Tijdelijke werkloosheid - slecht weer

E26

Laatste update: 9.09.2025

Dit infoblad beschrijft de voorwaarden en formaliteiten om een regeling van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer voor uw arbeiders te kunnen invoeren.

De schorsing van uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens slecht weer is voorzien in artikel 50 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Voor werknemers uit de bouwsector bestaat er een specifieke regeling die niet aan bod komt in dit infoblad (zie infoblad E29).

Wat verstaan we onder slecht weer?

Met slecht weer bedoelen we weersomstandigheden die, gezien de aard van het werk, de uitvoering van het werk onmogelijk maken. U moet dat kunnen bewijzen in uw communicatie met de RVA.

De volgende voorwaarden moeten dus gelijktijdig vervuld zijn:

  • het moet gaan om ongunstige weersomstandigheden: regen, vorst, hitte ...
  • de weersomstandigheden moeten van die aard zijn dat ze de uitvoering van het werk onmogelijk maken. Wanneer de werkzaamheden door het slechte weer enkel bemoeilijkt worden of het rendement daalt, kan de werkgever geen tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer inroepen.

Voorbeelden:
Vorst of hevige regenval, waardoor metselwerken of ruwbouwwerken onmogelijk worden;

Regen waardoor een firma die wegmarkeringen doet, ten gevolge van een nat wegdek, niet kan werken.

Ook zeer warm weer kan uitzonderlijk het werk onmogelijk maken.

  • Er moet een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaan tussen het slechte weer en de werken in uitvoering. Wanneer het slechte weer een indirecte oorzaak is waardoor er niet gewerkt kan worden, kunt u eventueel een andere vorm van tijdelijke werkloosheid, zoals overmacht, aanvragen.

Voorbeeld:
Als door het slechte weer bepaalde grondstoffen niet tijdig geleverd kunnen worden, kunnen de arbeiders die daardoor zonder werk vallen, tijdelijk werkloos gesteld worden wegens overmacht.

Welke werknemers?

Tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer kan worden toegepast:

  • op arbeiders;
  • op uitzendkrachten-arbeiders;
  • op de leerlingen-arbeiders die een alternerende opleiding volgen (bedoeld in artikel 1bis van het KB van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders), met name de leerlingen met een overeenkomst van alternerende opleiding in de Vlaamse Gemeenschap en met een alternerende overeenkomst in de Franse Gemeenschap;

Studenten kunnen niet tijdelijk werkloos worden gesteld zolang ze studies met volledig leerplan volgen (behalve tijdens de maanden juli, augustus en september die volgen op het einde van hun studies, als ze nog verbonden zijn door een studentenovereenkomst).

Formaliteiten

Welke formaliteiten moet u uitvoeren?

  • De arbeiders verwittigen vóór het begin van de tijdelijke werkloosheid
  • Vanaf het begin van de werkloosheid de maandelijkse mededeling geven van de 1ste effectieve dag wegens slecht weer voor elke arbeider
  • Afleveren van de papieren controlekaart C3.2A (indien nodig)
  • De ASR scenario 2 invoeren (indien nodig)
  • Na het einde van elke maand de ASR scenario 5 invoeren

Wie voert de formaliteiten uit?

U of uw sociaal secretariaat, als uw mandataris.

Als u uitzendkrachten tewerkstelt, worden bepaalde formaliteiten altijd uitgevoerd door het uitzendkantoor, namelijk:

  • de mededelingen van de 1ste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA. Daarin moet staan dat ze worden verstuurd voor uitzendkrachten-arbeiders en ze moeten de naam en het KBO-nummer van uw onderneming bevatten;
  • de aangiften sociaal risico, scenario's 2 en 5. Daarin moet ook het KBO-nummer van uw onderneming staan.

Eventueel levert het uitzendkantoor of u zelf de papieren controlekaart C3.2A af.

Hieronder vindt u meer uitleg over de verschillende formaliteiten:

De arbeiders verwittigen VÓÓR het begin van de tijdelijke werkloosheid

Wanneer de arbeiders niet kunnen werken door het slechte weer, moet u hen op voorhand verwittigen dat zij zich niet op het werk hoeven aan te melden. U kunt die verwittiging op om het even welke wijze doen (via de telefoon, per sms, per mail, per fax, per gewone brief ...).

Zodra de weersomstandigheden een werkhervatting toelaten, moet u de arbeiders daarvan verwittigen.

Als u de arbeiders niet tijdig verwittigt en zij zich toch op het werk aanbieden, bent u voor de hele dag loon verschuldigd (artikel 27 van de wet op de arbeidsovereenkomsten).

Dat is ook zo als de arbeiders in de loop van de dag het werk wegens slecht weer moeten onderbreken.

U kunt hen dus niet voor het resterend aantal uren tijdelijk werkloos stellen.

Maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag

U moet elke maand, voor elke arbeider die u tijdelijk werkloos stelt wegens slecht weer, aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand meedelen.

U bent daarvan vrijgesteld als u gedurende de betrokken kalendermaand al een mededeling hebt gedaan van een eerste effectieve werkloosheidsdag wegens werkgebrek op grond van economische oorzaken of wegens technische stoornis voor de betrokken arbeider(s).

Als op de eerste effectieve werkloosheidsdag de arbeidsovereenkomst gelijktijdig ook geschorst is om een andere reden (bv. ziekte, individuele vakantie of inhaalrust), dan wordt de mededeling ten aanzien van die arbeider als geldig beschouwd.

De arbeider moet die gebeurtenis (ziekte, vakantie …) aanduiden op de controlekaart eC3.2A en zal voor die dagen geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen.

In dat geval stemt de door u meegedeelde eerste effectieve werkloosheidsdag dus niet overeen met de eerste dag waarvoor werkloosheidsuitkeringen worden toegekend.

Wanneer en waar?

De mededeling moet worden verstuurd naar het RVA-kantoor van de plaats waar de onderneming gevestigd is.

Daarmee bedoelen we de exploitatiezetel van uw onderneming en niet de maatschappelijke zetel.

De mededeling moet worden verstuurd:

  • ofwel op de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
  • ofwel de volgende werkdag;
  • ofwel, als u met zekerheid weet dat de arbeider werkloos zal zijn, de werkdag die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag.

Onder 'werkdagen' worden alle dagen van de week verstaan, met uitzondering van zondag, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen.

Voorbeeld:

Woensdag is de eerste effectieve werkloosheidsdag als gevolg van slecht weer: de mededeling kan worden verstuurd op dinsdag, woensdag of donderdag.

Opmerking:

Als de voorgaande of volgende werkdag een zaterdag is, aanvaardt de RVA dat de mededeling verstuurd wordt op de voorafgaande vrijdag of de volgende maandag.

Voorbeeld:

Vrijdag is de eerste effectieve werkloosheidsdag als gevolg van slecht weer: de mededeling kan worden verstuurd op donderdag, vrijdag of ten laatste de volgende maandag.

Voor een deeltijdse arbeider die gewoonlijk van maandag tot woensdag werkt, mag de mededeling van de eerste werkloosheidsdag:

  • die ligt op maandag, ook verstuurd worden op de voorgaande vrijdag of op de volgende dinsdag;
  • die ligt op woensdag, ook verstuurd worden op de voorgaande dinsdag of op de volgende donderdag.

Wanneer de arbeiders het werk in de loop van de dag hebben moeten onderbreken wegens slecht weer, bent u voor die dag gewaarborgd dagloon verschuldigd.

Als u er zeker van bent dat de arbeiders de volgende dag ook niet kunnen werken, kunt u de mededeling aan de RVA dus al doen op de dag waarvoor u gewaarborgd loon verschuldigd bent.

De mededeling is maar één maand geldig (vanaf de dag van de tijdige mededeling tot de laatste kalenderdag van de maand).

Wanneer het slechte weer de volgende maand voortduurt, moet u dus een nieuwe mededeling versturen, en dat uiterlijk de tweede gewone werkdag van die maand.

Wat met een feestdag, vervangende feestdag, brugdag?

Als een feestdag in het weekend valt, dan wordt de volgende maandag in principe als de vervangende feestdag beschouwd.

Voorbeeld:

 11.11 valt op een zaterdag.

Als de eerste dag slecht weer van de maand valt op vrijdag 09.11, moet u de mededeling ten laatste versturen op dinsdag 13.11 (maandag 12.11 wordt beschouwd als de vervangende feestdag).

De elektronische toepassing houdt in eerste instantie geen rekening met vervangingsdagen.

