Privésector - Tijdskrediet - landingsbaan

De landingsbaan laat de werknemers toe hun prestaties met 1/5 of 1/2 te verminderen tot op het moment dat ze met pensioen gaan. Je kunt het recht op tijdskrediet bekomen bij je werkgever vanaf 55 jaar of vanaf 50 jaar op basis van de uitzonderingen van de cao nr. 103.

De uitkeringen van de RVA kunnen daarentegen pas vanaf 60 jaar worden toegekend volgens de algemene regel. Als uitzondering op die regel kunnen de uitkeringen worden toegekend van 55 jaar tot en met 59 jaar, voor zover een intersectoriële en sectoriële cao het gebruik van de afwijkende voorwaarden mogelijk maakt. […]

Cao nr. 157 voorziet in onderbrekingsuitkeringen bij een landingsbaan vanaf de leeftijd van 55 jaar voor de periode 01.01.2023 tot en met 30.06.2023.

Je moet het formulier C61 – tijdskrediet landingsbanen – CAO nr. 103ter – 06/17  gebruiken dat beschikbaar is op de website van de RVA.

Voor meer informatie over de aanvraagprocedure, kan u het infoblad T 159 raadplegen.

  • Als op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 alle toegangsvoorwaarden zijn vervuld (25 jaar beroepsverleden in loondienst, 2 jaar anciënniteit in de onderneming en tewerkstelling in het vereiste arbeidsregime tijdens de 24 voorgaande maanden), kan de landingsbaan altijd worden verkregen bij de werkgever vanaf 55 jaar volgens de algemene regel of vanaf 50 jaar op basis van de uitzonderingen van de cao nr. 103.

  • De uitkeringen van de RVA kunnen daarentegen slechts worden toegekend vanaf 60 jaar volgens de algemene regel, of tussen 55 en 59 jaar, voor zover een intersectoriële en sectoriële cao dat mogelijk maken.  […]

    Bij een aanvraag bij de werkgever vóór 60 jaar, als er geen cao is om uitkeringen te verkrijgen op basis van afwijkende voorwaarden, wordt het tijdskrediet landingsbaan zonder onderbrekingsuitkeringen door de RVA toegekend.

  • Tijdskrediet in de vorm van een onderbreking tot 1/2. Dat biedt je de mogelijkheid om je prestaties (van minstens 3/4 van een voltijdse betrekking) te verminderen om halftijds te gaan werken tot aan je pensioen. Die vorm van onderbreking moet worden genomen per minimumperiode van 3 maanden.

  • Tijdskrediet in de vorm van een onderbreking met 1/5. Je kunt je (voltijdse) prestaties verminderen  om 4/5 te gaan werken tot aan je pensioen. Die vorm van onderbreking moet worden genomen per minimumperiode van 6 maanden.

Zie infoblad T163.

Bij het begin van het tijdskrediet moet je ten minste 55 jaar oud zijn (of 50 jaar op basis van de uitzonderingen die zijn voorzien door de cao nr. 103) en op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever voldoen aan de volgende 3 voorwaarden:

1.  De voorwaarde van het beroepsverleden

Je moet ten minste 25 jaar beroepsverleden in loondienst als werknemer hebben.

2.    De anciënniteitsvoorwaarde

Je moet minstens 2 jaar anciënniteit hebben bij de werkgever bij wie je de landingsbaan vraagt. Die periode van 2 jaar kan worden verminderd in onderling overleg tussen de werknemer en de werkgever.

3.  De tewerkstellingsvoorwaarde

  • om een halftijdse landingsbaan te bekomen, moet je gedurende 24 maanden ten minste 3/4 gewerkt hebben bij je huidige werkgever;
  • om een 1/5 landingsbaan te bekomen, moet je bij je huidige werkgever gedurende 24 maanden ofwel voltijds en gewoonlijk in een arbeidsregime hebben gewerkt gespreid over 5 dagen of meer, ofwel 4/5 in het kader van het algemeen stelsel van het 1/5 tijdskrediet of bij twee werkgevers voor zover de som van de twee tewerkstellingsbreuken samen bij de twee werkgevers minstens een voltijdse betrekking vormt en met het akkoord van de werkgever(s). Om de 1/5 vermindering te bepalen, wordt rekening gehouden met de voltijdse arbeidsduur bij de werkgever waar de schriftelijke kennisgeving wordt verricht.

Opmerking: als de anciënniteitsvoorwaarde van 2 jaar in onderling akkoord met je werkgever wordt verminderd, kan er ook rekening worden gehouden met de tewerkstellingen bij je vorige werkgevers om aan de tewerkstellingsvoorwaarde van 24 maanden te voldoen.

Voor meer informatie consulteer het infoblad T161.

Je kunt een landingsbaan bekomen (zonder uitkeringen van de RVA) vanaf de leeftijd van 50 jaar als je voldoet aan een van de volgende 3 uitzonderingen:

Enkel voor de halftijdse landingsbaan

Op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving ben je actief geweest in een zwaar beroep gedurende ten minste 5 jaar/7 jaar tijdens de 10/15 voorgaande jaren EN dat zware beroep is opgenomen in de lijst van knelpuntberoepen;

Enkel voor de 1/5 landingsbaan

Op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever:

  • ben je ofwel actief geweest in een zwaar beroep gedurende ten minste 5 jaar/7 jaar tijdens de vorige 10/15 jaar;
  • heb je ofwel 28 jaar beroepsloopbaan in loondienst (opgelet: die uitzondering kan enkel worden gebruikt als dat recht is voorzien in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op sectoraal niveau).

Voor de halftijdse en de 1/5 landingsbaan

Het begin van de landingsbaan is gelegen in een periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering EN aan de 3 volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de onderneming toont aan dat haar aanvraag om erkenning kadert in het herstructureringsplan en het mogelijk maakt ontslagen te vermijden;
  2. de onderneming bewijst dat haar aanvraag om erkenning het aantal werknemers die overstappen naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) vermindert;
  3. de minister van Werk heeft in zijn verklaring tot erkenning uitdrukkelijk gepreciseerd dat de twee voorgaande voorwaarden vervuld zijn.

Er bestaan 3 categorieën van zware beroepen:

  • werk in wisselende ploegen: het gaat om werk in minstens 2 ploegen met minstens 2 werknemers die hetzelfde werk verrichten wat de inhoud en de omvang betreft, die elkaar opvolgen in de loop van de dag zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping langer duurt dan een kwart van hun dagelijkse opdrachten en op voorwaarde dat de werknemer beurtelings van ploeg verandert;
  • werk in onderbroken diensten: het gaat om werk waarbij je permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen, met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur.
  • tewerkstelling in een arbeidsregime met nachtprestaties: zoals bepaald in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) nr. 46 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties. Concreet betreft het dus prestaties die gewoonlijk worden verricht in arbeidsregimes met prestaties tussen 20 uur en 6 uur 's ochtends, uitgezonderd:
    • de personen tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
    • het varend personeel van de visserijbedrijven en van de koopvaardij alsmede het varend personeel in het luchtvervoer.

  • De verpleegkundigen en het verzorgend personeel in ziekenhuizen;
  • De verpleegkundigen en het verzorgend personeel in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.

Ja je kan een vroegtijdig einde stellen aan je 1/5 landingsbaan mits akkoord van je werkgever. U moet nadien een nieuwe aanvraag halftijdse landingsbaan indienen en voldoen aan alle voorwaarden.

Per kalenderjaar kunnen maximum 313 arbeidsdagen in loondienst of daarmee gelijkgesteld in rekening worden genomen.

Deeltijdse arbeid wordt eveneens meegeteld, via de omzetting van arbeidsuren in arbeidsdagen. Daartoe moet de volgende formule worden gebruikt: aantal arbeidsuren en gelijkgestelde uren x 6 / het uurrooster van een voltijdse betrekking.

Om die berekening uit te voeren, moet het totaal aantal arbeidsdagen als loontrekkende of gelijkgestelde dagen, sedert het begin van de loopbaan tot aan de dag van de schriftelijke aanvraag om tijdskrediet die is overgemaakt aan de werkgever, worden samengeteld. Het bekomen totaal gedeeld door 312 geeft het aantal jaren beroepsverleden als loontrekkende.

Met andere woorden: het aantal arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen moet minstens gelijk zijn aan 25 jaar x 312 dagen, dat zijn 7800 dagen.

De in het buitenland verrichte arbeid komt slechts in aanmerking binnen de grenzen bepaald in de werkloosheidsreglementering.

Dat betekent dat het de bilaterale en internationale verdragen zijn die de voorwaarden bepalen waaronder periodes van tewerkstelling in het buitenland in aanmerking zouden kunnen worden genomen. Op enkele uitzonderingen na kan bijgevolg geen enkele tewerkstellingsperiode in de landen buiten de Europese Economische Ruimte in aanmerking worden genomen.

