Uitleg omtrent het formulier C220B

E10

Laatste update : 13.07.2010

Waarover gaat het?

Dit infoblad geeft uitleg over het invullen van het formulier C220B (maandelijks werkloosheidsbewijs voor de onthaalouder) door de dienst voor opvanggezinnen. Op basis van dit formulier, eventueel aangevuld door de onthaalouder, wordt het aantal opvanguitkeringen vastgesteld.

Uitleg die de onthaalouder aanbelangt, is opgenomen in het infoblad “Hebt u recht op de opvanguitkering voor de onthaalouder”.

Waar kan de dienst voor opvanggezinnen het formulier C220B bekomen?

De recentste versie van dit formulier staat op de website www.rva.be. De dienst voor opvanggezinnen kan dit model kopiëren.

Wil de dienst de lay-out van het formulier wijzigen (om het gemakkelijker te kunnen printen), dan moet een machtigingsnummer gevraagd worden bij de navermelde directie. Een voorstel van formulier met aangepaste lay-out wordt dan overgemaakt aan

Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, Directie reglementering
Keizerslaan 7, 1000 Brussel
fax 02 515 43 15 - e-mail dirregl@rva.be

Deze directie controleert of alle noodzakelijke gegevens voorkomen op het formulier en kent het machtigingsnummer toe. Het nummer wordt dan toegevoegd bovenaan rechts op het formulier.

Aan wie en wanneer moet het formulier C220B afgeleverd worden?

Het formulier moet slechts afgeleverd worden aan onthaalouders die uitkeringen wensen te genieten. Onthaalouders die een pensioen ontvangen kunnen geen onthaaluitkeringen genieten en hebben dus geen belang bij dergelijk formulier.

De aflevering van een formulier is niet vereist voor maanden waarvoor het vergoedbare aantal werkloosheidsuren (code WU op het RSZ/RSZ-PPO-rekenblad) gelijk is aan nul. Niets belet echter dat de dienst ter informatie voor de onthaalouder, ook voor die maand een formulier aflevert. De onthaalouder dient dit formulier dan niet in bij de uitbetalingsinstelling.

Het formulier wordt door de dienst bezorgd aan de onthaalouder na het verstrijken van de betreffende maand. De wetgeving voorziet geen afleveringstermijn. De dienst levert het formulier pas af wanneer hij zekerheid heeft omtrent de gegevens die ingevuld moeten worden. De aflevering geschiedt zo snel mogelijk, zodat de uitkering binnen een redelijke termijn betaald kan worden.

De onthaalouder vult rubriek III van het formulier aan. Was er sluiting ingevolge ziekte, ongeval, moederschap, vakantie of een feestdag, dan controleert de onthaalouder of de onthaaldienst hiervan melding heeft gemaakt. Is dit niet het geval dan maakt de onthaalouder het formulier terug over aan de dienst, met de vraag een nieuw correct ingevuld formulier af te leveren.

De onthaalouder dient het formulier (binnen een termijn van 3 jaar) in bij de uitbetalingsinstelling, die het bedrag van de uitkering berekent en de betaling overmaakt aan de onthaalouder.

Wat gebeurt er indien het formulier C220B nadien gecorrigeerd moet worden?

De dienst mag het formulier pas afleveren nadat het zekerheid heeft omtrent de betreffende gegevens. Indien achteraf toch blijkt dat een formulier dat reeds ingediend is bij de uitbetalingsinstelling, foute gegevens bevat, levert de dienst een nieuw correct ingevuld formulier af, vermeldend "vervangt en vernietigt formulier afgeleverd dd. ##.##.####." Het formulier wordt overgemaakt aan de onthaalouder met de vraag dit in te dienen bij de uitbetalingsinstelling ter regularisatie.

Bevat het nieuwe formulier een hoger aantal werkloosheidsuren (code WU), dan zal de uitbetalingsinstelling voor de betreffende maand een supplement betalen.

