Verlof voor medische bijstand
Wat is de graad van bloedverwantschap?
Om de graad van bloedverwantschap van de werknemer ten opzichte van de persoon die medische bijstand nodig heeft te kennen, moet men steeds teruggaan tot de gemeenschappelijke stamouder.
De bloedverwanten in de 1ste graad zijn de ouders en de kinderen; de bloedverwanten in de 2de graad zijn de grootouders, de kleinkinderen en de broers en zussen.
Wat zijn aanverwanten?
De aanverwantschap is de juridische band die werd gecreëerd door het huwelijk in de strikte zin (en niet door wettelijke of feitelijke samenwoonst), tussen een persoon en de bloedverwanten van zijn echtgeno(o)t(e) EN tussen een persoon en de echtgenoten van zijn aanverwanten.
De aanverwanten in de 1ste graad:
- de schoonouders;
- de stiefouders;
- de stief- en schoonkinderen;
De aanverwanten in de 2de graad:
- de broers en zussen van zijn echtgeno(o)t(e);
- de echtgenoten van zijn broers en zussen;
- de echtgenoten van zijn kleinkinderen;
- de kleinkinderen van zijn echtgeno(o)t(e);
- de grootouders van de echtgeno(o)t(e);
- de echtgenoten van de grootouders.
Voor wie kan een werknemer die wettelijk samenwoont verlof voor medische bijstand vragen?
Er bestaan 2 types van samenwoning: enerzijds de “wettelijke samenwoning” als de de toestand van samenleven van twee personen zoals geregeld door het Burgerlijk Wetboek en wat verplichtingen en rechten met zich meebrengt en anderzijds de feitelijke samenwoning die geen verplichtingen en rechten met zich meebrengt.
Deze tabel geeft aan wat een werknemer in samenwoning kan nemen als verlof voor medische bijstand in functie van de soort samenwoning en zijn sector.
| Wettelijke samenwoning | Feitelijke samenwoning |
Privésector, provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten + openbare instellingen en verenigingen van publiek recht die ervan afhangen
| · voor zijn wettelijk samenwonende partner en voor de andere personen waarmee hij samenwoont van zijn gezin (die onder hetzelfde dak wonen); · voor zijn eigen bloedverwanten tot de 2de graad (zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, broers en zussen); · voor zijn eigen aanverwanten tot de 1ste graad (de echtgenoten van zijn eigen kinderen (=schoonkinderen) en de echtgenoten van zijn eigen ouders (=stiefouders)); · voor de ouders van zijn wettelijk samenwonende partner; · voor de kinderen van zijn wettelijk samenwonende partner.
| · voor zijn feitelijk samenwonende partner en voor de andere personen waarmee hij samenwoont van zijn gezin (die onder hetzelfde dak wonen); · voor zijn eigen bloedverwanten tot de 2de graad (zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, broers en zussen); · voor zijn eigen aanverwanten tot de 1ste graad (de echtgenoten van zijn eigen kinderen (=schoonkinderen) en de echtgenoten van zijn eigen ouders (=stiefouders));
|
Andere sectoren | · voor zijn wettelijk samenwonende partner en voor de andere leden van zijn gezin (die onder hetzelfde dak wonen); · voor zijn eigen bloedverwanten tot de 2de graad (zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, broers en zussen); · voor zijn eigen aanverwanten tot de 2de graad (de echtgenoten van zijn eigen kinderen (=schoonkinderen), de echtgenoten van zijn eigen ouders (=stiefouders), de echtgenoten van zijn kleinkinderen, de echtgenoten van zijn grootouders en de echtgenoten van zijn broers en zussen). |
· voor de kinderen van zijn wettelijk samenwonende partner.
In de andere sectoren kan iemand die wettelijk samenwoont verlof voor medische bijstand aanvragen:
· voor zijn wettelijk samenwonende partner en voor de andere leden van zijn gezin (die onder hetzelfde dak wonen);
· voor zijn eigen bloedverwanten tot de 2de graad (zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, broers en zussen);
· voor zijn eigen aanverwanten tot de 2de graad (de echtgenoten van zijn eigen kinderen (=schoonkinderen), de echtgenoten van zijn eigen ouders (=stiefouders), de echtgenoten van zijn kleinkinderen, de echtgenoten van zijn grootouders en de echtgenoten van zijn broers en zussen).
Wat moet de behandelend arts attesteren?
In de privésector en voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, moet uit het attest van de behandelend arts blijken dat de zorgbehoefte effectief een volledige onderbreking, een vermindering met 1/5 of tot de helft vereist, naast de eventuele professionele bijstand waarop de patiënt kan rekenen, wanneer het verlof voor medische bijstand gevraagd wordt voor iemand anders dan voor zijn zwaar ziek minderjarig kind, een zwaar ziek minderjarig kind dat deel uitmaakt van het gezin of zijn minderjarig gehospitaliseerd kind,
In de andere sectoren moet op het attest van de behandelend arts van de patiënt vermeld staan dat de werknemer bereid is om bijstand te verlenen of zorgen te verstrekken aan de ernstig zieke patiënt.
Wat houdt de flexibilisering van de voltijdse medische bijstand in?
Mits de werkgever akkoord gaat, kan de werknemer voor kortere periodes, dan de minimumduur van één maand, medische bijstand nemen. In geval van volledige onderbreking kan de periode worden ingekort tot 1 week, 2 weken of 3 weken. De flexibilisering is niet mogelijk bij een gedeeltelijke onderbreking.
Verdere informatie over de flexibelere opname kan je terugvinden op het infoblad T18 Verlof voor medische bijstand (rva.be)