltijdse betrekking, kunt u enkel uw prestaties verminderen tot 1/2, dat wil zeggen tot de helft van een voltijdse betrekking.

Wat is de duur van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel?

Sinds 01.01.2012 kunt u in het algemeen stelsel uw prestaties onderbreken gedurende minimum 3 maanden tot maximum 60 maanden.

De maximumduur van 60 maanden is voorzien voor alle vormen van gedeeltelijke loopbaanonderbreking (1/5, 1/4, 1/3, 1/2), vóór de leeftijd van 55 jaar.

De periodes van gedeeltelijke onderbreking die al zouden zijn genomen bij een andere werkgever (overheid of privésector) moeten wel worden afgetrokken van de maximumduur van 60 maanden. De periodes van gedeeltelijke onderbreking in een thematisch verlof (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg) worden dan weer niet afgetrokken van die maximumduur.

Op welke uitkeringen hebt u recht?

Om de bedragen van de uitkeringen te kennen: zie “Barema's” - Vermindering van prestaties - Algemeen stelsel.

Opmerking: het bedrag van de uitkering is forfaitair. Het varieert dus niet op basis van uw loon. Hebt u echter minstens twee kinderen, waarvan het jongste jonger is dan 3 jaar, dan hebt u recht op een verhoogde uitkering.

De gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het "eindeloopbaanstelsel"

Wat is het eindeloopbaanstelsel?

Het gaat om een stelsel van deeltijdse onderbreking dat het u mogelijk maakt om uw prestaties te verminderen tot aan uw pensioen, waarbij u een onderbrekingsuitkering geniet met een verhoogd bedrag (zie verder).

Opmerking: het is niet verplicht om de gedeeltelijke onderbreking in het eindeloopbaanstelsel in één keer aan te vragen tot aan uw pensioen. Indien u uw prestaties niet wil verminderen tot aan uw pensioen, kunt u een periode naar keuze aanvragen, met een minimum van 3 maanden.

Welke vormen van vermindering van de prestaties kunt u krijgen?

Als u voltijds werkt, kunt u uw prestaties verminderen:

  • met 1/5 om 4/5 te blijven werken;
  • met 1/4 om 3/4 te blijven werken;
  • met 1/3 om 2/3 te blijven werken;
  • met 1/2 om 1/2 te blijven werken.

Als u deeltijds werkt met een arbeidsregime van minstens 3/4 van een voltijdse betrekking, kunt u uw prestaties enkel verminderen tot 1/2, dat wil zeggen de helft van een voltijdse betrekking.

Welke leeftijd moet u bereikt hebben om te worden toegelaten tot het eindeloopbaanstelsel?

Algemene regel

Om recht te hebben op een gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het kader van het eindeloopbaanstelsel moet u minimum 55 jaar zijn.

Uitzondering

Als u voldoet aan de afwijkende voorwaarden voorzien door de reglementering, is het mogelijk om vanaf 50 jaar toegang te krijgen tot het eindeloopbaanstelsel.

Opgelet! Die voorwaarden verschillen in functie van de breuk van vermindering van de prestaties die u wenst te krijgen.

Voorwaarden om het eindeloopbaanstelsel te verkrijgen vanaf 50 jaar

In geval van 1/5 looponderbreking

U kunt vanaf de leeftijd van 50 jaar toegang krijgen tot het eindeloopbaanstelsel in de vorm van een vermindering van prestaties met 1/5, indien u zich in één van de volgende 2 situaties bevindt:

1. U hebt een "zwaar beroep" uitgeoefend 

Opgelet! U moet dat zware beroep minstens 5 jaar hebben uitgeoefend in de loop van de voorbije 10 jaar of minstens 7 jaar in de loop van de voorbije 15 jaar.

Voor de toepassing van deze uitzondering zijn er drie categorieën van zware beroepen:

  • arbeid in wisselende ploegen;
  • arbeid in onderbroken diensten;
  • het arbeidsregime met nachtarbeid.

U vindt hierna meer uitleg over die drie categorieën van zware beroepen.

2. U hebt een beroepsloopbaan van minimum 28 jaar

Komen in aanmerking voor de berekening van de beroepsloopbaan van minstens 28 jaar:

  • elk kalenderjaar van tewerkstelling onder het stelsel van de privésector, waarvoor minstens 285 dagen voltijds loon werd uitbetaald, gerekend in een zesdagenweek;
  • elk kalenderjaar van tewerkstelling onder het stelsel van de publieke sector, waarvoor minstens 237 dagen voltijds werkelijk gepresteerde diensten werden vastgesteld, gerekend in een vijfdagenweek.

Voor de kalenderjaren in het stelsel van de privésector van minder dan 285 dagen tewerkstelling worden alle dagen samengeteld en gedeeld door 285. Het resultaat, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren.

Voor de kalenderjaren in het stelsel van de publieke sector van minder dan 237 dagen tewerkstelling worden alle dagen samengeteld en gedeeld door 237. Het resultaat, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren.

Voor de kalenderjaren met respectievelijk meer dan 285 of 237 dagen tewerkstelling worden de dagen die de 285 of de 237 dagen overschrijden, buiten beschouwing gelaten.

De som van de jaren van de punten 1° en 2° wordt afgerond naar de hogere eenheid.

Voor de jaren van tewerkstelling in de privésector, worden gelijkgesteld met voltijds vergoede dagen, de dagen van:

  • moederschapsverlof;
  • verlof naar aanleiding van de geboorte van een kind;
  • adoptieverlof;
  • moederschapsbescherming en de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen;
  • ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan.

Voor de jaren van tewerkstelling in de openbare sector, worden gelijkgesteld met dagen voltijds werkelijk gepresteerde diensten, de dagen van:

  • verlof met behoud van wedde;
  • moederschapsverlof;
  • verlof naar aanleiding van de geboorte van een kind;
  • adoptieverlof;
  • moederschapsbescherming en de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen;
  • ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan.

De aangifte van de 28 jaar beroepsloopbaan zal meegedeeld worden op het aanvraagformulier om onderbrekingsuitkeringen C61 (zie de vraag, welke formaliteiten moet u vervullen om een loopbaanonderbreking te genieten?).

In geval van vermindering van de prestaties met 1/3de, met 1/4de of tot 1/2

U kunt worden toegelaten tot het eindeloopstelsel vanaf de leeftijd van 50 jaar in de vorm van een vermindering van de prestaties met 1/3, met 1/4 of tot 1/2 indien u een zwaar beroep hebt uitgeoefend waarvoor er een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat.

Opgelet! U moet dat zware beroep minstens 5 jaar hebben uitgeoefend in de loop van de voorbije 10 jaar of minstens 7 jaar in de loop van de voorbije 15 jaar.

Voor de toepassing van deze bepaling zijn er drie categorieën van zware beroepen:

  • arbeid in wisselende ploegen
  • arbeid in onderbroken diensten
  • arbeid met nachtprestaties.

U vindt hierna meer uitleg over die drie categorieën van zware beroepen.

Momenteel voorziet de reglementering van loopbaanonderbreking slechts twee categorieën van zware knelpuntberoepen. Het betreft:

  • verpleegkundigen en verzorgend personeel in ziekenhuizen;
  • verpleegkundigen en verzorgend personeel in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.

Voor de toepassing van deze bepaling, worden drie beroepen beschouwd als verzorgend personeel:

  • de zorgkundigen;
  • de kinesisten;
  • de ergotherapeuten.

NB: Bij die twee categorieën van knelpuntberoepen worden ook de beroepen toegevoegd die voorkomen op een lijst van knelpuntberoepen, opgemaakt op basis van de gewestelijke lijsten van knelpuntberoepen, die jaarlijks moet worden opgesteld bij een in de ministerraad overlegd besluit, na onderhandeling met het gemeenschappelijk comité voor het geheel van de openbare diensten, na unaniem advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en na het advies van de Commissie openbare bedrijven.
Die lijst bestaat nog niet! Bijgevolg worden enkel de categorieën van personeel die worden vermeld in deze documentatie beschouwd als knelpuntberoepen.

Wat zijn de zware beroepen die het mogelijk maken om het eindeloopbaanstelsel te bekomen vanaf 50 jaar?

Er zijn drie categorieën van zware beroepen:

  • arbeid in wisselende ploegen, dat wil zeggen arbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen, zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen wisselt.

Voorbeelden van tewerkstelling die geen arbeid in wisselende ploegen is:

  • een ploeg van 5 werknemers werkt van 5 u. tot 8 u. om de werkplaats voor te bereiden voor een productieploeg die van 8 u. tot 16 u. werkt. Het gaat dus niet om wisselende ploegen, want ze doen niet hetzelfde werk;
  • een eerste ploeg van 8 werknemers werkt van 10 u. tot 18 u., een tweede ploeg van 14 u. tot 22 u. Ze doen hetzelfde werk maar het gaat niet om wisselende ploegen omdat er een overlapping is van 4 u. (van 14 u. tot 18 u.), wat de helft en dus meer dan een kwart van het aantal arbeidsuren is;
  • een werknemer doet hetzelfde werk als zijn collega. De ene werkt van 6 u. tot 13.30 u., de andere van 13 u. tot 18.30u. Zij wisselen elke dag af. Er zijn geen andere collega's die hetzelfde werk doen. Het gaat niet om wisselende ploegen, want elke ploeg bestaat uit één werknemer;
  • Er zijn 2 ploegen van elk 10 personen. De ene ploeg werkt van 6 u. tot 14 u., de tweede van 14 u. tot 22 u. De betrokken werknemer is tewerkgesteld in de ploeg van 6 u. tot 14 u. Het gaat niet om arbeid in wisselende ploegen, want de werknemer wisselt niet, aangezien hij steeds in dezelfde ploeg werkt.
  • arbeid in onderbroken diensten: dit arbeidsregime impliceert dat de werknemer permanent werkt in dagprestaties en dat er minstens 11 uur ligt tussen het begin en het einde van de arbeidstijd, met een onderbreking van minstens 3 uur en minimum 7 uur arbeidsprestaties. De onderbroken dienst moet het gewone – en niet het occasionele – arbeidsregime zijn van de werknemer.

