Regels voor de cumulatie met onderbrekingsuitkeringen

T1

Laatste update : 12.02.2024

Mag je je onderbrekingsuitkering cumuleren met een activiteit?

Onder bepaalde voorwaarden mag je je onderbrekingsuitkering die je krijgt in het kader van loopbaanonderbreking, tijdskrediet of een thematisch verlof cumuleren met een andere activiteit.

Afhankelijk van de sector waar je werkgever van afhangt en in in functie van de gevraagde onderbreking, zijn de cumulregels verschillend.

Onder welke sector val je?

Privésector

Je behoort tot de privésector als je een werknemer in loondienst bent bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Voorbeelden: nv's; bvba's; vzw's; gemengde intercommunales voor gas- en elektriciteitsverdeling; regionale en lokale ondernemingen van openbaar vervoer (De Lijn, MIVB, TEC); vrije universiteiten (KULeuven, KUB, VUB, ULB, UCL ...), met uitzondering van het academisch personeel van de Vlaamse Gemeenschap; Brussels Airport Company (de luchthaven Brussel-Nationaal in Zaventem); Brussels South Airport-Security (de luchthaven van Charleroi); Liège Airport-Security, Liège-Bierset); socialehuisvestingsmaatschappijen ...

Residuaire sector

Je behoort tot de (zogenoemde) residuaire sector als:

  • Je een contractueel of statutair personeelslid bent van een lokaal of provinciaal bestuur of van de diensten die ervan afhangen (OCMW) of
  • Je deel uitmaakt van het contractueel personeel van een andere overheidsadministratie, met inbegrip van het contractueel personeel van het onderwijs Wallonië-Brussel en de Duitstalige gemeenschap (ook de hogescholen en de universiteiten);
  • Je deel uitmaakt van het contractueel personeel van Enabel, de Cel voor Financiële Informatieverwerking of de Ombudsdienst voor Energie
  • Je bent een werknemer die afhangt van geen enkele andere reglementering voor het ouderschapsverlof of het verlof voor medische bijstand.

Voorbeelden: OCMW's, openbare ziekenhuizen, onderwijs en CLB, kinderdagverblijven van de basisscholen van het gemeenschapsonderwijs, openbare diensten en de instellingen die daaronder vallen (federaal, gewest, gemeenschap, rechterlijke orde, federale en lokale politie ...)

Opgelet: het personeel van de Vlaamse overheidsdiensten valt niet onder de residuaire reglementering wegens de overdracht aan de gewesten en gemeenschappen (sinds 02.09.2016), behalve voor thematische verloven (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof, mantelzorgverlof).

Openbare sector

  • Je hangt af van het statutaire personeel (benoemde ambtenaren) van de federale overheid, van de lokale of federale politie of van de rechterlijke orde, van een gewest of een gemeenschap, van een gemeenschapsuniversiteit van de Vlaamse Gemeenschap (UA, UHasselt, UGent).
  • Je bent een politieke medewerker van de Kamer of de Senaat.

Dat geldt niet voor het statutair personeel van de Vlaamse openbare diensten omwille van de overdracht naar de gewesten en gemeenschappen (sinds 02.09.2016), behalve voor de thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg).

Autonoom overheidsbedrijf

Je maakt deel uit van het contractueel of statutair personeel bij bpost, Proximus, de NMBS of Skeyes.

Onderwijssector of van de CLB-centra

Je maakt deel uit van het vastbenoemd en tijdelijk personeel van het gemeenschapsonderwijs of van het vrij onderwijs. Dat geldt niet voor de vastbenoemde personeelsleden van de universiteiten. Het vastbenoemd en tijdelijk personeel van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap valt daar ook niet meer onder, voor wat betreft de gewone loopbaanonderbreking, sinds de overdracht naar de gewesten en gemeenschappen op 02.09.2016.

Gemeenschapsuniversiteit

Je maakt deel uit van het administratief personeel, van het gespecialiseerd personeel, meesterspersoneel en vakpersoneel of dienstpersoneel van de gemeenschapsuniversiteiten van de Franse Gemeenschap, betaald op basis van subsidies.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een loontrekkende activiteit?

Een loontrekkende activiteit is een activiteit uitgeoefend onder het gezag van een werkgever en die aanleiding geeft tot de betaling van een loon, onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen voor de RSZ.

In bepaalde sectoren mag het aantal uren van de activiteit in loondienst niet hoger liggen dan het aantal uren van de activiteit die volledig of gedeeltelijk wordt onderbroken.

Het is in alle sectoren en voor alle types onderbreking verboden om een nieuwe loontrekkende activiteit te beginnen of het aantal uren van die vooraf bestaande activiteit te verhogen.

Je werkt in de privésector

Je vraagt tijdskrediet

Je mag de onderbrekingsuitkeringen voor onbepaalde duur cumuleren met een loontrekkende bijkomstige activiteit, op voorwaarde dat je die activiteit al minstens uitoefende in de 12 maanden vóór het begin van de volledige of gedeeltelijke onderbreking van je prestaties. Die loontrekkende bijkomstige activiteit moet samen worden uitgeoefend met de activiteit waarvoor je tijdskrediet aanvraagt.

Het aantal uren van de bijkomstige activiteit maakt niets uit voor de toelating van de cumulatie. Maar dat aantal uren mag wel niet worden verhoogd tijdens het tijdskrediet.

Je vraagt een thematisch verlof aan (ouderschapsverlof, palliatief verlof, medische bijstand, verlof voor mantelzorg).

In dat geval mag je de onderbrekingsuitkeringen cumuleren met een nevenactiviteit in loondienst, op voorwaarde dat je die activiteit al hebt uitgeoefend tijdens minstens 3 maanden vóór het begin van je thematisch verlof.

Het moet gaan om een nevenactiviteit. Dat betekent dat de activiteit niet meer uren mag tellen dan de activiteit waarvoor je je prestaties volledig of gedeeltelijk onderbreekt. Die activiteit moet samen worden uitgeoefend met de activiteit waarvoor je een thematisch verlof aanvraagt.

Het aantal uren van de nevenactiviteit in loondienst mag niet worden verhoogd tijdens de onderbreking.

Je werkt bij een lokaal of provinciaal bestuur / in de openbare sector / in het onderwijs / bij een gemeenschapsuniversiteit

Je mag de onderbrekingsuitkeringen voor onbepaalde duur cumuleren met een nevenactiviteit in loondienst, op voorwaarde dat je die activiteit al minstens uitoefende in de 3 maanden vóór het begin van de volledige of gedeeltelijke onderbreking van je prestaties.

Het moet gaan om een nevenactiviteit. Dat betekent dat de activiteit niet meer uren mag tellen dan de activiteit waarvoor je je prestaties volledig of gedeeltelijk onderbreekt. Die activiteit moet ook samen worden uitgeoefend met de activiteit waarvoor je de onderbreking aanvraagt.

Het aantal uren van de nevenactiviteit in loondienst mag niet worden verhoogd tijdens de onderbreking.

Deze bepalingen zijn van toepassing voor thematische verloven (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof, mantelzorgverlof) en in het kader van een gewone loopbaanonderbreking.

Je werkt bij een autonoom overheidsbedrijf (bpost, NMBS, Proximus, Skeyes)

Je mag de onderbrekingsuitkeringen voor onbepaalde duur cumuleren met een bijkomstige activiteit in loondienst, op voorwaarde dat je die activiteit al minstens uitoefende in de 12 maanden vóór het begin van de loopbaanonderbreking.

Die activiteit moet samen worden geoefend met de activiteit waarvoor je de volledige of gedeeltelijke onderbreking aanvraagt.

Het aantal uren van de bijkomstige activiteit maakt niets uit voor de toelating van de cumulatie. Maar dat aantal uren mag wel niet worden verhoogd tijdens de onderbreking.

Dat geldt voor de aanvragen voor thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof, mantelzorgverlof), maar ook voor de aanvragen om gewone loopbaanonderbreking.

Welke formaliteiten moet je vervullen als je een activiteit in loondienst uitoefent?

Als je al bezig bent met een bijkomende of nevenactiviteit voordat de onderbreking begint, moet u deze bij de RVA melden op het moment dat je je aanvraagformulier indient. Een vraag hierover is voorzien op het aanvraagformulier.

Als je tijdens de aan je toegekende loopbaanonderbreking een of andere activiteit in loondienst begint of als je het aantal uren van een bijkomende of nevenactiviteit in loondienst verhoogt waarvoor je toestemming hebt gekregen om te cumuleren, ben je verplicht het kantoor van RVA waarvan je afhangt vooraf schriftelijk op de hoogte te stellen. Hiervoor kan je gebruik maken van het formulier “Aangifte van een wijziging” dat beschikbaar is op onze site.

Wat gebeurt er als je begint met een activiteit in loondienst of als je het aantal uren van een activiteit in loondienst verhoogt tijdens je loopbaanonderbreking?

De uitkeringen die je al ontvangen hebt, worden teruggevorderd vanaf de datum waarop je gestart bent met die activiteit of vanaf de datum waarop je het aantal uren ervan hebt verhoogd.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een zelfstandige activiteit?

Je wordt beschouwd als zelfstandige als je je verplicht moet inschrijven bij een sociale kas voor zelfstandigen. Om te weten of je je als zelfstandige moet inschrijven, kun je contact opnemen met het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen) of een socialeverzekeringskas voor zelfstandige werknemers, aangesloten bij het RSVZ.

De regels kunnen verschillen afhankelijk van de sector waarvan uw werkgever van afhangt en eventueel in functie van de gevraagde onderbreking.

Je werkt in de privésector

Opgelet: er zijn andere regels voor tijdskrediet als voor de thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg).

Het tijdskrediet

Je mag de onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet cumuleren met een zelfstandige activiteit gedurende:

  • 12 maanden als je je prestaties volledig onderbreekt EN
  • 24 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt tot de helft of 60 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt met 1/5.

Dat mag enkel als je je zelfstandige activiteit al hebt uitgeoefend tijdens de 12 maanden vóór het begin van je tijdskrediet.

Nadat je de uitkeringen 12, 24 of 60 maanden (afhankelijk van het geval) gecumuleerd hebt met een zelfstandige activiteit, verlies je het recht op uitkeringen.

Als je na die maximumduur van de cumulatie je zelfstandige activiteit voortzet, kun je in tijdskrediet blijven. Dat kan in volledige of gedeeltelijke onderbreking bij de werkgever, zonder uitkeringen van de RVA.

De thematische verloven

Je mag de onderbrekingsuitkeringen in het kader van een thematisch verlof (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg) cumuleren met een zelfstandige activiteit gedurende:

  • 12 maanden als je je prestaties volledig onderbreekt, zelfs als je voordien nog nooit een zelfstandige activiteit hebt uitgeoefend EN;
  • 24 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt tot de helft of 60 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt met 1/5 (of 1/10 in geval van ouderschapsverlof), op voorwaarde dat je je zelfstandige activiteit al hebt uitgeoefend tijdens de 12 maanden die het begin van de gedeeltelijke onderbreking voorafgaan.

Nadat je de uitkering 12, 24 of 60 maanden (afhankelijk van het geval) hebt gecumuleerd met een zelfstandige activiteit, verlies je het recht op uitkeringen.

Als je na de maximale cumulatieduur, je zelfstandige activiteit verderzet kan je: 

  • In het geval van ouderschapsverlof, bij je werkgever in onderbreking blijven zonder uitkeringen van de RVA;
  • In het geval van medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg, niet in onderbreking blijven, zelfs niet zonder uitkering van de RVA.