Bevat het nieuwe formulier een lager aantal werkloosheidsuren (code WU), dan zal de uitbetalingsinstelling het formulier overmaken aan het werkloosheidsbureau met de vraag het teveel betaalde bedrag terug te vorderen. Vooraleer de terugvorderingsbeslissing wordt genomen, wordt de onthaalouder uitgenodigd bij het werkloosheidsbureau. De onthaalouder is niet verplicht op die uitnodiging in te gaan en kan desgewenst ook schriftelijk reageren. Zij kan hieromtrent een afspraak maken met de uitbetalingsinstelling.

Het teveel betaalde bedrag wordt teruggevorderd, zonder dat er sprake is van enige sanctie. Er zijn slechts strafsancties mogelijk ten aanzien van de dienst of de onthaalouder indien ten onrechte opvanguitkeringen worden toegekend ingevolge bedrog of kwaadwillig verzwijgen van informatie.

Wat betekenen de codes vermeld op het RSZ- of het RSZ-PPO-rekenblad en op het formulier C220B?

Kindopvangdag

Een kindopvangdag is de opvang van een kind gedurende een volledige dag. De opvang van een kind gedurende een halve of één derde van een dag wordt als 0,5 of 0,33 kindopvangdag gerekend.

Het referteplan

De (gedeeltelijke) afwezigheid van een kind op een in het referteplan voorziene kindopvangdag, kan leiden tot de toekenning van opvanguitkeringen.

Het referteplan is een vooruitzicht voor de beschouwde maand waarop het voorziene aantal kindopvangdagen vermeld wordt.

De vermelding van kindopvangdagen in het referteplan hangt af van het opvangplan overeengekomen tussen de betrokken partijen (ouder / dienst / onthaalouder), doch het referteplan wordt aangepast op de volgende wijze:

  • het referteplan loopt in principe nog gedurende 4 weken door na het einde van een opvangplan (=> mogelijk recht op uitkeringen ingevolge het vertrek van het kind);
  • het referteplan houdt geen rekening met inschrijvingsperiodes korter dan 4 weken (=> geen recht op uitkeringen voor afwezigheden van dit kind);
  • het referteplan houdt geen rekening met wijzigingen (vermeerdering of vermindering van het aantal opvangdagen, onderbrekingen) die geen 4 weken duren (=> recht op uitkeringen ingevolge de afwezigheid van het kind in functie van ongewijzigd referteplan).

Uitleg omtrent het referteplan is opgenomen in het bijgevoegde schema.

IC (ingeschreven capaciteit)

IC is het aantal kindopvangdagen dat volgens het referteplan geldt voor de beschouwde maand, vermeerderd met het aantal effectief gepresteerde occasionele opvangdagen.

De dienst kan IC bekomen door per opvangouder in het RSZ(PPO)-rekenblad in de kolommen "inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit" het normale aantal kindopvangdagen per dag (volgens het wekelijks basisrooster) in te vullen. Is de ligging van de opvangdagen vooraf niet gekend (bvb. 3 dagen per week, zonder te preciseren dewelke), dan worden deze dagen toegerekend vanaf de maandag. Het resultaat van het basisrooster wordt zo nodig gecorrigeerd door een aantal eenheden toe te voegen of in mindering te brengen in de kolom “eenmalige aanpassing - regelmatige opvang”. De effectief gepresteerde occasionele opvang wordt toegevoegd in de kolom “eenmalige aanpassing – occasionele opvang”.