Voorbeelden:

Een werkneemster is permanent tewerkgesteld als onderhoudsarbeidster vóór en na de normale werkuren van haar collega's en zij werkt van 6.30 u. tot 9 u. en van 16 u. tot 20.30 u. Het gaat hier dus wel degelijk om arbeid in onderbroken diensten want:

  • het gaat om dagprestaties (tussen 6 uur 's morgens en middernacht);
  • er ligt 14 uur tussen het begin en het einde (van 6.30 u. tot 20.30 u. = minstens 11 uur);
  • er is een onderbreking van 9 u. tot 16 u. = 7 uur = minstens 3 uur;
  • de prestaties bedragen in totaal 7 uur (van 6.30 u. tot 9 u. = 2,5 uur en van 16 u. tot 20.30 u. = 4,5 uur);
  • het arbeidsregime met nachtarbeid: dit regime omvat gewoonlijk prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitzondering van de werknemers van wie de arbeidsprestaties exclusief gesitueerd zijn tussen 6 uur en 22 uur en de werknemers van wie de prestaties gewoonlijk beginnen vanaf 5 uur.

Op welke uitkeringen hebt u recht?

Om de bedragen van de uitkeringen te kennen: zie “Barema's” - Eindeloopbaanstelsel.

Opmerking: het bedrag van de uitkering is forfaitair. Het varieert dus niet op basis van uw loon. Hebt u echter minstens twee kinderen, waarvan het jongste jonger is dan 3 jaar, dan hebt u recht op een verhoogde uitkering.

Wat gebeurt er indien u niet voldoet aan de voorwaarden om een gedeeltelijke loopbaanonderbreking te bekomen in het eindeloopbaanstelsel?

Indien u nog geen 55 jaar bent of indien u niet voldoet aan één van de afwijkende voorwaarden om een gedeeltelijke onderbreking te bekomen in het eindeloopbaanstelsel vóór de leeftijd van 55 jaar (zie de vraag “Wat zijn de voorwaarden om toegang te krijgen tot het eindeloopbaanstelsel?”), kunt u een gedeeltelijke onderbreking vragen in het algemeen stelsel, op voorwaarde dat u de reglementaire maximumduur van 60 maanden nog niet hebt uitgeput.

Opgelet, in het algemeen stelsel kunt u deze gedeeltelijke loopbaanonderbreking slechts voor een beperkte periode bekomen (en niet tot aan de pensioenleeftijd) en het bedrag van de uitkeringen betaald door de RVA is minder hoog.

Kunt u overgaan van gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel naar een gedeeltelijke onderbreking in het eindeloopbaanstelsel?

Ja, maar aangezien het om twee verschillende gedeeltelijke loopbaanonderbrekingen gaat (met een andere duur en andere uitkeringen), verloopt de overgang van de gedeeltelijke onderbreking in het algemeen stelsel naar de gedeeltelijke onderbreking in het eindeloopbaanstelsel niet automatisch.

Met andere woorden, indien u de leeftijd bereikt die toegang geeft tot het eindeloopbaanstelsel tijdens een periode van gedeeltelijke onderbreking in het algemeen stelsel, worden uw uitkeringen niet automatisch verhoogd.

Om de voordelen te genieten voorzien in het kader van de gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het eindeloopbaanstelsel, moet u dus een aanvraag in die zin indienen (zie de vraag, welke formaliteiten moet u vervullen om een loopbaanonderbreking te genieten?).

Deze nieuwe aanvraag kunt u indienen na afloop van de gedeeltelijke onderbreking die is ingegaan in het algemeen stelsel.

Uitzondering

Indien u de voordelen voorzien voor de werknemers in het eindeloopbaanstelsel wil genieten, terwijl de gedeeltelijke loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel nog bezig is, zal u de lopende periode vervroegd moeten beëindigen. Dit vervroegde einde is echter alleen mogelijk indien uw werkgever akkoord gaat.

Daarna moet u een nieuwe aanvraag indienen om een gedeeltelijke onderbreking in het eindeloopbaanstelsel (zie de vraag, welke formaliteiten moet u vervullen om een loopbaanonderbreking te genieten?).