Daarom krijgt u een waarschuwing als u de mededeling elektronisch verstuurt op dinsdag 13.11. U mag die boodschap negeren door op ‘volgende’ te klikken. Als de aangifte een dag later is wegens:

  • een vervangende feestdag die valt op de maandag, als de feestdag gelegen was in het weekend, hoeft u geen bijkomende info te vermelden;
  • een vervangende feestdag in een andere hypothese, moet u in de zone opmerkingen het volgende vermelden: ##.##.#### = vervangende feestdag voor ‘##.##.####’.

Hetzelfde geldt voor collectief vastgelegde brugdagen.

Voorbeeld:

De feestdag van 01.11 valt op een donderdag.

Vrijdag 02.11 is binnen het bedrijf een collectief vastgelegde brugdag.

De eerste effectieve dag slecht weer valt op woensdag 31.10.

U mag de mededeling ten laatste versturen op maandag 05.11.

U vermeldt in de zone opmerkingen ‘vrijdag 02.11.#### = collectieve brugdag’.

Welke vermeldingen?

De maandelijkse mededeling aan de RVA moet de volgende informatie bevatten:

  • de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de werkgever of de onderneming;
  • de naam, voornaam en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de arbeider die werkloos wordt gesteld;
  • de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst van de betreffende arbeider(s) in de maand in kwestie geschorst wordt wegens slecht weer;
  • het volledig adres van de plaats waar de arbeiders die dag normaal zouden hebben gewerkt (als de straatnaam of het huisnummer nog niet gekend is, moet in de zone voorzien voor de straat een voldoende duidelijke beschrijving gegeven worden om de werf te lokaliseren).

Die verplichting maakt het de controlediensten mogelijk de echtheid van de werkloosheid te controleren;

  • de aard van het slechte weer op dat ogenblik;
  • de aard van het werk dat op dat ogenblik in uitvoering is en de reden waarom de uitvoering van het werk onmogelijk is, gezien de aard van het slechte weer en de aard van het werk dat moest worden uitgevoerd.

Opmerking:

  • kunt meerdere arbeiders in één mededeling vermelden als gelijktijdig voldaan is aan de volgende voorwaarden:
  • het is voor alle arbeiders vermeld in de mededeling de eerste effectieve werkloosheidsdag;
  • het gaat om arbeiders die op dezelfde werf zouden hebben gewerkt;
  • het gaat om arbeiders die hetzelfde werk uitvoeren of een werk dat in dezelfde mate onmogelijk wordt door het slechte weer.
Hoe moet de mededeling gebeuren?

De mededeling moet elektronisch gebeuren:

Meer informatie over de elektronische mededelingen en de mogelijke uitzonderingen op de verzending van elektronische mededelingen vindt u in infoblad E53.

Wat gebeurt er na verzending van de mededeling?

Voor elke elektronische mededeling die u doet, ontvangt u een ontvangstbewijs en een uniek ticketnummer waarmee u uw elektronische mededeling kunt raadplegen (via de portaalsite van de sociale zekerheid of via batch, afhankelijk van de mededelingsmethode die u hebt gebruikt).

Indien nodig, kunt u een elektronische mededeling annuleren of wijzigen.

U kunt ook een document downloaden met een samenvatting van uw mededeling.

Het bevoegde RVA-kantoor (*) verifieert of de mededeling reglementair in orde is (bv. of de termijn van mededeling van de 1ste effectieve dag werd nageleefd).

Mededelingen die te vroeg of te laat worden gestuurd, of onjuist zijn

De maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag moet op tijd naar de RVA worden gestuurd. De wet voorziet loonsancties als de mededeling te laat, te vroeg of niet verstuurd werd.

Geen mededeling of een voortijdige mededeling

Een mededeling wordt als voortijdig beschouwd als ze meer dan één werkdag vóór de eerste effectieve werkloosheidsdag is gebeurd.

Een voortijdige mededeling wordt gelijkgesteld met geen mededeling en heeft tot gevolg dat er geen recht is op uitkeringen voor de maand in kwestie. Als u per vergissing een voortijdige mededeling hebt verstuurd, dan moet u die annuleren.

Voorbeeld:

Op maandag 08.10 stuurt u een mededeling slecht weer waarin woensdag 10.10 wordt vermeld als eerste effectieve werkloosheidsdag.

Dat is een voortijdige mededeling waarmee geen rekening wordt gehouden, waardoor er geen uitkeringen mogen worden betaald.