De hierna opgesomde niet-gepresteerde periodes worden gelijkgesteld met arbeid in loondienst.

Bijgevolg kunnen de dagen gedekt door een van die periodes worden meegeteld voor de berekening van de 25 jaar beroepsverleden.

  • de dagen gedekt door een opzeggingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding;
  • de dagen van volledige werkloosheid als de werkloze op die dagen een beroepsopleiding heeft gevolgd, tewerkgesteld is geweest in een beschermde werkplaats in de hoedanigheid van moeilijk te plaatsen mindervalide werkloze of tewerkgesteld is geweest in toepassing van artikel 161 van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid;
  • de dagen die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een werkloosheidsuitkering ingevolge tijdelijke werkloosheid;
  • de dagen die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van de wetgeving op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  • de dagen die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van de wetgeving inzake de schadeloosstelling voor arbeidsongevallen, ongevallen op de weg naar en van het werk, inzake beroepsziekten en inzake het invaliditeitspensioen voor mijnwerkers;
  • de dagen wettelijke vakantie en de dagen vakantie krachtens algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, als ze aanleiding hebben gegeven tot betaling van vakantiegeld, alsook de dagen gedekt door vakantiegeld gelegen in een periode van volledige werkloosheid;
  • de periode die aanleiding heeft gegeven tot betaling van een overgangsuitkering voorzien in de pensioenregelgeving, onder de voorwaarden bepaald in de werkloosheidsreglementering;
  • de dagen afwezigheid op het werk met behoud van loon waarop sociale zekerheidsbijdragen, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden ingehouden;
  • de feest- of vervangingsdagen tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
  • de dagen van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week en de dagen van arbeidsongeschiktheid met aanvulling-voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 12bis of nr. 13bis;
  • de dagen inhaalrust;
  • de dagen staking, lock-out en de dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge staking of lock-out;
  • de carensdag; de dagen waarop niet werd gewerkt wegens vorst, die door het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf werden vergoed;
  • de dagen functie van rechter in sociale zaken;
  • andere dagen afwezigheid op het werk zonder behoud van loon ten belope van ten hoogste tien dagen per kalenderjaar;
  • de dagen afwezigheid op het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen;
  • de dagen waarop effectief een beroepsopleiding in de zin van de werkloosheidsreglementering werd gevolgd of waarop de werknemer actief was in het kader van een instapstage, ten belope van ten hoogste 96 dagen;
  • de dagen van aanwezigheid onder de wapens wegens oproeping of wederoproeping alsmede de dagen van dienst als gewetensbezwaarde of de dagen van prestaties als dienstplichtige die krachtens de betrokken wetgeving met legerdienst gelijkgesteld worden.

Als werknemer die tijdskrediet aanvraagt, heb je de verantwoordelijkheid om de berekening van je beroepsverleden uit te voeren.

In theorie moet je dus minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen bewijzen en daarvan het bewijs leveren aan de RVA. Je bent evenwel vrijgesteld van de indiening van verantwoordingsstukken over de gegevens die onze dienst kan bekomen bij andere socialezekerheidsinstellingen, met andere woorden de loopbaangegevens in België, beheerd door SIGEDIS.

NB: SIGEDIS is de instelling die de sociale gegevens over je loopbaan beheert, door ze te verzamelen en te registreren in haar databanken. Die databanken worden ter beschikking gesteld van openbare instellingen zoals de RVA, opdat ze kunnen worden gebruikt. Als je meer uitleg wil over dat onderwerp, kun je hun website raadplegen: www.sigedis.be.

Aangezien SIGEDIS geen afrekening bezorgt van de dagen doorgebracht onder de wapens naar aanleiding van een oproeping of een wederoproeping bij het leger, noch de dagen als gewetensbezwaarde of de prestaties als dienstplichtige gelijkgesteld aan militaire dienst, moet je, als je je in een van die situaties bevond, de RVA een bewijs leveren dat het aantal dagen vermeldt die in aanmerking kunnen worden genomen.

Aangezien SIGEDIS evenmin de afrekening bezorgt van de dagen tewerkstelling in het buitenland, moet je, als je hebt gewerkt als loontrekkende in een ander land van de Europese Economische Ruimte, het schriftelijk bewijs daarvan bezorgen aan de RVA, via alle nodige middelen (bijvoorbeeld: het Europees formulier U1 ingevuld door de bevoegde buitenlandse instelling of elk ander bewijs).

