Jeugd- en seniorvakantie - technische bijlage bestemd voor de werkgever

E31

Laatste update : 17.07.2018

Deze technische bijlage illustreert de werkwijze die de RVA toepast bij de toekenning van jeugd- en seniorvakantie-uitkeringen. Het is wenselijk dat de werkgever rekening houdt met deze principes bij het toekennen van vakantie en bij het invullen van de aangiftes.

Voor de eerste maand waarin jeugd- of seniorvakantie genomen wordt, verricht de werkgever een elektronische aangifte scenario 9.
Bijkomend verricht de werkgever voor de eerste maand waarin jeugd- of seniorvakantie wordt genomen en voor elke volgende maand waarin jeugd- of seniorvakantie wordt genomen, de elektronische aangifte scenario 10.

Papieren aangiftes worden niet meer aanvaard.

Via scenario 10 worden de opgenomen uren jeugd- of seniorvakantie aangegeven. Op basis hiervan gebeuren de betalingen van de vakantie-uitkeringen.

Van elke elektronische aangifte wordt een print bezorgd aan de werknemer.

Samenvatting

De werkgever berekent eerst het gewogen aantal betaalde vakantiedagen “J”. Daarna berekent hij het maximum aantal vakantie-uren (inclusief de jeugd- of seniorvakantie) waarop de werknemer recht heeft. Vervolgens gaat hij na welke uren gedekt zijn door vakantiegeld. Voor de resterende uren kan een jeugd- of seniorvakantie-uitkering worden toegekend. Voor de maanden waarin deze jeugd- of seniorvakantie wordt genomen, wordt een aangifte scenario 10 verricht.

Gebruikte begrippen

(minuten decimaal uitdrukken - bv. 38 u 40’ = 38,66)

Q/S =actuele tewerkstellingsbreuk in het vakantiejaar, inclusief betaalde compenserende rust 

V-uren = uren betaalde vakantie en/of jeugd- of seniorvakantie

J = het gewogen aantal betaalde vakantiedagen in het zesdaagse stelsel, afgerond naar de dichtstbijzijnde halve of volledige eenheid

Het gewogen aantal betaalde vakantiedagen “J”

De jeugd- of seniorvakantiedagen worden gegeven ter aanvulling van een onvolledig recht op gewone betaalde vakantie. De werkgever zal dus eerst berekenen hoe groot het onvolledig recht op gewone betaalde vakantie is.

Om rekening te kunnen houden met wijzigingen in de arbeidsregeling (bv. overstap van voltijds naar deeltijds), wordt een gewogen voltijds aantal dagen betaalde vakantie berekend overeenkomstig het zesdaagse stelsel. Dit rekenkundig aantal door vakantiegeld gedekte dagen stemt niet noodzakelijk overeen met het aantal vakantiedagen dat voortvloeit uit de wettelijk voorziene tabel (arbeiders) of uit het principe geldend voor bedienden (twee vakantiedagen per volledige maand).

Berekening van het gewogen aantal betaalde vakantiedagen “J”

Er wordt één vakantiedag in rekening gebracht per periode van 15 kalenderdagen van tewerkstelling of van gelijkgestelde periode in het vakantiedienstjaar, vermenigvuldigd met de toenmalige tewerkstellingsbreuk:

Voorbeeld: 

 

Voltijdse tewerkstelling in het vakantiedienstjaar gedurende 68 kalenderdagen en halftijdse tewerkstelling gedurende 20 dagen.

De berekening van het maximum aantal vakantie-uren

Berekening van het maximaal aantal V-uren (incl. jeugd- of seniorvakantie) bij de aanvang van het vakantiejaar.

Dit aantal is gelijk aan één zesde van de actuele wekelijkse arbeidsduur, vermenigvuldigd met 24:

Berekening van het resterend maximaal aantal V-uren (incl. jeugd- of seniorvakantie) bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling, indien er in het vakantiejaar een andere werkgever was, of indien de tewerkstellingsbreuk bij de actuele werkgever veranderde

Dit aantal is gelijk aan één zesde van de actuele wekelijkse arbeidsduur, vermenigvuldigd met het resterend aantal vakantiedagen. Dit resterend aantal dagen is gelijk aan 24 min de reeds genomen vakantieuren, omgezet naar vakantiedagen in het zesdaagse stelsel.

Men werkt tot 2 cijfers na de komma.

