Nathalie Muylle: “Daling van tijdelijke werkloosheid van 14 naar 9 dagen gemiddeld per maand"

In mei liep de tijdelijke werkloosheid met 22 procent terug ten opzichte van april. Ook het aantal dagen dat iemand gemiddeld tijdelijk werkloos is daalt van gemiddeld 14 dagen in april naar 9 in mei.

Minister van werk Nathalie Muylle: “De cijfers tonen aan dat de economische activiteit geleidelijk aan herneemt. Het aantal tijdelijk werklozen daalt in mei, maar ook het aantal dagen dat men werkloos is. In april is dat gemiddeld 14 dagen, in mei iets meer dan 9 dagen. Dat brengt met zich mee dat ook de uitgaven voor tijdelijke werkloosheid, aan het dalen zijn. Wel stellen we grote verschillen tussen sectoren vast. Zo daalde de tijdelijke werkloosheid in de bouw met bijna de helft, terwijl het in de horeca (waar de heropening pas 8 juni is) blijft de daling voor mei beperkt tot 9 procent ging. Voor de sectoren die zwaarder getroffen worden door de coronacrisis, voorzien we aangepaste maatregelen zoals de mogelijkheid om tijdelijke werkloosheid omwille van corona toe te passen tot eind dit jaar.”

Het aantal tijdelijk werklozen lag in mei op 960.281, dat is 22 procent lager dan in april. Toen waren er nog 1.229.695 tijdelijk werklozen. 116.486 bedrijven deden in mei beroep op het systeem, tegenover 139.605 in april (-17%).

Minder dagen tijdelijke werkloosheid

Belangrijk is echter dat het aantal dagen dat men tijdelijk werkloos is gevoelig daalt. Het effect van de exit-maatregelen wordt voelbaar.  Waar in april ruim 20 procent van de tijdelijke werklozen (TW), de volledige maand werkloos is, loopt dat in mei terug tot iets meer dan 9 procent. De gemiddelde tijdelijk werkloosheid daalt van 14 dagen in april tot 9,8 dagen in mei. Het aantal TW’ers die maar een of twee dagen werkloos zijn, is  goed voor 16,4 procent van het totaal in mei, tegenover 7,1 procent in april.

De helft van alle tijdelijk werklozen was in mei 7 of minder dagen werkloos. In april was dat nog 14 dagen.

 

 

Dagen

April

Mei

Aantal werknemers

%

Aantal werknemers

%

1

43.905

3,6

91.691

9,5

2

43.393

3,5

66.715

6,9

3

58 406

4,7

65 751

6,8

4

56 467

4,6

76 122

7,9

5

45 076

3,7

66 679

6,9

6

33 412

2,7

69 482

7,2

7

35 344

2,9

49 413

5,1

Volledige maand

252.702

20,5

89.968

9,4


Daling sterk afhankelijk van de sector

 De meest opvallende afname van tijdelijke werkloosheid is er in de bouwsector, waar ze met 49 procent minder tijdelijke werklozen zijn in mei tov april.

De groot- en detailhandel, industrie en transportsector, kennen dalingen van het aantal tijdelijk werklozen van 20 à 22 procent. Daar zien we al een gedeeltelijk effect van de opening van de winkels vanaf 11 mei.

Voor andere sectoren zoals de horeca gaan we het effect van de heropening pas zien in de cijfers van einde juni. Voor mei is de terugval dan ook beperkt voor onder meer de horeca (-9,5%) en de recreatiesector (-7,3%). Uitschieters zijn de reissector (-3,1 procent; in onderstaande tabel opgenomen binnen ‘ondersteunende diensten’) en de hotelsector (-3,1%; opgenomen binnen ‘accommodatie en maaltijden’).

Onder meer de verplichte sluiting  fitness en indoor sportclubs tot 8 juni, de sluiting van musea tot 18 mei, en de sluiting van de grenzen tot 15 juni, verklaren die zwakke daling.

Omwille van de langdurige impact van de coronacrisis op sommige sectoren, besliste minister Muylle om het systeem van tijdelijke werkloosheid omwille van corona tot eind 2020 ter beschikking te stellen aan de zwaarst getroffen sectoren zoals de horeca, evenementensector, cultuur en reissector.

