Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

T6

Laatste update : 1.11.2023

Waarover gaat het?

Het gaat hier om de uitoefening van een bezoldigde activiteit tijdens een periode van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Indien u een activiteit uitoefent of wenst uit te oefenen, neem dan steeds contact op met uw uitbetalingsinstelling.

Het is belangrijk dat u de instructies op het informatiedocument “uitkeringsaanvraag als werkloze met bedrijfstoeslag – uittreksel uit uw rechten en plichten”, ter beschikking bij uw uitbetalingsinstelling, aandachtig leest.

Een hervatting van activiteiten kan gevolgen hebben voor uw recht op de aanvullende vergoeding. Indien u het werk hervat dient u de debiteur van uw bedrijfstoeslag daarvan dus op de hoogte te brengen.

De uitoefening van onbezoldigde activiteiten (vrijwilligerswerk) is onderworpen aan bijzondere regels. Vraag om inlichtingen bij uw uitbetalingsinstelling.

Moet u in het bezit zijn van een controlekaart?

U hebt de keuze om ofwel in het bezit te zijn van een controlekaart ofwel gebruik te maken van het formulier C99.

In geval van het bezit van een controlekaart, moet u:

  • Deze kaart tot het einde van de maand in uw bezit hebben;
  • Deze kaart op het einde van de maand naar uw uitbetalinsinstelling sturen om de betaling van uw werkloosheidsuitkeringen te verkrijgen.

Werkt u onregelmatig, met tussenpozen of occasioneel?

Indien u: 

  • tewerkgesteld bent als interimwerknemer of met arbeidsovereenkomsten van korte duur;
  • occasioneel een handelaar helpt, occasioneel werkzaamheden uitvoert in het huis van een derde persoon, occasioneel les geeft, sporadisch een journalistiek artikel schrijft, bij gelegenheid goederen verkoopt op een markt, ...

moet u deze niet cumuleerbare activiteit aangeven, vóór u ze aanvat, zelfs indien u deze activiteit uitoefent op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag (en ongeacht het uur of de uren waarop het werk wordt uitgevoerd).

Hoe een niet cumuleerbare activiteit aangeven?

  • Bent u in het bezit van een controlekaart, dan moet u het overeenstemmende vakje van uw controlekaart zwart maken vooraleer u het niet cumuleerbare werk aanvat.
  • Bent u niet in het bezit van een controlekaart, moet u elke niet cumuleerbare activiteit aangeven bij uw uitbetalingsinstelling vooraleer u ze aanvat, via een aangifteformulier C99 waarvan het model beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling. U bewaart dan het ontvangstbewijs van het door uw uitbetalingsinstelling ingevulde formulier C99 tot het einde van de volgende maand. In afwachting dat u het ingevulde ontvangstbewijs ontvangt, bewaart u een kopie van het aangifteformulier C99 dat u uw uitbetalingsinstelling heeft bezorgd.

U verliest dan een uitkering voor elke activiteitsdag. Het is eveneens mogelijk dat bepaalde zaterdagen niet vergoedbaar zijn vanwege dit werk (bijv.: u werkt op vrijdag en op de daaropvolgende maandag, de zaterdag gelegen tussen deze 2 dagen is niet vergoedbaar).

In geval van niet loontrekkende arbeid kan de directeur van het werkloosheidsbureau beslissen dat uw activiteit niet of niet meer occasioneel is, maar beschouwd moet worden als een activiteit uitgeoefend als bijberoep of als hoofdberoep (lees dan de info betreffende de activiteiten uitgeoefend als bijberoep of als hoofdberoep).

Wil u regelmatig een nevenactiviteit uitoefenen?

Deze activiteit mag als zelfstandige of als loontrekkende worden uitgeoefend.

Op welke voorwaarden?

Om regelmatig een nevenactiviteit uit te oefenen tijdens uw werkloosheid met bedrijfstoeslag, moet u gelijktijdig voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • U moet het bijberoep reeds hebben uitgeoefend tijdens uw tewerkstelling als werknemer, gedurende ten minste 3 maanden voorafgaand aan uw uitkeringsaanvraag. Deze periode van drie maand wordt verlengd met de periodes van ziekte of tijdelijke werkloosheid.
    Het is dus niet mogelijk een bijberoep te beginnen gedurende de werkloosheid.

Indien u de overgangsmaatregelen geniet geldend vanaf 01.01.2015 (win inlichtingen in bij uw uitbetalingsinstelling), bent u vrijgesteld van deze voorwaarde.