Kunt u overstappen van een volledige naar een gedeeltelijke onderbreking en omgekeerd?

U kunt zonder werkhervatting overstappen van een volledige naar een gedeeltelijke onderbreking en omgekeerd.

Indien u voltijds werkt, kunt u ook overstappen van het ene naar het andere type van gedeeltelijke loopbaanonderbreking (bijvoorbeeld van een vermindering met 1/5 naar een vermindering met 1/3). De twee periodes samen moeten in totaal 3 maanden bedragen.

U kunt een gewone onderbreking ook laten volgen door een thematisch verlof en omgekeerd.

Welke formaliteiten moet u vervullen om een loopbaanonderbreking te genieten?

Ten aanzien van de werkgever

Om een loopbaanonderbreking te kunnen aanvragen, moet u ofwel het akkoord van uw werkgever krijgen, ofwel een recht laten gelden (zie de vraag ‘Kan een loopbaanonderbreking u geweigerd worden?’).

Die aanvraag moet schriftelijk en die 3 maanden op voorhand gebeuren. In sommige administraties kan die termijn verschillend zijn. Gelieve dan ook contact op te nemen met uw personeelsdienst om de modaliteiten te kennen van de aanvraag die bij uw werkgever moet worden ingediend.

Ten aanzien van de RVA

Als het mogelijk is, wordt de aanvraag bij voorkeur online in plaats van op papier ingediend.

Indien u uw aanvraag doet via het internet (enkel voor de contractuele personeelsleden van de federale administraties en de contractuele personeelsleden van de federale of lokale politie)

Opgelet! Als u een prestatievermindering wenst in het eindeloopbaanstelsel tussen 50 en 54 jaar op basis van de afwijkende voorwaarden, dan kunt u uw aanvraag niet via internet doen. In dat geval moet u het papieren formulier invullen (zie hierboven).

In alle andere gevallen, als u een contractuele medewerker bent van een federale administratie of van een administratie die daarvan afhangt (penitentiaire diensten ...)of als u een contractueel personeelslid bent van de federale of lokale politie, kunt u uw aanvraag online invullen, via de portaalsite van de sociale zekerheid:  https://www.socialsecurity.be.

Het deel van de aanvraag:

  • dat moet worden ingevuld door de werkgever, bevindt zich in de lijst ‘beheer van de arbeidsrelaties’ van het luik ‘werkgever’ van die website;
  • dat u moet invullen na het deel van de werkgever, staat onder het luik ‘burger’ van die website, in het tabblad ‘Dossier Loopbaanonderbreking en tijdskrediet’.

De werkgever moet verplicht als eerste zijn deel van het formulier invullen en het via internet aan de RVA bezorgen. Na die eerste stap krijgt u een verwittiging in uw e-Box waarin staat dat u uw deel van de aanvraag kunt invullen en naar de RVA kunt sturen via de onlinedienst van de portaalsite van de sociale zekerheid.

Als u het deel 'werknemer' niet elektronisch kunt invullen, moet u het PDF-document dat de toepassing heeft gecreëerd, afdrukken, invullen, ondertekenen en aangetekend versturen naar het RVA-kantoor waarvan u afhangt (zie hierna).

Noodzaak om uw 'e-Box' te activeren

De 'e-Box' is een persoonlijke en beveiligde mailbox waarmee elke burger op een gecentraliseerde manier officiële documenten kan ontvangen van de verschillende diensten van de sociale zekerheid, waaronder de RVA. De 'e-Box' is beschikbaar op de site: https://www.mysocialsecurity.be.

Om hem te activeren, moet u enkel uw e-mailadres meedelen. Vervolgens zult u op dat mailadres worden verwittigd zodra een mededeling beschikbaar is in uw 'e-Box'. Om in te loggen en de documenten die beveiligd werden doorgestuurd te raadplegen, moet u zich enkel aanmelden met uw elektronische identiteitskaart (ook 'eID' genoemd) of met een 'token'.

Indien u uw deel van de aanvraag tijdskrediet via internet indient, worden alle aan de RVA meegedeelde gegevens opgeslagen in een algemeen PDF-document dat dient als ontvangstbewijs. Dat PDF-document wordt naar uw ‘e-Box’ gestuurd.

Het is dus onontbeerlijk om die ‘e-Box’ te activeren als u uw deel van de aanvraag elektronisch wil indienen.

Bijkomende informatie

U kunt alle informatie met betrekking tot de onlineaanvraag op deze website terugvinden. Naast de fiches met uitleg die u als geheugensteuntje kunt afdrukken, zijn er ook video's beschikbaar waarin de onlineprocedure stap voor stap wordt uitgelegd.

