Het tijdskrediet landingsbaan - Recht bij de werkgever

T161

Laatste update : 05.03.2024

Wat is het tijdskrediet landingsbaan?

Het tijdskrediet past binnen het kader van de reglementering op de loopbaanonderbreking. Het is enkel van toepassing voor de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever van de privésector. Tijdskrediet biedt u de mogelijkheid om over meer vrije tijd te beschikken voor familiale of sociale verplichtingen of om persoonlijke projecten te verwezenlijken.

Het specifieke tijdskrediet voor werknemers die het einde van hun loopbaan naderen, biedt u de mogelijkheid om uw prestaties te verminderen tot u met pensioen gaat. Om dit tijdskrediet te bekomen, moet u voldoen aan verschillende toegangsvoorwaarden bij uw werkgever.

Indien u aan de toegangsvoorwaarden bij uw werkgever en aan die voor de toekenning van uitkeringen voldoet, kunt u een maandelijks vervangingsinkomen genieten, betaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

Voor een goed begrip van het tijdskrediet dient een onderscheid te worden gemaakt tussen het recht dat kan worden bekomen bij de werkgever (zie deel 1 van dit infoblad) en het recht op onderbrekingsuitkeringen dat kan worden bekomen bij de RVA (zie deel 2 van dit infoblad). Het is immers niet omdat u recht heeft op tijdskrediet bij de werkgever dat u noodzakelijkerwijs recht heeft op onderbrekingsuitkeringen.

Hierover vindt u alle informatie in het infoblad T162

NB: Het tijdskrediet landingsbaan  voorziet niet de mogelijkheid om uw prestaties volledig te onderbreken. Indien u uw prestaties tijdelijk volledig wenst te onderbreken, moet u een volledig tijdskrediet aanvragen met motief. Hierover vindt u alle informatie in het infoblad T160.

Op wie is de inhoud van dit infoblad van toepassing?

De informatie in dit infoblad is gebaseerd op de reglementering die van kracht is vanaf 01.04.2017.  Deze bepalingen zijn van toepassing op alle eerste aanvragen en aanvragen om verlenging waarvoor de schriftelijke kennisgeving wordt bezorgd aan de werkgever na 31.03.2017.

  • Met eerste aanvraag worden alle aanvragen bedoeld van werknemers die voor de eerste keer tijdskrediet aanvragen en alle aanvragen die geen verlenging betreffen (zie hierna);
  • Met verlenging: alle aanvragen van de werknemers die een vernieuwing vragen, van datum tot datum, van een periode van tijdskrediet die is beëindigd.  Om als verlenging te worden beschouwd, moet de hernieuwde periode worden gevraagd in dezelfde regeling (d.w.z. halftijds of met een vijfde).

Wanneer u uw werkgever, vóór 1.4.2017, schriftelijk hebt verwittigd een tijdskrediet landingsbaan te willen aanvragen of verlengen, zijn de oude bepalingen van toepassing. Om deze te kennen, moet u zich wenden naar het contactcenter van de RVA, op het nummer 02.515.44.44 (uniek telefoonnummer voor heel België), om te vragen om u het juiste infoblad en aanvraagformulier over te maken.

Is de wetgeving inzake tijdskrediet op u van toepassing?

Ja, indien u als bediende of arbeider bent tewerkgesteld bij een werkgever van de privésector.

Nb : werkt u in de openbare sector (administratie, enz.), in het onderwijs of in een autonoom overheidsbedrijf (Proximus, B-Post, NMBS of Skeyes), dan kunt u de betrokken informatie vinden in de andere infobladen van de RVA. Zij zijn beschikbaar op onze website, in de verschillende RVA-kantoren en bij de afdeling tijdskrediet van het hoofdbestuur van de RVA.

Wat is de wettelijke basis van het tijdskrediet?

Het recht op tijdskrediet bij de werkgever (toegangsvoorwaarden, organisatieregels, aanvraagprocedure, mogelijkheid tot uitstel, …) wordt vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst (afgekort cao) nr. 103, zoals gewijzigd door de cao nr. 103ter geldig vanaf 01.04.2017.

Het recht op onderbrekingsuitkeringen die tijdens het tijdskrediet kunnen worden toegekend door de RVA (toegangsvoorwaarden, regels inzake woonplaats, cumulatieregels, aanvraagprocedure ...) wordt vastgelegd in het koninklijk besluit van 12.12.2001, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 23.05.2017 in werking op 01.06.2017.

Bijkomende informatie?

Wenst u meer informatie over het toepassingsgebied en de wettelijke basis van het tijdskrediet, raadpleeg dan het infoblad T139.

Welke onderbrekingsmogelijkheden zijn er?

1. Het halftijds tijdskrediet

Het gaat om een gedeeltelijke onderbreking die u de mogelijkheid biedt om uw prestaties te verminderen tot een halftijdse, om te blijven werken ten belope van 50% van het voltijdse uurrooster dat bij uw werkgever is vastgelegd. Het is enkel toegankelijk indien u ten minste 3/4 werkt bij de werkgever bij wie u uw prestaties wenst te verminderen.

Voorbeelden: het voltijdse uurrooster bij uw werkgever bedraagt 38 uur per week.

