Heb je hulp nodig? Of vind je het antwoord op je vraag niet op deze website?
Neem contact met ons op Chat met Ori ** De virtuele assistent van de RVA
Corona-tijdskrediet
Inhoud van deze pagina
E33
Laatste update : 1.07.2020
Wat is corona-tijdskrediet?
Het gaat om een nieuwe vorm van tijdskrediet die naast het gewone tijdskrediet bestaat.
Om de economische moeilijkheden door de coronacrisis het hoofd te bieden, kunt u dankzij het corona-tijdskrediet een tijdelijke gedeeltelijke onderbreking (halftijds of 1/5) voorstellen aan uw werknemers.
De onderbrekingsperiodes van corona-tijdskrediet worden niet afgetrokken van de maximumduur van het gewone tijdskrediet.
Tijdens het corona-tijdskrediet kent de RVA een onderbrekingsuitkering toe om het verlies aan loon te verzachten, als de werknemer aan alle voorwaarden voldoet.
Naast de specifieke kenmerken van het corona-tijdskrediet blijven ook de bepalingen van het gewone tijdskrediet gelden.
Welke reglementering is van toepassing?
Het corona-tijdskrediet wordt geregeld in het koninklijk besluit nr 46 tot uitvoering van artikel 5, §1, 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II) tot ondersteuning van de werkgevers en de werknemers (Belgisch Staatsblad 01.07.2020 – inwerkingtreding 01.07.2020)
Vanaf wanneer mag er corona-tijdskrediet worden opgenomen?
De maatregel gaat in op 1 juli 2020.
Voor wie is het corona-tijdskrediet bedoeld?
Het nieuwe tijdskrediet geldt enkel als u een werkgever uit de privésector bent en als uw onderneming is erkend als in herstructurering of in moeilijkheden.
U wordt beschouwd als werkgever van de privésector als u valt onder de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (bvba, cv, nv, enz.). Meer informatie daarover vindt u in infoblad T139.
Aan welke voorwaarden moet de onderneming voldoen?
U kunt enkel corona-tijdskrediet voorstellen aan de werknemers als uw onderneming vooraf door de minister van Werk is erkend als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden.
Die erkenning gebeurt volgens de criteria in de reglementering van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Er is geen collectieve arbeidsovereenkomst vereist. De geldende bepalingen zijn gebaseerd op artikelen 14, 15 en 18 van het koninklijk besluit van 03.05.2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT).
De minister van Werk kan voor een periode van maximum 2 jaar een erkenning toekennen. Om in aanmerking te komen voor corona-tijdskrediet, moet die erkenning ten vroegste 1 maart 2020 en uiterlijk 31 december 2020 zijn toegekend.
Voor de vereiste voorwaarden en de te volgen procedure voor zo'n erkenning, kunt u terecht bij de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg: Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel (tel.: 02 233 41 11) -
Internet: www.werk.belgie.be - E-mail: fod@werk.belgie.be.
Welke onderbrekingen zijn mogelijk?
Er zijn twee gedeeltelijke onderbrekingen mogelijk bij corona-tijdskrediet:
- een halftijdse onderbreking, om de prestaties te verminderen om nog 50% van de voltijdse arbeidstijd aan de slag te blijven bij de werkgever;
- een onderbreking met 1/5, om de prestaties te verminderen om nog 80% van de voltijdse arbeidstijd aan de slag te blijven bij de werkgever.
Wat zijn de tewerkstellingsvoorwaarden?
Om corona-tijdskrediet te kunnen nemen, moeten werknemers:
- minstens 3/4 werken voor een halftijdse onderbreking;
- voltijds werken bij een onderbreking met 1/5.
NB In tegenstelling tot het gewone tijdskrediet, is het niet nodig om al gedurende de 12 of 24 voorgaande maanden te voldoen aan die tewerkstellingsvoorwaarde.
Hoe lang kunnen werknemers corona-tijdskrediet nemen?
- De minimumduur is 1 maand.
- De maximumduur is 6 maanden.
Die periodes gelden voor beide tewerkstellingsbreuken (1/2 en 1/5).
De periode van corona-tijdskrediet moet volledig in de periode vallen waarin de onderneming is erkend als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden. Die periode van erkenning moet ten laatste op 31 december 2020 ingaan.
Zolang de maximumduur van 6 maanden niet is bereikt, kan het corona-tijdskrediet worden hernieuwd, zolang de onderneming nog steeds is erkend als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden.