Maandkalender

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

    

Voorbeeld 1

Opvang van 2 kinderen gedurende 5 volledige dagen per week en van 2 kinderen elke vrijdag een halve dag

basisrooster: ma 2 –- di 2 -– woe 2 -– do 2 -– vrij 3

IC = (2 x 18 dagen) + (3 x 4 dagen) = 48

Voorbeeld 2

Opvang van 2 kinderen van maandag tot vrijdag en van één kind van maandag tot donderdag gedurende volledige dagen Het opvangplan van één van de kinderen die van maandag tot vrijdag komen eindigt de 4de van de maand.

basisrooster: ma 3 -– di 3 -– woe 3 -– do 3 –- vrij 2

IC = (3 x 18 dagen) + (2 x 4 dagen) = 62

basisrooster van de volgende maand: ma 2 -– di 2 -– woe 2 –- do 2 -– vrij 1

Kolom “eenmalige aanpassing - regelmatige opvang” van de volgende maand: 2 (aangezien het referteplan van het kind dat niet meer komt sinds de 4de van de vorige maand eindigt op vrijdag de 2de).

IC van de volgende maand = (2 x 17 dagen) + (1 x 5 dagen) + 2 = 41

Voorbeeld 3

Opvang van 3 kinderen gedurende een volledige dag van maandag tot donderdag en opvang van 1 kind gedurende een halve dag van maandag tot vrijdag vanaf de 7de van de maand.

basisrooster: ma 3,5 –- di 3,5 -– woe 3,5 -– do 3,5 –- vrij 0,5

Kolom “eenmalige aanpassing - regelmatige opvang” van de maand: min 2 (0,5 x 4 aangezien de inschrijving van het kind dat halve dagen komt niet gold gedurende de eerste 4 dagen van de maand)

IC = (3,5 x 18 dagen) + (0,5 x 4) -– 2 = 63

Voorbeeld 4

Opvang van een kind dat 3 dagen per week komt maar de dagen variëren van week tot week en van 2 kinderen van maandag tot vrijdag.

basisrooster: ma 3 -– di 3 -– woe 3 –- do 2 -– vrij 2

Voorbeeld 5

Opvang van een kind van maandag tot vrijdag en van een kind dat elke maand 10 dagen komt maar de dagen variëren van maand tot maand.

basisrooster: ma 1 -– di 1 -– woe 1 –- do 1 -– vrij 1

Kolom “vaste aanpassing”: 10

IC = (1 x 22) + 10 = 32

Via controlefuncties in het RSZ-rekenblad, wordt IC beperkt tot het aantal dagen van de beschouwde maand (in het vijfdagenstelsel) x het aantal kinderen waarvoor de opvanghouder erkend is.

K (gemiddelde opvang)

K is gelijk aan het theoretisch gemiddeld aantal kindopvangdagen per dag, bekomen door IC, verminderd met het aantal gepresteerde occasionele opvangdagen, te delen door het aantal kalenderdagen waarop de onthaalouder in de beschouwde maand volgens het referteplan actief zou zijn.

De afronding gebeurt als volgt:

  • 0,001 tot 0,004 = 0,00
  • 0,005 tot 0,009 = 0,01

voorbeeld

IC is in de betreffende maand gelijk aan 88, volgens het referteplan zou de onthaalouder in de beschouwde maand op 21 dagen kinderen opvangen; K = 88/21 = 4,19

AU (werkelijke opvang)

AU wordt bekomen door per gerealiseerde volledige opvangdag 1,9 fictieve uren in rekening te brengen. Een halve opvangdag telt voor 0,95 uur. Eén derde dag telt voor 0,63 uur.

FU (feestdag of vakantie met sociale rechten)

Het betreft de tien wettelijke feestdagen en ten hoogste 20 vakantiedagen, voor zover de onthaalouder op die feestdagen of op die vakantiedagen geen opvang wenst te realiseren. Voor deze dagen worden geen uitkeringen betaald. Ze tellen wél als gelijkgestelde dagen (voor pensioen, ziekteverzekering en kinderbijslag). Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

VU (sluiting zonder sociale rechten)

Het betreft sluitingsdagen die niet voldoen aan code FU en evenmin beschouwd worden als dagen van vergoedbare sluiting ingevolge overmacht. Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

ZU (ziekte van de onthaalouder)

Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

MU (moederschapsperiode van de onthaalouder)

Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

OU (arbeidsongeschiktheid van de onthaalouder ingevolge arbeidsongeval)

Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

BU (arbeidsongeschiktheid van de onthaalouder ingevolge beroepsziekte)

Deze sluitingsdagen worden in rekening gebracht voor (1,9 uur x K) per dag. Enkel dagen waarop volgens het referteplan normaal opvang zou verzekerd worden, worden in rekening gebracht.

WU (vergoedbare fictieve werkloosheidsuren)

Het betreft fictieve uren ingevolge afwezigheid van kinderen voorzien in het referteplan; dit aantal wordt bekomen door de volgende berekening:

(IC x 1,9 uur) - (AU + FU + VU + ZU + MU + OU + BU)

Het aantal vergoedbare fictieve werkloosheidsuren wordt via controlefuncties op het RSZ-rekenblad beperkt per trimester, zodat er geen opvanguitkeringen betaald worden indien de onthaalouder, voor dat trimester, het maximum aantal prestaties en/of vergoede gelijkgestelde dagen heeft bereikt.

Het maximum aantal prestaties voor het trimester stemt overeen met (het aantal dagen in het vijfdagenstelsel in de loop van het trimester x het aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is)

De beperking gebeurt door toepassing van de volgende formule: WU laatste maand £ (aantal dagen in vijfdagenstelsel in de loop van het trimester x het aantal kinderen waarvoor de onthaalouder erkend is x 1,9) - (AU maand 1 +2 +3) - (ZU, OU, BU, MU maand 1 + 2 + 3) - (WU maand 1 + 2).

Welke gegevens moet de dienst voor opvanggezinnen vermelden op het formulier C 220 B?

De dienst zal de gegevens die overeenstemmen met de betreffende codes van het RSZ- of het RSZ-PPO-rekenblad invullen op het formulier.

Het rekenblad geeft slechts een correct resultaat na invulling van de rubrieken betreffende de "ingeschreven capaciteit". Zo wordt rekening gehouden met afwezigheidsdagen van kinderen, samenvallend met dagen waarop het kind volgens het REFERTEPLAN normaal aanwezig zou zijn.

Kan de onthaalouder ingevolge overmacht geen kinderen opvangen, dan maakt de dienst hiervan melding op het formulier (zie verder).

Welke invloed heeft occasionele opvang?

Opvang, voorzien voor een periode korter dan 4 weken, wordt als occasionele opvang beschouwd.

Occasionele opvang wordt slechts opgenomen in de “ingeschreven capaciteit” wanneer het kind aanwezig is geweest. Dit gebeurt door toevoeging, op het einde van de maand, van een aantal eenheden in het RSZ-rekenblad in de kolom "eenmalige aanpassing - occasionele opvang”, gelijk aan het aantal effectieve kindopvangdagen, waarbij:

  • een volledige opvangdag voor één kind = 1 kindopvangdag
  • een halve opvangdag voor één kind = 0,5 kindopvangdag
  • één derde opvangdag voor één kind = 0,33 kindopvangdag

Tegelijk zijn de occasionele opvangdagen opgenomen in de kolom "werkelijke opvang".

Occasionele opvang leidt dus in de beschouwde maand tot een verhoging van de ingeschreven capaciteit IC en tot een verhoging van het aantal effectieve kindopvangdagen dat in mindering wordt gebracht.

Voorbeeld

Een opvangouder mag 4 kinderen opvangen. Er zijn 3 kinderen ingeschreven, waarvan één in de beschouwde maand gedurende één week afwezig is wegens ziekte. Er is bovendien gedurende één week occasionele opvang van een ander kind.

  • IC in een maand met 22 werkdagen is gelijk aan (3 x 22) + (1 x 5) = 71,
  • het in mindering te brengen aantal dagen werkelijke opvang is gelijk aan (3 x 22) + (1 x 5) - (1 x 5) = 66;
  • het aantal kindopvangdagen dat leidt tot toekenning van opvanguitkeringen = 5.