  • Indien u voltijds werkt, biedt het halftijds tijdskrediet u de mogelijkheid om uw prestaties te verminderen tot 19 uur per week.
  • Indien u deeltijds werkt in een arbeidsregime van 32 uur per week, kunt u, omdat uw betrekking meer dan 3/4 is (28,5 uur per week), een halftijds tijdskrediet krijgen en uw prestaties verminderen tot 19 uur per week;
  • Indien u deeltijds werkt in een arbeidsregime van 25 uur per week, kunt u, omdat uw betrekking minder dan 3/4 is (28,5 uur per week), geen halftijds tijdskrediet krijgen en uw prestaties niet verminderen tot 19 uur per week.
Organisatie van de halftijdse arbeid

Het halftijdse arbeidsregime dat voortvloeit uit het tijdskrediet moet overeengekomen worden in overleg met uw werkgever en schriftelijk vastgesteld worden in een aanhangsel van de arbeidsovereenkomst. Het moet echter verplicht gaan om een arbeidsregime dat voorzien is in het arbeidsreglement.

2. Het tijdskrediet 1/5

Het gaat om een gedeeltelijke onderbreking die u de mogelijkheid biedt om uw wekelijkse arbeidsduur tijdelijk te verminderen met 1 dag of 2 halve dagen per week, om het u mogelijk te maken te blijven werken aan 80% van een voltijds regime binnen de onderneming. Het tijdskrediet tot een vijfde is enkel toegankelijk als u voltijds bent tewerkgesteld.  Dat voltijdse arbeidsregime moet verdeeld zijn over 5 dagen of meer.

Voorbeelden: het voltijdse uurrooster in de onderneming bedraagt 38 uur per week.

  • Indien u voltijds werkt in een regime van 38 uur verdeeld over 5 dagen per week, kunt u tijdskrediet 1/5 krijgen.
  • Indien u voltijds werkt in een regime van 38 uur verdeeld over 4 dagen per week, kunt u geen tijdskrediet 1/5 krijgen.
  • Indien u deeltijds werkt in een regime van 32 uur verdeeld over 5 dagen per week, kunt u geen tijdskrediet 1/5 krijgen.
Organisatie van de 4/5 arbeid

De algemene regel die geldt voor het tijdskrediet 1/5 is een vermindering van het voltijdse wekelijkse uurrooster met 1 dag of met 2 halve dagen.

Het is echter mogelijk een andere 4/5 arbeidsorganisatie vast te leggen voor een periode van maximum 12 maanden. Die mogelijkheid moet voorzien zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst van de sector of van de onderneming. Indien er in de onderneming geen syndicale afvaardiging is, dan moet die mogelijkheid voorzien zijn in het arbeidsreglement en op voorwaarde dat hierover een schriftelijk wederzijds akkoord wordt gesloten met de werkgever.

Voorbeelden: het voltijdse uurrooster van de onderneming bedraagt 38 uur, verdeeld over 5 dagen per week, van maandag tot vrijdag.

  • Indien u voltijds werkt, kunt u met het tijdskrediet 1/5 uw prestaties verminderen met één dag per week, bijvoorbeeld de vrijdag.
  • Indien u voltijds werkt, kunt u met het tijdskrediet 1/5 uw prestaties verminderen met twee halve dagen per week, bijvoorbeeld de woensdagnamiddag en de vrijdagnamiddag.
  • Indien u voltijds werkt en indien die mogelijkheid is voorzien, kunt u uw uurrooster verminderen en nog 4/5 van het aantal uren van uw voltijdse betrekking presteren (30 uur en 24 minuten per week), ongeacht hoe die uren gespreid zijn.

Wanneer het 4/5 uurrooster in onderling overleg met de werkgever is overeengekomen, moet het schriftelijk worden vastgelegd in een aanhangsel van de arbeidsovereenkomst.

Is het mogelijk om tijdskrediet met motief te bekomen in geval van tewerkstelling bij 2 verschillende werkgevers?

Ja. In geval van tewerkstelling bij twee verschillende werkgevers, kunt u uw prestaties gedeeltelijk onderbreken:

  • tot een halftijdse, voor zover de globale tewerkstelling bij uw 2 werkgevers ten minste gelijk is aan een 3/4 tewerkstelling;
  • met een vijfde, voor zover de globale tewerkstelling bij uw 2 werkgevers ten minste gelijk is aan een voltijdse tewerkstelling, verdeeld over ten minste 5 dagen per week.

De gedeeltelijke onderbreking (halftijds of met een vijfde), kan worden gevraagd:

  • ofwel bij 1 van de 2 werkgevers;
  • ofwel verhoudingsgewijs bij elk van de 2 werkgevers, op voorwaarde dat het begin en de duur van de 2 prestatieverminderingen identiek zijn en ze samen een halftijdse vermindering of een vermindering met 1/5 vormen.

Om te bepalen hoe de vermindering van de prestaties moet gebeuren, moet rekening worden gehouden met de voltijdse arbeidsduur bij de werkgever bij wie de aanvraag is gebeurd.

Opgelet!  Om het tijdskrediet te kunnen bekomen in een van die hypotheses, is het akkoord van de werkgever bij wie de aanvraag is gebeurd, onontbeerlijk.  M.a.w. dit is geen recht. Dit betekent dat de werkgever de toekenning van het door u gevraagde tijdskrediet kan weigeren, zelfs als u aan alle hierna opgesomde toegangsvoorwaarden voldoet.

Consulteer het infoblad T163 voor meer informatie over dit onderwerp.

Voor welke duur kunt u het tijdskrediet landingsbaan bekomen?

U kunt het tijdskrediet landingsbaan krijgen voor de duur die u wenst, op voorwaarde dat u de hierna vermelde minimum- en maximumduur respecteert.