Bewaren van bewijzen in geval van aanvraag om verhoogde uitkeringen

Indien u het recht op verhoogde onderbrekingsuitkeringen aanvraagt omdat u minstens 2 kinderen heeft van wie het jongste jonger is dan 3 jaar, dan moet u bij de aanvraag overgemaakt via internet, geen attest van het kinderbijslagfonds toevoegen noch een kopie van het vonnis dat de adoptie homologeert in geval van adoptie. U moet die stukken echter wel bewaren, want de RVA kan u vragen ze te bezorgen.

Opgelet: Als u, in geval van controle, de vereiste attesten niet kunt voorleggen aan de RVA of als die attesten niet conform de reglementering zijn, zal een beslissing tot herziening kunnen worden genomen, en desgevallend tot terugvordering van de aan u reeds betaalde onderbrekingsuitkeringen.

In geval van een aanvraag op een papieren formulier

Als een elektronische aanvraag niet mogelijk is (omdat u niet behoort tot de hierboven vermelde categorieën), moet u de onderbrekingsuitkeringen aan de hand van het formulier C61 openbare sector aanvragen.

U kunt dit formulier downloaden van de website van de RVA: www.rva.be.

Opmerking: indien u niet over een printer beschikt, kunt u het formulier vragen bij het klantencontactcenter van de RVA (telefoonnummer: 02 515 44 44).

Zodra u het formulier heeft gekregen, moet u deel 1 invullen en moet uw personeelsdienst deel 2, bestemd voor de werkgever, invullen.

Als het correct ingevuld en ondertekend is, moet het formulier aangetekend worden verzonden naar de dienst “Loopbaanonderbreking/tijdskrediet” van het RVA-kantoor van uw woonplaats.

De RVA aanvaardt ook gewone zendingen, maar in geval van betwisting ligt de bewijslast van de verzending van de aanvraag bij u.

Indien u het formulier afgeeft in het bevoegde RVA-kantoor, vraag dan zeker een ontvangstbewijs.

Opmerking: woont u in ander een land van de Europese Economische Ruimte dan België of in Zwitserland, dan moet u dit formulier indienen bij de dienst loopbaanonderbreking van het RVA-kantoor bevoegd voor de technische bedrijfseenheid of de administratie waar u werkt.

De gegevens van de verschillende RVA-kantoren staan in de rubriek 'contact' van onze website. Daar staat een zoekfunctie waarin u de postcode ingeeft van de gemeente waar u woont. Als u in het buitenland woont, geeft u de postcode in van de gemeente waar uw Belgische werkgever is gevestigd.

Welke bewijsstukken moet u bij het formulier voegen om verhoogde uitkeringen te krijgen?

Hebt u minstens 2 kinderen, van wie het jongste jonger is dan 3 jaar of minder dan 3 jaar geleden geadopteerd is, dan kunt u aanspraak maken op verhoogde uitkeringen.

Om die te bekomen moet u bij uw aanvraagformulier een attest voegen van het kinderbijslagfonds met het aantal kinderen voor wie kinderbijslag wordt uitgekeerd.

In geval van adoptie moet u een kopie van het vonnis bijvoegen dat de adoptie-akte gehomologeerd heeft, alsook een attest van het kinderbijslagfonds.

Doet u een aanvraag voor verhoogde uitkeringen tijdens een lopende loopbaanonderbreking, dan geldt het indienen van bovenvermelde bewijsstukken als aanvraag. Het is dus niet nodig een nieuw aanvraagformulier in te dienen. In dat geval ontvangt u de verhoogde uitkeringen vanaf de 1stee van de maand die volgt op de maand waarin u de bewijsstukken overmaakte.

Waar moet u wonen tijdens de loopbaanonderbreking?

Tijdens de periodes van loopbaanonderbreking moet u wonen:

  • in België;
  • in een ander land van de Europese Economische Ruimte (dat wil zeggen de 28 landen van de Europese Unie + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein);
  • In Zwitserland.

Uitzondering:

Indien u uw echtgeno(o)t(e) of uw wettelijk samenwonende volgt die tijdelijk en beroepshalve voor rekening van zijn/haar werkgever naar een land vertrekt dat gelegen is buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dan mag u voor de duur van die opdracht daar gedomicilieerd zijn

Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de samenlevingsvorm van 2 personen (ongeacht de aard van de verhouding en het geslacht) die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.

U moet een attest van de werkgever van uw partner toevoegen, waaruit blijkt dat de professionele opdracht niet vereist dat u zich definitief in het buitenland vestigt.

Waar mogen de onderbrekingsuitkeringen betaald worden?

De betaling van de onderbrekingsuitkeringen kan verricht worden per circulaire cheque of bankoverschrijving.

In het geval van een bankoverschrijving, kan de betaling verricht worden op een financiële rekening in:

  • België;
  • een land dat behoort tot de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro, of SEPA (= Single Euro Payments Area).