Occasionele opvang leidt dus niet tot een vermindering van het aantal opvanguitkeringen waarop de onthaalouder recht heeft voor de afwezige normaal ingeschreven kinderen (zolang de toegestane maximum capaciteit niet wordt bereikt).

De opvangouder die aan occasionele opvang doet, zal echter geen opvanguitkering ontvangen voor de afwezigheid van occasionele opvang.

Wat indien de onthaalouder ingevolge overmacht geen kinderen kan opvangen?

Kijk eerst na of de gebeurtenis een vorm van overmacht is, vergoedbaar door de RVA. Hou daarbij rekening met de navermelde

  • positieve lijst van situaties van sluiting ingevolge overmacht die aanleiding geven tot toekenning van uitkeringen ten laste van de RVA (gedurende ten hoogste 4 weken); elke situatie wordt voorafgegaan door een code die overgenomen kan worden op het formulier C 220 B;
  • negatieve lijst van situaties van sluiting die geen aanleiding geven tot toekenning van uitkeringen.

Komt een gebeurtenis niet voor op de positieve of de negatieve lijst, dan kan de dienst of de onthaalouder de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA, bevoegd voor de woonplaats van de onthaalouder schriftelijk vragen of deze gebeurtenis een vergoedbare vorm van overmacht uitmaakt. Intussen levert de dienst nog geen formulier C 220 B af.

Werkwijze indien er een vergoedbare sluiting is (de gebeurtenis komt voor op de positieve lijst of er is een positieve RVA-beslissing)

  • de betreffende dagen (beperkt tot ten hoogste 4 weken) worden in het RSZ(-PPO)-rekenblad niet als sluitingsdagen vermeld (behalve indien er tevens een andere reden van sluiting is, bvb. ziekte van de onthaalouder);
  • in rubriek II van het formulier C 220 B wordt
    • ofwel melding gemaakt van de positieve code (opgenomen in volgend punt, bvb. PA1) van de gebeurtenis die overmacht uitmaakt + de periode (de dienst bevestigt zo de echtheid van de gebeurtenis en beschikt zonodig over bewijsstukken, bvb. medisch attest);
    • ofwel verwezen naar een bijgevoegd RVA-attest waaruit de erkenning van de overmacht blijkt.

Werkwijze indien er een niet-vergoedbare sluiting is (de gebeurtenis komt voor op de negatieve lijst of er is een negatieve RVA-beslissing)

  • de betreffende dagen worden, conform de afspraak met de onthaalouder, in het RSZ(-PPO)-rekenblad als slutingsdagen vermeld in kolom "sluiting met sociale rechten" (beperkt tot 20 dagen per jaar) of "sluiting zonder sociale rechten"
  • in rubriek II van het formulier C 220 B wordt geen melding gemaakt van de gebeurtenis.

Welke situaties van sluiting worden als overmacht beschouwd en zijn dus vergoedbaar door de RVA? Positieve lijst

externe onmogelijkheid

PA1.

  • brand, overstroming, beperkt tot ten hoogste 4 weken

 

onmogelijkheid ingevolge familiale factoren

PB1.

  • er geldt een verbod op kinderen op te vangen ingevolge besmettelijke ziekte van gezinslid onthaalouder: de betreffende periode, beperkt tot ten hoogste 4 weken

PB2.

  • overlijden echtgenoot, samenwonende partner, kind: 10 dagen
  • overlijden van (schoon)ouder, stiefouder: 3 dagen

PB3.

  • overlijden van de navermelde persoon die bij de onthaalouder inwoont: (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootouder, (achter)kleinkind, schoonzoon of -dochter: 2 dagen

PB4.

  • overlijden van de navermelde persoon die niet bij de onthaalouder inwoont: (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootouder, (achter)kleinkind, schoonzoon of -dochter: 1 dag

PB5.