De berekening van het maximum aantal betaalde vakantie-uren

Berekening van het aantal betaalde V-uren (excl. jeugd- of seniorvakantie) bij de aanvang van het vakantiejaar

Dit aantal is gelijk aan het gewogen aantal betaalde vakantiedagen, vermenigvuldigd met het theoretische aantal arbeidsuren van een volledige dag omgerekend naar een zesdaags stelsel.

Berekening van het resterend aantal betaalde V-uren (excl. jeugd- of seniorvakantie) bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling

Dit aantal is gelijk aan het gewogen aantal betaalde vakantiedagen, vermenigvuldigd met het theoretische aantal arbeidsuren van een volledige dag en verminderd met de reeds genomen vakantieuren die omgezet werden in functie van de huidige arbeidsregeling.

Opgelet:
De RVA rondt de genomen betaalde vakantie af naar de dichtstbijzijnde halve of volledige eenheid. Deze afronding kan leiden tot een resterend aantal betaalde V-uren dat niet identiek is aan het resultaat van de voormelde formule.

Men werkt tot 2 cijfers na de komma.

De berekening van het maximum aantal jeugd- of seniorvakantie-uren 

Berekening van het maximum aantal jeugd- of seniorvakantie-uren bij de aanvang van het vakantiejaar

MAX. AANTAL JEUGD V-UREN 
= max. aantal V-uren – max. aantal betaalde V-uren

Berekening van het resterend maximum aantal jeugd- of seniorvakantie-uren bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling

REST MAX. AANTAL JEUGD V-UREN
= rest max. aantal V-uren – rest max. aantal betaalde V-uren

Vanaf de maand waarin de werknemer voor het eerst jeugd- of seniorvakantie uitput, verricht u een elektronische aangifte scenario 9.
U dient tevens een aangifte scenario 10 te verrichten.

Voorbeelden

Gebruikte begrippen 

(exprimer les minutes en décimales - p.ex. 38 h 40' = 38,66)

Q1/S1 = actuele tewerkstellingsbreuk in het vakantiejaar, inclusief betaalde comp. rust ( Q is de normale gemiddelde arbeidsduur van de betrokken werknemer, S is de normale gemiddelde arbeidsduur van de maatpersoon)

Q2/S2 = voorgaande tewerkstellingsbreuk in het vakantiejaar, bij dezelfde werkgever

Q3/S3 = voorgaande tewerkstellingsbreuk in het vakantiejaar, bij een andere werkgever

V-uren = uren betaalde vakantie en/of jeugd- of seniorvakantie

J = het gewogen aantal betaalde vakantiedagen in het zesdaagse stelsel, afgerond naar de dichtstbijzijnde halve of volledige eenheid.


Voorbeeld 1

 

  1. J = 6,0
  2. Max. aantal V-uren = Q1/6 x [24 –  (V-uren x 6/Q)]  = 19/6 x  [24 – 0] = 76 u.
  3. Aantal betaalde V-uren = (J x S1/6) – (V-uren x S1/S)  = [(6 x 38/6) – 0] = 38 u.
  4. Max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 76 – 38  = 38 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 2

 

 

  1. J = 12,0
  2. Max. aantal V-uren = Q1/6 x [24 –  (V-uren x 6/Q)] = 38/6 x  [24 – 0] = 152 u.
  3. Aantal betaalde V-uren = (J x S1/6) – (V-uren x S1/S) = [(12 x 38/6) – 0] = 76 u.
  4. Max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 152 – 76  = 76 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 3 

  1. J = 12,0
  2. Max. aantal V-uren = Q1/6 x [24 –  (V-uren x 6/Q)] = 19/6 x  [24 – 0] = 76 u.
  3. Aantal betaalde V-uren = (J x S1/6) – (V-uren x S1/S) = [(12 x 38/6) – 0] = 76 u.
  4. Max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 76 – 76  = 0 u.

Er dient geen elektronische aangifte te gebeuren.

Voorbeeld 4

 

  1. J = 6,0
  2. Max. aantal V-uren = Q1/6 x [24 –  (V-uren x 6/Q)] = 38/6 x  [24 – 0] = 152 u.
  3. Aantal betaalde V-uren = (J x S1/6) – (V-uren x S1/S) = [(6 x 38/6) – 0] = 38 u.
  4. Max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 152 – 38  = 114 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 5

 

  1. J = 12,0
  2. Resterend max. aantal V1-uren (bij laatste werkgever) = Q1/6 x [24 –  (V3-uren x 6/Q3)] = 38/6 x  [24 – (36 x 6/36)] = 114 u.
  3. Resterend aantal betaalde V1-uren = (J x S1/6) – (V3-uren x S1/S3)  = [(12 x 38/6) – 
  4. (36 x 38/36)] = 38 u.
  5. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling = 114 – 38  = 76 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

 

Voorbeeld 6  

 

  1. J = 6,0
  2. Resterend max. aantal V1-uren (bij laatste werkgever) = Q1/6 x [24 –  (V3-uren x 6/Q3)] = 38/6 x  [24 – (18 x 6/18)] = 114 u.
  3. Resterend aantal betaalde V1-uren = (J x S1/6) – (V3-uren x S1/S3)  = [(6 x 38/6) – (18 x 38/36)] = 19 u.
  4. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling = 114 – 19  = 95 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 7

 

  1. J = 12,0
  2. Resterend max. aantal V1-uren (bij laatste werkgever) = Q1/6 x [24 –  (V3-uren x 6/Q3)] = 19/6 x  [24 – (36 x 6/36)] = 57 u.
  3. Resterend aantal betaalde V1-uren = (J x S1/6) – (V3-uren x S1/S3) = (12 x 38/6) – (36 x 38/36)] = 38 u.
  4. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren bij de aanvang van de actuele arbeidsregeling = 57 – 38  = 19 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 8

 

  1. J = 12,0
  2. Resterend max. aantal V1-uren (bij laatste werkgever) = Q1/6 x [24 –  (V3-uren x 6/Q3)] = 38/6 x  [24 – (18 x 6/18)] = 114 u.
  3. Resterend aantal betaalde V1-uren = (J x S1/6) – (V3-uren x S1/S3) = [(12 x 38/6) – (18 x 38/36)] = 57 u.
  4. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 114 – 57  = 57 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

 

Voorbeeld 9

 

  1. J = 6,0
  2. Resterend max. aantal V1-uren (bij laatste werkgever)  = Q1/6 x [24 –  (V3-uren x 6/Q3)] = 19/6 x  [24 – (36 x 6/36)] = 57 u.
  3. Resterend aantal betaalde V1-uren = (J x S1/6) – (V3-uren x S1/S3) = [(6 x 38/6) – (36 x 38/36)] = 0 u.
  4. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 57 – 0  = 57 u.

Voor maanden met jeugd- of seniorvakantie verricht u een elektronische aangifte scenario 10. Voor de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie verricht u tevens een elektronische aangifte scenario 9.

Voorbeeld 10

 

Een werknemer heeft recht op 10 gewogen betaalde vakantiedagen (= J). Hij is in het vakantiejaar eerst voltijds tewerkgesteld 35/35 (Q2/S2). Hij nam toen 43 uur vakantie (V-uren2) in juni.

Hij is nu halftijds tewerkgesteld 19/38 (Q1/S1) en neemt zijn resterende vakantie in september.

  1. J = 10,0 dagen
  2. Resterend max. aantal V-uren = Q1/6 x [24 –  (V-uren2 x 6/Q2)] = 19/6 x [24 – (43 x 6/35)]  = 52,65 u.
  3. Resterend aantal betaalde V-uren = (J x S1/6) – (V-uren2 x S1/S2)= [(10 x 38/6) – (43 x 38/35)] = 16,65  u.
  4. Resterend max. aantal jeugd- of seniorvakantie-uren = 52,65  – 16,64  = 36,00 u.

Voor de maand juni dient geen aangifte te gebeuren. Voor september verricht u een elektronische aangifte scenario 9. U verricht tevens een elektronische aangifte scenario 10.

Mag de jeugd- of seniorvakantie-uitkering gecumuleerd worden met andere vergoedingen?

Jeugd- of seniorvakantie-uitkeringen kunnen niet gecumuleerd worden met een vervangingsinkomen (bv. ziekte-uitkering, moederschapsuitkering, …). De werkgever kan wél een vergoeding betalen ter aanvulling van de jeugd- of seniorvakantie-uitkering.

Wenst u meer info?

Voor meer informatie kan u terecht bij het werkloosheidsbureau van de RVA. U kan daar infobladen verkrijgen waarin gedetailleerd wordt ingegaan op de verschillende aspecten van de werkloosheidsverzekering. U vindt ook informatie op de website van de RVA.