Het gaat om de volgende landen: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk ( inclusief Guadeloupe, Martinique, Frans Guyana en Réunion), Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal (inclusief Azoren en Madeira), Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje (inclusief Canarische Eilanden, Ceuta en Mellila), Tsjechië, Verenigd Koninkrijk (inclusief Gibraltar en Noord-Ierland), Zweden, Zwitserland.

Met welke inkomsten of activiteiten kan je de onderbrekingsuitkeringen cumuleren?

Om meer te weten over de cumulatieregels kunt u infoblad T1 raadplegen op www.rva.be.

Wat doet de directeur van het RVA-kantoor waarvan u afhangt?

De directeur:

  • kent u het recht op onderbrekingsuitkeringen toe en stuurt u de beslissing C62 waarop uw persoonlijke gegevens, het soort onderbreking, het bedrag van uw uitkeringen en de betrokken periode vermeld staan.

Elke maand, na vervallen termijn, betaalt de RVA uw uitkering per circulaire cheque of per overschrijving;

  • of weigert u de onderbrekingsuitkeringen en deelt u zijn beslissing mee via het formulier C62 dat u aangetekend wordt toegestuurd.

U kunt vragen om de beslissing C62 te krijgen via uw “e-Box”. Als u dat niet doet, krijgt u ze via de post.

NB: De “e-Box” is de onlinedienst van de sociale zekerheid. Het is een persoonlijke en beveiligde mailbox waarmee elke burger op een gecentraliseerde manier officiële documenten kan ontvangen, waaronder documenten van de RVA. De “e-Box” is beschikbaar op de website: https://www.mysocialsecurity.be.

Kunt u de beslissing van de RVA betwisten?

Ja, u kunt in beroep gaan tegen de beslissing van de RVA bij de bevoegde arbeidsrechtbank.

Voor meer informatie over de te volgen procedure, kunt u het infoblad "Beroep tegen de beslissing van de RVA in verband met de loopbaanonderbreking / het tijdskrediet" raadplegen.

Dit infoblad is beschikbaar op onze website, in de verschillende RVA-kantoren en bij de informatie-afdeling tijdskrediet van het Hoofdbestuur van de RVA.

Hoe kunt u uw dossier opvolgen?

U kunt uw dossier raadplegen op de portaalsite van de sociale zekerheid: https://www.socialsecurity.be rubriek "Online diensten" op De sociaal verzekerde / Dossier loopbaanonderbreking en tijdskrediet / Consulteren.

Om toegang te hebben moet u beschikken over een token of een elektronische identiteitskaart. Wilt u dat token aanvragen of informatie krijgen over de elektronische identiteitskaart, dan kunt u terecht op dezelfde site.

NB Via een link vanop de website van de RVA www.rva.be, rubriek “Loopbaanonderbreking” / “Uw dossier online”, kunt u eveneens toegang krijgen tot de portaalsite van de sociale zekerheid om uw dossier op te volgen.

Dankzij deze toepassing kunt u de volgende zaken online raadplegen:

  • de vooruitgang van uw dossier;
  • het bedrag van de uitkeringen;
  • de beslissing C62 tot toekenning van uitkeringen;
  • de betaaldatum;
  • de historiek van de uitkeringen;
  • de fiscale fiche;
  • de periodes onderbreking/tijdskrediet die u reeds genoten hebt.

U kunt ook het formulier C62 (het formulier tot toekenning van een loopbaanonderbreking) dat op u van toepassing is, raadplegen en afdrukken indien de beslissing positief is. Sommige administraties kunnen u dit formulier C62 immers vragen om voordelen te bekomen.

Wanneer verliest u uw recht op onderbrekingsuitkeringen?

Uw recht op onderbrekingsuitkeringen gaat verloren: 

  • aan het einde van de maximale vergoedbaarheidstermijn of aan het einde van de termijn vermeld in het akkoord met uw werkgever, behalve indien die termijn in onderling overleg wordt verlengd;
  • vanaf de dag waarop u het werk hervat bij dezelfde of bij een andere werkgever;
  • vanaf de dag waarop uw arbeidsovereenkomst eindigt;
  • vanaf de dag waarop u een pensioen ontvangt;
  • vanaf de dag waarop u gedurende meer dan 12 maanden een volledige loopbaanonderbreking cumuleert met een zelfstandige activiteit;
  • vanaf de dag waarop u gedurende meer dan 24 maanden een halftijdse onderbreking of 60 maanden een 1/5 onderbreking cumuleert met een zelfstandige activiteit;
  • vanaf de dag waarop u een zelfstandige activiteit aanvat tijdens een periode van gedeeltelijke loopbaanonderbreking ;
  • vanaf de dag waarop u een nevenactiviteit in loondienst aanvat;
  • vanaf de dag waarop u het aantal uren van uw nevenactiviteit in loondienst uitbreidt.