  • vaderschapsverlof of adoptieverlof voor de onthaalhouder: 3 dagen

 

onmogelijkheid ingevolge sociale factoren

PC1.

  • bijwonen van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter

PC2.

  • deelname aan een jury

PC3.

  • oproeping als getuige voor de rechtbank

 

onmogelijkheid ingevolge duo-opvang

PD1.

  • opvang is niet mogelijk gezien ziekte (volgens medisch attest) of hospitalisatie van duo-onthaalouder bij wie opvang plaats vindt, gedurende de eerste 4 weken

 

onmogelijkheid ingevolge diverse redenen

PE1.

  • opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, voor zover het onderzoek heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft: gedurende de eerste 4 weken.

  Welke situaties van sluiting worden niet als overmacht beschouwd en zijn dus niet vergoedbaar door de RVA? Negatieve lijst

externe onmogelijkheid

  • brand, overstroming, na de eerste 4 weken

Inactiviteit die verband houdt met onthaalouder

  • ziekte onthaalouder, niet vergoedbaar wegens niet voleindigen van 6 maanden wachttijd
  • moederschapsrust onthaalouder, niet vergoedbaar wegens niet voleindigen van 6 maanden wachttijd
  • onthaalouder is volgens medisch attest verminderd arbeidsgeschikt, waardoor opvang sommige kinderen wordt geweigerd (bv. rugklachten)
  • sluiting wegens eigen vakantie, feestdagen of vrije dagen
  • verplichte vorming als onthaalouder
  • doktersbezoek van onthaalouder

Inactiviteit ingevolge familiale factoren

  • er geldt een verbod op kinderen op te vangen ingevolge besmettelijke ziekte van gezinslid onthaalouder, na de eerste 4 weken.
  • ziekte van gezinslid onthaalouder, zonder verbod uitoefening activiteit
  • huwelijk van onthaalouder of van familielid van onthaalouder
  • plechtige communie van een kind, familiefeest

Inactiviteit ingevolge duo-opvang

  • opvang is niet mogelijk gezien duo-onthaalouder bij wie opvang plaats heeft verlof neemt
  • opvang is niet mogelijk gezien moederschapsverlof van duo-onthaalouder bij wie opvang plaats heeft

Inactiviteit ingevolge diverse factoren

  • opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, voor zover het onderzoek heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft, na de eerste 4 weken.
  • opvang is tijdelijk niet toegelaten ingevolge preventieve schorsing door de dienst, indien het onderzoek (nog) niet heeft aangetoond dat de onthaalouder geen schuld treft.

Schema betreffende het referteplan

Het referteplan vertrekt van het opvangplan, overeengekomen tussen ouders / dienst / onthaalouder, doch het referteplan wordt aangepast op volgende wijze:

  • het referteplan loopt in principe nog gedurende 4 weken door na het einde van een opvangplan;
  • het referteplan houdt geen rekening met inschrijvingsperiodes korter dan 4 weken;
  • het referteplan houdt geen rekening met wijzigingen (vermeerdering of vermindering van het aantal opvangdagen, onderbrekingen) die geen 4 weken duren.

Volgende ssituaties kunnen zich voordoen:

Nieuwe inschrijving

opvang voorzien voor minstens 4 weken

  • referteplan opstellen
  • de inschrijving geldt vanaf datum 1ste voorziene opvangdag

occasionele opvang (opvang voorzien voor minder dan 4 weken)

  • geen referteplan opstellen
  • de gepresteerde occasionele opvangdag wordt in de beschouwde maand toegevoegd in de kolommen RSZ “occasionele opvang” en “werkelijke opvang” en, indien nodig, in de kolom “aanpassing D1, D2 of D3”