Mag u als werkgever corona-tijdskrediet opleggen aan uw werknemers?
Nee. Als werkgever mag u corona-tijdskrediet voorstellen aan uw werknemers, maar zij moeten wel instemmen met de prestatievermindering.
Uw werknemer is dus niet verplicht om uw voorstel te aanvaarden.
Hoe wordt het corona-tijdskrediet geregeld?
Er is geen procedure over de manier waarop en de termijn waarbinnen u corona-tijdskrediet moet voorstellen. Ook de manier waarop en de termijn waarbinnen uw werknemers moeten antwoorden, zijn niet bepaald. Uw voorstel en het antwoord van de werknemer hoeven dus niet geformaliseerd te zijn.
Maar als uw werknemer instemt met de prestatievermindering, moet de deeltijdse arbeidsregeling tijdens het corona-tijdskrediet wel schriftelijk in een avenant bij de arbeidsovereenkomst worden opgenomen (artikel 11bis van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Dat avenant moet ten laatste op de eerste dag van het corona-tijdskrediet worden afgesloten en de duur ervan moet gelijk zijn aan die van de prestatievermindering.
De verminderde arbeidsduur moet gemiddeld worden gerespecteerd over de periode vastgesteld in de geschreven overeenkomst volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 26bis, § 1, van de arbeidswet van 16.03.1971. Dat betekent dat de wekelijkse deeltijdse arbeidsduur gemiddeld over een referteperiode moet worden nageleefd. Die referteperiode bedraagt in principe hoogstens 3 maanden, maar kan tot een jaar worden verlengd via een cao op sectoraal niveau of op niveau van de onderneming, of, als er geen cao is, via het arbeidsreglement.
De deeltijdse arbeidsregeling tijdens het corona-tijdskrediet moet gemiddeld overeenstemmen met de helft of 4/5 – afhankelijk van de onderbreking – van de voltijdse arbeidsregeling in uw onderneming.
Bijvoorbeeld: u bereikt een akkoord met uw werknemer over een halftijdse onderbreking van een maand, van 01.09.2020 tot 30.09.2020. Tijdens die periode kunnen de prestaties als volgt worden verminderd:
- ofwel een wekelijkse cyclus (bijvoorbeeld elke week enkel in de voormiddag werken en in de namiddag niet);
- ofwel een tweewekelijkse cyclus (bijvoorbeeld de ene week 2 dagen werken en 3 dagen niet en de volgende week 3 dagen werken en 2 dagen niet);
- ofwel een maandelijkse cyclus (bijvoorbeeld niet werken tijdens de eerste helft van de maand en elke werkdag tijdens de tweede helft).
Als het corona-tijdskrediet wordt verlengd of hernieuwd, moet er een nieuw avenant bij de arbeidsovereenkomst worden opgesteld.
Wat zullen de inkomsten van de werknemer zijn tijdens het corona-tijdskrediet?
U moet uw werknemer loon betalen. Dat loon wordt berekend op basis van de deeltijdse prestaties, dus 1/2 of 4/5.
Naast dat loon kan de werknemer ook een onderbrekingsuitkering krijgen van de RVA om de vermindering van zijn loon te compenseren (meer informatie daarover staat hieronder).
De werknemer kan eventueel ook een supplement op basis van een gewestelijke regeling krijgen. Voor meer info daarover kan de werknemer terecht bij het gewest.
Naast het deeltijdse loon, de onderbrekingsuitkering van de RVA en een eventuele gewestelijke premie, kunt u uw werknemer ook een aanvullende vergoeding betalen.
Onder welke voorwaarden kan uw onderneming een bijkomende vergoeding toekennen?
Als u uw werknemer een bijkomende vergoeding wilt toekennen, mag de som van zijn deeltijdse brutoloon tijdens het corona-tijdskrediet, de onderbrekingsuitkering van de RVA, een eventueel supplement van het gewest en uw bijkomende vergoeding niet hoger liggen dan het oorspronkelijke brutoloon.
Hoeveel bedraagt de onderbrekingsuitkering?
Het bedrag van de uitkering voor corona-tijdskrediet is gelijk aan het bedrag van het normale tijdskrediet van 1/2 of met 1/5.
Die uitkering is forfaitair. Het bedrag is dus niet afhankelijk van het loon van de werknemer of de inkomsten van zijn gezinsleden.