Als u de maandelijkse mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag niet verstuurt of te vroeg verstuurt, dan moet u:

  • voor de eerste 7 dagen vanaf de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst het normale loon betalen;
  • voor de rest van de maand het begrensde loon betalen (plafond dat geldt voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen - zie infoblad T66).
Onjuiste mededeling

Als u zich vergist hebt en onterecht een mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag hebt verstuurd, dan moet u de mededeling aan de RVA (in principe via elektronische weg) zo snel mogelijk annuleren.

Stelt u de arbeiders later in de maand effectief tijdelijk werkloos, dan moet u een nieuwe mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag versturen aan de RVA.

Controlekaart tijdelijke werkloosheid

Principe

Sinds 01.01.2025 zijn werknemers verplicht om de controlekaart tijdelijke werkloosheid (eC3.2) elektronisch in te vullen.

Als gevolg daarvan kunnen werknemers de papieren controlekaart C3.2A niet meer gebruiken en kan u die kaarten niet meer afleveren.

Werknemers moeten de elektronische controlekaart eC3.2 vanaf de eerste werkloosheidsdag invullen volgens de instructies vermeld in de legende.

Ze moeten onder andere de arbeidsprestaties aanduiden (alvorens het werk te beginnen) die ze verrichten voor zichzelf of voor een derde, de ziektedagen, de vakantiedagen en de niet-gepresteerde dagen gedekt door een bezoldiging.

Op het einde van de maand moeten werknemers de controlekaart eC3.2 indienen bij hun uitbetalingsinstelling (HVW, ACLVB, ACV, ABVV) en de verzending bevestigen.

Lees voor meer informatie over de elektronische controlekaart het infoblad T71 ('De elektronische controlekaart eC3.2'.)

Uitzondering

Als u onder het paritair comité voor maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen (PC 327) valt, dan mag u de papieren controlekaarten C3.2A blijven uitreiken aan de werknemers.

Als uw onderneming een maatwerkbedrijf of een sociale werkplaats is en u dus de papieren controlekaart C3.2A blijft gebruiken, kan u ook, voor uw doelgroep van werknemers, bij de RVA een afwijking aanvragen op de reglementaire procedure voor het bijhouden van de papieren controlekaart C3.2A-tijdelijke werkloosheid. U kunt die afwijking aanvragen door middel van het formulier Aanvraag-Afwijking-C3.2A-Maatwerkbedrijf.

De volgende regels zijn van toepassing:

  • Als u zelf de kaart C3.2A aflevert aan de werknemers, dan moet u een validatieboek hebben (papier of elektronisch - zie infoblad E20) waarin u de volgende gegevens noteert:
    • de identiteitsgegevens van de werknemer,
    • de maand in kwestie
    • en het nummer van de controlekaart C3.2A
  • U moet, op eigen initiatief, ten laatste op de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand, vóór het gebruikelijke beginuur van het werk, aan elke werknemer die u tijdelijk werkloos stelt een controlekaart tijdelijke werkloosheid C3.2A afleveren.
    U mag per maand en per werknemer slechts één controlekaart C3.2A afleveren, ook als er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.
    Dat betekent ook dat als de tijdelijke werkloosheid de volgende maand voortduurt, u de werknemer een nieuwe controlekaart C3.2A moet overhandigen, vóór de eerste effectieve werkloosheidsdag van die maand.
    Vul eerst de identiteitsgegevens van de werknemer in voordat u de kaart aflevert.
  • De controlekaarten C3.2A zijn genummerd en kunnen niet worden afgedrukt. U kunt gratis blanco exemplaren van de controlekaart C3.2A krijgen bij uw RVA-kantoor.

Op het einde van de maand moet de werknemer de controlekaart indienen bij de uitbetalingsinstelling (ABVV, ACLVB, ACV, HVW).

ASR 2 (aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid)

Wanneer?

Wanneer de werknemer een uitkeringsaanvraag moet indienen, dus:

  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid van de werknemer in uw onderneming;
  • als de werknemer opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een onderbreking van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid van minstens 36 maanden;
  • als de werknemer opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een wijziging van diens contractuele arbeidsregeling (de factor Q of S) (bv. als de werknemer deeltijds gaat werken of in loopbaanonderbreking of tijdskrediet gaat);
  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid na 30.09 (in functie van de mogelijke jaarlijkse herziening van het bedrag van de uitkering).
Hoe?