Wanneer worden uw onderbrekingsuitkeringen teruggevorderd?

Alle onrechtmatig ontvangen onderbrekingsuitkeringen worden teruggevorderd, onder meer:

  • wanneer uw effectieve periode van loopbaanonderbreking met uitkeringen niet de minimumduur van 3 maanden bereikt;

Indien u omwille van uitzonderlijke omstandigheden de minimumduur van 3 maanden niet hebt gerespecteerd, kunt u een gemotiveerde aanvraag indienen tot verzaking aan de terugvordering van de uitkeringen. U moet deze aanvraag opsturen naar de directeur van het RVA-kantoor waarvan u afhangt. Hij zal ze overmaken aan de administrateur-generaal. De administrateur-generaal van de RVA kan afzien van de terugvordering, indien hij de omstandigheden als uitzonderlijk beschouwt.

  • wanneer u uw RVA-kantoor niet vooraf en schriftelijk op de hoogte brengt van het aanvatten of uitbreiden van een nevenactiviteit of van het uitoefenen van een zelfstandige activiteit.

Wanneer u bewijst dat u te goeder trouw uitkeringen hebt ontvangen waarop u geen recht had, wordt de terugvordering beperkt tot de laatste 150 dagen van onverschuldigde toekenning. Deze beperking wordt niet in acht genomen in geval van cumulatie met een prestatie toegekend krachtens een regeling van sociale zekerheid.

Worden de onderbrekingsuitkeringen betaald tijdens een periode van gevangenzetting?

Neen. De betaling van de onderbrekingsuitkeringen wordt geschorst tijdens een periode van gevangenzetting. Bijgevolg bent u verplicht, als u gevangengezet wordt tijdens een periode tijdens dewelke u onderbrekingsuitkeringen ontvangt, om dat schriftelijk te melden aan het RVA-kantoor, waarvan u afhangt. Als u onderbrekingsuitkeringen ontvangt terwijl u al opgesloten zit, dan moet u die terugbetalen.

Als de periode van opsluiting korter is dan die van uw onderbreking of uw vermindering van prestaties, moet u aan het RVA-kantoor een officieel document overmaken met daarop de datum waarop uw gevangenneming een einde neemt, zodat uw recht op onderbrekingsuitkeringen opnieuw kan worden geopend.

Bent u beschermd tegen ontslag tijdens de onderbrekingsperiode?

Zowel bij volledige als bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking bent u beschermd tegen ontslag.

Deze bescherming gaat in op de dag van het akkoord of, indien u gebruik maakt van een recht, op de dag van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever. Ze eindigt 3 maanden na de loopbaanonderbreking.

Tijdens die beschermde periode mag uw werkgever uw arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigen, tenzij om dringende of voldoende redenen.

Als voldoende reden geldt een door de rechter als zodanig erkende reden waarvan de aard en de oorzaak vreemd zijn aan de loopbaanonderbreking.

Ontslag wegens conventioneel brugpensioen geldt onder meer als voldoende reden.

Geeft uw werkgever toch een opzegging wanneer u in volledige onderbreking bent, dan kan de opzeggingstermijn pas beginnen lopen na het einde van uw volledige onderbreking. De opzeggingstermijn kan daarentegen wel beginnen lopen tijdens een periode van gedeeltelijke loopbaanonderbreking (ongeacht de breuk).

In geval van onmiddellijke verbreking van de overeenkomst (zonder het presteren van de opzegging), is de verbrekingsvergoeding gelijk aan de duur van de opzeggingstermijn (berekend alsof de werknemer zijn prestaties niet verminderd had) en in functie van het laatste loon (d.w.z. op grond van het verschuldigd loon voor verminderde prestaties).

Ontslaat uw werkgever u tijdens de beschermde periode zonder dringende of voldoende reden, dan moet hij u - bovenop de normale opzeggings- of verbrekingsvergoeding - een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan 6 maanden loon op grond van het verminderd loon in geval van vermindering van de prestaties.

Bij ontslag moet u onmiddellijk en schriftelijk het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA verwittigen.

Welke invloed hebben de onderbrekingsuitkeringen op uw belastingen?

De onderbrekingsuitkering is belastbaar. Fiscaal gezien wordt zij beschouwd als een vervangingsinkomen.

Bedrijfsvoorheffing

Alle onderbrekingsuitkeringen zijn sinds 01.01.2004 onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing.

Door deze inhouding aan de bron daalt het nettobedrag van de onderbrekingsuitkering maar het voordeel daarvan is dat na de definitieve berekening van de belastingen minder moet worden bijbetaald.