Vermeerdering aantal opvangdagen

blijvende vermeerdering of vermeerdering voor ten minste 4 weken

  • onmiddellijke aanpassing referteplan
  • verhoogd aantal geldt vanaf datum 1ste voorziene bijkomende opvangdag

vermeerdering voor minder dan 4 weken

  • geen aanpassing referteplan
  • de gepresteerde bijkomende occasionele opvangdag wordt in de beschouwde maand toegevoegd in de kolommen RSZ “occasionele opvang” en “werkelijke opvang” en, indien nodig, in de kolom “aanpassing D1, D2 of D3”

Vermindering van het aantal opvangdagen

De vermindering kan blijken uit een voorafgaande aankondiging door de ouders of uit een vaststelling van de feiten door de dienst

blijvende vermindering of vermindering voor ten minste 4 weken

  • uitgestelde aanpassing referteplan
  • de vermindering geldt vanaf de 29ste dag vanaf de vermindering
  • in geval van tijdelijke vermindering voor ten minste 4 weken, geldt de vermindering vanaf de 29ste dag vanaf de vermindering tot de datum waarop het vroegere stelsel wordt hervat

vermindering voor minder dan 4 weken

  • geen aanpassing referteplan
  • de inschrijving wordt geacht door te lopen

Onderbreking van de opvang

  • onderbreking kan blijken uit een voorafgaande aankondiging door de ouders of uit de vaststelling van de feiten door de dienst
  • van ten minste 4 weken
  • uitgestelde aanpassing referteplan
  • de inschrijving telt niet meer vanaf de 29ste dag vanaf de onderbreking tot de 1ste dag effectieve opvang na de onderbreking
  • in geval van afwezigheid wegens ziekte van het kind blijft het referteplan verder van toepassing gedurende 3 maanden, gerekend van datum tot datum

onderbreking van minder dan 4 weken

  • geen aanpassing referteplan
  • de inschrijving wordt geacht door te lopen

Beëindiging van de opvang

De stopzetting kan blijken uit een voorafgaande aankondiging door de ouders of uit een vaststelling van de feiten door de dienst

  • uitgestelde aanpassing referteplan
  • inschrijving telt niet meer vanaf 29ste dag die volgt op de laatste effectieve opvangdag
  • in geval van afwezigheid wegens ziekte van het kind telt de inschrijving niet meer vanaf:
    • de 29ste dag volgend op de beëindiging van de opvangovereenkomst of het overlijden van het kind
    • het einde van de 3 maanden, gerekend van datum tot datum, mocht deze datum vóór de 29ste dag vallen

Schema betreffende het referteplan - voorbeelden

De data situeren zich in 2003 en de opvangdagen zijn volledige opvangdagen. De opvang gebeurt niet tijdens het weekend. Wisselende dagen worden voor de berekening van IC toegerekend vanaf de maandag.

Nieuwe inschrijving
beschrijving

resultaat

inschrijving 5 dagen per week vanaf maandag 12 mei

IC mei = 15 ongeacht of het kind effectief op 12 mei komt; komt het kind echter slechts effectief 6 weken later, dan telt de voorziene inschrijving niet meer vanaf het verstrijken van de eerste vier weken tot de dag voorafgaand aan de eerste effectieve opvangdag

inschrijving 5 dagen per week, doch slechts één week op twee, vanaf maandag 12 mei

IC mei = 10 ongeacht of het kind effectief op 12 mei komt

 

Vermeerdering aantal opvangdagen per week

beschrijving

resultaat

er loopt een inschrijving voor 3 dagen/week (maandag tot woensdag); blijvende verhoging naar 5 dagen/ week vanaf donderdag 15 mei

IC mei = 18 ongeacht of het kind effectief op donderdag 15 mei komt; de blijvende verhoging leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf 15 mei

er loopt een inschrijving voor 1 dag/week (vrijdag); verhoging voor een periode van 6 weken tot 3 dagen/ week (wisselende dagen) vanaf maandag 16 juni