U moet bij het begin van de werkloosheid op eigen initiatief een ASR scenario 2 doen via de portaalsite van de sociale zekerheid (ASR Werkloosheid Scenario 2 – Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden) of via batch (Onderneming > Technische informatie > Gestructureerde berichten van de portaalsite van de sociale zekerheid).

U overhandigt, ter informatie, een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.

De uitbetalingsinstelling zorgt dan voor het verkrijgen van de ASR scenario 2.

Meer informatie over het invullen van de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon vindt u in het infoblad E14.

Op basis van die aangifte kan de RVA het bedrag van de uitkering berekenen waarop de werknemer recht heeft.

ASR 5 – Maandelijkse aangifte uren tijdelijke werkloosheid

Wanneer?

U doet op eigen initiatief een ASR scenario 5 aan het einde van de maand.

U doet in principe slechts één ASR per maand en per werknemer, ook als er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.

Hoe?

U doet de elektronische aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid (ASR Werkloosheid scenario 5 – Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden) of via batch (Onderneming > Technische informatie > Gestructureerde berichten van de portaalsite van de sociale zekerheid) en u bezorgt een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.

Meer informatie over het invullen van de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon vindt u in het infoblad E14.

U geeft in het kalenderrooster het aantal uren aan waarin de werknemer tijdelijk werkloos was en vóór die uren zet u de juiste code afhankelijk de vorm van tijdelijke werkloosheid.

Voor slecht weer vermeldt u in het rooster de code 5.2.

U overhandigt, ter informatie, een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.

De ASR scenario 5 wordt automatisch verstuurd naar de uitbetalingsinstelling van de werknemer.

Op basis van de controlekaart C3.2A en de ASR scenario 5, kunnen de uitbetalingsinstelling en de RVA het aantal uitkeringen berekenen waarop de werknemer recht heeft.

Welke dagen mogen niet worden aangegeven?
  • De dagen waarvoor u loon moet storten (bv. loon voor 7 dagen in geval van laattijdige mededeling zonder regularisatie) of een gewaarborgd dagloon (in toepassing van artikel 27 van de wet op de arbeidsovereenkomsten).
  • De wettelijke feestdagen (of de vervangingsdagen ervan) die liggen in een periode van tijdelijke werkloosheid. U moet voor die dagen loon betalen. U kunt wel recht hebben op een vermindering van sociale bijdragen voor een aantal feestdagen (afhankelijk van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid dat al is ingevoerd in de loop van het jaar).
  • De dagen waarop de werknemer normaal niet werkt (bv. 's zaterdags als dat de gebruikelijke inactiviteitsdag is).
  • De volledig verworven inhaalrustdagen waarop de werknemer recht heeft vanwege arbeid op een zondag of een feestdag of na het presteren van overuren. De werknemer moet eerst die dagen inhaalrust uitputten vooraleer die tijdelijk werkloos gesteld kan worden wegens slecht weer (artikel 51 bis van de wet op de arbeidsovereenkomsten).
    Dat geldt ook voor volledige dagen inhaalrust wegens overschrijdingen van de arbeidsduur in het kader van de invoering van flexibele arbeidsregelingen.
    Maar volledige dagen inhaalrust hoeven niet eerst te worden uitgeput:
    • inhaalrust die niet minstens een volledige dag bedraagt;
    • inhaalrust – al dan niet collectief vastgelegd – toegekend in het kader van arbeidsduurvermindering.

Opmerking

U kan uw werknemer enkel voor een volledige arbeidsdag tijdelijk werkloos stellen, dus voor het totaal aantal uren waarop die werknemer die dag normaal zou hebben gewerkt.

U kan een arbeider dus niet tijdelijk werkloos stellen voor de resterende uren van de dag als die het werk heeft moeten onderbreken in de loop van de dag als gevolg van slecht weer.

Welke formaliteiten moet de werknemer vervullen?

Uitkeringsaanvraag

De werknemer moet zo snel mogelijk contact opnemen met de eigen uitbetalingsinstelling (HVW, ACLVB, ACV, ABVV) om een formulier C3.2-WERKNEMER (aanvraag om uitkeringen tijdelijke werkloosheid) in te vullen.

Het RVA-kantoor moet de uitkeringsaanvraag ten laatste ontvangen op het einde van de 2de maand na de maand waarin de werknemer tijdelijk werkloos wordt gesteld.

