Moet u als werkloze in België verblijven?

T99

Laatste update : 2.08.2021

Principe

Om uitkeringen te genieten moet u uw hoofdverblijfplaats in België hebben en er ook werkelijk verblijven.

Tijdens uw vakantie mag u in het buitenland verblijven gedurende maximum 24 dagen (4weken) per jaar.

U mag ook in het buitenland verblijven indien u een uitdrukkelijke vrijstelling geniet van de verplichting om in België te verblijven, bvb. om in het buitenland een dienstbetrekking te zoeken of een opleiding te volgen. 

U mag echter meer dan 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven:

  • wanneer u een gewone werkloze bent van meer dan 60 jaar en u de maxi-vrijstelling voor oudere werkloze geniet zoals die bestond vóór 01.01.2015
  • wanneer u een werkloze met bedrijfstoeslag bent van meer dan 60 jaar en behoort tot één van de volgende groepen :
    • u was werkloze in SWT op 31.12.2014;

of

    • u was ontslagen in het kader van een algemeen stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vóór 01.01.2015;

of

    • u was ontslagen in het kader van een erkenning van uw bedrijf als zijnde in moeilijkheden of in herstructurering, als de erkenning dateert van vóór 09.10.2014.

De in dit infoblad beschreven procedure is dus niet op u van toepassing

U moet echter uw hoofdverblijfplaats in België steeds behouden. Dat betekent dat u effectief gedurende het grootste deel van het jaar in België verblijft. U mag dus niet definitief naar het buitenland verhuizen.

Hoe wordt uw verblijf in België gecontroleerd?

U ontvangt een formulier C66bis

De RVA stuurt elke maand naar een aantal werklozen een brief, het formulier-verblijfsbewijs C66bis.

In deze brief wordt u gevraagd zich persoonlijk aan te melden bij uw gemeentebestuur of bij het werkloosheidsbureau van de RVA. Het is de bedoeling door deze aanmelding na te gaan of u effectief in België verblijft.

U mag vrij kiezen of u zich bij het gemeentebestuur of bij de RVA aanbiedt. Indien u net verhuisd bent, mag u kiezen om zich aan te melden bij uw oude of bij nieuwe gemeente.

De aanmelding moet gebeuren binnen de 7 dagen na de verzending van de brief door de RVA. De laatste dag waarop u zich kan aanmelden staat uitdrukkelijk in de brief vermeld.

U meldt zich aan bij de gemeente of bij de RVA

Neem uw identiteitskaart en de brief van de RVA (formulier-verblijfsbewijs C66bis) mee wanneer u zich aanmeldt bij uw gemeentebestuur of bij de RVA.

De ambtenaar zal:

  • uw identiteit controleren aan de hand van uw identiteitskaart
  • op het formulier-verblijfsbewijs C66bis de datum vermelden waarop u zich persoonlijk hebt aangemeld
  • het formulier-verblijfsbewijs C66bis afstempelen en ondertekenen.

Indien de diensten van de gemeente of de RVA gesloten waren op één of meer dagen die onmiddellijk voorafgaan aan de dag waarop u zich hebt aangemeld, dan zal de ambtenaar dit ook op het formulier-verblijfsbewijs C66bis vermelden (behalve als de sluitingsdagen samenvallen met het weekend of wettelijke feestdagen).

U bezorgt het formulier C66bis aan uw uitbetalingsinstelling

Nadat u zich bij uw gemeentebestuur of bij de RVA hebt aangemeld, bezorgt u het ingevulde formulier-verblijfsbewijs C66bis aan uw uitbetalingsinstelling. Indien u een papieren controlekaart gebruikt,doet u dit bij voorkeur samen met uw controlekaart. Opgelet: uw controlekaart mag ten vroegste op het einde van de maand ingediend worden!

Wat moet u doen indien u aan het werk bent of ziek?

U bent minder dan 4 weken aan het werk of ziek

Meld u persoonlijk aan bij uw gemeentebestuur of bij de RVA met uw identiteitskaart en het formulier-verblijfsbewijs C66bis op de eerste werkdag volgend op de arbeid of ziekte. Het gemeentebestuur of de RVA zal het formulier invullen.

Daarna bezorgt u het ingevulde formulier-verblijfsbewijs C66bis aan uw uitbetalingsinstelling. Indien u een papieren controlekaart gebruikt, doet u dit bij voorkeur samen met uw controlekaart. Op uw controlekaart moet u uw arbeid en/of uw ziekte vermelden. Opgelet: uw controlekaart mag ten vroegste op het einde van de maand ingediend worden!