Ja. Als je dat wil, kun je aan het kantoor van de RVA waarvan je afhangt, vragen om je beroepsverleden als loontrekkende te berekenen. Je moet dan het formulier 'C61 - Beroepsverleden landingsbanen' invullen.

Op basis van die aanvraag zal het RVA-kantoor je beroepsverleden berekenen met behulp van de gegevens die beschikbaar zijn bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Het zal je dan op de hoogte brengen van het resultaat.

Als je onvoldoende beroepsverleden hebt, dan kun je eventueel een nieuwe aanvraag tot berekening indienen op grond van bijkomende bewijsstukken (bijvoorbeeld het bewijs van jaren loopbaan als loontrekkende in een ander Europees land).

Als uit het antwoord van je RVA-kantoor blijkt dat:

  • je geen 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebt (zelfs na een eventuele nieuwe berekening op basis van bijkomende bewijsstukken), kun je geen tijdskrediet landingsbaan krijgen bij je werkgever en heb je dus geen recht op een uitkering van de RVA.
  • je ten minste 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebt, kun je dat bewijs aan je werkgever bezorgen wanneer je hem vraagt om gebruik te maken van jouw recht op tijdskrediet landingsbaan. Wanneer je vervolgens de aanvraag om onderbrekingsuitkeringen indient, moet je dat antwoord ook bijvoegen bij je formulier.

Neen, je moet ten minste 25 jaar beroepsverleden als werknemer in loondienst bewijzen om een landingsbaan te kunnen genieten. Als je echter de maximumduur van het tijdskrediet met motief nog niet hebt uitgeput, zou je een onderbreking kunnen aanvragen in dat stelsel bij je werkgever als je een motief kunt inroepen dat voorzien is in de reglementering.

Je kunt het recht op onderbrekingsuitkeringen verkrijgen vanaf 60 jaar.

De regering heeft wel in afwijkende voorwaarden voorzien om de uitkeringen aan te vragen tussen 55 tot en met 59 jaar (zie de volgende vraag/het volgende antwoord). Om een van de afwijkende voorwaarden te kunnen gebruiken, moet er absoluut een intersectoriële cao zijn gevolgd door een sectoriële cao die dat mogelijk maakt. Die cao's moeten worden afgesloten door de sociale partners: dat zijn de werkgevers- en werknemersorganisaties.

De interprofessionele cao nr. 170 voorziet in onderbrekingsuitkeringen bij een landingsbaan vanaf de leeftijd van 55 jaar voor de periode van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025.

Om vanaf de leeftijd van 55 jaar in aanmerking te komen voor onderbrekingsuitkeringen op grond van een van de afwijkende voorwaarden, moet een sectorale cao zijn afgesloten in toepassing van de interprofessionele cao nr. 170.

In geval van tewerkstelling in een onderneming die erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, moet er een ondernemings-cao zijn afgesloten.

Wanneer je werkt bij een werkgever die niet afhangt van een paritair comité of waarvan het paritair comité niet werkzaam is, is een toetredingsakte tussen de werkgever en de werknemers of een wijziging van het arbeidsreglement van de onderneming vereist om cao nr. 170 toe te passen.

Voor zover de cao’s het mogelijk maken (zie de vraag/het antwoord hierboven) kun je de uitkeringen bekomen vóór 60 jaar wanneer je voldoet aan een van de volgende afwijkende voorwaarden:

1. Je bent tewerkgesteld in een onderneming die erkend is als zijnde in herstructurering of in moeilijkheden op de aanvangsdatum van je tijdskrediet eindeloopbaan;

2. Op de datum van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, kun je 35 jaar beroepsloopbaan in loondienst bewijzen in de zin van de reglementering “werkloosheid met bedrijfstoeslag”;

3. Op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, werd je ofwel:

a.    minstens 5 jaar, gedurende de 10 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;

b.    minstens 7 jaar, gedurende de 15 voorgaande jaren tewerkgesteld in een zwaar beroep;

c.     minstens 20 jaar tewerkgesteld in een stelsel van nachtarbeid, beoogd in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46;

d.    tewerkgesteld door een werkgever die afhangt van het paritair comité van de bouwsector en je beschikt over een attest dat werd afgeleverd door een arbeidsarts waarin je ongeschiktheid om je beroepsactiviteit voort te zetten, wordt bevestigd. 

4. Je bent een werknemer  tewerkgesteld bij een werkgever van het paritair comité 327 voor een beschutte werkplaats, een sociale werkplaats of een maatwerkbedrijf en je hebt minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever. Het kaderpersoneel is uitgesloten. Deze afwijking is geldig van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025.