Eenheden

Fysieke eenheden

Met het aantal fysieke eenheden in een bepaalde maand bedoelen we het aantal uitgevoerde betalingen tijdens die maand, indieningsmaand genoemd. Tijdens een indieningsmaand kunnen meerdere betalingen voor één persoon verricht worden. Een betaling kan immers betrekking hebben op een maand in het verleden. De maand waarop een betaling betrekking heeft wordt refertemaand genoemd. De RVA-betaalstatistieken zijn gebaseerd op de indieningsmaand, niet op de refertemaand. Het begrip fysieke eenheden verwijst dus niet naar het aantal betaalde personen.

Voorbeeld:

De heer Jansen heeft voor de (referte)maanden april en mei 2016 recht op een bedrag van 700 €, respectievelijk  630 €. Zijn uitbetalingsinstelling dient beide betalingen in bij de RVA in mei 2016. In de betaalstatistieken van mei 2016 zal men beide betalingen opnemen. Men telt dus 2 fysieke eenheden (betalingen), hoewel het hier maar 1 persoon betreft. 

De gemiddelden per trimester en per jaar worden berekend door de som van het aantal fysieke eenheden per maand voor de periode in kwestie te delen door respectievelijk 3 en 12, ook als een bepaalde maatregel pas in de loop van het trimester of jaar in voege kwam.

Budgettaire eenheden

In sommige statistieken worden de gegevens in budgettaire eenheden uitgedrukt. Deze eenheid geeft weer in welke mate de betaling “weegt” op het budget. Het budgettaire belang van een betaling (fysieke eenheid) wordt immers bepaald door het aantal vergoede dagen. Zo bv. zal de betaling voor een tijdelijk werkloze die recht heeft op 5 dagen veel minder wegen op de totale uitgaven van de maand dan een betaling voor een volledig werkloze die recht heeft op 26 dagen.

Per betaling berekent men de budgettaire eenheid als de dagen gedeeld door het aantal vergoedbare dagen van de refertemaand (d.i. alle dagen uitgezonderd de zondagen). Als zodanig komt het aantal budgettaire eenheden ongeveer overeen met het aantal voltijdse equivalenten.

Voorbeeld:

De heer Jansen heeft voor de refertemaanden april en mei 2016 recht op een bedrag van 700 EUR (= 20 dagen * 35 EUR), respectievelijk 630 EUR (= 18 dagen * 35 EUR). Zijn uitbetalingsinstelling dient beide betalingen bij de RVA in mei 2016 in. In de betaalstatistieken van mei 2016 zal men beide betalingen opnemen: 1 betaling met 20 vergoede dagen en 1 betaling met 18 vergoede dagen. De maand mei 2016 telt 27 vergoedbare dagen. De betaling met 20 dagen telt dus als 20 / 27 = 0,74 budgettaire eenheden; de betaling met 18 dagen als 18 / 27 = 0,67 budgettaire eenheden.

Dagen

Het recht op werkloosheidsuitkeringen wordt in principe per dag bepaald. Het maandelijkse bedrag waarop een persoon voor een bepaalde (referte)maand recht heeft, wordt berekend door de dagbedragen te vermenigvuldigen met het aantal vergoedbare dagen. In theorie zijn alle dagen van een maand uitgezonderd de zondagen vergoedbaar, maar in de praktijk kunnen zich situaties voordoen waarbij het recht op werkloosheidsuitkeringen op sommige dagen vervalt. Zo vallen bv. ziektedagen niet ten laste van de werkloosheidsverzekering. Ook dagen waarop men gewerkt heeft zijn niet vergoedbaar. Die dagen moet de werkloze dan aanduiden op zijn controlekaart. Op die manier kan de uitbetalingsinstelling voor elke werkloze het aantal rechtgevende dagen bepalen.

Per betaling maakt men de som van de ingediende dagen.

Voorbeeld:

De heer Jansen heeft voor de (referte)maanden april en mei 2016 recht op een bedrag van 700 EUR (= 20 dagen * 35 EUR), respectievelijk 630 EUR (= 18 dagen * 35 EUR). Zijn uitbetalingsinstelling dient beide betalingen bij de RVA in mei 2016 in. In de betaalstatistieken van mei 2016 zal men beide betalingen opnemen: 1 betaling met 20 vergoede dagen en 1 betaling met 18 vergoede dagen.

Bedragen

Per betaling maakt men de som van de ingediende bedragen.

Voorbeeld:

De heer Jansen heeft voor de refertemaanden april en mei 2016 recht op een bedrag van 700 €, respectievelijk  630 €. Zijn uitbetalingsinstelling dient beide betalingen in bij de RVA in mei 2016. In de betaalstatistieken van mei 2016 zal men beide betalingen opnemen: 1 betaling met een bedrag van 700 € en 1 betaling met een bedrag van 630 €.

Instroom

Methode van de 12 glijdende indieningsmaanden

Men definieert de instroom in indieningsmaand X als het aantal personen die een betaling kregen tijdens indieningsmaand X maar geen betaling ontvingen tijdens de voorgaande 12 indieningsmaanden (periode X-1 tot en met X-12).

Voorbeeld:

Uitstroom

Methode van de 12 glijdende indieningsmaanden

Men definieert de uitstroom in indieningsmaand X als het aantal personen die een betaling krijgen tijdens indieningsmaand X maar geen betaling krijgen tijdens de volgende 12  indieningsmaanden (periode X+1 tot en met X+12).

Voorbeeld:

De heer Jansen die een betaling in januari 2016 ontvangt maar geen betalingen ontvangt tussen februari 2016 en januari 2017, is een uittreder in januari 2017.