IC juni = 9; de voorziene verhoging bereikt 4 weken en leidt dus tot een aanpassing van het referteplan vanaf 16 juni (tot woensdag 20 augustus, gelegen in de 10e week); 3 wisselende dagen per week worden toegerekend van maandag tot woensdag

er loopt een inschrijving voor 3 dagen/week, maandag tot woensdag); op 19 mei wordt occasionele bijkomende opvang gevraagd voor vrijdag 23 mei

IC mei = 13 indien de occasionele opvang ook effectief heeft plaatsgehad Is het kind ziek op 23 mei, dan is IC = 12

er loopt een inschrijving voor 3 dagen/week (maandag tot woensdag); op het einde van juni blijkt dat het kind elke week één dag extra is gekomen

IC juni = 17; de niet vooraf geplande bijkomende opvang leidt niet tot een aanpassing van het referteplan, zelfs niet indien achteraf wordt vastgesteld dat de duur 4 weken bereikt. Aangezien de occasionele opvang effectief plaats had, leidt deze tot een verhoging van IC

 

Vermindering aantal opvangdagen per week

beschrijving

resultaat

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; blijvende vermindering naar 3 dagen/week (maandag tot woensdag) vanaf donderdag 15 mei

IC mei = 22 IC juni = 15; de blijvende vermindering leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf donderdag 12 juni; de 1e week van juni telt nog mee voor 5 dagen

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind is tijdens de vakantie frequent, doch op onregelmatige wijze (niet steeds op dezelfde dagen) afwezig

IC juli = 23 IC augustus = 21; de onregelmatige afwezigheid leidt niet tot een aanpassing van het referteplan

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind zal in de week van 16 juni slechts 3 i.p.v. 5 dagen aanwezig zijn

IC = 5 dagen voor die week; een vermindering die voorzien wordt voor minder dan 4 weken leidt niet tot een aanpassing van het referteplan

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; tijdens de grote vakantie, die aanvangt op maandag 30 juni zal het kind op maandag en dinsdag thuis blijven

IC juli = 21 IC augustus = 13; de vermindering voor een voorziene duur van ten minste 4 weken leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf maandag 28 juli

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind zal 2 dagen/week (donderdag en vrijdag) thuisblijven vanaf donderdag 3 juli tijdens halvering-tijdskrediet

IC juli = 22 IC augustus = 12; de vermindering voor een voorziene duur van ten minste 4 weken leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf donderdag 31 juli

 

Onderbreking van de opvang

beschrijving

resultaat

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind komt de week van 2 juni niet

IC juni = 21; de onderbreking voor een duur van minder dan 4 weken leidt niet tot een aanpassing van het referteplan

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind blijft thuis tijdens grote vakantie die aanvangt op maandag 30 juni

IC juni = 21 IC juli = 19; de onderbreking voor een duur van ten minste 4 weken leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf maandag 28 juli

er loopt een inschrijving voor 3 dagen/week (woensdag, donderdag, vrijdag); het kind blijft thuis tijdens 6 maanden tijdskrediet vanaf dinsdag 1 juli

IC juli = 12; de onderbreking voor een duur van ten minste 4 weken leidt tot een aanpassing van het referteplan vanaf dinsdag 29 juli

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; het kind blijft thuis wegens ziekte vanaf vrijdag 16 mei, gedurende een periode van 6 weken

IC mei = 22 IC juni = 21

afwezigheid wegens ziekte van het kind leidt niet tot een aanpassing van het referteplan indien < 3 maanden

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; de inschrijving wordt beëindigd op maandag 1 september

IC september = 20; het referteplan wordt aangepast vanaf maandag 29 september

 

Beëindiging van de opvang

beschrijving

resultaat

er loopt een inschrijving voor 5 dagen/week; de inschrijving wordt beëindigd op maandag 1 september

IC september = 20; het referteplan wordt aangepast vanaf maandag 29 september