Hervorming werkloosheidsuitkeringen en arbeidsdeal geven boost aan activering

De federale regering heeft een akkoord gesloten over een arbeidsdeal en over de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen. Wie inactief is krijgt extra stimulansen om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Er wordt verder ingezet op opleidingen en er komt een mobiliteitsbudget.

Vice-eersteminister en minister van werk Kris Peeters: “Wie werkloos of inactief is krijgt extra stimulansen om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Met het pakket aan maatregelen wordt de krapte op de arbeidsmarkt aangepakt. De werkloosheidsuitkeringen worden hervormd, er wordt ingezet op begeleiding, vorming en opleidingen van knelpuntgroepen naar knelpuntberoepen. Daarnaast komen er fiscale stimuli en wordt een mobiliteitsbudget ingevoerd. Tot slot zorgen we dat wie zijn job verliest, vlotter naar een nieuwe job zal kunnen overschakelen. Deze arbeidsdeal is een echte activeringsdeal.”

In het vierde kwartaal van 2017 telde onze arbeidsmarkt 134.570 openstaande betrekkingen, dubbel zoveel als drie jaar eerder. Volgens de Hoge Raad voor Werkgelegenheid zijn er bedrijven die productiviteitsverliezen lijden omdat ze vacatures niet kunnen invullen. De krapte op de arbeidsmarkt is met andere woorden een bedreiging voor de economische groei. Er zijn meer Belgen dan ooit aan het werk, maar we hebben alle talenten in onze samenleving broodnodig om de openstaande vacatures in te vullen. De arbeidsdeal heeft tot doel de (dalende) groep van werklozen (nu nog 345.000) en een arbeidsreserve van 1,8 miljoen mensen die geen betaald werk uitvoeren, op een vlotte manier te activeren.

De federale regering en de gewestregeringen beslisten eind mei om samen naar oplossingen te zoeken voor het grote aantal openstaande vacatures. Alle regeringen hebben hun prioriteiten kenbaar gemaakt om te komen tot deze arbeidsdeal met volgende krachtlijnen: jobcreatie centraal stellen, sociale dialoog nastreven om de verwachtingen van ondernemingen en werknemers op elkaar af te stemmen, en onderling samenwerken om de sociaaleconomische relance te bewerkstelligen. Daarnaast heeft ook de Groep van Tien (vertegenwoordigers werknemers-werkgevers) zijn hefbomen gegeven om de werkgelegenheid te stimuleren en de vacatures ingevuld te krijgen.

Hervorming werkloosheidsuitkeringen

Het systeem van werkloosheidsuitkeringen wordt hervormd om ze nog sterker in te zetten als pad naar werk. De uitkeringen in de eerste periode worden verhoogd, terwijl de degressiviteit in latere periodes wordt versterkt. Deze hervorming is geen besparing, maar een activeringsmaatregel. Het verzekeringsprincipe en solidariteitsprincipe achter de werkloosheidsuitkeringen blijft behouden. De hervorming ziet er als volgt uit:

  • Verhoging tijdens de eerste 6 maanden van de werkloosheidsuitkering. Dat zal gebeuren via een verhoging van het plafond van 2.619,09 euro of van het huidige percentage van 65%. Deze versterking zal bij KB worden vastgelegd door de minister van werk.
  • In de daaropvolgende maanden een snellere daling van de werkloosheidsuitkering. De modaliteiten (de duur van de degressiviteitsperiodes, de graad van degressiviteit en de bedoelde categorieën) zullen bij koninklijk besluit worden vastgelegd door de minister van werk.
  • De band met opleidingen wordt versterkt: arbeidsmarktgerichte opleidingen worden aangemoedigd. De RVA en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling kunnen samen bepalen welke jobs en opleidingen in aanmerking komen, waardoor het mogelijk wordt zich aan te passen aan de gewestelijke diversiteit.
  • De werkloosheidsuitkering in de derde periode zal minstens behouden blijven. Bij het gebruik van de welvaartsenveloppe moet het ontstaan van nieuwe werkloosheidsvallen zo veel mogelijk vermeden worden.

De minister van werk zal tegen november een ontwerp KB uitwerken dat uitvoering geeft aan deze principes. De geleidelijke inwerkingtreding zal gebeuren vanaf januari 2019.

Kris Peeters: “Werkzoekenden snel aan het werk krijgen is een win-winoperatie voor hen, voor de werkgevers en voor de overheid. De werkloosheidsverzekering wordt zo voor iedereen een springplank.  De hervormde werkloosheidsuitkering zal in combinatie met de sterke jobcreatie en een sterke begeleiding, zorgen dat werklozen snel weer aan de slag kunnen.”