Je werkt bij een lokaal of provinciaal bestuur / in de openbare sector / in het onderwijs / bij een gemeenschapsuniversiteit

Je mag de onderbrekingsuitkeringen cumuleren met een zelfstandige activiteit gedurende:

  • 12 maanden als je je prestaties volledig onderbreekt, zelfs als je voordien nog nooit een zelfstandige activiteit hebt uitgeoefend EN;
  • 24 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt tot de helft of 60 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt met 1/5 (of 1/10 in geval van ouderschapsverlof), op voorwaarde dat je je zelfstandige activiteit al hebt uitgeoefend tijdens de 12 maanden die het begin van de gedeeltelijke onderbreking voorafgaan.

Die regels gelden voor de aanvragen om een gewone loopbaanonderbreking, maar ook voor de aanvragen voor thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg).

In het kader van een gewone loopbaanonderbreking, bij werkgevers uit de openbare sector waar die mogelijkheden zijn voorzien, mag je de uitkeringen cumuleren met een zelfstandige activiteit, op voorwaarde dat je deze al uitoefende in de 12 maanden vóór het begin van de gedeeltelijke onderbreking:

  • gedurende 36 maanden activiteit als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt met 1/3
  • of gedurende 48 maanden als je je prestaties onderbreekt met 1/4,

Wat gebeurt er na de maximale duur van de cumulatie met een zelfstandige activiteit?

In functie van je aanvraag, verlies je na 12, 24, 36, 48 of 60 maanden cumulatie van uitkeringen voor een volledige of gedeeltelijke onderbreking met een zelfstandige activiteit het recht op uitkeringen.

Als het recht op uitkeringen afgelopen is, is het in bepaalde gevallen mogelijk om in onderbreking te blijven bij de werkgever. In andere gevallen mag de onderbreking niet doorlopen. Dat betekent dat je je werk moet hervatten in het oorspronkelijke uurrooster bij de werkgever. Je kunt hem ook een andere vorm van verlof vragen of deeltijds werken. Je vindt hieronder de verschillende bepalingen die gelden in functie van de sector waartoe je werkgever behoort.

In de gemeentebesturen, provinciale besturen en de diensten die ervan afhangen

Als je na de maximale cumulatieduur je zelfstandige activiteit voortzet:

  • kun je, bij een volledige onderbreking, je onderbreking voortzetten bij de werkgever, zonder uitkeringen van de RVA;
  • kun je, bij een gedeeltelijke onderbreking, niet in loopbaanonderbreking blijven bij de werkgever zonder uitkeringen, behalve bij ouderschapsverlof.

In de federale administraties en de diensten die ervan afhangen

Als je na de maximale cumulatieduur je zelfstandige activiteit voortzet, kun je in volledige of gedeeltelijke onderbreking blijven bij de werkgever, zonder uitkeringen van de RVA.

Die regel is van toepassing op alle thematische verloven en voor de gewone loopbaanonderbreking.

In de administraties en overheidsdiensten van de gefedereerde entiteiten (gewesten en gemeenschappen)

Na de maximumduur van de cumulatie:

  • kun je, bij een volledige onderbreking, je onderbreking voortzetten bij de werkgever, zonder uitkeringen van de RVA;
  • bij een gedeeltelijke onderbreking aanvaardt de RVA dat je je gedeeltelijke onderbreking bij de werkgever voortzet zonder uitkeringen. Opgelet: de overheid waarvan je afhangt, heeft op basis van haar eigen reglementering het recht om er eventueel anders over te beslissen. Informeer dan ook bij je werkgever of het toegelaten is dat je je gedeeltelijke onderbreking zonder uitkeringen van de RVA voortzet.

Die regel is van toepassing op alle thematische verloven en voor de gewone loopbaanonderbreking.

In het onderwijs en de PMS-centra

Als je na de maximale cumulatieduur je zelfstandige activiteit voortzet, kun je niet in volledige of gedeeltelijke onderbreking blijven bij de werkgever zonder uitkeringen van de RVA, behalve dan bij ouderschapsverlof.

Maar de gemeenschap waarvan je school of PMS-centrum deel uitmaakt, zou op basis van haar eigen reglementering, je de toestemming kunnen geven om je onderbreking voort te zetten, zelfs al heb je het recht op uitkeringen van de RVA verloren. Informeer daarom bij de directie van je school of inrichtende macht of je je volledige of gedeeltelijke onderbreking mag voortzetten zonder uitkeringen van de RVA.

Je werkt bij een autonoom overheidsbedrijf

Je mag de uitkeringen die je ontvangt in het kader van een loopbaanonderbreking cumuleren met een zelfstandige activiteit gedurende:

  • 12 maanden als je je prestaties volledig onderbreekt, op voorwaarde dat je die zelfstandige activiteit al hebt uitgeoefend tijdens de 12 maanden vóór het begin van je loopbaanonderbreking; EN
  • 24 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt tot de helft en voor zover je die zelfstandige activiteit al hebt uitgeoefend tijdens de 12 maanden vóór het begin van je loopbaanonderbreking of 60 maanden als je je prestaties gedeeltelijk onderbreekt met 1/5 of met 1/10 (enkel in het geval van ouderschapsverlof), voor zover je die zelfstandige activiteit al uitoefende tijdens de 12 maanden vóór het begin van je loopbaanonderbreking.

Nadat je de uitkering 12/24/60 maanden (afhankelijk van het geval) hebt gecumuleerd met een zelfstandige activiteit, verlies je het recht op de uitkeringen.

Als je na de maximale cumulatieduur je zelfstandige activiteit voortzet, kun je in volledige of gedeeltelijke onderbreking blijven bij de werkgever, zonder uitkeringen van de RVA.

Dat geldt voor de aanvragen om een gewone loopbaanonderbreking en voor de aanvragen voor thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof en verlof voor mantelzorg).

Welke formaliteiten moet je vervullen als je een zelfstandige activiteit uitoefent?

Als je al een zelfstandige activiteit hebt uitgeoefend vóór je onderbreking, dan moet je die activiteit aangeven bij de RVA op het aanvraagformulier. In het formulier is daarover een vraag voorzien.

