Deel C: Bijzondere situaties
Wat moet u doen indien de onthaalouder ingevolge overmacht geen kinderen kan opvangen?
Principe
Wanneer de onthaalouder geen kinderen kan opvangen omwille van overmacht, gaat de dienst na of de gebeurtenis een vorm van overmacht is die vergoedbaar is door de RVA.
In dat verband houdt de dienst rekening met:
- de positieve lijst van situaties van sluiting ingevolge overmacht die aanleiding geven tot toekenning van uitkeringen ten laste van de RVA (gedurende ten hoogste 4 weken); elke situatie wordt voorafgegaan door een code die overgenomen kan worden op het formulier C 220 B;
- de negatieve lijst van situaties van sluiting die geen aanleiding geven tot toekenning van uitkeringen.
Komt een gebeurtenis niet voor op de positieve of de negatieve lijst, dan kan de dienst of de onthaalouder de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA, bevoegd voor de woonplaats van de onthaalouder schriftelijk vragen of deze gebeurtenis een vergoedbare vorm van overmacht uitmaakt. Intussen levert de dienst nog geen formulier C220B af.
Vergoedbare sluiting
Werkwijze
Indien de gebeurtenis voorkomt op de positieve lijst of indien er een positieve beslissing is van het werkloosheidsbureau van de RVA, zijn de betrokken dagen (beperkt tot maximum 4 weken) vergoedbaar door de RVA.
Deze dagen worden dan niet vermeld in het RSZ(PPO) rekenblad als sluitingsdagen (behalve indien er tevens een andere reden van sluiting is, bvb. ziekte van de onthaalouder).
In rubriek II van het formulier C220B wordt
- ofwel melding gemaakt van de positieve code (opgenomen in volgend punt, bvb. PA1) van de gebeurtenis die overmacht uitmaakt + de periode (de dienst bevestigt zo de echtheid van de gebeurtenis en beschikt zonodig over bewijsstukken, bvb. medisch attest);
- ofwel verwezen naar een bijgevoegd attest van het werkloosheidsbureau van de RVA waaruit de erkenning van de overmacht blijkt.
Positieve lijst
PA1. | brand, overstroming, beperkt tot ten hoogste 4 weken |
PB1. | er geldt een verbod op kinderen op te vangen ingevolge besmettelijke ziekte van gezinslid onthaalouder: de betreffende periode, beperkt tot ten hoogste 4 weken | PB2. | overlijden echtgenoot, samenwonende partner, kind: 10 dagen, (schoon)ouder, stiefouder: 3 dagen | PB3. | overlijden van de navermelde persoon die bij de onthaalouder inwoont: (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootouder, (achter)kleinkind, schoonzoon of -dochter: 2 dagen | PB4. | overlijden van de navermelde persoon die niet bij de onthaalouder inwoont: (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootouder, (achter)kleinkind, schoonzoon of -dochter: 1 dag | PB5. | vaderschapsverlof of adoptieverlof voor de onthaalhouder: 3 dagen |
PC1. | bijwonen van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter | PC2. | deelname aan een juryPC3. | oproeping als getuige voor de rechtbank |
PD1. | opvang is niet mogelijk gezien ziekte (volgens medisch attest) of hospitalisatie van duo-onthaalouder bij wie opvang plaats vindt, gedurende de eerste 4 weken |
PE1. | opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, voor zover het onderzoek heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft: gedurende de eerste 4 weken. |
Niet vergoedbare sluiting
Werkwijze
Indien de gebeurtenis voorkomt op de negatieve lijst of indien er een negatieve beslissing is van het werkloosheidsbureau van de RVA, zijn de betrokken dagen niet vergoedbaar door de RVA.
Deze dagen worden dan in het rekenblad vermeld, overeenkomstig de afspraak met de onthaalouder, als slutingsdagen vermeld in kolom "sluiting met sociale rechten" (beperkt tot 20 dagen per jaar) of "sluiting zonder sociale rechten"
Aantal | Aantal | Aantal | Aantal | Aantal | Aantal | Aantal | Waarschuwing overschrijding |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Feestdag | sluiting + DS (verlof) | sluiting - DS (verlof) | Ziekte | Moederschap | Arbeidsongeval | Beroepsziekte | |
OK | |||||||
OK | |||||||
OK |
In rubriek II van het formulier C220B wordt geen melding gemaakt van de gebeurtenis.
Negatieve lijst
externe onmogelijkheid
- brand, overstroming, na de eerste 4 weken
Inactiviteit die verband houdt met onthaalouder
- ziekte onthaalouder, niet vergoedbaar wegens niet voleindigen van 6 maanden wachttijd
- moederschapsrust onthaalouder, niet vergoedbaar wegens niet voleindigen van 6 maanden wachttijd
- onthaalouder is volgens medisch attest verminderd arbeidsgeschikt, waardoor opvang sommige kinderen wordt geweigerd (bv. rugklachten)
- sluiting wegens eigen vakantie, feestdagen of vrije dagen
- verplichte vorming als onthaalouder
- doktersbezoek van onthaalouder
Inactiviteit ingevolge familiale factoren
- er geldt een verbod op kinderen op te vangen ingevolge besmettelijke ziekte van gezinslid onthaalouder, na de eerste 4 weken.