Arbeidsdeal

Een pakket van maatregelen wordt genomen om knelpuntvacatures ingevuld te krijgen en om zoveel mogelijk mensen te activeren voor de arbeidsmarkt. Opleidingen voor knelpuntberoepen worden aangemoedigd, doelgroepen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt worden sterker ondersteund. Wie werkloos is of ontslagen wordt, zal vlotter naar een nieuwe job kunnen overschakelen.

  1. Er zal worden voorzien in een forfaitaire belastingvrijstelling voor nieuwe premies die door de gewesten worden toegekend aan werkzoekenden die met succes een opleiding afronden voor een knelpuntberoep, concreet vertaald in een terugkeer naar de effectieve tewerkstelling.
  2. Een Koninklijk Besluit zal rechtszekerheid scheppen voor positieve acties die een werkgever onderneemt ten aanzien van risicogroepen (jongeren, laaggeschoolden, 55-pluswerknemers, mensen uit etnische minderheidsgroepen of migranten)
  3. Een deel of het geheel van de budgettaire reserves van de Sociale Maribel kan gebruikt worden voor het omscholen van werknemers die in de zorgsector willen stappen. Dit is nodig omdat er een groot tekort aan arbeidskrachten dreigt in de sector, als gevolg van de vergrijzing van de samenleving en van het zorgpersoneel.
  4. Wie om medische redenen ontslagen wordt, zal voortaan recht hebben op een outplacementbegeleiding (1.800 euro) of een gelijkwaardige begeleiding naar een nieuwe job via de sectorale fondsen. Op die manier kan de werknemer in kwestie begeleid worden naar aangepast werk. Deze regeling geldt uiteraard niet voor wie definitief medisch arbeidsongeschikt is verklaard.
  5. Werknemers die worden ontslagen en geen opzegtermijn hebben, moeten zich binnen een maand na de kennisgeving van hun ontslag inschrijven bij hun gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Zo worden hun kansen op herintreding op de arbeidsmarkt geoptimaliseerd.
  6. De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen wordt bevroren voor werkzoekenden die een opleiding of een stage volgen voor een knelpuntberoep. Dit zal in overleg met de gewesten gebeuren. Dit mag geen afbreuk doen aan het beginsel van degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen.
  7. Op sectoraal niveau zullen de sociale partners worden verzocht om enerzijds na te gaan welke kritieke functies en knelpuntberoepen er in hun paritair comité bestaan, en anderzijds welke functies door de digitalisering bedreigd worden. Zij worden verzocht concrete voorstellen te formuleren om deze situatie te verhelpen door een beroep te doen op hun sectorale fondsen.
  8. De paritaire comités zullen aan de regering verslag uitbrengen over de toewijzing van hun sectorale fondsen voor opleidingen, de behaalde resultaten en de verbeteringsvoorstellen op dit vlak, in het bijzonder voor de knelpuntberoepen.
  9. De gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling zullen in hun activeringsbeleid voor werkzoekenden bijzondere aandacht besteden aan SWT’ers die een knelpuntberoep kunnen invullen.
  10. De federale regering zal via Beliris een financiële bijdrage leveren aan de oprichting van een opleidingspool tewerkstelling/bouw in Brussel. Dit is een specifieke vraag van het Brussels gewest. De beroepen in de bouwsector vormen een groot deel van de knelpuntberoepen.
  11. Het werkloosheidsbesluit wordt aangepast om een gemeenschapsdienst voor langdurig werkzoekenden mogelijk te maken.
  12. Om de werkgevers ertoe aan te zetten in de opleiding van hun pas aangeworven werknemers te investeren, zullen de bestaande voorwaarden met betrekking tot de opleidingsclausules en de niet-concurrentieclausules in knelpuntberoepen worden geëvalueerd en aangepast. Bedoeling is om investeringen in de opleiding van werknemers op lange termijn te stimuleren.
  13. De interregionale mobiliteit van de arbeidsmarkt zal samen met de deelstaten worden uitgewerkt.
  14. Gepensioneerden en arbeidsongeschikten worden niet langer fiscaal bestraft om te werken.
  15. De minister van werk, zal samen met de sociale partners een precieze agenda vastleggen voor de lopende hervorming van de lonen, die niet langer aan leeftijd maar aan competentie en productiviteit moeten worden gekoppeld. Verder zal de FOD Werkgelegenheid bijzondere aandacht besteden aan de toekomstige cao's die hierover worden afgesloten, in het licht van de bestaande rechtsregels met betrekking tot de principes van non-discriminatie. Tot slot zal de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven een studie uitvoeren over dit thema, waarin enerzijds de gevolgen voor de loonkosten en anderzijds voor het concurrentievermogen van onze ondernemingen zullen worden onderzocht. Deze analyse zal plaatsvinden op intersectoraal niveau en binnen de belangrijkste sectoren van onze economie.
  16. De uitbetaling van moederschapsuitkeringen voor zelfstandigen wordt versneld. Vrouwelijke zelfstandigen moeten daar nu soms tot 12 weken op wachten. Voortaan zal de moederschapsuitkering maandelijks uitbetaald worden. Daarnaast wordt voorzien in de mogelijkheid voor zelfstandigen in bijberoep, om hun activiteit voort te zetten wanneer hij of zij deeltijds ouderschapsverlof opneemt.
  17. De toegankelijkheid tot tijdskrediet eindeloopbaan zal vanaf 1 januari 2019 worden verhoogd naar 60 jaar tegenover 55 jaar op dit moment.
  18. Het thematisch tijdskrediet voor het voortzetten van een opleiding in een knelpuntberoep zal op 1 januari 2019 worden verhoogd van 36 maanden tot 48 maanden.
  19. Bij SWT’ers van bedrijven in herstructurering die een opleiding voor een knelpuntberoep volgen, zal de werkgever de kost van de opleiding van 3.600 euro voor zich nemen. Dit moet SWT’res begeleiden bij het vinden van een nieuwe job en moet werkgevers responsabiliseren.
  20. De werknemer zal zowel fiscaal als parafiscaal aangemoedigd worden om bij ontslag een deel van zijn ontslagvergoeding (maximum een derde) te investeren in een opleiding. Een gelijkaardige regeling zal van toepassing zijn op de werknemer die, met de instemming van de werkgever, een deel van de opzeggingstermijn niet presteert omdat hij een opleiding volgt.
  21. Wie na zijn 65e ziek wordt, wordt niet verplicht om met pensioen te gaan.
  22. Er zal een individueel recht worden toegekend aan de werknemer om een “zachte landingsbaan” te vragen, ook daar waar er op 1 januari 2019 nog geen sectorale overeenkomst is gesloten.
  23. De ploegenarbeid zal worden uitgebreid naar de werknemers van de binnenscheepvaart.
  24. Er wordt onderzocht of het aantal overuren dat recht geeft op belastingverminderingen, kan worden uitgebreid van 130 tot 184 uur, voor bepaalde sectoren waarvan is aangetoond dat ze sterk worden getroffen door de problematiek van de knelpuntberoepen.
  25. Zoals reeds voorzien was. De loopbaanvoorwaarde voor individuele SWT wordt opgetrokken tot  41 jaar met ingang van 1 januari 2019.
  26. De leeftijd om toegang te krijgen tot het SWT in geval van herstructurering wordt met ingang van  1 januari 2019 opgetrokken tot 59 jaar en op 1 januari 2020 tot 60 jaar.

 Tot slot wordt op vraag van de werkgevers en werknemers vanaf 1 oktober 2018 een mobiliteitsbudget ingevoerd. Mobiliteit kan een belangrijke rem zijn op het aannemen van een job. Het voorstel van de sociale partners is uitgewerkt in een concrete wettekst. Het mobiliteitsbudget kan verdeeld worden over drie pijlers:

  1. een milieuvriendelijke bedrijfswagen
  2. duurzame vervoermiddelen en -diensten zoals het openbaar vervoer, de fiets, de deelauto, waterbussen, kantoorbussen
  3. het restsaldo wordt cash uitbetaald en is onderhevig aan een specifieke sociale bijdrage van 38,07 procent

Kris Peeters: “Met het mobiliteitsbudget moedigen we mensen aan om voor dát transportmiddel of voor die combinatie van transportmiddelen te kiezen, die hen het vlotst en op de meest milieuvriendelijke manier naar het werk brengen. Met het budget kan je een elektrische fiets aanschaffen, een treinabonnement, een milieuvriendelijke wagen, enzovoort. De vrije keuze ligt bij de gebruiker. Als het mobiliteitsbudget niet volledig op is, wordt het restbedrag als  loon uitbetaald op  het  einde van het jaar. In 2017 waren er 425.000 bedrijfswagens ingeschreven, maar het is in de praktijk niet altijd de snelste manier om op het werk te geraken. Het mobiliteitsbudget kan bijdragen tot het verkleinen van de files en de vergroening van de mobiliteit.”