Andere
Dit is een restgroep die bestaat uit diverse uitkeringsstelsels die men moeilijker kan onderbrengen bij andere maatregelen.
Het halftijds brugpensioen (1994 - 2020)
Het halftijds brugpensioen is een uitdovend stelsel. Het betrof een regeling waarbij aan sommige oudere werknemers de mogelijkheid geboden werd met de werkgever een akkoord te ondertekenen om hun arbeidsprestaties tot een halftijdse dienstbetrekking te herleiden. Zij kregen naast de werkloosheidsuitkeringen als halftijds bruggepensioneerde nog een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend Fonds. Het halftijds brugpensioen werd afgeschaft in 2012. Lopende regelingen bleven nog van toepassing tot de datum waarop de gerechtigde zijn rustpensioen kon opnemen. Ondertussen is het stelsel uitgedoofd.
Grensarbeiders (1974 - 2020)
Het betreft hier eveneens een stelsel in uitdoving. Hiermee verwijzen we naar een vergoeding, toegekend aan de in Frankrijk tewerkgestelde grensarbeiders, om de loonderving te compenseren die voortvloeit uit de schommelingen van de wisselkoers tussen de Belgische en de Franse munt die zich voordeden vóór de invoering van de euro en tot vaststelling van de wisselkoerstoeslag in euro. Vanaf 1 januari 1999 wordt een vergoeding toegekend aan de Belgische grensarbeiders tewerkgesteld in Nederland of in Frankrijk ter compensatie van het inkomensverlies dat zij lijden ten gevolge van het feit dat zij hun belastingen in België en hun sociale zekerheidsbijdragen in het werkland betalen. In 2009 werden de regels voor de Belgische grensarbeiders in Frankrijk echter gewijzigd, en verloren zij hun recht op compenserende vergoedingen.
Toeslag voor beroepsopleiding (2000 - 2020)
Bij de beëindiging van een beroepsopleiding kon de werkloze onder bepaalde voorwaarden een toeslag bovenop de werkloosheidsuitkering krijgen. De bevoegdheid inzake de toeslag voor beroepsopleiding werd ingevolge de 6de staatshervorming overgeheveld naar de Gewesten. De Gewesten hebben deze toeslag afgeschaft.
Mobiliteitstoeslag (2000 - 2016)
De mobiliteitstoeslag is een eenmalige premie die de RVA toekent aan een langdurig werkloze die een tewerkstelling als loontrekkende aanvat die omwille van de afstand en de duur van de verplaatsing of omwille van het ontbreken van een domicilieadres geen passende dienstbetrekking is. De bevoegdheid inzake de mobiliteitstoeslag werd ingevolge de 6de staatshervorming overgeheveld naar de Gewesten.
PWA-opleidingstoeslag (2002 - 2017)
Werklozen die recht hadden op de PWA-vrijstelling en die een vormings- of inschakelingsactie (gesubsideerd door het PWA) of een beroepsopleiding volgden, konden vanaf 1 april 2002 onder bepaalde voorwaarden ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering een niet-geïndexeerde opleidingstoeslag genieten van 8 euro per dag. De bevoegdheid inzake de PWA-opleidingstoeslag werd ingevolge de 6de staatshervorming overgeheveld naar de Gewesten.
Kinderopvangtoeslag (2000 - 2020)
De kinderopvangtoeslag is een premie die de RVA onder voorwaarden gedurende 12 maanden toekent aan een alleenstaande ouder (met kinderen ten laste), die al minstens 3 maanden vergoed volledig werkloos is en het werk hervat als loontrekkende of als zelfstandige in hoofdberoep. De bevoegdheid inzake de kinderopvangtoeslag werd ingevolge de 6de staatshervorming overgeheveld naar de Gewesten.
wachtgeld (uitgedoofd) (1968 - 1989)
Het wachtgeld was een specifieke vergoeding gedurende 12 of 18 maanden voor personen die afgedankt werden na sluiting van een onderneming die gemiddeld minstens 20 personen tewerkstelde. Deze maatregel is uitgedoofd.