Minimumduur

  • 3 maanden, in geval van aanvraag om halftijds tijdskrediet:
  • 6 maanden, in geval van een aanvraag om tijdskrediet 1/5.

De minimumduur moet nageleefd worden bij elke aanvraag om tijdskrediet, ook in geval van verlenging.

Maximumduur

U kunt het tijdskrediet landingsbaan, halftijds of 1/5, bekomen tot de datum waarop u met pensioen gaat.

Vanaf welke leeftijd kunt u het tijdskrediet landingsbaan bekomen bij uw werkgever?

Algemene regel

Moet u minstens 55 jaar zijn op de aanvangsdatum van het tijdskrediet landingsbaan.

Uitzondering

In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden kunt u het tijdskrediet landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar bekomen.

Indien u tewerkgesteld bent in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering

U kunt het halftijdse tijdskrediet landingsbaan of het tijdskrediet landingsbaan 1/5 vanaf de leeftijd van 50 jaar bekomen indien de aanvangsdatum ervan gelegen is in een periode van erkenning van uw onderneming als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, in toepassing van de reglementering betreffende de werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen), voor zover alle volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • de onderneming bewijst dat haar aanvraag tot erkenning gedaan wordt in het kader van een herstructureringsplan en het zo mogelijk maakt ontslagen te vermijden;
  • de onderneming bewijst dat haar aanvraag tot erkenning het mogelijk maakt het aantal werknemers die overstappen naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) te beperken;
  • de minister van Werk heeft uitdrukkelijk in haar verklaring tot erkenning gepreciseerd dat de twee voorgaande voorwaarden vervuld zijn.
In geval van aanvraag om halftijds tijdskrediet

Indien u niet tewerkgesteld bent in een onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, kunt u het halftijds tijdskrediet landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar bekomen indien u op de datum van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, tegelijkertijd voldoet aan de volgende 2 voorwaarden:

1. Een zwaar beroep uitgeoefend hebben

U moet minstens 5 jaar tijdens de 10 voorgaande jaren of minstens 7 jaar tijdens de 15 jaren die de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever voorafgaan een zwaar beroep hebben uitgeoefend.

Voor de uitleg over de zware beroepen, zie hierna.

2. Het zwaar beroep moet een knelpuntberoep zijn

Het zwaar beroep moet verplicht voorkomen op de lijst van de knelpuntberoepen. Op dit ogenblik gaat het om de volgende lijst:

  • verpleegkundigen en verzorgend personeel in de ziekenhuizen;
  • verpleegkundigen en verzorgend personeel in de rusthuizen en de verzorgingstehuizen.

Voor de toepassing van deze bepaling, worden drie beroepen beschouwd als verzorgend personeel: de verzorgingsassistenten, de kinesitherapeuten, de ergotherapeuten.

In geval van aanvraag om tijdskrediet 1/5

Indien u niet tewerkgesteld bent in een onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, kunt u het tijdskrediet landingsbaan 1/5 vanaf de leeftijd van 50 jaar bekomen indien u op de datum van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, voldoet aan één van de 2 volgende voorwaarden:

1. Een zwaar beroep uitgeoefend hebben

U heeft minstens 5 jaar tijdens de 10 voorgaande jaren of minstens 7 jaar tijdens de 15 jaren die de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever voorafgaan een zwaar beroep uitgeoefend.

Voor de uitleg over de zware beroepen, zie hierna.

Om het tijdkrediet landingsbaan 1/5 te bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar, moet dit zwaar beroep niet voorkomen op de lijst van de knelpuntberoepen.

2. In totaal minstens 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende hebben

Opgelet!

Om het tijdskrediet landingsbaan 1/5 te kunnen bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar, op basis van 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende, moet er verplicht een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (cao) zijn die die mogelijkheid voorziet. Dat betekent dat deze uitzondering niet van toepassing is bij alle werkgevers.

Indien u een tijdskrediet landingsbaan 1/5 wenst te bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar omdat u minstens 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende hebt, moet u dan ook informeren bij uw werkgever om te weten of er een sectorale cao is gesloten door de sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) waarin de toepassing van deze uitzondering is voorzien.

Hoe de 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen?
Elk kalenderjaar van ten minste 285 dagen die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van een loon kan in aanmerking worden genomen. De volgende periodes zijn echter gelijkgesteld en kunnen dus ook in aanmerking worden genomen:
  • een moederschapsverlof;
  • moederschapsbescherming;
  • de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen;
  • geboorteverlof (het vroegere vaderschapsverlof);
  • adoptieverlof;
  • ouderschapsverlof in het kader van een loopbaanonderbreking.

Voor elk van die kalenderjaren wordt het aantal betaalde dagen dat 285 overschrijdt, buiten beschouwing gelaten.

Voor de kalenderjaren met minder dan 285 betaalde of gelijkgestelde dagen, worden die dagen samengeteld voor het geheel van die kalenderjaren en vervolgens gedeeld door 285. Het resultaat van die bewerking, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren.

Wat is een zwaar beroep?

Om het tijdskrediet landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar te kunnen bekomen, worden op dit ogenblik drie types van tewerkstelling beschouwd als een zwaar beroep:

1. Het werk in wisselende ploegen

Het gaat om arbeid in minstens 2 ploegen:

  • met elk minstens 2 werknemers;
  • die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang;
  • die elkaar in de loop van de dag opvolgen, zonder onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen en zonder overlapping die 1/4 van hun dagtaak overschrijdt;
  • en op voorwaarde dat de werknemer beurtelings van ploeg wisselt.

Voorbeelden van tewerkstelling die geen arbeid in wisselende ploegen zijn:

  • een ploeg van 5 werknemers werkt van 5 u. tot 8 u. om de werkplaats voor te bereiden voor een productieploeg die van 8 u. tot 16 u. werkt. Het gaat dus niet om wisselende ploegen, want ze doen niet hetzelfde werk;
  • een eerste ploeg van 8 werknemers werkt van 10 u. tot 18 u., een tweede ploeg van 14 u. tot 22 u. Zij doen hetzelfde werk. Het gaat niet om wisselende ploegen omdat er een overlapping is van 4 u. (van 14 u. tot 18 u.), wat de helft en dus meer dan een kwart van het aantal arbeidsuren is;
  • een werknemer doet hetzelfde werk als zijn collega. De ene werkt van 6 u. tot 13.30 u., de andere van 13 u. tot 18.30 u. Zij wisselen elke dag af. Er zijn geen andere collega's die hetzelfde werk doen. Het gaat niet om wisselende ploegen, want in elke ploeg zit maar één werknemer;
  • Er zijn 2 ploegen van elk 10 personen. De ene werkt van 6 u. tot 14 u., de tweede van 14 u. tot 22 u. De betrokken werknemer is tewerkgesteld in de ploeg van 6 u. tot 14 u. Het gaat niet om arbeid in wisselende ploegen, want de werknemer wisselt niet, aangezien hij steeds in dezelfde ploeg werkt.
2. Het werk in onderbroken diensten

Het gaat om arbeid waarbij u permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen, met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur.

Voor de toepassing van deze bepaling:

  • moet onder permanente tewerkstelling verstaan worden dat de ononderbroken dienst het gewone en dus geen occasioneel arbeidsregime is;
  • moet onder dagprestaties worden verstaan dat de prestaties uitsluitend worden verricht tussen 6 uur 's ochtends en middernacht.

Voorbeeld:

Een werkneemster is permanent tewerkgesteld als onderhoudsarbeidster vóór en na de normale werkuren van haar collega's en zij werkt van 6.30 u. tot 9 u. en van 16 u. tot 20.30 u. Het gaat hier wel degelijk om arbeid in onderbroken diensten want:

  • het gaat om prestaties overdag (tussen 6 uur 's morgens en middernacht);
  • er is een onderbreking van 14 uur tussen het begin en het einde (van 6.30 u. tot 20.30 u. = minstens 11 uur);
  • er is een onderbreking van 9 u. tot 16 u. = 7 uur = minstens 3 uur;
  • de prestaties bedragen in totaal 7 uur (van 6.30 u. tot 9 u. = 2.30 u. en van 16 u. tot 20.30 u. = 4.30 u.).
3. Het arbeidsregime met nachtarbeid

Het moet gaan om het werk zoals gedefinieerd in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) nr. 46 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties.

Concreet betreft het dus prestaties die gewoonlijk worden verricht in arbeidsregimes met prestaties tussen 20 uur en 6 uur 's ochtends, uitgezonderd:

  • de personen tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
  • het varend personeel van de visserijbedrijven en van de koopvaardij alsmede het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht.
Hoe berekent u de periode tijdens dewelke het zwaar beroep werd uitgeoefend?

De berekening om te bepalen of het zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar tijdens de laatste 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar tijdens de laatste 15 jaar vóór de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever werd uitgeoefend (zie de vraag "welke procedure moet u volgen om het tijdskrediet aan te vragen bij uw werkgever?") gebeurt in kalenderperiodes en wordt niet omgezet in dagen. Het feit voltijds of deeltijds tewerkgesteld te zijn, speelt geen rol. Periodes van volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst worden echter niet meegerekend, met uitzondering van de feestdagen, de dagen inhaalrust en de vakantiedagen.

Het is niet vereist dat de periodes tijdens dewelke het zwaar beroep werd uitgeoefend elkaar ononderbroken opvolgen en het moet ook niet om de laatste tewerkstelling gaan.

Welke zijn naast de leeftijdsvoorwaarde de andere voorwaarden bij uw werkgever?

Om het tijdskrediet landingsbaan te krijgen bij uw werkgever, moet u verplicht en tegelijkertijd voldoen aan de volgende voorwaarden (zie infoblad T159).

U moet minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben en 24 maanden anciënniteit bij de werkgever bij wie het tijdskrediet wordt aangevraagd, alsook tewerkgesteld zijn geweest in het toegestane arbeidsregime tijdens de 24 voorgaande maanden. Die voorwaarden worden hierna uiteengezet.

1. Voorwaarde beroepsloopbaan als loontrekkende

U moet minstens een beroepsverleden van 25 jaar hebben als loontrekkende.

Voor de berekening van de 25 jaar als loontrekkende, houdt men rekening met de normale werkelijke arbeid en de meerprestaties zonder inhaalrust, verricht in een beroep en/of een onderneming onderworpen aan de sociale zekerheid, waarvoor een verloning die ten minste gelijk is aan het minimumloon werd betaald en op basis waarvan inhoudingen werden doorgevoerd voor de sociale zekerheid, met inbegrip van die voor de sector werkloosheid.

Dat betekent dat de prestaties als zelfstandig werknemer niet in rekening kunnen worden gebracht voor de berekening van de 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende.

De arbeidsprestaties als statutair ambtenaar in de publieke sector of in het onderwijs mogen evenmin in rekening worden genomen. Dat is ook het geval voor de beroepsmilitairen. Er bestaan evenwel enkele uitzonderingen wanneer de aanstelling als statutair ambtenaar eenzijdig door de overheid werd verbroken. Overigens kan een periode van tewerkstelling als vrijwilliger in het leger onder bepaalde voorwaarden worden geregulariseerd. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met het RVA-kantoor waarvan u afhangt.

Wat in geval van arbeid in loondienst in het buitenland?

Arbeid in loondienst gepresteerd in het buitenland kan enkel in aanmerking worden genomen binnen de grenzen van de werkloosheidsreglementering.

Dat betekent dat het de bilaterale en internationale verdragen zijn die de voorwaarden bepalen waaronder periodes van tewerkstelling in het buitenland in aanmerking zouden kunnen worden genomen. Op enkele uitzonderingen na kan bijgevolg geen enkele tewerkstellingsperiode in de landen buiten de Europese Economische Ruimte in aanmerking worden genomen.

Periodes gelijkgesteld met arbeid in loondienst

De hierna opgesomde niet-gepresteerde periodes worden gelijkgesteld met arbeid in loondienst.

Bijgevolg kunnen de dagen gedekt door een van die periodes worden meegeteld voor de berekening van de 25 jaar beroepsverleden.

  • De dagen gedekt door een opzeggingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding;
  • De dagen volledige werkloosheid waarvoor de werkloze:
    • een beroepsopleiding heeft gevolgd;
    • tewerkgesteld is geweest in een beschutte werkplaats als moeilijk te plaatsen mindervalide werkloze;
    • tewerkgesteld is geweest als 'tewerkgestelde werkloze' (afgekort TWW)
  • De dagen vergoed in het kader van tijdelijke werkloosheid;
  • De dagen gedekt door een vergoeding arbeidsongeschiktheid, in toepassing van de wetgeving op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  • De dagen gedekt door een vergoeding ingevolge een arbeidsongeval, een beroepsziekte of een invaliditeitspensioen voor minderjarige arbeiders;
  • De wettelijke vakantiedagen en de vakantiedagen krachtens een verplicht gemaakte collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover die dagen aanleiding hebben gegeven tot de betaling van vakantiegeld alsook de dagen gedekt door vakantiegeld tijdens een periode van volledige werkloosheid;
  • De periodes die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van een overbruggingsuitkering, zoals voorzien in de reglementering betreffende de pensioenen;
  • De dagen afwezigheid op het werk met behoud van loon waarop socialezekerheidsbijdragen, met inbegrip van de sector werkloosheid, werden ingehouden;
  • De feest- of vervangingsdagen tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
  • De dagen van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week en de dagen van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis;
  • De dagen inhaalrust;
  • De dagen staking, lock-out en de dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge staking of lock-out;
  • De carensdagen;
  • De dagen waarop niet werd gewerkt wegens vorst, die door het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf werden vergoed;
  • De dagen van uitoefening van de functie van rechter in sociale zaken;
  • De andere dagen afwezigheid op het werk zonder behoud van loon ten belope van ten hoogste tien dagen per kalenderjaar;
  • De dagen afwezigheid op het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen;
  • De dagen waarop effectief een beroepsopleiding in de zin van de werkloosheidsreglementering werd gevolgd of waarop de werknemer actief was in het kader van een instapstage, ten belope van ten hoogste 96 dagen;
  • De dagen van aanwezigheid onder de wapens wegens oproeping of wederoproeping alsmede de dagen van dienst als gewetensbezwaarde of de dagen van prestaties als dienstplichtige die krachtens de betrokken wetgeving met legerdienst gelijkgesteld worden.

In de hiervoor opgesomde lijst kunnen de gelijkgestelde dagen in het buitenland enkel in aanmerking worden genomen binnen de grenzen van de werkloosheidsreglementering. 

Hoe de 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende berekenen?

Per kalenderjaar kunnen maximum 313 arbeidsdagen in loondienst of daarmee gelijkgesteld in rekening worden genomen.

Deeltijdse arbeid wordt eveneens meegeteld, via de omzetting van arbeidsuren in arbeidsdagen. Daartoe moet de volgende formule worden gebruikt: aantal arbeidsuren en gelijkgestelde uren x 6 / het uurrooster van een voltijdse betrekking.

Om die berekening uit te voeren, moet het totaal aantal arbeidsdagen als loontrekkende of gelijkgestelde dagen, sedert het begin van de loopbaan tot aan de dag van de schriftelijke aanvraag om tijdskrediet die is overgemaakt aan de werkgever, worden samengeteld. Het bekomen totaal gedeeld door 312 geeft het aantal jaren beroepsverleden als loontrekkende.

Met andere woorden: het aantal arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen moet minstens gelijk zijn aan 25 jaar x 312 dagen, dat zijn 7800 dagen.

Wie moet de berekening van de 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende uitvoeren en hoe gebeurt de aangifte ervan bij de RVA?

In theorie moet u minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen bewijzen en daarvan het bewijs leveren aan de RVA. U bent evenwel vrijgesteld van de indiening van verantwoordingsstukken betreffende de gegevens die onze dienst kan bekomen bij andere socialezekerheidsinstellingen, met andere woorden de loopbaangegevens in België, beheerd door SIGEDIS.