Als je je inschrijft als zelfstandig werknemer tijdens de onderbreking die je al kreeg toegekend, dan moet je het RVA-kantoor van je woonplaats daarover vooraf schriftelijk op de hoogte brengen. Daarvoor kun je het formulier 'aangifte van wijziging van gegevens' gebruiken. Dat staat op onze website.

Wat gebeurt er als je tijdens je loopbaanonderbreking begint met een zelfstandige activiteit?

Volledige onderbreking

In geval vaneen tijdskrediet, verlies je het recht op tijdskrediet en op de uitkeringen, tenzij het gaat om een tijdskrediet met motief “zorgen voor uw kind jonger dan 21 jaar met een handicap” of ‘bijstand of zorg verlenen aan uw zwaar ziek minderjarig kind of aan een zwaar ziek minderjarig kind dat deel uitmaakt van uw gezin”. De uitkeringen die je al ontving, worden teruggevorderd vanaf de datum waarop je als zelfstandige werd ingeschreven.

Bij een volledige onderbreking, die je hebt verkregen bij een autonoom overheidsbedrijf, verlies je het recht en de uitkeringen. De uitkeringen die je al ontving, worden teruggevorderd vanaf de datum waarop je als zelfstandige werd ingeschreven.

Als je daarentegen in een thematisch verlof bent (alle sectoren, behalve autonome overheidsbedrijven) of in gewone loopbaanonderbreking in de overheidssector, dan kun je uitkeringen blijven ontvangen tot aan de maximumduur van 12 maanden toegelaten cumulatie.

Gedeeltelijke onderbreking

Bij een gedeeltelijke onderbreking, ongeacht wie je werkgever is en welk type prestatievermindering je neemt (tijdskrediet in de privésector, gewone loopbaanonderbreking in de overheidssector en thematische verloven in alle sectoren), verlies je het recht op uitkeringen. De uitkeringen die je al ontving, worden teruggevorderd vanaf de datum waarop je als zelfstandige werd ingeschreven.

Opgelet, je verliest het recht op uitkeringen én het recht op tijdskrediet in geval van een tijdskrediet met motief

  • Zorg dragen voor je kind tot de leeftijd van 8 jaar; 
  • Zorg dragen voor een zwaar ziek gezins- of familielid; 
  • Palliatieve zorgen; 
  • Het volgen van een erkende opleiding.
     

Mag je je uitkeringen cumuleren met een politiek mandaat?

Je werkt in de privésector en vraagt een tijdskrediet

Enkel een politiek mandaat van gemeenteraadslid, provincie- of districtsraad of raadslid van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst krachtens het Vlaams decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 mag worden gecumuleerd met de onderbrekingsuitkeringen.

Je mag je onderbrekingsuitkeringen niet cumuleren met een politiek mandaat van schepen, burgemeester, OCMW-voorzitter, volksvertegenwoordiger of minister.

Je werkt in de privésector en vraagt een thematisch verlof

In principe kun je onderbrekingsuitkeringen genieten terwijl je je politiek mandaat uitoefent.

Je werkt bij een lokaal/provinciaal bestuur of in de openbare sector of in het onderwijs of bij een gemeenschapsuniversiteit

In principe kun je onderbrekingsuitkeringen genieten terwijl je je politiek mandaat uitoefent.

Je werkt voor een autonoom overheidsbedrijf

Enkel een politiek mandaat van gemeenteraadslid of OCMW-raadslid mag worden gecumuleerd met de onderbrekingsuitkering.

Je mag je onderbrekingsuitkeringen niet cumuleren met een mandaat van schepen of burgemeester, noch met een mandaat van OCMW-voorzitter, volksvertegenwoordiger of minister.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een pensioen?

Principe

Je mag je onderbrekingsuitkering niet cumuleren met een pensioen.

Worden beschouwd als een pensioen:

  • het ouderdomspensioen
  • het rustpensioen
  • het anciënniteitspensioen
  • en elk ander voordeel dat krachtens een Belgische of buitenlandse wet wordt toegekend door een Belgische of buitenlandse socialezekerheidsinstelling, overheid of instelling voor openbaar nut.

Uitzondering: overlevingspensioen

De uitkeringen kunnen worden gecumuleerd met een overlevingspensioen gedurende een (al dan niet opeenvolgende) periode van maximaal 12 kalendermaanden.

Die periode van 12 maanden moet worden verminderd met het aantal maanden waarin een overlevingspensioen reeds werd gecumuleerd met werkloosheidsuitkeringen en/of uitkeringen in het kader van arbeidsongeschiktheid.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een overgangsuitkering?

Er wordt een overgangsuitkering toegekend vanaf 01.01.2015 (in plaats van een overlevingspensioen) aan de personen die weduwe of weduwnaar worden na 31.12.2014 en die op dat moment jonger zijn dan 45 jaar. De leeftijd van 45 jaar wordt tegen 2025 opgetrokken tot 50 jaar, met 6 maanden per jaar.

De overgangsuitkering is beperkt in de tijd. Ze wordt toegekend voor 12 of 24 maanden, naargelang er kinderen zijn of niet.

Als je een overgangsuitkering geniet, mag je die cumuleren met de onderbrekingsuitkering zonder dat je dat moet aangeven aan de RVA.

Mag je je uitkeringen cumuleren met auteursrechten?

De auteursrechten worden gegenereerd door de productie van een werk (bv. schrijven van een boek, van een artikel, produceren van muziek.

Als de auteursrechten de tegenprestatie zijn van de prestaties die worden geleverd in het kader van een arbeidsovereenkomst, vormen ze een voordeel waarop de werknemer recht heeft door zijn aanwerving. Het is dus een loon waarop socialezekerheidsbijdragen zijn verschuldigd. In dat geval moeten de regels die van toepassing zijn voor cumulatie van onderbrekingsuitkeringen met een nevenactiviteit of bijkomende activiteit in loondienst (zie hoger in dit infoblad) worden nageleefd. Dat betekent dat je wanneer je je aanvraagformulier voor onderbrekingsuitkeringen indient bij de RVA, je die nevenactiviteit/bijkomende activiteit in loondienst moet aangeven in de daartoe bestemde rubriek van het formulier.

