Welke formaliteiten moet u vervullen tijdens uw werkloosheid?
Inhoud van deze pagina
T78
Laatste update : 1.01.2015
Er vindt een wijziging plaats in uw persoonlijke situatie of uw gezinssituatie?
Iedere wijziging die zich voordoet:
- hetzij in uw persoonlijke toestand;
- hetzij in de toestand van een lid van uw gezin of van gelijk wie die met u onder hetzelfde dak woont.
bijvoorbeeld:
- u verhuist;
- u woont samen met een zelfstandige;
- uw partner begint te werken;
- uw samenwonende broer of zus wordt zelfstandig;
- uw samenwonende ouders worden gepensioneerd;
- uw samenwonend kind wordt werkloze.
moet zo snel mogelijk bij uw uitbetalingsinstelling worden aangegeven (eventueel bij een andere plaatselijke afdeling van uw uitbetalingsinstelling in geval van een verhuizing - bij uw nieuwe uitbetalingsinstelling in geval van verandering van uitbetalingsinstelling).
Als u deze formaliteit niet naleeft, kunnen sancties tegen u worden genomen.
U heeft bijvoorbeeld een onjuiste aangifte gedaan en daardoor wordt u ten onrechte de hoedanigheid van werknemer met gezinslast of van alleenwonende toegekend: u loopt het risico uw recht op uitkeringen gedurende minimum 4 weken te verliezen en de te veel ontvangen uitkeringen te moeten terugbetalen.
Indien u verhuist, moet u eveneens de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, ACTIRIS, ADG of FOREM) van uw nieuw adres op de hoogte brengen. Indien u verhuist naar een gemeente van een ander gewest, moet u die kennisgeving doen binnen 8 dagen volgend op uw verhuizing.
Bent u ziek tijdens uw werkloosheid?
Om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten, moet de werkloze arbeidsgeschikt zijn. Indien u ziek bent tijdens uw werkloosheid kunt u geen werkloosheidsuitkeringen genieten, maar wel ziekte-uitkeringen, op voorwaarde dat u binnen de 48 uur een medisch getuigschrift stuurt naar uw ziekenfonds. In dat geval moet u eveneens door uw uitbetalingsinstelling het inlichtingenblad laten invullen dat u zal krijgen van uw ziekenfonds.
U moet de letter « Z » vermelden in de overeenstemmende vakjes van uw papieren of elektronische controlekaart. Indien u de volgende maand(en) nog steeds ziek bent, dan moet u geen controlekaart meer bijhouden.
Aan het einde van de ziekteperiode moet u:
- een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen bij uw uitbetalingsinstelling indien uw werkloosheid werd onderbroken gedurende ten minste 4 weken.
- Deze aanvraag moet in principe worden ingediend met een formulier C 6 dat door uw ziekenfonds wordt afgeleverd en ingevuld. U moet tevens zelf een gedeelte van dit formulier invullen.
- Indien uw werkloosheid werd onderbroken gedurende ten minste vier weken, maar de ziekteperiode niet zo lang duurt, dan volstaat de indiening van een formulier C 109 (persoonlijke werkloosheidsverklaring) dat u zelf hebt ingevuld.
- moet u zich opnieuw inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, ACTIRIS, FOREM), behalve indien u hiervan vrijgesteld bent.
Indien uw ziekte eindigt naar aanleiding van een beslissing inzake arbeidsgeschiktheid genomen door de geneesheer van het ziekenfonds of van het RIZIV en u het niet eens bent met deze beslissing,
dan kunt u een formulier C 6 indienen via uw uitbetalingsinstelling en voorlopige werkloosheidsuitkeringen genieten op voorwaarde dat u beroep instelt tegen de geschiktheidsbeslissing bij de arbeidsrechtbank.
U behoudt de voorlopige werkloosheidsuitkeringen gedurende de volledige duur van de gerechtelijke procedure.
Indien aan het einde van de gerechtelijke procedure blijkt dat u arbeidsgeschikt bent, mag u de voorlopige uitkeringen definitief behouden. Indien u in het gelijk wordt gesteld en u dus wordt erkend als zijnde arbeidsongeschikt, dan zullen de voorlopige werkloosheidsuitkeringen die u hebt ontvangen, teruggevorderd worden bij uw ziekenfonds voor het bedrag van de achterstallen inzake ziekte-uitkeringen waarop u recht hebt. Het eventuele saldo zal bij u worden teruggevorderd, tenzij de directeur van het werkloosheidsbureau afziet van deze terugvordering.
Uw werkloosheid wordt onderbroken?
In alle gevallen van onderbreking van de werkloosheid, moet u op uw papieren of elektronische controlekaart duidelijk de reden van de onderbreking aangeven (indien de onderbreking zich echter over een hele maand uitstrekt, moet u voor die maand geen controlekaart bijhouden).
Het is van belang de onderrichtingen op/bij de controlekaart aandachtig te lezen. Vergeet in het bijzonder niet het overeenstemmende vakje van uw controlekaart zwart te maken alvorens het werk te beginnen.
De niet-naleving van deze verplichtingen kan aanzienlijke sancties meebrengen (uitsluiting van het recht op uitkeringen gedurende meerdere weken, terugbetaling van de ontvangen uitkeringen, er kunnen u zelfs geldboetes of/en gevangenisstraf opgelegd worden door een stratrechter).
Wanneer moet u een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen?
- indien u uw werkloosheid gedurende ten minste 28 dagen onderbreekt;
- na een periode van weigering, uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, zelfs indien deze periode minder dan 4 weken heeft geduurd;
In de twee voornoemde situaties moet u zich eveneens opnieuw inschrijven als werkzoekende bij de VDAB, ACTIRIS, de ADG of de FOREM binnen een termijn van 8 dagen vanaf de aanvraag; - in geval van deeltijdse werkhervatting, indien u het statuut van deeltijds werknemer met behoud van rechten wenst te verkrijgen;
- in geval van tijdelijke werkloosheid bij de eerste effectieve werkloosheidsdag in elke referentieperiode die aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het daarop volgend jaar;
- indien u de integratie-uitkering (doorstromingsprogramma) of de werkuitkering (activa) aanvraagt;
- indien u uitkeringen vraagt in geval van staking of lock-out.
De uitkeringsaanvraag moet steeds ingediend worden bij uw uitbetalingsinstelling.