- ziekte van gezinslid onthaalouder, zonder verbod uitoefening activiteit
- huwelijk van onthaalouder of van familielid van onthaalouder
- plechtige communie van een kind, familiefeest
Inactiviteit ingevolge duo-opvang
- opvang is niet mogelijk gezien duo-onthaalouder bij wie opvang plaats heeft verlof neemt
- opvang is niet mogelijk gezien moederschapsverlof van duo-onthaalouder bij wie opvang plaats heeft
Inactiviteit ingevolge diverse factoren
- opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, voor zover het onderzoek heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft, na de eerste 4 weken.
- opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, indien het onderzoek (nog) niet heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft.
Wat moet u doen wanneer de onthaalouder een gehandicapt kind opvangt?
Problematiek
De onthaalouder die een gehandicapt kind opvangt, krijgt 1,5 vergoeding in plaats van 1 vergoeding voor een niet-gehandicapt kind. Toch telt het gehandicapte kind slechts als 1 aanwezig kind. Zo kan een onthaalouder erkend voor 3 kinderen, die 1 gehandicapt kind opvangt, nog 2 andere kinderen opvangen. In sommige gevallen van zeer zware handicaps, kan de dienst het aantal kinderen echter beperken en aldus beslissen dat, hoewel de onthaalouder erkend is voor 3 kinderen, zij naast het gehandicapte kind nog maar 1 ander kind mag opvangen.
Codering
Ongeacht de situatie, moet in de kolom « erkende capaciteit” van het rekenblad het aantal kinderen gecodeerd worden waarvoor de onthaalouder erkend is.
De kolommen « inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit” en “aanpassingen aan het basisrooster” worden ingevuld, rekening houdend met het feit dat het gehandicapte kind meetelt als 1 kind.
De kolommen “reële opvang” worden ingevuld rekening houdend met de verdeling “normale kinderen” “gehandicapte kinderen”
Erkende capaciteit |
erkende |
F | G | H | I | J | K | L | M |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit | Basis-rooster | ||||||
Opvang | Opvang | Opvang | Opvang | Opvang | Opvang | Opvang | |
maandag | dinsdag | woensdag | donderdag | vrijdag | zaterdag | zondag | |
#WAARDE! | |||||||
#WAARDE! | |||||||
#WAARDE! |
N | O | P | Q | R |
---|---|---|---|---|
Vaste aanpassing | Eenmalige aanpassing | |||
Regelmatige opvang | Occasionele opvang | Waarschuwing | ||
OK | ||||
OK | ||||
OK |
Volle dagen | Volle dagen | Halve dagen | Halve dagen |
---|---|---|---|
Normale kinderen | Gehandicapte kinderen | Normale kinderen | Gehandicapte kinderen |
Wat moet u doen in geval van wijziging van de erkende capaciteit bij de onthaalouder?
Problematiek
Het komt voor dat het aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is, stijgt of daalt (soms voor een tijdelijke peridoe, soms voor onbepaalde tijd) en dat deze wijziging plaatsvindt in de loop van een maand. De erkende capaciteit gecodeerd in het rekenblad geldt echter voor het volledige kwartaal. De vraag is dan wanneer deze wijziging moet gecodeerd worden en wat er het gevolg van is voor het afleveren van de formulieren C220B.
Codering
- Indien de erkende capaciteit toeneemt, wordt het nieuwe aantal kinderen waarvoor de opvangouder erkend is, gecodeerd voor het lopende kwartaal. De voor dit kwartaal reeds afgeleverde C220B’s moeten niet herzien worden;
- Indien de erkende capaciteit afneemt, wordt het nieuwe aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is gecodeerd voor het begin van het volgende kwartaal.
Voorbeeld
Een onthaalouder is erkend om 3 kinderen op te vangen. Vanaf 6 september is zij erkend om 4 kinderen op te vangen. De rubriek “erkende capaciteit” van het RSZ-rekenblad wordt ingevuld, rekening houdend met 4 kinderen voor alle maanden van het lopende kwartaal, dit wil zeggen de maanden juli, augustus en september. Indien de formulieren C220B van de maanden juli en augustus reeds afgeleverd waren op basis van de toelating voor 3 kinderen, moeten zij niet vernietigd en vervangen worden. Indien ze nog niet afgeleverd waren op het ogenblik van de nieuwe toelating, worden zij opgemaakt, rekening houdend met 4 kinderen, overeenkomstig de codering van het rekenblad.
Wat moet u doen in geval van inschrijving bij een onthaalouder en opzeg vóór de aanvang van de voorziene opvang?
Problematiek
Wanneer een kind ingeschreven is bij een onthaalouder voor opvang die later moet beginnen en de ouders, vooraleer de voorziene opvang effectief aanvangt (of de dag zelf), opzeggen en de inschrijving van hun kind intrekken, moeten de volgende twee hypothesen bekeken worden:
- ofwel zijn de dienst en/of de onthaalouder meer dan 4 weken voor de voorziene begindatum van de opvang verwittigd, en in dit geval kan de onthaalouder geen opvanguitkeringen voor dit kind genieten;
- ofwel zijn de dienst en/of de onthaalouder minder dan 4 weken voor de voorziene begindatum van de opvang verwittigd, en in dit geval kan de onthaalouder gedurende 4 weken opvanguitkeringen genieten voor dit kind. De dienst neemt het kind dan gedurende 4 weken op in de codering van de ingeschreven capaciteit (IC), vanaf de normaal voorziene begindatum van de opvang. Dit principe kan slechts één keer worden toegepast voor hetzelfde kind.
Wat moet u doen wanneer meerdere onthaalouders samenwerken?
Principe
Wanneer meerdere onthaalouders samenwerken en kinderen opvangen op dezelfde opvangplaats, gebeurt de berekening van de opvanguitkeringen voor elk van hen alsof zij afzonderlijk zouden werken.
Ziekte van de onthaalouder bij wie de opvang gebeurt
Wanneer de opvang onmogelijk is omwille van de ziekte (met medisch attest) of de hospitalisering van de onthaalouder bij wie de opvang thuis gebeurt, heeft de onthaalouder die wel arbeidsgeschikt is recht op opvanguitkeringen wegens overmacht gedurende de eerste 4 weken.
De zieke onthaalouder geniet dan weer ziekte-uitkeringen.
Alternatieve berekeningswijze
Indien meerdere onthaalouders samenwerken kan de berekening zoals hierboven voorgesteld ongelijke opvanguitkeringen bij gelijke prestaties opleveren. De volgende alternatieve berekeningswijze komt daaraan tegemoet.
De berekening bestaat uit 2 gedeeltes (hierna A en B genoemd)
A. IC berekening voor alle onthaalouders samen
Dit is het resultaat van alle opvangplannen, zonder toewijzing van welbepaalde kinderen per onthaalouder (fictief is er dus slechts 1 onthaalouder actief voor alle opvangplannen).
M.a.w. = IC van alle ingeschreven kinderen zoals uitgelegd in deze fiches.
B. Berekening per onthaalouder
B1) IC wordt bepaald voor elke onthaalouder, procentueel volgens het totaal aantal dagen waarop de onthaalouders normaal gezien werkzaam zullen zijn in de maand. Er kan hierbij uiteraard geen gebruik worden gemaakt van het rooster in het rekenblad, het resultaat wordt ingebracht in ‘eenmalige aanpassing - regelmatige’.
Het aantal voorziene tewerkstellingsdagen wordt ingebracht in de kolom ‘aanpassing D’.
B2) de berekening gebeurt op de gewone wijze, behalve dat de werkelijke opvang per onthaalouder procentueel verdeeld wordt volgens het aantal effectief gewerkte dagen.
Voorbeeld van berekening:
- Samenwerkingsverband van 3 onthaalouders (alle erkend voor 4 kinderen)
- Maand met 22 dagen (R5) (4 maandagen, 4 dinsdagen, 4 woensdagen, 5 donderdagen, 5 vrijdagen)
- Resultaat van de verschillende opvangplannen:
ma | di | wo | do | vr |
---|---|---|---|---|
9 | 9 | 6 | 10 | 9 |
- onthaalouders F en G werken voltijds, onthaalouder H halftijds (11 dagen in de maand)
- onthaalouder F neemt 1 dag verlof in januari, G is 3 dagen ziek
- Werkelijke opvang = 150
A) IC voor de maand = 191
In het rekenblad (enkel voor de berekening, dus niet over te maken aan RSZ) kan dit nagegaan worden bij inbreng in het basisrooster onder een niet met naam vermelde onthaalouder.
B) berekening per onthaalouder
B1) voor alle onthaalouders samen zijn er 22 + 22 + 11 = 55 tewerkstellingsdagen voorzien.
- Procentuele berekening IC:
- Voor F en G: 22/55x191 = 76,4
- Voor H : 11/55 x 191 = 38,2
Deze resultaten in te brengen in de kolom ‘eenmalige aanpassing – regelmatige opvang’ voor elke betrokken onthaalouder.
B2) F werkte 21 dagen, G werkte 19 dagen, H werkte 11 dagen, in totaal 51 effectieve tewerkstellingsdagen
- Procentueel voor de berekening van de werkelijke opvang:
- F = 41,18% (zijnde 21/51); G 37,25% (zijnde 19/51); H = 21,57% (zijnde 11/51)
- Berekening werkelijke opvang: F = 61,77 (zijnde 150 x 41,18%); G = 55,88 (zijnde 150 x 41,18%); H = 32,35 (zijnde 150 x 21,57%)
- Na inbreng van de verdere gegevens (verlof, ziekte, …) wordt WU op de gewone wijze berekend.
- WU voor F = 21,21, voor G = 19,21, voor H = 11,11