Deel E: Berekening van de opvanguitkering

Wat is het dagbedrag van de opvanguitkering?

Het geïndexeerde dagbedrag van de opvanguitkering is 35,08 euro (op 01.03.2020).

Hoe het maandelijks aantal opvanguitkeringen theoretisch bepalen?

Het aantal opvanguitkeringen wordt berekend op maandbasis door toepassing van de volgende methode:

  • Berekening van het maximum aantal opvangdagen:
    Het maximum aantal kindopvangdagen is het aantal kindopvangdagen dat bereikt zou zijn indien alle kinderen die bij de onthaalouder zijn ingeschreven, aanwezig zouden zijn gedurende de inschrijvingsperiode tijdens de betrokken maand.
  • Berekening van het ontbrekend aantal vergoedbare opvangdagen:
    Het ontbrekend aantal vergoedbare opvangdagen is gelijk aan het maximum aantal opvangdagen min:
  • het aantal effectieve opvangdagen
  • het aantal opvangdagen die niet verzekerd werden ingevolge omstandigheden afhankelijk van de wil van de onthaalouder (bijv. de onthaalouder neemt verlof, wenst geen opvang te verzekeren op een feestdag of een andere dag)
  • het aantal opvangdagen die niet verzekerd werden omdat de onthaalouder arbeidsongeschikt was omwille van ziekte, arbeidsongeval, beroepsziekte of moederschapsrust (voor deze periode kan een uitkering worden aangevraagd bij het ziekenfonds, de arbeidsongevallenverzekeraar of het Fonds voor Beroepsziekten).
  • Berekening van het aantal opvanguitkeringen:
    Het maandelijks aantal opvanguitkeringen is gelijk aan:
    (ontbrekend aantal kindopvangdagen x 1,9)6,33
    de decimalen van het resultaat worden als volgt afgerond:
    minder dan of gelijk aan 0,24 = 0
    van 0,25 < 0,74 : 0,5
    0,75 of meer = 1

Opmerkingen:

  • een volledige opvangdag voor een kind = 1,9 uur RSZ. De vermenigvuldiging van het ontbrekende aantal opvangdagen met 1,9 maakt het mogelijk een fictief aantal uren werkloosheid te bekomen.
  • 6,33 = 1/6 van 38 uur. Het delen van het fictieve aantal werkloosheidsuren door 6,33 maakt het mogelijk het aantal dagen te bekomen dat recht geeft op een opvanguitkering.

Voorbeeld

Een onthaalouder vangt 3 kinderen op van maandag tot vrijdag, gedurende een volledige dag. In de loop van de maand waarvan de gegevens in het onderstaande rooster vermeld zijn, is een kind heel de maand afwezig wegens ziekte en een ander van de 21ste tot de 30ste wegens het verlof van zijn ouders. De onthaalouder neemt vakantie op de 28ste, 29ste en 30ste.

Maandkalender

ma

di

wo

do

vr

za

zo

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

    

Berekening:

maximum aantal kindopvangdagen: 22 x 3 = 66

aantal effectieve kindopvangdagen: 19 + 14 = 33

aantal verloren opvangdagen ingevolge het verlof : 3 x 3 = 9

ontbrekend aantal kindopvangdagen: 66 – 33 – 9 = 24

maandelijks aantal opvanguitkeringen: 24 x 1,9 / 6,33 = 7 (na afronding)

brutobedrag van de uitkering: 35,08 x 7 = 245,56 euro

nettobedrag : 245,56 euro – 10,09 % = 220,78 euro

De opvanguitkering is belastbaar als een vervangingsinkomen en is onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing van 10,09 %, ingehouden door de uitbetalingsinstelling.

Hoe het maandelijks aantal opvanguitkeringen bekomen via het RSZ-rekenblad en het formulier C220B?

Het aantal opvanguitkeringen wordt berekend op maandelijkse basis, in functie van het aantal vergoedbare werkloosheidsuren.

Dit aantal (WU) wordt bekomen door de ingeschreven capaciteit (IC) te verlagen met een fictief aantal uren per aanwezig kind (AU) en een fictief aantal uren niet vergoedbare sluiting (indien de onthaalouder arbeidsongeschikt is of sluit wegens vakantie of feestdagen) op basis van de volgende berekening:

WU = (IC x 1,9 uur) – (AU + FU + VU + ZU + MU + OU + BU).

Het aantal vergoedbare fictieve werkloosheidsuren wordt via controlefuncties op het RSZ-rekenblad beperkt per trimester, zodat er geen opvanguitkeringen betaald worden indien de onthaalouder, voor dat trimester, het maximum aantal prestaties en/of vergoede gelijkgestelde dagen heeft bereikt..

Het maximum aantal prestaties voor het trimester stemt overeen met (het aantal dagen in het vijfdagenstelsel in de loop van het trimester x het aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is)

De beperking gebeurt door toepassing van de volgende formule: WU laatste maand < of = (aantal dagen in vijfdagenstelsel in de loop van het trimester x het aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is x 1,9) – (AU maand 1 +2 +3) – (ZU, OU, BU, MU maand 1 + 2 + 3 – WU maand 1 + 2).

Het theoretische aantal opvanguitkeringen wordt bekomen door WU te delen door 6,33.

De decimalen van het resultaat worden als volgt afgerond:
minder dan of gelijk aan 0,24 = 0
van 0,25 < 0,74 : 0,5
0,75 of meer = 1

Dit resultaat (eventueel verminderd met het aantal vakjes dat de onthaalouder heeft zwartgemaakt op het formulier C220B in geval van een andere lucratieve activiteit dan haar activiteit als onthaalouder) x het dagbedrag van de opvanguitkering – een voorheffing van 10,09% = het nettobedrag van de opvanguitkeringen