Als het loon toegekend voor de afstand van auteursrechten daarentegen de tegenprestatie is voor het latere gebruik van het werk, en niet de prestaties die worden geleverd in het kader van een arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer voor de creatie van het werk, dan zijn er geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd en mogen de onderbrekingsuitkeringen onbeperkt worden gecumuleerd met die auteursrechten.

Mag je je uitkeringen cumuleren met vrijwilligerswerk?

De onderstaande regels zijn van toepassing op alle sectoren (privé, overheid, onderwijs enz.) en voor alle vormen (volledig en gedeeltelijk) van loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven.

Je mag je onderbrekingsuitkeringen altijd cumuleren met een vrijwillige activiteit als die geen inkomsten genereert.

Als je een vrijwillige activiteit uitoefent voor een vereniging zonder winstoogmerk, kun je binnen de perken van de reglementering rond vrijwilligerswerk een onkostenvergoeding krijgen. Die onkostenvergoeding kan forfaitair zijn. Ze hoeft niet noodzakelijk verbonden te zijn aan exacte kosten. In dat geval zijn de ontvangen bedragen cumuleerbaar met onderbrekingsuitkeringen, zolang ze de grensbedragen van de reglementering rond vrijwilligerswerk niet overschrijden.

Voor 2024 zijn de grensbedragen van de vrijwilligersvergoedingen vastgelegd op € 41,48 per dag en € 1.659,22 per jaar. Het jaarlijkse grensbedrag wordt op € 3.047,43 gebracht voor deze activiteiten:

  • nacht- en dagoppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die elke gemeenschap bepaalt;
  • liggend niet-dringend ziekenvervoer, van, naar en tussen ziekenhuizen of ziekenhuissite;
  • sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden.

Zolang je de grensbedragen van de vrijwilligersvergoedingen niet overschrijdt, hoef je je activiteit en je onkostenvergoeding niet aan te geven bij de RVA.

Opgelet: als de onkostenvergoeding de grensbedragen wel overschrijdt, dan moeten die bedragen bij de RSZ worden aangegeven. Dat impliceert dat het niet meer gaat om een onkostenvergoeding, maar om een loon. In dat geval moet je schriftelijk je activiteit aangeven bij het RVA-kantoor van je woonplaats, want die activiteit zal als een activiteit in loondienst worden beschouwd en niet meer als een vrijwillige activiteit. Je verliest dan het recht op uitkeringen als je het loon bent beginnen ontvangen tijdens je loopbaanonderbreking.

Mag je je uitkeringen cumuleren met artistieke prestaties als amateur?

De onderstaande regels zijn van toepassing op alle sectoren (privé, overheid, onderwijs enz.) en voor alle vormen (volledig en gedeeltelijk) van loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven.

Onbezoldigde activiteit

Je mag de onderbrekingsuitkeringen altijd cumuleren met een artistieke activiteit die geen inkomsten genereert.

Activiteiten gedekt door de amateurkunstenvergoeding

Als je een amateurartiest bent, dat betekent als je een kleinschalige artistieke prestaties uitoefent zonder arbeidsovereenkomst of als zelfstandige werknemer, dan mag je kleine vergoedingen ontvangen voor prestaties of artistieke werkzaamheden voor een opdrachtgever.

Volgens de reglementering rond de amateurkunstenvergoeding (AKV) is het aantal dagen dat een amateurartiest prestaties mag leveren in die regeling beperkt tot maximum 30 dagen per kalenderjaar en tot maximum 7 opeenvolgende dagen voor eenzelfde opdrachtgever.

In dat geval zijn de vergoedingen, zolang de ontvangen bedragen de grensbedragen van de amateurkunstenvergoeding niet overschrijden, cumuleerbaar met onderbrekingsuitkeringen.

Voor 2024 is het grensbedrag voor de amateurkunstenvergoeding maximaal € 77,22 per dag en per opdrachtgever. Een verplaatsingsvergoeding van maximaal 22,06 EUR wordt aanvaard.

Als je prestaties levert voor meerdere opdrachtgevers, dan is het maximumdagbedrag voorzien voor elke opdrachtgever. Het jaarlijkse maximum blijft wel hetzelfde.

Zolang de vergoedingen voor een artistieke activiteit als amateur de voormelde grensbedragen niet overschrijden, hoeven de activiteit en de vergoedingen niet te worden aangegeven bij de RVA.

Wat bij een overschrijding van de grensbedragen van de amateurkunstenvergoeding?

Als de bedragen betaald door de opdrachtgever(s) meer bedragen dan de grensbedragen van de kleinevergoedingsregeling, dan moet de artistieke activiteit worden omgezet in activiteit in loondienst. In dat geval verlies je de uitkeringen van de RVA en eventueel het recht op volledige of gedeeltelijke onderbreking van je prestaties.

Je moet het RVA-kantoor dat je dossier beheert schriftelijk op de hoogte brengen als je de grensbedragen van de kleinevergoedingsregeling hebt overschreden. Bij gebrek aan voorafgaande aangifte, zullen de al uitbetaalde onderbrekingsuitkeringen sinds de omzetting als activiteit in loondienst moeten worden teruggevorderd.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een bezoldigde activiteit in de deeleconomie?

Wat is de deeleconomie?

Activiteiten uitgeoefend in de deeleconomie zijn diensten tussen particulieren die niet handelen in het kader van hun professionele activiteiten.

 Voorbeelden: maaltijden bereiden of leveren, specifieke cursussen geven enz.