Het percentage van de bedrijfsvoorheffing varieert naargelang het type loopbaanonderbreking dat u geniet.

  • Volledige onderbreking: 10,13%
  • Vermindering van prestaties met 1/5, 1/4, 1/3: 17, 15%
  • 1/2-tijdse loopbaanonderbreking: 17,15%, als u een alleenwonende bent.

Ongeacht uw leeftijd wordt u als alleenwonende beschouwd, indien:

  • u alleen woont;
  • u enkel samenwoont met één of meer kinderen die u ten laste hebt vanuit fiscaal oogpunt;
  • 30%, indien u jonger bent dan 50 jaar en geen alleenwonende bent;
  • 35%, indien u 50 jaar bent of ouder en geen alleenwonende bent.

Franse grensarbeiders

Indien u een Franse grensarbeider bent en de RVA daarvan het bewijs levert aan de hand van het document 276 FRONT./GRENS. uitgereikt door de Administratie Financiën, kunt u vrijgesteld worden van de bedrijfsvoorheffing op de uitkering.

Indien u tijdens de loopbaanonderbreking dat statuut niet meer hebt, moet u het RVA-kantoor daarvan op de hoogte brengen, want u hebt geen recht meer op de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing.

Belastingaangifte

Met de fiche 281.18, waarop het totaal van de ontvangen uitkeringen vermeld staat en, in voorkomend geval, het totaal van de bedrijfsvoorheffing ingehouden tijdens het belastingjaar kunt u uw belastingsaangifte invullen.

In geval van laattijdige betaling, zullen de ontvangen sommen vermeld staan op de fiche 281,18 van het jaar van de betaling.

Die fiche wordt u elektronisch toegestuurd. U kunt de fiche raadplegen in uw ‘e-Box’ of via uw dossier ‘loopbaanonderbreking/tijdskrediet’. Dat kan ook via ‘Tax-on-web/My Minfin’.

Als u toch nog een papieren exemplaar van uw fiscale fiche wenst te ontvangen, dan kunt u dat vragen aan het RVA-kantoor dat bevoegd is voor uw woonplaats.

Bijkomende informatie

Voor alle bijkomende vragen over de invloed van de onderbrekingsuitkeringen op de berekening van uw belastingen, dient u zich te wenden tot uw belastingsadministratie.

U vindt de gegevens van de belastingsadministratie waarvan u afhangt in het telefoonboek of op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën: http://www.financien.belgium.be.

Welke invloed heeft de loopbaanonderbreking op uw pensioen?

Voor alle bijkomende vragen over de gelijkstelling van periodes van loopbaanonderbreking voor de toekenning van het pensioen, kunnen zich richten tot de Federale Pensioendienst (FPD).

FPD: Zuidertoren te 1060 BRUSSEL – Tel 1765.(gratis nummer). Internet: www.sfpd.fgov.be of http://www.mypension.be.

Hebt u recht op een aanmoedigingspremie?

In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden, betaalt de Vlaamse Gemeenschap een aanmoedigingspremie bovenop de uitkering van de RVA.

U vindt alle nuttige informatie over de voormelde aanmoedigingspremies toegekend door de Vlaamse Gemeenschap op de website van de Vlaamse Gemeenschap: https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie.

Voor alle inlichtingen en voorwaarden kunt u gratis bellen naar het nummer van de Vlaamse Infolijn 1700 of contact opnemen via e-mail: aanmoedigingspremie@vlaanderen.be.

Bestaan er andere mogelijkheden van loopbaanonderbreking dan deze voorzien in het "gewone" stelsel?

Ja. Naast de verschillende vormen van "gewone" loopbaanonderbreking, beschreven in dit infoblad, bestaan er ook 4 specifieke vormen van loopbaanonderbreking, namelijk thematische verloven.

Die 4 thematische verloven zijn:

  • Het ouderschapsverlof. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien voor de opvoeding van uw kinderen jonger dan 12 jaar (of 21 jaar in het geval van een gehandicapt kind). Meer informatie over dit onderwerp kan u terugvinden in het infoblad T19.
  • Het verlof voor medische bijstand. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien voor de zorg voor zwaar zieke leden van uw familie of uw gezin. Meer informatie over dit onderwerp kan u terugvinden in het infoblad T18.
  • Het palliatief verlof. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien om een persoon met een ongeneeslijke ziekte die terminaal is, bij te staan. Meer informatie over dit onderwerp kan u terugvinden in het infoblad T20.
  • Verlof voor mantelzorg. Het gaat om een loopbaanonderbreking om te zorgen voor een naaste die, door zijn hoge leeftijd, een handicap enz. in grote mate afhankelijk is. Raadpleeg het infoblad T164 voor meer informatie over dit onderwerp.

Die 4 thematische verloven bieden u de mogelijkheid om uw arbeidsprestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken.