Overbruggingsvergoeding

Het Fonds betaalt een overbruggingsvergoeding uit aan overgenomen werknemers in het geval van een overname na faillissement. Deze vergoeding wordt toegekend wanneer een werknemer geen of slechts gedeeltelijk een verbrekingsvergoeding heeft ontvangen. De overbruggingsvergoeding dekt de periode van inactiviteit bij de vorige werkgever en het begin van een nieuwe tewerkstelling.

Het KB van 9 juli 2024 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 16 juli 2024) breidt het recht op de overbruggingsvergoeding uit naar werknemers van ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit, zoals gedefinieerd in de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen.

Werknemers van ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit kunnen voor sluitingen vanaf 1 januari 2025 aanspraak maken op een overbruggingsvergoeding in geval van overname na faillissement. Bij sluitingen van ondernemingen zonder handels-of industriële finaliteit vóór 1 januari 2025 komt het Fonds niet tussen voor de overbruggingsvergoeding.

Grensbedragen

De tussenkomst van het Fonds is begrensd tot 30.500 EUR bruto.

Individuele voorwaarden

In hoofde van de werknemer moeten bepaalde voorwaarden worden vervuld om recht te hebben op een overbruggingsvergoeding; deze voorwaarden zijn de volgende :

  • betrokkene moet verbonden zijn door een contract;
  • hij mag niet meer dan één maand vóór het faillissement ontslagen zijn;
  • indien hij ontslagen werd in de maand die de faillissementsdatum voorafgaat, dan moet hij recht hebben op een verbrekingsvergoeding die niet geheel werd betaald op die datum;
  • zijn beroepsactiviteit moet onderbroken zijn in de maand voorafgaand of tengevolge van het faillissement;
  • hij moet aangeworven zijn door de werkgever die het actief van de failliete onderneming overnam en, als het hierbij gaat om een arbeidscontract met een proefbeding, niet ontslagen geworden zijn of ontslag genomen hebben tijdens de proefperiode.