Die diensten worden verleend in het kader van overeenkomsten die tot stand zijn gebracht via een erkend platform. Er staat een lijst met erkende deeleconomieplatformen (bv. Deliveroo) op  de website van de Federale Overheidsdienst Financiën (pdf).

De inkomsten uit activiteiten in de deeleconomie worden betaald via het platform, waarmee de overeenkomst werd afgesloten.

Cumulatieregels

De onderstaande regels zijn van toepassing op alle sectoren (privé, overheid, onderwijs enz.) en voor alle vormen (volledig en gedeeltelijk) van loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven.

Zolang je bruto-inkomsten niet meer bedragen dan € 7.460 per jaar, mag je, als je in je vrije tijd een occasionele activiteit verricht die wordt verloond via het erkende deeleconomieplatform, je activiteit cumuleren met onderbrekingsuitkeringen.

Voor 2024 is een grensbedrag van € 7.460 voorzien. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Zolang het toegelaten grensbedrag niet wordt overschreden, hoef je je activiteit niet aan te geven bij de RVA.

Als het maximale toegelaten bedrag wel wordt overschreden, moet je je inschrijven als zelfstandige en het RVA-kantoor van je woonplaats daar schriftelijk van op de hoogte brengen. In dat geval zijn de cumulatieregels van een zelfstandige activiteit met onderbrekingsuitkeringen van toepassing. De regels voor cumulatie met een zelfstandige activiteit staan in hierboven in dit infoblad uitgelegd.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een bezoldigde activiteit in de sport- of socioculturele sector?

Welke werkgevers en welke activiteiten komen in aanmerking?

Sinds 1 januari 2022, in toepassing van artikel 17 van de wetgeving rond de sociale zekerheid zijn bezoldigde activiteiten in de sport- of socioculturele sector vrijgesteld van bijdragen voor bepaalde specifieke werkgevers. De vrijstelling van die bijdragen maakt dat die bedragen niet als activiteiten in loondienst worden beschouwd voor de reglementering rond onderbrekingsuitkeringen.

Het gaat om deze werkgevers en activiteiten:

  • het Rijk, de gemeenschappen, de gewesten, de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten voor de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht
  • als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties, de vrije dagen of de gedeelten in het onderwijs;
  • als animator van socioculturele- en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs;
  • bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaatshebben na 16.30 u. of tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs.
  • de VRT, de RTBF en de BRF voor de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden;
  • het Rijk, de gemeenschappen, de gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekampen, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, econoom, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen;
  • de door de bevoegde overheden erkende organisaties of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie en die tot taak hebben socioculturele vorming en/of sportinitiatie en/of sportactiviteiten te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider, monitor, coördinator, sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, terreinverzorgers-materiaalmeester, lesgever, coach, procesbegeleider;
  • en de organisaties van de door de bevoegde overheden erkende amateurkunstensector of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie, die personen tewerkstellen als artistieke of (kunst)technische begeleiders en lesgevers, coaches en procesbegeleiders en waarvan de prestaties geen artistieke prestaties zijn die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding;
  • de inrichtende machten van scholen, gesubsidieerd door een gemeenschap, voor de personen die zij tewerkstellen als animator van socioculturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs;
  • de inrichters van sportmanifestaties en de personen die zij uitsluitend op de dag van die manifestaties tewerkstellen, met uitzondering van de betaalde sportbeoefenaars;
  • de organisatoren van socioculturele manifestaties en de personen die ze tewerkstellen voor maximaal 32 uren, te spreiden volgens de behoeften op de dag van het evenement en 3 dagen voor of na het evenement, met uitsluiting van artistieke prestaties die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding.

Die werkgevers mogen werknemers met een vrijstelling van sociale bijdragen tewerkstellen, voor zover de activiteiten een bepaalde drempel tijdens een kalenderjaar niet overschrijden.

  • 450 uur/jaar voor de activiteiten in de sportsector (met een maximum van 150 uur per kwartaal behalve voor het 3de kwartaal waar 285 uur is toegelaten);
  • maximum 25 dagen/jaar voor de activiteiten in de televisiesector: VRT, RTBF en BRF; 
  • 300 uur/jaar voor de andere sectoren dan de sport- en televisiesector (met een maximum van 100 uur per kwartaal, behalve voor het 3de kwartaal waar 190 uur is toegelaten.

Het is mogelijk om activiteiten in de sportsector en andere sectoren te combineren. In dat geval is het maximum voor alle activiteiten samen beperkt tot 450 uur/jaar.

Ga voor meer informatie over het toegelaten aantal naar de website van de RSZ: Vrijwilligerswerk 

Wat zijn de cumulatieregels?

De onderstaande regels zijn van toepassing op alle sectoren (privé, overheid, onderwijs enz.) en voor alle vormen (volledig en gedeeltelijk) van loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven.

Activiteiten die zijn vrijgesteld van RSZ-bijdragen (de zogenaamde 'activiteiten - artikel 17'), uitgeoefend in de sport- of socioculturele sector, mogen worden gecumuleerd met onderbrekingsuitkeringen. In dat geval hoeft de activiteit niet bij de RVA te worden aangegeven.

Als het toegelaten aantal of het maximumbedrag worden overschreden, zullen er sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. In dat geval ben je wel verplicht om het RVA-kantoor dat je dossier beheert daar schriftelijk over in te lichten. De betaling van RSZ-bijdragen impliceert dat je activiteit in de sport- of socioculturele sector dan zal worden beschouwd als een nevenactiviteit of bijkomstige activiteit in loondienst, die wordt uitgeoefend bovenop de activiteit waarvoor je een volledige of gedeeltelijke onderbreking hebt aangevraagd. Daardoor verlies je de uitkeringen van de RVA en eventueel het recht op volledige of gedeeltelijke onderbreking van je prestaties.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een erkend project inzake ontwikkelingssamenwerking voor rekening van een erkende niet-gouvernementele organisatie voor ontwikkelingssamenwerking?

Als je in de privésector werkt, mag je je uitkeringen niet cumuleren met een dergelijk project.