NB: SIGEDIS is de instelling die de sociale gegevens over uw loopbaan beheert, door ze te verzamelen en te registreren in haar databanken. Die databanken worden ter beschikking gesteld van openbare instellingen zoals de RVA, opdat ze kunnen worden gebruikt. Als u meer uitleg wenst over dit onderwerp, kunt u hun website raadplegen: www.sigedis.be.

Aangezien SIGEDIS geen afrekening bezorgt van de dagen doorgebracht onder de wapens naar aanleiding van een oproeping of een wederoproeping bij het leger, noch de dagen als gewetensbezwaarde of de prestaties als dienstplichtige gelijkgesteld aan militaire dienst, moet u, als u zich in een van die situaties bevond, de RVA een bewijs leveren dat het aantal dagen vermeldt die in aanmerking kunnen worden genomen.

Aangezien SIGEDIS evenmin de afrekening bezorgt van de dagen tewerkstelling in het buitenland, moet u, als u hebt gewerkt als loontrekkende in een ander land van de Europese Economische Ruimte, het schriftelijk bewijs daarvan bezorgen aan de RVA, via alle nodige middelen (bijvoorbeeld: het Europees formulier U1 ingevuld door de bevoegde buitenlandse instelling of elk ander bewijs). Voor eventuele prestaties onderworpen aan de overzeese sociale zekerheid, als u tijdskrediet landingsbaan aanvraagt vóór 01.01.2019, moet u eveneens het bewijs leveren van het aantal meegetelde dagen als loontrekkende, aan de hand van de nodige bewijsstukken.

Kan de RVA uw beroepsverleden als loontrekkende vooraf berekenen?

Ja. Vooraleer u het tijdskrediet bij uw werkgever aanvraagt, kunt u aan het RVA-kantoor waarvan u afhangt, vragen om uw beroepsverleden als loontrekkende te berekenen. Zo weet u aan welke voorwaarde u voldoet en kunt u er eventueel het bewijs van voorleggen aan uw werkgever.

Om die voorafgaande berekening te vragen, vult u het formulier 'C61 – Beroepsverleden tijdskrediet landingsbaan' in. Dat formulier vindt u op onze website.

Op basis van die aanvraag zal het bureau van de RVA uw beroepsverleden berekenen aan de hand van de gegevens waarover het beschikt en zal het u op de hoogte brengen van het resultaat.

Wat gebeurt er naargelang van het resultaat?

Als uit het antwoord van de RVA blijkt dat u minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende heeft, kunt u dat bewijs aan uw werkgever voorleggen wanneer u het recht op tijdskrediet landingsbaan aanvraagt. Wanneer u vervolgens de aanvraag om onderbrekingsuitkeringen indient, moet u dat antwoord ook bijvoegen bij uw formulier of het ter beschikking houden in geval van een elektronische aanvraag.

Omgekeerd heeft u geen recht op tijdskrediet landingsbaan bij uw werkgever als u niet de vereiste 25 jaar beroepsverleden heeft. Als u echter vindt dat de RVA bij de berekening van uw beroepsverleden geen rekening heeft gehouden met bepaalde elementen, kunt u een nieuwe aanvraag indienen op basis van bijkomende bewijsstukken (bijvoorbeeld het bewijs van loopbaanjaren als loontrekkende in een ander Europees land).

2. Anciënniteitsvoorwaarden

U moet minstens 24 maanden anciënniteit hebben bij de werkgever, op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving die u hem moet overmaken om hem op de hoogte te brengen van uw wens om tijdskrediet te nemen (zie de aanvraagprocedure in het infoblad T159).

Dat betekent dat u gedurende minstens 24 maanden verbonden moet zijn door een arbeidsovereenkomst met de werkgever bij wie u het tijdskrediet landingsbaan aanvraagt. Is dat niet het geval, dan kan die termijn van 24 maanden evenwel in onderling overleg met de werkgever worden verkort

3. Tewerkstellingsvoorwaarde

De tewerkstellingsvoorwaarde verschilt naargelang u een halftijds tijdskrediet of een tijdskrediet 1/5 aanvraagt.

1. Het halftijds tijdskrediet

Gedurende de 24 opeenvolgende maanden die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving die u aan de werkgever geeft, werkte u:

  • voltijds;
  • of minstens 3/4 van een voltijdse betrekking;
2. Het tijdskrediet 1/5

Gedurende de 24 opeenvolgende maanden die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving die u aan de werkgever geeft, werkte u:

  • voltijds;
  • of 4/5 in het kader van het algemeen stelsel van tijdskrediet 1/5, bekomen in toepassing van cao 103 (dit wil zeggen een tijdskrediet waarvoor de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever werd verricht vanaf 01.09.2012);
  • of 4/5 in het kader van het algemeen stelsel van tijdskrediet 1/5, bekomen in toepassing van cao 77bis (dit wil zeggen een tijdskrediet waarvoor de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever werd verricht vóór 01.09.2012).
Opmerkingen

Indien u niet gewerkt hebt in het toegestane arbeidsregime gedurende de 24 maanden die de schriftelijke kennisgeving voorafgaan, kunnen bepaalde periodes van afwezigheid of van deeltijdse tewerkstelling gelijkgesteld worden met prestaties of geneutraliseerd worden.

De gelijkgestelde periodes tellen als een periode van effectieve tewerkstelling. De geneutraliseerde periodes verlengen de periode van 24 maanden tijdens dewelke de tewerkstelling moet worden geverifieerd. Voor meer informatie hierover moet u contact opnemen met uw werkgever.

Indien u niet gedurende minstens 2 jaar met een arbeidsovereenkomst hebt gewerkt in de onderneming en indien de werkgever akkoord gaat om van deze voorwaarde af te wijken, mag de vereiste tewerkstelling gedurende 24 maanden in het toegestane arbeidsregime bij verschillende werkgevers bewezen worden. 

Wat gebeurt er indien u niet voldoet aan de voorwaarden om het tijdskrediet landingsbaan te bekomen?

Indien u niet voldoet aan één van de toegangsvoorwaarden bepaald in de reglementering (leeftijd, enz.), moet de werkgever u het tijdskrediet in het landingsbaan stelsel weigeren.

Is dat het geval, dan kunt u eventueel een aanvraag indienen voor een halftijds tijdskrediet of een tijdskrediet 1/5 met motief. In tegenstelling tot het landingsbaan stelsel is het tijdskrediet met motief immers toegankelijk voor alle werknemers, ongeacht hun leeftijd. Bovendien zijn er geen voorwaarden inzake beroepsverleden als loontrekkende en moet de tewerkstellingsvoorwaarde enkel worden bewijzen tijdens de 12 maanden die de schriftelijke kennisgeving voorafgaan.   Het tijdskrediet met motief kan echter enkel worden verkregen indien u uw aanvraag kunt rechtvaardigen door middel van een van de motieven voorzien door de reglementering. Bovendien maakt het de vermindering van uw prestaties slechts mogelijk tijdens een beperkte periode (en niet tot aan uw pensioen).  Ten slotte, ligt het bedrag van de onderbrekingsuitkeringen betaald door de RVA lager.

Meer informatie over het tijdskrediet met motief vindt u in het infoblad T160.

Is het tijdskrediet landingsbaan een recht?

Indien uw werkgever hoogstens 10 werknemers tewerkstelt

Bij de werkgevers die hoogstens 10 werknemers tewerkstellen is het tijdskrediet landingsbaan geen recht. Het gaat enkel om een mogelijkheid waarvoor het akkoord van de werkgever vereist is. Dit akkoord moet gaan over het principe van het tijdskrediet, de vorm van de vermindering van prestaties (tot een halftijdse betrekking of met 1/5), de aanvangsdatum en de duur ervan.

Met andere woorden, zelfs indien u voldoet aan de toegangsvoorwaarden bij de werkgever, kan hij u het gevraagde tijdskrediet toekennen of weigeren.

Indien uw werkgever meer dan 10 werknemers tewerkstelt

Indien u voldoet aan de toegangsvoorwaarden die gelden bij uw werkgever, hebt u recht op het tijdskrediet landingsbaan. In geval van 1/5 tijdskrediet vóór de leeftijd van 55 jaar en in geval van halftijds tijdskrediet (ongeacht de leeftijd), is de toegang niettemin beperkt tot een quotum van gelijktijdige afwezigheden.

Quotum van de gelijktijdige afwezigheden

Volgens de algemene regel, is het recht op het tijdskrediet met een vijfde van de werknemers jonger dan 55 jaar en dat van het halftijdse tijdskrediet in het landingsbaanstelsel alsook het recht op de verschillende vormen van onderbreking in het kader van het tijdskrediet met motief beperkt tot 5% van het personeelsbestand.   Die beperking tot 5% kan eventueel worden gewijzigd door een sectorale of ondernemings-cao, of zelfs door het arbeidsreglement.

De werknemers tussen 50 en 54 jaar die tijdskrediet met een vijfde vragen of genieten en de werknemers van 50 jaar of ouder die een halftijds tijdskrediet vragen of genieten, worden slechts gedurende 5 jaar meegeteld voor de drempel van 5% en niet gedurende de duur van hun prestatievermindering.

Zodra het quotum van de gelijktijdige afwezigheden bereikt is, voorziet de wetgeving een mechanisme om de gelijktijdige afwezigheden te beperken. Dat betekent dat de aanvang van het tijdskrediet zal worden uitgesteld tot er opnieuw een plaats vrijkomt.

Voorbeeld: volgens de algemene regel mogen in een onderneming die 100 werknemers tewerkstelt, slechts 5 werknemers (5%) tegelijkertijd tijdskrediet nemen.   Als een zesde werknemer van die onderneming  tijdskrediet aanvraagt, zal de werkgever het mechanisme van de planning van de afwezigheden moeten toepassen en bijgevolg hem moeten laten wachten tot er een plaats vrijkomt in het quotum.

Opmerking: De werknemers van 55 jaar of ouder die een tijdskrediet 1/5 aanvragen, vallen buiten het quotum. Dat betekent dat alle werknemers van 55 jaar of ouder het tijdskrediet 1/5 kunnen bekomen, los van de andere werknemers bij dezelfde werkgever voor wie het quotum wel geldt.

Ongeacht het aantal werknemers in de onderneming

1. Uitsluiting van sommige categorieën van werknemers

Sommige personeelscategorieën kunnen worden uitgesloten van het recht op de verschillende soorten tijdskrediet d.m.v. een collectieve arbeidsovereenkomst op sector- of ondernemingsniveau. Indien zij voldoen aan de toegangsvoorwaarden, kunnen zij echter het tijdskrediet bekomen, op voorwaarde dat de werkgever akkoord gaat.