De uitkering varieert in functie van de leeftijd van de werknemer:
- indien de werknemer jonger is dan 55 jaar, zijn de barema’s voor het corona-tijdskrediet dezelfde als voor het tijdskrediet met motief. Bijgevolg zal het bedrag variëren naar gelang de werknemer meer of minder dan 5 jaar anciënniteit heeft bij de onderneming. De maandelijkse barema's bij een voltijdse tewerkstelling vind je hier
- Indien de werknemer ouder is dan 55 jaar, zijn de barema’s voor het corona-tijdskrediet dezelfde als voor de landingsbanen. De maandelijkse barema’s bij een voltijdse tewerkstelling vind je hier.
Bij een halftijdse onderbreking vanaf een tewerkstelling van minstens 3/4 wordt het barema van de uitkering van de werknemer verminderd naar rato van zijn deeltijdse uurregeling.
Bijvoorbeeld: De werknemer werkt met een 4/5 arbeidsovereenkomst en u spreekt met hem af om 1/2 corona-tijdskrediet te nemen. De werknemer krijgt dan 1/2 van de halftijdse onderbrekingsuitkering die een voltijdse werknemer zou ontvangen.
Als de deeltijdse onderbreking in de loop van een maand begint, wordt de onderbrekingsuitkering verminderd in functie van het aantal dagen corona-tijdskrediet.
NB Het bedrag van de onderbrekingsuitkering wordt niet beïnvloed door een eventuele gewestelijke premie en/of bijkomende vergoeding van de onderneming.
Aan welke voorwaarden moet de werknemer voldoen voor een onderbrekingsuitkering?
De toekenningsvoorwaarden voor de uitkering corona-tijdskrediet zijn dezelfde als voor gewoon tijdskrediet.
De werknemer mag dus geen activiteit uitoefenen die, of loon ontvangen dat, niet mag worden gecumuleerd. In infoblad T1 vindt u daar meer informatie over.
Wat is de procedure voor de onderbrekingsuitkering?
U moet samen met uw werknemer een aanvraag C61 – corona-tijdskrediet invullen.
Pas op! U kunt die aanvraag niet online indienen.
U moet het formulier C61 – corona-tijdskrediet dus op onze website downloaden.
De werknemer vult dan deel 1 in van het formulier en u vult als werkgever deel 2 in. Zodra dat formulier volledig is ingevuld, ondertekend en er een kopie is bijgevoegd van de beslissing tot erkenning van de onderneming als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, stuurt de werknemer het aangetekend op naar zijn RVA-kantoor.
Van welk RVA-kantoor hangt de werknemer af?
Het RVA-kantoor hangt af van waar de werknemer woont. Uitzondering: als de werknemer gedomicilieerd is in een ander land van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, is het bevoegde RVA-kantoor dat van de gemeente waar uw onderneming is gevestigd.
Om het adres van het bevoegde RVA-kantoor op te zoeken, geeft u gewoon de postcode in van de gemeente waar de werknemer woont (of, als de werknemer in het buitenland woont, de postcode van de gemeente waar uw onderneming is gevestigd) in de zoekmotor in de rubriek Contact op deze website.
Binnen welke termijn moet het formulier naar de RVA worden gestuurd?
De aanvraag moet ten laatste twee maanden na de start van het corona-tijdskrediet worden opgestuurd. Als de aanvraag later wordt verstuurd, heeft de werknemer pas vanaf de verzenddatum van de aanvraag recht op onderbrekingsuitkeringen.
Wat is de procedure voor een verlenging of hernieuwing van het corona-tijdskrediet?
Als de oorspronkelijke periode wordt verlengd of als er een nieuwe periode wordt overeengekomen, moet opnieuw dezelfde aanvraagprocedure worden doorlopen.
Er moet dus een nieuwe aanvraag C61 – corona-tijdskrediet worden ingediend bij het RVA-kantoor.
Wat als de werknemer ontslagen wordt tijdens het corona-tijdskrediet?
Wanneer u tijdens de prestatievermindering door corona-tijdskrediet de arbeidsovereenkomst beëindigt met betaling van een opzegvergoeding (art. 39 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten), wordt onder 'lopend loon' dit verstaan: het loon waarop de werknemer op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aanspraak had kunnen maken indien hij, naargelang het geval, voltijds was blijven werken of zijn arbeidsprestaties van minstens 3/4 van een voltijdse betrekking niet had verminderd.