De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen
11-10-2018In het verleden publiceerde de RVA reeds een aantal studies waarin de werkloosheid in België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie verschillende benaderingen werd vergeleken. De RVA probeert in de mate van het mogelijke deze vergelijking jaarlijks te herbekijken. In deze publicatie de editie van 2017.
In het verleden publiceerde de RVA reeds een aantal studies waarin de werkloosheid in België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie verschillende benaderingen werd vergeleken. De RVA probeert in de mate van het mogelijke deze vergelijking jaarlijks te herbekijken. In deze publicatie de editie van 2017.
De drie benaderingen vertrekken van verschillende gegevens zodat de werkloosheid in België kan vergeleken worden met de de werkloosheid in onze buurlanden:
- De vergoede volledige werkloosheid: deze benadering is gebaseerd op de administratieve gegevens die betrekking hebben op het aantal betalingen dat door de verschillende landen werd meegedeeld.
- De geharmoniseerde werkloosheid in strikte zin: de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) neemt de werkzoekende volledig werkloze in aanmerking: hij is niet aan het werk, is onmiddellijk beschikbaar voor de arbeidsmarkt en is actief op zoek naar werk.
- De geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin: is gebaseerd op de Eurostat-indicatoren en deze definitie is ruimer dan de definitie die de IAO hanteert. Deze benadering houdt ook rekening met de personen die deeltijds tewerkgesteld zijn maar die meer uren zouden willen werken (ondertewerkstelling), evenals de potentiële arbeidskrachten die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
De bestaande verschillen op het vlak van de werkloosheidsgraad volgens de verschillende benaderingen zijn grotendeels te verklaren door de groepen die leven in de marge van de werkloosheid, nl. de personen die "ondertewerkgesteld" zijn (mensen die deeltijds werken maar die wel op zoek zijn naar een ruimere tewerkstelling) en de "potentiële arbeidskrachten" (werkzoekenden die tijdelijk onbeschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt of die tijdelijk hun zoektocht naar werk hebben moeten onderbreken).
Een belangrijke vaststelling is echter dat de vergoede werkloosheid stabieler blijkt te evolueren dan de werkloosheid in ruime zin. Zo biedt ze een interessante bijkomende indicator om de algemene tendensen van de werkloosheid te analyseren.
De volledige studie: De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen.