Cijfers Loopbaanonderbreking, thematische verloven en tijdskrediet - april 2021

De onderbrekingsuitkeringen nemen af met 4,8% op jaarbasis in april 2021 (1)

In april 2021 werden in totaal 237.394 onderbrekingsuitkeringen uitgekeerd in de verschillende stelsels van tijdskrediet (private sector), loopbaanonderbreking (publieke sector) en thematische verloven (private en publieke sector), d.i. 11.846 minder dan in april 2020 (-4,8%). Het gaat om 94.695 uitkeringen voor tijdskrediet (39,9%), 98.922 voor thematische verloven (41,7%) en 43.777 uitkeringen (18,4%) voor loopbaanonderbreking.

Bijna 2/3 van de uitkeringen in het kader van tijdskrediet en loopbaanonderbreking (86.792 eenheden, d.i. 62,7%) betreffen het eindeloopbaanstelsel, waarmee oudere werknemers vóór hun pensioen hun werkregime lichter maken teneinde langer tewerkgesteld te kunnen blijven. De thematische verloven betreffen voor ongeveer 4/5 het ouderschapsverlof (78.838 eenheden, d.i. 79,7%). Het thematisch verlof voor mantelzorgers, dat vanaf september 2020 in werking trad, betreft 59 eenheden.

Verdeling tijdskrediet & loopbaanonderbreking - Tijdskrediet: eindeloopbaan 56.292 Loopbaan-onderbreking: eindeloopbaan 30.500 Tijdskrediet: andere onderbrekingen 38.403 Loopbaan-onderbreking: andere onderbrekingen 13.277 | Totaal - Eindeloopbaan: 62,7% & Andere onderbrekingen: 37,3%	Verdeling thematische verloven: Ouderschaps-verlof 78.838 79,7%, Medische bijstand 19.683 19,9% & Palliatief verlof 342 0,3%

 

Dalingen bij het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking, stijging bij de thematische verloven

Voor het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking noteren we dalingen van respectievelijk 6.025 en 5.956 eenheden (d.i. -6,0% en -12,0%). In verband met het tijdskrediet dient men rekening te houden met de afschaffing van het recht op niet-gemotiveerd tijdskrediet sinds 1 april 2017. De evolutie van de loopbaanonderbreking wordt dan weer beïnvloed door de invoering van het zorgkrediet voor ambtenaren van de Vlaamse openbare sector vanaf 2 september 2016, nadat de bevoegdheid voor deze materie werd overgeheveld naar het gewestelijke niveau in het kader van de Zesde Staatshervorming.

Het aantal uitkeringen voor de thematische verloven neemt daarentegen toe met 0,1% (+135 eenheden). De grootste groep in de thematische verloven, het ouderschapsverlof, evolueert met +1.264 eenheden of +1,6% op jaarbasis. Voor de kleinere stelsels van de medische bijstand en het palliatief verlof noteren we evoluties van respectievelijk -1.263 en +75 eenheden, d.i. -6,0% en +28,1%.

 

 

Variatie op jaarbasis (absolute aantallen): Tijdskrediet -6.025, Thematische verloven +135, Loopbaanonderbreking -5.956 & Totaal -11.846	Variatie op jaarbasis (%): Tijdskrediet -6,0%, Thematische verloven  +0,1%, Loopbaanonderbreking -12,0% & Totaal -4,8%

De vermindering van de werktijd met 1/5 betreft 63,15% van de onderbrekingsuitkeringen

De meerderheid van de onderbrekingsuitkeringen betreft een vermindering van het werkregime met 1/5: 150.853 eenheden, d.i. 63,5%. Vooral bij het tijdskrediet is de onderbreking met 1/5 populair. Het gaat er om 70.992 (75,0%) van de gevallen t.o.v. 56.339 (57,0%) bij de thematische verloven en 23.522 (53,7%) bij de loopbaanonderbreking.

Het aantal voltijdse onderbrekingen is daarentegen vrij beperkt: het gaat om 15.955 of 6,7% van de gevallen (4.037 of 4,3% bij het tijdskrediet, 10.085 of 10,2% bij de thematische verloven en 1.833 of 4,2% bij de loopbaanonderbreking).

Het aantal uitkeringstrekkers met een voltijdse onderbreking neemt in april 2021 af met 11,5% op jaarbasis (-2.069) terwijl de onderbrekingen met 1/5 van de werktijd afnemen met 5,5% (-8.726).

Het aantal uitkeringstrekkers met een onderbreking van 1/10 bedraagt 11.918.

Verdeling volgens onderbrekingsgraad: Tijdskrediet: 1/5 70.992 75,0%, 1/2 19.666 20,8%, Voltijds 4.037 4,3% & Andere (1/3, 1/4 en 1/10) 0 0,0%; Thematische verloven: 1/5 56.339 57,0%, 1/2 20.580 20,8%, Voltijds 10.085 10,2% & Andere (1/3, 1/4 en 1/10) 11.918 12,0%; Loopbaan- onderbreking: 1/5 23.522 53,7%, 1/2 16.890 38,6%, Voltijds 1.833 4,2% & Andere (1/3, 1/4 en 1/10) 1.532 3,5%

Verdeling volgens geslacht en gewest

Vooral vrouwen nemen tijdskrediet, thematisch verlof of loopbaanonderbreking. In april 2021 ging het om 152.049 vrouwelijke uitkeringstrekkers (64,0%) tegenover 85.345 mannelijke (36,0%). Verder wordt vooral in het Vlaams Gewest gebruik gemaakt van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking: in april 2021 gaat het om 166.314 uitkeringstrekkers (70,1%) tegenover 60.649 in het Waals en 10.431 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (respectievelijk 25,5% en 4,4%).

 

Tot slot

Ten slotte dienen wij er nog op te wijzen dat voor een volledig beeld op de onderbrekingen, de bovenstaande voorstelling van de onderbrekingsuitkeringen nog een tweetal aanvullingen vereist. In de eerste plaats is het vermeldenswaardig dat er ook een groot aantal onderbrekingen plaatsvindt, waarvoor de betrokkene geen uitkering van de RVA ontvangt. In april 2021 gaat het om 14.443 onderbrekingen zonder uitkering (waarvan 7.817 in het kader van het tijdskrediet, 5.654 bij thematische verloven en 972 bij loopbaanonderbreking).

Daarnaast wijkt de evolutie van het aantal tijdens de maand uitgekeerde onderbrekingen soms sterk af van de evolutie van het aantal bij de RVA ingediende aanvragen tot een onderbreking, welke ook op korte periodes tijdens de maand of op latere periodes dan de beschouwde maand betrekking kunnen hebben. Zo zijn er in april 2021 37.525 aanvragen ingediend, wat een stijging is van 9,4% op jaarbasis.(2)

Statistieken raadplegen

De federale cijfers - Loopbaanonderbreking / Tijdskrediet: APRIL 2021 (PDF)

______________

(1) Als federale instelling bevoegd voor de onderbrekingsuitkeringen publiceert de RVA statistieken over de loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven. Die statistieken zijn gebaseerd op de betalingen van onderbrekingsuitkeringen uitgevoerd tijdens de maand. 

(2) Deze ingediende aanvragen omvatten ook de aanvragen tot verlenging van een onderbreking. RVA ontwikkelt momenteel een statistiek die het onderscheid maakt tussen verlengingen en de overige nieuwe aanvragen.