U werd ontslagen zonder opzeg- of verbrekingsvergoeding?

T43

Laatste update : 30.12.2010

Hebt u recht op werkloosheidsuitkeringen?

Een werknemer die recht heeft op een vergoeding wegens beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, heeft geen recht op werkloosheidsuitkeringen tijdens de periode die gedekt is door deze vergoeding.

Wanneer de werknemer in geval van ontslag (of sluiting of faillissement van de onderneming) de verbrekings- of schadevergoeding waarop hij recht heeft niet of slechts gedeeltelijk heeft ontvangen, kan hij onder bepaalde voorwaarden voorlopig werkloosheidsuitkeringen ontvangen teneinde te vermijden dat hij zonder inkomen komt te vallen tijdens de periode die normalerwijze door deze vergoeding zou moeten gedekt zijn.

Wat zijn de voorwaarden om voorlopige uitkeringen te verkrijgen?

Er kunnen slechts voorlopige werkloosheidsuitkeringen worden toegekend, wanneer u de gewone toelaatbaarheids- en toekenningsvoorwaarden vervult. Daarenboven moeten volgende voorwaarden vervuld worden:

  • u moet er zich toe verbinden van uw werkgever de betaling te eisen van de verbrekings- of schadevergoeding, desnoods via gerechtelijke weg
  • u moet er zich toe verbinden de RVA op de hoogte te stellen van elke schuldbekentenis die de werkgever doet of van iedere gerechtelijke beslissing die wordt genomen
  • u moet er zich toe verbinden de ontvangen voorlopige uitkeringen terug te betalen, zodra u de vergoeding wegens contractbreuk heeft ontvangen

Welke formaliteiten moet u vervullen?

U moet bij de aanvraag tot werkloosheidsuitkeringen bij de uitbetalingsinstelling van uw keuze een formulier C4.2 rubriek II invullen, waarbij u de verbintenissen, zoals hoger weergegeven, onderschrijft.

Daarnaast moet u een formulier C 4.2bis invullen; dit is een overdracht ten gunste van de RVA van uw schuldvordering tegen uw ex-werkgever.

Binnen het jaar volgend op de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst moet u het bewijs leveren dat u, bij gebrek aan een minnelijke regeling met uw werkgever, een rechtsvordering heeft ingesteld bij het bevoegde gerecht.

U moet dit bewijs niet leveren in geval van faillissement of van sluiting van de onderneming. In dat geval moet u een aangifte van schuldvordering indienen bij de handelsrechtbank die het faillissement heeft uitgesproken. U moet tevens een aanvraag tot tegemoetkoming indienen via een formulier BC901 bij het Fonds voor Sluiting van de Ondernemingen (FSO).

Welke beslissing wordt er genomen?

Het Werkloosheidsbureau zal u in kennis stellen dat u de voorwaarden vervult om voorlopige werkloosheidsuitkeringen te ontvangen door middel van een formulier C29.6.

Uw ex-werkgever (in geval van sluiting of faillissement is dit de curator en het FSO) wordt in kennis gesteld van de overdracht van schuldvordering.

Wanneer moeten de provisionele werkloosheidsuitkeringen terugbetaald worden?

De voorlopige uitkeringen zullen (na u gehoord te hebben in uw verweermiddelen) teruggevorderd worden voor de periode die gedekt had moeten zijn door de verbrekings- of schadevergoeding.

In principe zal de werkgever, ingevolge de overdracht van de schuldvordering, bij de uitbetaling van de vergoeding het bedrag aan voorlopige werkloosheidsuitkeringen dat werd uitbetaald tijdens de periode gedekt door de vergoeding, inhouden en rechtstreeks aan de RVA overmaken; is dit niet gebeurd, dan zal de RVA deze uitkeringen van u terugvorderen.

Indien u zich bij minnelijke regeling akkoord heeft verklaard met een vergoeding lager dan de wettelijke minima, zullen (na u gehoord te hebben in uw verweermiddelen) niet alleen de uitbetaalde werkloosheidsuitkeringen teruggevorderd worden voor de periode gedekt door de overeengekomen vergoeding, maar tevens voor de periode waarvoor u nog aanspraak had kunnen maken, indien de wettelijke minima waren gerespecteerd.

Het FSO zal op het ogenblik van de uitbetaling van de tegemoetkomingen de provisionele werkloosheidsuitkeringen voor de periode overeenstemmend met de verbrekingsvergoeding, automatisch in mindering brengen.

U behoudt definitief de voorlopige uitkeringen.

U bent niet verplicht hoger beroep aan te tekenen tegen dit vonnis. Doet u dit toch dan zal pas een beslissing door de RVA genomen worden nadat de gerechtelijke procedure definitief is beëindigd.

Indien volgens de uitspraak van de Arbeidsrechtbank blijkt dat u in feite ontslagen werd wegens een dringende reden, kan u een tijdelijke schorsing van uw werkloosheidsuitkeringen voor de toekomst opgelegd worden (na u gehoord te hebben in uw verweermiddelen).