Nieuwsbrief FSO nr. 68 - Geen tussenkomst vanwege het FSO voor overuren in het kader van een overdracht onder gerechtelijk gezag

Juridische vraag 

Kan het FSO een tussenkomst verlenen voor overuren gepresteerd voor de datum van overdracht onder gerechtelijk gezag die niet werden ingehaald, noch werden uitbetaald?

Standpunt FSO

Het loon voor deze overuren is opeisbaar na datum van de overdracht onder gerechtelijk gezag. Hierdoor dient het FSO voor deze bedragen geen tussenkomst te verlenen, en is het de overnemer die deze ten laste moet nemen.

Motivering

Algemeen

Het lot van de schulden voor de werknemers die worden overgenomen in een overdracht onder gerechtelijk gezag wordt uitdrukkelijk geregeld door de CAO nr. 102. Deze schulden worden, in geval van sluiting van de overdrager, gedragen door zowel de overnemer als het FSO. 

Artikel 9 van de CAO nr. 102 stelt als principe voorop dat de rechten en verplichtingen ten aanzien van de overgenomen , die voortvloeien uit hun op het tijdstip van de overdracht onder gerechtelijk gezag bestaande arbeidsovereenkomst met de schuldenaar, door de overdracht overgaan. 

De CAO nr. 102 voorziet op dit principe een aantal uitzonderingen. Een van deze uitzonderingen is de regeling vervat in artikelen 8, §1 en 14 tot en met 16, die het lot van de schulden bepalen, en op grond waarvan niet alle schulden die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst op de overnemer overgaan. 

Artikel 5, 9° CAO nr. 102 bepaalt dat onder ‘schulden’ verstaan moet worden “de opeisbare verplichtingen die voortvloeien uit verbintenissen aangegaan in het kader van een arbeidsovereenkomst waarvan nog geen betaling werd verkregen”. In het advies nr. 1779 van de NAR wordt dit begrip nog verder uitgediept. Het moment van betaling van de vergoeding moet worden onderzocht. 

De combinatie van voormelde artikelen impliceert dat de CAO nr. 102 enkel uitdrukkelijk het lot regelt van de schulden die opeisbaar zijn voor, of opeisbaar zijn tijdens de gerechtelijke reorganisatieprocedure, en in geval van een overdracht onder gerechtelijk gezag, alleszins voor deze overdracht. Indien de overnemer alle opeisbare schulden voor de opening van de procedure verschuldigd is, mag het FSO enkel de schulden betalen die opeisbaar zijn tussen de datum van de opening van de procedure en de datum van de overdracht. 

Het lot van de schulden die opeisbaar worden na de overdracht wordt niet uitdrukkelijk geregeld in de CAO nr. 102. Zoals ook uiteengezet in het advies van de NAR bij de CAO nr. 102 vallen deze schulden ten laste van de overnemer die de nieuwe werkgever wordt. De overnemer zal dus gehouden zijn om aan de overgenomen werknemers de schulden te betalen die opeisbaar werden na de overdracht, ook al hebben ze betrekking op prestaties verricht voor de overdracht. 

Toepassing overuren - arbeidsrechtbank Antwerpen 26 mei 2021, 19/3333/A

Ongeacht het tijdstip waarop het recht op loon ingevolge het leveren van arbeidsprestaties ontstaat, moet het loon worden bepaald op de tijdstippen door de wet bepaald. Vanaf dat ogenblik is het loon opeisbaar en zijn er verwijlinteresten verschuldigd. 

Artikel 9bis, §1, eerste lid loonbeschermingswet bepaalt dat het gewone loon voor elk verricht overuur betaald wordt op hetzelfde ogenblik en vastgesteld wordt op dezelfde manier als het loon dat verschuldigd is voor de betaalperiode gedurende dewelke de inhaalrust is toegekend geworden. 

In tegenstelling tot wat het geval is voor de overloontoeslag van 50% of 100%, is het gewon loon voor de overschrijding van de dag- en weekgrenzen opeisbaar en wordt het betaald op het ogenblik van de inhaalrust. Er is met andere woorden sprake van een uitgestelde betaling. De ratio legis van deze bepaling bestaat erin te zorgen dat de werknemer gewoon wordt doorbetaald op het moment waarop hij de inhaalrust neemt. 

In het in dit geschil toepasselijke PC wordt, in uitvoering van artikel 26bis Arbeidswet, de inhaalperiode voor de overschrijdingen van de arbeidsduur op één jaar gebracht. Uit de loonbrieven van de werknemer bleek dat hij tijdens zijn tewerkstelling regelmatig overuren presteerde. De overloontoeslag werd telkens betaald bij de maandelijkse loonafrekening. De openstaande overuren zelf werden op elke loonbrief vermeld als ‘saldo te recupereren overuren’. 

Overeenkomstig artikel 9bis, §1, derde lid van de loonbeschermingswet moet het gewone loon voor overuren worden vastgesteld en uitbetaald op dezelfde manier als het loon dat verschuldigd is of zou verschuldigd geweest zijn op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst wanneer de inhaalrust niet kan worden toegekend voor het einde van de arbeidsovereenkomst. 

Gelet op artikel 11 loonbeschermingswet betekent dit dat het gewone loon voor overuren moet worden betaald bij het einde van de arbeidsovereenkomst als er geen inhaalrust werd toegekend. 

Het gewone loon voor de overuren waarvoor de werknemer in dit geval geen inhaalrust werd toegekend, werd bijgevolg opeisbaar na het tijdstip van de overdracht en het is de overnemer die dit loon ten laste moet nemen. Het FSO kan voor deze vergoeding geen tussenkomst verlenen.