BreakatWork voorgesteld
Online tool toont gepersonaliseerd overzicht loopbaanonderbreking
Vice-eersteminister en minister van werk Kris Peeters heeft deze voormiddag, samen met de RVA, de online toepassing BreakatWork voorgesteld. Via BreakatWork(www.breakatwork.be) kan iedereen zien hoeveel maanden loopbaanonderbreking, tijdskrediet of thematisch verlof ze al hebben opgenomen en nog kunnen opnemen.
Minister Peeters: “Als we Werkbaar en Wendbaar Werk in de praktijk willen brengen, dan moeten we mensen de kans geven architect te worden van hun eigen carrière. Hen meer autonomie en mogelijkheden geven om hun arbeidstijd zelf te beheren. Daarom heb ik in 2016 aan de RVA de opdracht gegeven om BreakatWork te ontwikkelen. BreakatWork laat mensen toe om op een eenvoudige en overzichtelijke manier na te gaan welke mogelijkheden men nog heeft om een tijdje minder te gaan werken. Het laat mensen toe de eigen loopbaan in handen te nemen.”
BREAKatWORK
In 2017 ontving de RVA alleen al via het contactformulier op hun website 55.000 berichten, of zo’n 150 per dag. Meer dan de helft van die berichten gaan over loopbaanonderbreking. Daarnaast gaan ook 30% van de telefoontjes die bij de RVA binnenlopen over loopbaanonderbreking en is loopbaanonderbreking voor 34% van de bezoekers van de RVA-kantoren de reden van hun bezoek.
Heel wat van die vragen gaan over de reglementering: ‘welke regimes bestaan er?’, ‘hoeveel maanden kan ik opnemen voor mijn kind?’ en ‘hoeveel bedraagt de uitkering?’. Maar ook meer persoonlijke vragen zoals ‘hoeveel maanden nam ik eigenlijk al op en hoeveel kan ik nog opnemen?’
BreakatWork biedt een antwoord op die vragen. Het zorgt ervoor dat mensen met enkele muisclicks een gepersonaliseerd antwoord krijgen op hun specifieke vraag.
BreakatWork staat niet op zichzelf. Wie de module doorloopt, zal aan het einde te zien krijgen hoeveel tijdskrediet, loopbaanonderbreking of thematisch verlof men kan opnemen. Maar er zal ook een link getoond worden die je doorverwijst naar de pagina’s op de RVA-website die aangeven hoe je dat type onderbreking kan aanvragen.
Wanneer men in loopbaanonderbreking is, dan kan men sinds enkele jaren ook online de stand van het persoonlijk dossier raadplegen, attesten opvragen voor de werkgever, de betalingen bekijken, enzoverder. Sinds 2013 is het ook mogelijk om via deze toepassing de online aanvraag in te dienen bij de RVA. Het is dus niet langer nodig om een papieren formulier in te vullen en dit aangetekend te versturen.
In een volgende fase van dit project zal BreakatWork verder geïntegreerd worden met het Online dossier, zodat er uiteindelijk een one-stop-shop ontstaat voor alles wat met loopbaanonderbreking te maken heeft.
Minister Peeters: “Met BreakatWork slaan we verder de weg in van de vernieuwing en de digitalisering. Het is een zoveelste stap in de richting van een moderne, klantvriendelijke en laagdrempelige overheidsadministratie die het leven van de burger eenvoudiger maakt. Ik wil de RVA dan ook danken voor hun harde werk en feliciteren met het mooie resultaat.”
Facts & Figures loopbaanonderbreking
In 2017 maakten meer dan 400.000 mensen gebruik van een of andere vorm van loopbaanonderbreking, dat is ongeveer 1 op 10 werknemers. Over een periode van 5 jaar stijgt dat naar 1 op 4, over 20 jaar zelfs 1 op 3.
43% maakt gebruik van de thematische verloven. Het gaat dan om ouderschapsverlof, palliatief verlof of verlof voor medische bijstand. 35% maakt gebruik van het tijdskrediet in de privésector en de overige 22% van loopbaanonderbreking in de publieke sector.
Loopbaanonderbreking is het populairst in Vlaanderen. 73% van de onderbrekingen wordt in Vlaanderen opgenomen. 22% in Wallonië en 5% in Brussel. In 60% van de gevallen gaat het om een onderbreking met 1/5e. 25% onderbreekt het werk halftijds en slechts 17% onderbreekt het werk volledig.
Vrouwen zijn nog steeds goed voor 68% van de onderbrekingen. Tegelijk is het percentage mannelijke loopbaanonderbrekers de laatste jaren gestaag toegenomen. 20 jaar geleden was amper 1 op 7 loopbaanonderbrekers een man, vandaag is dat 1 op 3.