Als je werkt voor een autonoom overheidsbedrijf, mag je je uitkeringen niet cumuleren met een dergelijk project maar kan je de onderbreking wel genieten zonder de uitkeringen.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een opleidingsactiviteit, een begeleidingsactiviteit of mentorschap?

Als je in de privésector werkt en je een halftijds tijdskrediet landingsbaan vraagt, mag je je uitkeringen cumuleren met een activiteit voor het opleiden, begeleiden of coachen van een jonge werknemer van de onderneming, van een andere onderneming uit dezelfde sector of van een opleidingscentrum van dezelfde sector.

Voor het uitoefenen van een dergelijke activiteit wordt als jonge werknemer beschouwd, een werknemer die minder dan een jaar anciënniteit heeft in de onderneming. Het loon ontvangen in het kader van die activiteit mag niet hoger liggen dan het halftijdse brutoloon MIN de bruto-uitkering voor het halftijdse tijdskrediet.

Indien je een activiteit wil gaan verrichten voor de opleiding, begeleiding of het mentorschap van een jonge werknemer, moet je het RVA-kantoor daarvan schriftelijk op de hoogte brengen, 15 dagen vóór het begin van die activiteiten. Indien je die voorwaarden niet naleeft, kan de RVA de terugbetaling vragen van het geheel of een deel van de uitkering tijdskrediet die je ontvangen hebt voor de periode waarin de nalatigheid werd vastgesteld. Bovendien kan de RVA het opleidingscentrum of de werkgever die de werknemer in strijd met de voormelde regels de kans geeft om die opleidings-, begeleidings- of mentorschapsactiviteiten te verrichten, uitsluiten van dat voordeel.

Mag je je uitkeringen cumuleren met een flexi-job?

Wat is een flexi-job?

Het stelsel van de flexi-jobs is een tewerkstellingsvorm die een werknemer, die al voor een of meerdere werkgevers werkt, toelaat om aan voordelige voorwaarden (niet onderworpen aan gewone sociale bijdragen, zelfde sociale rechten als de gewone werknemers) een bijkomende activiteit uit te oefenen bij een werkgever of meerdere werkgevers die afhangen van een van de volgende paritaire comités (of van het paritair comité voor uitzendarbeid als de gebruiker afhangt van een van de volgende paritaire comités):

  • hotelbedrijf (PC 302);
  • handel in voedingswaren (PC 119);
  • zelfstandige kleinhandel (PC 201);
  • kleinhandel in voedingswaren (bedienden - PC 202);
  • middelgrote levensmiddelenbedrijven (PC 202.01);
  • grote kleinhandelszaken (PC 311);
  • warenhuizen (PC 312);
  • kappersbedrijf en schoonheidszorgen (PC 314).
  • Waarborg- en Sociaal fonds van de bakkerij, de banketbakkerij en consumptiesalons bij een banketbakkerij, opgericht binnen het paritair comité voor de voedingsnijverheid (PC 118), subsector voor de industriële bakkerijen.
  • Sport (PC 223);
  • Exploitatie van bioscoopzalen (PC 303.03);
  • Vermakelijkheidsbedrijf met uitzondering van de artistieke en artistiek-technische en -ondersteunende functies (PC 304);
  • Gezonsheidsinrichtingen en -diensten of van openbare instellingen en diensten van de publieke zorgsector met NACE-code 6101, 86102, 86103, 86104, 86109, 86210, 86901, 86903, 86905, 86906, 86909, 87101, 87109, 87301 en 87302 (PC 330) met uitsluiting van functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Wat zijn de voorwaarden waaronder je je onderbrekingsuitkeringen mag cumuleren met een flexi-jobactiviteit?

Je mag een flexi-job cumuleren met onderbrekingsuitkeringen, onder enkele voorwaarden (zie hieronder).

Je hebt een tijdskrediet (privésector) verkregen of een gewone loopbaanonderbreking / thematisch verlof in een autonoom overheidsbedrijf:

Opdat de cumulatie toegestaan is, moet je flexi-job al minimum 12 maanden bestaan vóór je onderbreking en bijkomstig zijn.

De voorwaarde dat de flexi-job al minimum 12 maanden vóór de onderbreking moet bestaan impliceert:

  • dat er ten minste 3 flexi-jobprestaties per kwartaal werden uitgeoefend bij een of meerdere werkgevers, in de loop van de 12 maanden vóór het begin van de onderbreking;
  • EN dat de eerste flexi-jobprestatie ten laatste op de eerste dag van de referteperiode van 12 maanden vóór het begin van de onderbreking werd uitgeoefend.

Let op! Tijdens de referteperiode van 12 maanden moeten er minstens 3 flexi-jobprestaties zijn per kwartaal, maar er hoeft niet noodzakelijk een prestatie per maand te zijn.

Voorbeeld

Aanvang LO op 01.01.2020

In de loop van de 12 voorafgaande maanden (01.01.2019 – 31.12.2019) heeft de onderbreker arbeidsprestaties geleverd in het kader van flexi-jobprestaties:

Van 01.01.2019 tot 31.03.2019: 3 waarvan eerste op 01.01.2019

Van 01.04.2019 tot 30.06.2019: 4 prestaties

Van 01.07.2019 tot 30.09.2019: 4 prestaties

Van 01.10.2019 tot 31.12.2019: 3 prestaties

=> OK, want in dit voorbeeld werden ten minste 3 flexi-jobprestaties uitgevoerd per trimester tijdens de 12 maanden die de onderbreking voorafgaan en werd de eerste flexi-job gepresteerd op de eerste dag van de referteperiode van 12 maanden.

Om te worden beschouwd als een bijkomende activiteit moet de flexi-jobactiviteit tegelijk met de hoofdactiviteit worden uitgeoefend waarvoor de onderbreking wordt gevraagd. Het aantal uren ervan mag niet worden verhoogd tijdens de onderbreking.

Hoe weet je het maximumaantal uren per kwartaal dat je mag presteren in het kader van flexi-jobs tijdens je loopbaanonderbreking?

Je moet het gemiddelde aantal uren bewijzen dat je uitoefent in het kader van flexi-jobs tijdens de referteperiode van 12 maanden vóór je onderbreking. Om dat gemiddelde te verkrijgen, moet je de uren van je flexi-job optellen die je hebt gepresteerd in de loop van de 12 maanden vóór het begin van de onderbreking en het resultaat delen door 4.

Opmerking: Als het verkregen aantal een decimaal getal is tussen 01 en 50 of een getal dat minder bedraagt dan een half uur, moet je afronden naar het half uur (bv. 19,45 of 19 u. 27' = 19 uur en 30 minuten). Als het verkregen getal een decimaal getal is tussen 51 en 99 of een aantal dat hoger ligt dan een half uur, moet je afronden naar het hogere uur (bv. 19,75 of 19 u. 45' = 20 uur en 0 minuten). 

Voorbeeld

Aanvang LO op 01.01.2020

In de loop van de 12 maanden die de loopbaanonderbreking voorafgaan (01.01.2019 – 31.12.2019) heb je de volgende flexi-jobprestaties uitgeoefend:

  •  Van 01.01.2019 tot 31.03.2019 => 14 uur en 30 minuten
  •  Van 01.04.2019 tot 30.06.2019 => 5 uur en 0 minuten
  •  Van 01.07.2019 tot 30.09.2019 => 12 uur en 0 minuten
  •  Van 01.10.2019 tot 31.12.2019 => 10 uur en 15 minuten

Het totale aantal gepresteerde uren in de loop van de referteperiode van 12 maanden = 41 uur en 45 minuten, zijnde 41,75 uur uitgedrukt in decimalen. Dat totaal moet worden gedeeld door 4 om het trimestriële gemiddelde te bekomen => 41,75 / 4 = 10,43 of 10 u. 26' => afronden naar 10 uur en 30 minuten. Vanaf 01.01.2020 zal je dus, per trimester, maximum 10 uur en 30 minuten mogen presteren in het kader van flexi-jobs. Ook hier heeft het aantal flexi-jobopdrachten/-prestaties per trimester geen invloed.

Je hebt een thematisch verlof gekregen ongeacht je sector (uitgezonderd autonome overheidsbedrijven) of een gewone loopbaanonderbreking in de openbare sector (residuaire sector, federaal, rechterlijke orde, deelstaten) of in het onderwijs:

Opdat de cumulatie toegestaan is, moet je flexi-job al minimum 3 maanden bestaan vóór je onderbreking en bijkomstig zijn.

De voorwaarde dat de flexi-job al minimum 3 maanden vóór de onderbreking moet bestaan impliceert:

  • dat er ten minste 3 flexi-jobprestaties werden uitgeoefend bij een of meerdere werkgevers, in de loop van de 3 maanden vóór het begin van de onderbreking;
  • EN dat de eerste flexi-jobprestatie ten laatste op de eerste dag van die referteperiode van 3 maanden heeft plaatsgevonden.

Let op! Het is niet nodig dat er elke maand van het voorgaande kwartaal een flexi-jobprestatie is.

Voorbeeld

Aanvang LO op 01.01.2020

In de loop van het vorige kwartaal (01.10.2019 – 31.12.2019) heb je flexi-jobprestaties uitgevoerd op 01.10.2019, 31.10.2019 en op 03.12.2019.
​=> oké, want er werden 3 flexi-jobprestaties uitgeoefend tijdens de 3 maanden vóór de onderbreking en de eerste flexi-job werd gepresteerd op de eerste dag van de referteperiode.

Om te worden beschouwd als een bijkomende activiteit moet de flexi-jobactiviteit tegelijk met de hoofdactiviteit worden uitgeoefend waarvoor de onderbreking wordt gevraagd. Het aantal uren ervan mag niet meer bedragen dan de gepresteerde uren in de hoofdactiviteit. Het aantal uren dat wordt gepresteerd in een flexi-job mag trouwens niet worden verhoogd tijdens de onderbreking.

Hoe weet je het maximumaantal uren dat je mag presteren in het kader van flexi-jobs tijdens je loopbaanonderbreking?

Je moet het gemiddelde aantal uren bewijzen dat je uitoefent in het kader van flexi-jobs tijdens de referteperiode van 3 maanden vóór je onderbreking. Om dat gemiddelde te verkrijgen, moet je de uren van je flexi-job optellen die je hebt gepresteerd in de loop van de 3 maanden vóór het begin van de onderbreking.

Opmerking: Als het verkregen aantal een decimaal getal is tussen 01 en 50 of een getal dat minder bedraagt dan een half uur, moet je afronden naar het half uur (bv. 19,45 of 19 u. 27' = 19 uur en 30 minuten). Als het verkregen getal een decimaal getal is tussen 51 en 99 of een aantal dat hoger ligt dan een half uur => afronden naar het hogere uur (bv. 19,75 of 19 u. 45' = 20 uur en 0 minuten).

Voorbeeld 

Begin van de loopbaanonderbreking op 01.01.2020

In de loop van het vorige kwartaal (01.10.2019 – 31.12.2019) heb je de volgende flexi-jobprestaties uitgevoerd:

  •  01.10.2019 => 4 uur en 0 minuten
  •  31.10.2019 => 2 uur en 30 minuten
  •  03.12.2019 => 3 uur en 45 minuten

Het totaal van de gepresteerde uren in de loop van het refertetrimester = 10 uur en 15 minuten of 10,25 uur uitgedrukt in decimalen => we ronden af naar 10 uur en 30 minuten. Vanaf 01.01.2019, begindatum van je loopbaanonderbreking, zal je dus per kwartaal maximum 10 uur en 30 minuten mogen presteren in het kader van flexi-jobs, ongeacht het aantal uitgeoefende flexi-jobopdrachten/-prestaties.