Voorbeelden

  • De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 16 juni. Het RVA-kantoor moet de uitkeringsaanvraag ten laatste op 31 augustus ontvangen.
  • De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 1 juli. Het RVA-kantoor moet de uitkeringsaanvraag ten laatste op 30 september ontvangen.
  • De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 31 juli. Het RVA-kantoor moet de uitkeringsaanvraag ten laatste op 30 september ontvangen.
Controlekaart tijdelijke werkloosheid

Werknemers die de elektronische controlekaart eC3.2 gebruiken, moeten die kaart invullen en ze op het einde van de maand elektronisch versturen naar hun uitbetalingsinstelling.

Werknemers die de papieren controlekaart C3.2A nog gebruiken, moeten die invullen volgens de instructies die op de kaart staan. Op het einde van de maand moeten ze dat formulier ondertekenen en bij hun uitbetalingsinstelling indienen.

Zich vanaf 01.03.2026 inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling

Volgens de huidige reglementering is de werknemer vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende.

Vanaf 01.03.2026 moet die zich na 3 maanden tijdelijke werkloosheid inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een periode van volledige werkhervatting tijdens 2 opeenvolgende weken doet een nieuwe periode van 3 maanden starten.

Recht op uitkeringen als tijdelijk werkloze

Werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld, zijn vrijgesteld van wachttijd. Dat betekent dat ze onmiddellijk recht hebben op uitkeringen zonder dat ze een bepaald aantal arbeidsdagen in loondienst of daarmee gelijkgestelde dagen hoeven te bewijzen. De gewone vergoedbaarheidsvoorwaarden zijn op hen van toepassing (arbeidsgeschikt zijn, de voorwaarden voor het uitoefenen van een bijberoep …).

Bedrag van de uitkering

Bij tijdelijke werkloosheid (maar niet voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) krijgen de werknemers een bedrag dat gelijk is aan 60% van hun begrensd gemiddeld loon.

Op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Leerlingen bedoeld in artikel 1bis van het KB van 28 november 1969, ontvangen een forfaitair bedrag.

Meer informatie over het bedrag van de uitkering tijdelijke werkloosheid vindt u in het infoblad T66.

Recht op een supplement?

Er bestaan 2 supplementen:

  • Een supplement voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
    Bij tijdelijke werkloosheid hebben uw werknemers recht op een supplement bovenop hun werkloosheidsuitkeringen voor elke dag waarop ze tijdelijk werkloos worden gesteld. Het minimumbedrag van het supplement bedraagt € 2 per werkloosheidsdag.
    U moet dat supplement betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van een fonds voor bestaanszekerheid.
  • Daarnaast kunnen uw werknemers vanaf 1 januari 2024 ook nog recht hebben op een bijkomende toeslag van € 5,20 voor elke dag die gedekt wordt door een uitkering tijdelijke werkloosheid (wet van 5 november 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen (BS 23.11.2023)). Het gaat om een geïndexeerd bedrag, dat geldt sinds 1 februari 2025:
  • als het brutomaandloon van uw werknemers niet hoger is dan € 4 155, hebben ze recht op dat supplement vanaf de eerste werkloosheidsdag voor elke dag gedekt door een werkloosheidsuitkering;
  • als het brutomaandloon van uw werknemers hoger is dan € 4 155, hebben ze recht op dat supplement vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar bij dezelfde werkgever.
    Voor de telling van de dagen tijdelijke werkloosheid wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Dat supplement compenseert het feit dat het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen (met uitzondering van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) vanaf 1 januari 2024 60% van het gemiddelde dagloon bedraagt.

U moet dat supplement niet betalen als door een cao bij tijdelijke werkloosheid een percentage van het loon wordt gewaarborgd, waardoor uw werknemers een supplement ontvangen dat ten minste gelijk is aan de bijkomende toeslag.

U moet dat supplement betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van een fonds voor bestaanszekerheid.

Geen geldige schorsing?

Bij een niet-geldige schorsing bent u verplicht om het normale loon te betalen aan de werknemers voor de dagen waarop de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst niet geldig is geschorst.

U moet in dat geval het brutobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid terugbetalen aan de RVA.

U mag het nettobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid inhouden van het nettoloon dat u aan de werknemers moet betalen.

Die werkwijze is van toepassing op de ten onrechte betaalde uitkeringen voor de periode sinds 1 juli 2022.