 

 

Sector

April

Mei

Afname

Bouwnijverheid

136 778

70 436

48,50%

Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

75 139

54 560

27,39%

Onbekend

15 743

11 623

26,17%

Vervoer en opslag

65 604

51 373

21,69%

Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen

244 589

192 492

21,30%

Industrie

217 821

173 520

20,34%

Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten

53 922

44 837

16,85%

Administratieve en ondersteunende diensten

210 564

176 285

16,28%

Financiële activiteiten en verzekeringen

13 631

11 812

13,34%

Onderwijs

15 397

13 347

13,31%

Informatie en communicatie

23 398

20 552

12,16%

Verschaffen van accommodatie en maaltijden

91 610

82 949

9,45%

Overige diensten

26 486

24 270

8,37%

Kunst, amusement en recreatie

20 812

19 295

7,29%

 

 Uitgaven dalen in mei

De daling van het aantal TW’ers algemeen en het beperkte aantal dagen werkloos  laten zich zien in de uitgaven. De gemiddelde uitkering voor tijdelijke werkloosheid omwille van corona bedroeg 805 euro in april en 648 euro in mei. In totaal werden in april voor 937 miljoen euro aan tijdelijke werkloosheidsuitkeringen verstrekt, voor mei is dat tot nu toe 542 miljoen euro.

De netto uitkeringen per dag liggen weliswaar hoger in mei, omdat de bedrijfsvoorheffing werd verlaagd van 26 naar 15 procent.

  

Maand april

Uitbetaalde nettobedragen

Aantal uitbetaalde personen

Gemiddeld uitbetaald nettobedrag  

  

per persoon

289 446 990 €

340 038

 851,22 €

295 577 211 €

370 807

 797,12 €

58 165 206 €

70 773

 821,86 €

293 776 275 €

381 772

 769,51 €

936 965 681 €

1 163 390

 805,38 €

  

Maand mei (tot 11 juni uitbetaald)

Uitbetalingsinstelling

Uitbetaalde nettobedragen

Aantal uitbetaalde personen

Gemiddeld uitbetaald nettobedrag 

   

per persoon

ABVV

163 196 010 €

238 484

 684,31 €

ACV

163 088 467 €

259 835

 627,66 €

ACLVB

36 181 092 €

52 918

 683,72 €

HVW

180 002 600 €

286 187

 628,97 €

Totaal

542 468 169 €

837 424

 647,78 €

 

Tragere daling in Brussels Gewest

Vlaanderen was in mei goed voor 59 procent van de tijdelijk werklozen, gevolgd door het Waals Gewest (22 procent) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (18 procent). De Duitstalige Gemeenschap telt 0,5 procent van alle tijdelijk werklozen. De verdeling per regio en per provincie gebeurt op basis van de hoofdzetel van het bedrijf.

De afname van de tijdelijke werkloosheid ligt ongeveer even hoog in Vlaanderen en Wallonië (-23%), terwijl de daling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 16,7 procent ligt.

 

Afname per regio

Regio

April

Mei

Afname

Brussels Hfdst. Gewest

209 166

174 334

16,65%

Waals Gewest excl. Duitstalige Gemeensch.

270 868

208 315

23,09%

Vlaams Gewest

734 314

565 460

22,99%

Duitstalige Gemeenschap

6 356

4 940

22,28%

  

Afname per provincie
 Provincie

April

Mei

Afname

Brussels Hfdst. Gewest

209 166

174 334

16,65%

prov. Waals Brabant

37 889

31 448

17,00%

prov. Vlaams Brabant

104 494

86 161

17,54%

prov. Antwerpen

215 346

169 723

21,19%

prov. Limburg

106 482

81 541

23,42%

prov. Luik

94 381

71 347

24,41%

prov. Namen

34 272

25 098

26,77%

prov. Henegouwen

89 769

70 608

21,34%

prov. Luxemburg

20 913

14 754

29,45%

prov. West-Vlaanderen

164 045

123 115

24,95%

prov. Oost-Vlaanderen

143 947

104 920

27,11%