U bent 4 weken of langer aan het werk of ziek

Indien u op het einde van de periode van arbeid (vermeld op een formulier C4) of ziekte (vermeld op een formulier C6) geen nieuwe baan hebt gevonden, neemt u contact op met uw uitbetalingsinstelling om een uitkeringsaanvraag in te dienen. U moet zich opnieuw laten inschrijven als werkzoekende bij de VDAB, ACTIRIS, ADG of de FOREM, tenzij u van de inschrijvingsverplichting bent vrijgesteld. U moet zich in dit geval niet meer aanmelden bij uw gemeentebestuur of bij de RVA.

Indien u over geen formulier C4 of C6 in verband met de onderbreking van uw werkloosheidsperiode door arbeid of ziekte beschikt (u werkte voor eigen rekening of werd niet vergoed tijdens uw ziekteperiode), dan moet u bovendien de formaliteiten uit het vorige punt naleven (U bent minder dan 4 weken aan het werk of ziek).

Wat moet u doen indien u terugkomt uit vakantie?

Als werkloze hebt u recht op 24 dagen (4 weken) vakantie per jaar. Op uw controlekaart moet u de letter V vermelden voor de vakantieperiode.

Indien u terugkomt uit vakantie en vaststelt dat de datum waarop u zich ten laatste moest aanmelden volgens het formulier-verblijfsbewijs C66bis reeds voorbij is, meldt u zich op de eerste werkdag volgend op uw vakantie, persoonlijk aan bij uw gemeentebestuur of bij de RVA met uw identiteitskaart en het formulier-verblijfsbewijs C66bis. Het gemeentebestuur of de RVA zal het formulier invullen.

Daarna bezorgt u het ingevulde formulier-verblijfsbewijs C66bis aan uw uitbetalingsinstelling. Indien u een papieren controlekaart gebruikt, doet u dit bij voorkeur samen met uw controlekaart. Opgelet: uw controlekaart mag ten vroegste op het einde van de maand ingediend worden!

Wat moet u doen indien u zich om een andere reden niet tijdig kan aanmelden?

Het kan zijn dat u zich om een andere reden dan arbeid, ziekte of vakantie, niet tijdig hebt aangemeld bij uw gemeentebestuur of de RVA, bvb. omdat u intussen verhuisde, u een opleiding volgde, In deze gevallen, meldt u zich zo snel mogelijk persoonlijk aan bij uw gemeentebestuur of bij de RVA met uw identiteitskaart en het formulier-verblijfsbewijs C66bis. Het gemeentebestuur of de RVA zal het formulier invullen.

Indien u uw afwezigheid kan rechtvaardigen dan vermeldt u dit op het formulier-verblijfsbewijs C66bis en voegt u bij dit formulier de eventuele attesten die deze rechtvaardiging aantonen.

U bezorgt het ingevulde formulier-verblijfsbewijs C66bis en de eventuele attesten aan uw uitbetalingsinstelling. Indien u een papieren controlekaart gebruikt, doet u dit bij voorkeur samen met uw controlekaart. Opgelet: uw controlekaart mag ten vroegste op het einde van de maand ingediend worden!

U neemt bovendien persoonlijk contact op met uw uitbetalingsinstelling. De uitbetalingsinstelling zal nagaan of er een aanvraag tot erkenning van de rechtvaardiging voor de laattijdige aanmelding moet ingediend worden bij de RVA, of u een nieuwe uitkeringsaanvraag moet indienen en of u zich opnieuw moet inschrijven als werkzoekende.

Welke zijn de gevolgen indien u zich niet of te laat aanmeldt?

Indien u zich niet of niet tijdig aanmeldt bij uw gemeentebestuur of bij de RVA en uw eventuele rechtvaardiging niet door de RVA wordt aanvaard, dan zal u tijdelijk het recht op uitkeringen verliezen.

Vanaf wanneer zal u niet langer uitkeringen ontvangen?

U zal geen uitkeringen meer ontvangen vanaf de dag volgend op de dag waarop u zich volgens het formulier-verblijfsbewijs C66bis ten laatste moest aanmelden.

Wanneer zal u terug uitkeringen kunnen ontvangen?

U zal terug uitkeringen kunnen krijgen vanaf de dag waarop u zich laattijdig hebt aangemeld.

Indien u 4 weken of langer geen uitkeringen ontving, moet u bovendien een uitkeringsaanvraag indienen en u opnieuw inschrijven als werkzoekende, tenzij u van de inschrijvingsverplichting bent vrijgesteld. Contacteer in dit geval uw uitbetalingsinstelling.

Indien u 4 weken of meer als loontrekkende hebt gewerkt (vermeld op een formulier C4) of tijdens een ziekteperiode vergoed werd (vermeld op een formulier C6), moet u zich niet meer aanmelden bij uw gemeentebestuur of bij de RVA, maar enkel een uitkeringsaanvraag indienen en u opnieuw inschrijven als werkzoekende, tenzij u van de inschrijvingsverplichting bent vrijgesteld. Contacteer ook in dit geval uw uitbetalingsinstelling.