  • U moet deze nevenactiviteit persoonlijk aangeven bij uw uitbetalingsinstelling op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag.

    U moet een formulier C1 en een formulier C1A invullen.

  • U moet de activiteit verrichten vóór 7 en na 18 uur  tijdens de week (van maandag tot vrijdag). In dit geval moet u deze activiteit niet vermelden op uw controlekaart of op het formulier C99.
    • Indien u de activiteit toch occasioneel uitoefent tussen 7 uur en 18 uur, moet u ze aangeven (vooraleer u het werk aanvat). U verliest voor die dag uw uitkering.
    • Indien u de activiteit op zaterdag of zondag uitoefent (ongeacht het uur), moet u deze activiteit steeds specifiek aangeven (vooraleer ze aan te vatten) en u verliest een uitkering voor elke zaterdag waarop u werkt en een uitkering (tijdens de daaropvolgende week) ter compensatie van de activiteit op zondag.

Hoe aangifte doen van het werk verricht tussen 7 en 18 uur of op zaterdag of zondag?

  • Bent u in het bezit van een controlekaart, moet u het overeenstemmende vakje van uw controlekaart zwart maken vooraleer u het niet cumuleerbare werk aanvat.
  • Bent u niet in het bezit van een controlekaart, moet u elke niet cumuleerbare activiteit aangeven bij uw uitbetalingsinstelling vooraleer u ze aanvat, via een aangifteformulier C99 waarvan het model beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling. U bewaart dan het ontvangstbewijs van het door uw uitbetalingsinstelling ingevulde formulier C99 tot het einde van de volgende maand. In afwachting dat u het ingevulde ontvangstbewijs ontvangt, bewaart u een kopie van het aangifteformulier C99 dat u uw uitbetalingsinstelling heeft bezorgd.
  • Sommige activiteiten mogen als dusdanig niet worden uitgeoefend tijdens het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (zelfs indien u voldoet aan andere voorwaarden). Het betreft:
    • activiteiten die enkel na 18 uur worden uitgeoefend (bijv.: nachtwaker);
    • activiteiten in de horecasector (hotels, restaurants, drankgelegenheden) of behorende tot de beroepen van leurder of reiziger (verkoop aan huis of op markten), van verzekeringsagent of -makelaar. Deze activiteiten mogen echter toch uitgeoefend worden indien zij van gering belang zijn (het is altijd aangewezen contact op te nemen met uw uitbetalingsinstelling om het werkloosheidsbureau te raadplegen om uit te maken of de activiteit van gering belang is).

Wat gebeurt er indien de voorwaarden vervuld zijn?

U mag uw nevenactiviteit uitoefenen met (eventueel gedeeltelijk) behoud van uw werkloosheid met bedrijfstoeslag ( zie verder: Wat met uw vergoeding?).

De directeur van het werkloosheidsbureau kan uw recht op werkloosheidsuitkeringen echter weigeren of intrekken, zelfs voor de dagen waarop u de activiteit niet uitoefent, indien uw activiteit niet of niet langer het karakter heeft van een nevenactiviteit (indien het aantal arbeidsuren dat u eraan besteedt of het bedrag van het inkomen dat u ermee verdient, te hoog is).

Wat met uw vergoeding?

U mag de inkomsten van uw activiteit cumuleren met uw werkloosheid met bedrijfstoeslag, maar in beperkte mate.

Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering zal verminderd worden met het gedeelte van het inkomen uit uw activiteit boven 16,70 euro per dag.

Als u de totale jaarlijkse inkomsten uit uw activiteit (1) (de inkomsten uit de activiteit van de zaterdag en de zondag of van een andere dag tussen 7 en 18 uur inbegrepen), deelt door 312 (of n geval van een onvolledig jaar, door een evenredig aantal dagen), krijgt u het dagbedrag van de inkomsten uit deze activiteit.

Bijvoorbeeld, indien het dagelijkse netto-inkomen van uw bijberoep 21,04 euro bedraagt, zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering met 4euro verminderd worden. 

(21,04 euro – 17,04 euro = 4 euro).

(1)Indien het gaat om een activiteit als loontrekkende, houdt u rekening met het jaarlijkse netto-inkomen (= bruto – RSZ-inhoudingen – bedrijfsvoorheffing)
Indien het gaat om een activiteit die niet als loontrekkende wordt uitgeoefend (bijv.: als zelfstandige), houdt u rekening met het jaarlijkse netto belastbaar inkomen (= bruto – lasten).

Wat moet u doen als u uw nevenactiviteit stopzet?

U moet naar uw uitbetalingsinstelling gaan om een formulier C1 in te vullen. U voegt daar eventueel de documenten aan toe waaruit blijkt dat u uw nevenactiviteit heeft stopgezet.

U wil een nevenactiviteit uitoefenen in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige”?

Voor meer informatie, lees het infoblad “Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige” uitoefenen?” nr. T158. Dat infoblad is beschikbaar bij uw uitbetalingsinstelling of bij het werkloosheidsbureau van de RVA, of kan gedownload worden van  de website www.rva.be.

Het genot van dit voordeel is onderworpen aan specifieke regels en meer in het bijzonder de indiening van een formulier C1C.

Oefent u een activiteit uit die is vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector?

De uitoefening van een activiteit die is vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector is onderworpen aan specifieke regels en vooral aan de indiening van een formulier C44.

U mag, met behoud van het recht op uitkeringen, een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector, op voorwaarde dat het gaat om de voortzetting van een lopende overeenkomst die al werd uitgeoefend vóór uw uitkeringsaanvraag en dat die uitkeringsaanvraag wordt vergezeld van een schriftelijke verklaring.

Als de overeenkomst niet vóór de uitkeringsaanvraag is ingegaan, kunt u geen uitkeringen genieten in de periode die gedekt is door die arbeidsovereenkomst.

Vragen over de activiteiten vrijgesteld van sociale bijdragen? Raadpleeg de website www.bijklussen.be, een initiatief van de RSZ, de FOD Financiën, het RSVZ en belgium.be, of neem contact op met de RSZ (contactcenter: 02 509 90 91).

Hervat u voltijds het werk (als loontrekkende)?

U kunt uw werkloosheid met bedrijfstoeslag onderbreken ("opschorten") om voltijds het werk te hervatten. Lees ook het punt "Wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag wanneer u een beroepsactiviteit hervat?".

Wat moet u doen wanneer u voltijds het werk hervat?

Tijdens de voltijdse tewerkstelling heeft u geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen.

Bent u in het bezit van een controlekaart, moet u het overeenstemmende vakje van uw controlekaart van de lopende maand zwart maken vooraleer de arbeid aan te vatten.
Bent u niet in het bezit van een controlekaart, moet u aan uw uitbetalingsinstelling verklaren dat u het werk voltijds hervat. Hiervoor gebruikt u bij voorkeur het aangifteformulier C99 waarvan het model beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling.

U bewaart dan het ontvangstbewijs van het formulier C99, ingevuld door uw uitbetalingsinstelling, tot het einde van de maand die volgt op de maand waarin u het werk hebt hervat. In afwachting dat u het ingevulde ontvangstbewijs ontvangt, bewaart u een kopie van het aangifteformulier C99 dat u uw uitbetalingsinstelling heeft bezorgd.

Wat is uw situatie na de stopzetting van uw voltijdse arbeid?

Indien u uw voltijdse activiteit stopzet, moet u uw uitbetalingsinstelling verwittigen.

Indien uw werkloosheid met bedrijfstoeslag gedurende minstens 4 opeenvolgende weken onderbroken is, moet u naar uw uitbetalingsinstelling gaan om er een nieuwe uitkeringsaanvraag in te dienen via een formulier C4.

De dag van uw aanvraag of binnen de 8 daaropvolgende dagen, moet u zich ook opnieuw inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB) tenzij u vrijgesteld bent van deze verplichting. Voor meer inlichtingen lees het infoblad "Hoe vraagt u werkloosheid met bedrijfstoeslag aan nr T5. Dit infoblad kunt u krijgen bij uw uitbetalingsinstelling of op het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden van de website  www.rva.be.

U heeft opnieuw recht op werkloosheidsuitkeringen en op uw statuut van werkloze met bedrijfstoeslag, ongeacht de duur van de onderbreking.

Hervat u deeltijds het werk (als loontrekkende)?

U kunt uw werkloosheid met bedrijfstoeslag onderbreken ("opschorten") om deeltijds het werk te hervatten. Lees ook het punt "Wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag wanneer u een beroepsactiviteit hervat?".

Wat moet u doen wanneer u deeltijds het werk hervat?

Neem steeds contact op met uw uitbetalingsinstelling.

Tijdens de deeltijdse tewerkstelling heeft u geen recht meer op normale werkloosheidsuitkeringen. U kan eventueel recht hebben op een inkomensgarantie-uitkering.

U moet aan uw uitbetalingsinstelling verklaren dat u het werk deeltijds hervat.

U kunt bij uw uitbetalinsginstelling het statuut van deeltijdse werknemer met het behoud van rechten met of zonder inkomensgarantie-uitkeringen aanvragen (formulier C131A). De toekenning van dit statuut is belangrijk voor andere sectoren van de sociale zekerheid.U ontvangt van uw uitbetalingsinstelling een controlekaart C3-deeltijds.
U moet uw deeltijdse arbeid eveneens aangeven bij de tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB) binnen de 2 maanden vanaf het begin van deze betrekking.

Wat is uw situatie na de stopzetting van uw deeltijdse arbeid?

Indien u uw deeltijdse activiteit stopzet, moet u naar uw uitbetalingsinstelling gaan om er een nieuwe uitkeringsaanvraag in te dienen via een formulier C4.

U moet zich de dag van de aanvraag of binnen de 8 daaropvolgende dagen eveneens opnieuw inschrijven bij de tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB) tenzij u vrijgesteld bent van deze verplichting. Voor meer inlichtingen lees het infoblad "Hoe vraagt u werkloosheid met bedrijfstoeslag aan nr T5. Dit infoblad kunt u krijgen bij uw uitbetalingsinstelling of op het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden van de website  www.rva.be.

U heeft opnieuw recht op werkloosheidsuitkeringen en op uw statuut van werkloze met bedrijfstoeslag, ongeacht de duur van de onderbreking.

Vestigt u zich als zelfstandige in hoofdberoep?

U mag uw werkloosheid met bedrijfstoeslag onderbreken (« opschorten ») om u als zelfstandige in hoofdberoep te vestigen. Lees ook het punt "Wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag wanneer u een beroepsactiviteit hervat?".

Wat moet u doen op het ogenblik dat u de zelfstandige activiteit aanvat?

Neem steeds contact op met uw uitbetalingsinstelling

Tijdens de zelfstandige tewerkstelling, uitgeoefend als hoofdberoep, heeft u geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen.

Bent u in het bezit van een controlekaart, moet u het overeenstemmende vakje van uw controlekaart van de lopende maand zwart maken vooraleer de niet-cumuleerbare arbeid aan te vatten.

Bent u niet in het bezit van een controlekaart, moet u bij uw uitbetalingsinstelling aangeven dat u zich vestigt als zelfstandige in hoofdberoep. Hiervoor gebruikt u bij voorkeur het aangifteformulier C99 waarvan het model beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling.

Lees ook het punt "Wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag wanneer u een beroepsactiviteit hervat?".

Wat is uw situatie na stopzetting van uw zelfstandige activiteit in hoofdberoep?

Indien u uw zelfstandige activiteit stopzet en opnieuw werkloosheidsuitkeringen wenst te genieten, moet u bij uw uitbetalingsinstelling een nieuwe aanvraag om werkloosheidsuitkeringen indienen via een formulierC109. U voegt er de documenten aan toe waaruit blijkt dat u uw zelfstandige activiteit hebt stopgezet.

U moet u zich de dag van de aanvraag of binnen de 8 daaropvolgende dagen eveneens opnieuw inschrijven bij de tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, ADG, FOREM of VDAB) tenzij u vrijgesteld bent van deze verplichting. Voor meer inlichtingen lees het infoblad "Hoe vraagt u werkloosheid met bedrijfstoeslag aan?” nr T5. Dit infoblad kunt u krijgen bij uw uitbetalingsinstelling of op het werkloosheidsbureau van de RVA of downloaden van de website  www.rva.be.

U krijgt uw recht op werkloosheidsuitkeringen terug en uw statuut van werkloze met bedrijfstoeslag ongeacht de duur van de onerbreking.

Wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag wanneer u een beroepsactiviteit hervat?

U moet de debiteur van uw bedrijfstoeslag verwittigen wanneer u het werk hervat als loontrekkende voor een nieuwe werkgever of als zelfstandige in hoofdberoep. U moet hem eveneens verwittigen wanneer deze beroepsactiviteiten een einde nemen.

Tijdens de werkhervatting:

  • ontvangt u verder uw bedrijfstoeslag;
  • kan u deze bedrijfstoeslag dus cumuleren met uw nieuwe inkomen;

Dezelfde principes gelden ook indien u het werk hervat gedurende de periode die door een verbrekingsvergoeding gedekt is. U hebt recht op de bedrijfstoeslag van zodra u recht zou hebben gehad op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag indien u het werk niet had hervat.