Wanneer moeten de uitkeringen terugbetaald worden?

T82

Laatste update : 1.11.2023

Wanneer moeten de uitkeringen terugbetaald worden?

Principe

Elke onrechtmatig ontvangen som moet worden terugbetaald.

Uitzonderingen

Vergissing van het werkloosheidsbureau

Indien u onrechtmatig werkloosheidsuitkeringen werden toegekend, en dit uitsluitend gebeurde wegens een vergissing van het werkloosheidsbureau, hoeft u de onverschuldigde uitkeringen die u heeft ontvangen vóór de beslissing van de directeur om u voor de toekomst geen uitkeringen meer toe te kennen, niet terug te betalen:

  • behalve indien u de onverschuldigde uitkeringen te kwader trouw hebt bijgehouden;
  • behalve indien de directeur de beslissing tot herziening heeft genomen binnen de drie maanden nadat uw uitbetalingsinstelling de verkeerde beslissing van het werkloosheidsbureau heeft ontvangen.
Goede trouw

De terugvordering wordt beperkt tot de laatste 150 dagen indien u bewijst dat u de uitkeringen waarop u geen recht had, te goeder trouw hebt ontvangen.

Het niet of het onvoldoende kennen van de reglementering is in principe geen voldoende grond om deze beperking van de terugvordering te bekomen. Bovendien kan de beperking van de terugvordering tot de laatste 150 dagen ten onrechte genoten uitkeringen u niet worden toegekend indien u werkloosheidsuitkeringen hebt gecumuleerd met uitkeringen die werden toegekend krachtens een andere sociale zekerheidsregeling (bij voorbeeld, indien u werkloosheidsuitkeringen hebt gecumuleerd met ziekte-uitkeringen).

De directeur kan de terugvordering beperken tot het bedrag van de niet-cumuleerbare inkomsten die de werkloze genoten heeft ingeval van goede trouw of wanneer de overtreding enkel aanleiding gaf tot een verwittiging.

Verjaring

De RVA beschikt over een termijn van 3 jaar om een administratieve beslissing te nemen waarbij de terugbetaling van de onrechtmatig ontvangen werkloosheidsuitkeringen wordt bevolen.

Deze termijn van 3 jaar wordt op 5 jaar gebracht wanneer de onrechtmatige betaling het gevolg is van bedrog door de werkloze.

De termijn van 3 jaar gaat in op de 1ste dag van het kalenderkwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de onverschuldigde uitkeringen werden betaald. 

Voorbeeld: de terugvordering van de onverschuldigde uitkeringen die werden betaald in april 2017, verjaart op 1 juli 2020.

De termijn van 5 jaar gaat in op de dag waarop de RVA de fraude te weten komt.

Wanneer de beslissing eenmaal is genomen en aan de werkloze betekend, beschikt de RVA over een termijn van 10 jaar, te rekenen vanaf de administratieve beslissing die de terugvordering van de onrechtmatig ontvangen sommen beveelt, om dit ten onrechte ontvangen bedrag daadwerkelijk in te vorderen.

Procedure

Indien u sommen aan de RVA moet terugbetalen, zult u een ingebrekestelling ontvangen waarin het exacte bedrag van de terug te betalen som staat vermeld, samen met een overschrijvingsformulier om dit bedrag in één keer terug te betalen.

Terugbetalingsfaciliteiten

Indien u dit bedrag onmogelijk in één keer kunt terugbetalen omwille van uw financiële situatie, kunt u aan de directeur van het werkloosheidsbureau vragen om de terugbetaling te spreiden. Hiertoe vult u het formulier "Aanvraag voor een afbetalingsplan" in dat u samen met de ingebrekestelling hebt ontvangen en bezorgt dit aan het werkloosheidsbureau. Al naargelang het geval zal de directeur van het werkloosheidsbureau:

  • ofwel, de terugbetalingsfaciliteiten ambtshalve aanvaarden;
  • ofwel, op basis van uw financiële toestand onderzoeken of u in aanmerking komt voor de terugbetalingsfaciliteiten. In dat geval zal hij samen met u het bedrag van de periodieke terugbetalingen vastleggen.

Ontheffing door het Beheerscomité

Het Beheerscomité van de RVA kan afzien van de terugvordering van alle of van een gedeelte van de terug te betalen sommen, meer bepaald in de volgende gevallen:

  • wanneer het totale jaarlijkse bedrag van de bestaansmiddelen, ongeacht hun aard of hun oorsprong, niet meer bedraagt dan 12 898,17 EUR. Het betreft zowel uw bestaansmiddelen als die van uw echtgeno(o)t(e) of partner. Er wordt eveneens rekening gehouden met de bestaansmiddelen van uw andere gezinsleden indien ze daadwerkelijk voor de noden van het gezin worden gebruikt;
  • wanneer uw onvermogen vaststaat;
  • wanneer u provisionele werkloosheidsuitkeringen hebt ontvangen en u, vanwege de toestand van uw werkgever, het vonnis niet kunt laten uitvoeren waarbij uw werkgever wordt veroordeeld tot de betaling van een verbrekingsvergoeding;
  • in geval van overlijden en van deficitaire nalatenschap.

De ontheffing moet bij uw werkloosheidsbureau worden aangevraagd (per brief, per telefoon of door aanmelding ter plaatse). U zult dan een formulier C57 ontvangen dat u moet invullen en binnen een termijn van twee maanden terugsturen.