Voorbeeld: De cao afgesloten op ondernemingsniveau bepaalt dat de leidinggevende personeelsleden uitgesloten zijn van het recht op tijdskrediet. Indien een van de leidinggevende personeelsleden dus een tijdskrediet aanvraagt, kan de werkgever dat ofwel weigeren overeenkomstig de cao, ofwel toekennen indien de toegangsvoorwaarden vervuld zijn.

2. Aanvraag tijdskrediet landingsbaan bij 2 verschillende werkgevers

Om tijdskrediet landingsbaan te kunnen krijgen terwijl men is tewerkgesteld bij 2 verschillende werkgevers, is het akkoord van de werkgever, bij wie de aanvraag wordt gedaan, onontbeerlijk.   in die hypothese betekent dat dat het tijdskrediet geen recht is, zelfs niet wanneer voldaan is aan de voorwaarden inzake anciënniteit en tewerkstelling. 

Bovendien moet elk van de werkgevers akkoord zijn indien de vermindering van de prestaties proportioneel gevraagd wordt bij de twee werkgevers.  De respectievelijke akkoorden van de twee werkgevers moeten betrekking hebben op het principe van de gevraagde vermindering (bv. in geval van tijdskrediet met een vijfde, een halve dag inactiviteit bij elk van de werkgevers), op de aanvangsdatum ervan en op de duur ervan.

Wie moet bepalen of u recht hebt op het tijdskrediet?

Het is uw werkgever die moet bepalen of u recht hebt op het gevraagde tijdskrediet.

Voor meer informatie hierover dient u contact op te nemen met uw werkgever.

Kan de werkgever de aanvangsdatum van het tijdskrediet uitstellen?

Ja. Indien er meer dan 10 werknemers zijn en los van de bepalingen rond het quotum van de gelijktijdige afwezigheden (zie de vraag: "is het tijdskrediet landingsbaan een recht?"), kan de werkgever de aanvangsdatum van uw tijdskrediet in twee gevallen uitstellen.

1. Uitstel om ernstige interne of externe redenen

Omwille van ernstige interne of externe redenen kan uw werkgever de uitoefening van het recht op tijdskrediet uitstellen.

Ernstige interne of externe redenen zijn onder meer organisatorische behoeften, de continuïteit van het werk en de reële mogelijkheden tot vervanging. De ondernemingsraad kan die redenen verduidelijken.

In geval van uitstel moet het recht op tijdskrediet ingaan uiterlijk 6 maanden te rekenen vanaf de dag waarop het zou zijn ingegaan als er geen uitstel was geweest. De werkgever kan evenwel andere modaliteiten overeenkomen met u.

2. Uitstel van het 1/5 tijdskrediet van de werknemers van 55 jaar of ouder

Indien u minstens 55 jaar bent en een tijdskrediet 1/5 aanvraagt, is het quotum van de gelijktijdige afwezigheden niet van toepassing (zie de vraag: "is het tijdskrediet landingsbaan een recht?").

Om de continuïteit van de arbeidsorganisatie niet in het gedrang te brengen, kan de werkgever in dat geval het recht op het tijdskrediet 1/5 uitstellen, indien u een sleutelfunctie uitoefent. Het begrip sleutelfunctie kan worden verduidelijkt door een sectorale of ondernemings-cao of, indien er geen vakbondsafvaardiging is, door middel van het arbeidsreglement.

Voorbeeld: Uw rol in de onderneming is zo belangrijk dat uw afwezigheid de organisatie van de arbeid in het gedrag zou brengen, en er kan voor die afwezigheid geen enkele oplossing gevonden worden via de overplaatsing van personeel of interne mutaties.

In geval van uitstel moet het recht op 1/5 tijdskrediet ingaan na uiterlijk 12 maanden te rekenen vanaf de dag waarop het zou zijn ingegaan als er geen uitstel was geweest. De werkgever kan evenwel andere modaliteiten overeenkomen met u.

Kunnen de verschillende redenen voor uitstel gebruikt worden voor eenzelfde aanvraag om tijdskrediet?

Neen, de termijn voor het uitstel omwille van ernstige interne of externe redenen en die voorzien wanneer het quotum van de gelijktijdige afwezigheden bereikt of overschreden is, mogen niet gebruikt worden voor eenzelfde aanvraag om tijdskrediet (zie de vraag "is het tijdskrediet een recht?").

Het specifieke uitstel van 12 maanden voor de werknemers van 55 jaar of ouder die een sleutelfunctie uitoefenen en het uitstel van 6 maanden omwille van ernstige interne of externe redenen, komen trouwens tegelijkertijd voor, zonder te kunnen worden opgeteld.

Welke procedure moet u volgen om het tijdskrediet aan te vragen bij uw werkgever?

Voor meer informatie hierover, kunt u het infoblad T159 raadplegen.

Wat zullen uw inkomsten zijn gedurende het tijdskrediet landingsbaan?

Tijdens de periode van het tijdskrediet wordt u betaald door uw werkgever op basis van uw deeltijdse prestaties, dit wil zeggen, naargelang het geval, halftijds of 4/5. Voor meer inlichtingen over uw halftijds of 4/5 loon, dient u zich te wenden tot uw werkgever.

Bovenop dat loon, betaald door de werkgever, kunt u eventueel een maandelijkse onderbrekingsuitkering krijgen van de RVA (zie het infoblad T162).

Kunt u uw tijdskrediet vroegtijdig stopzetten?

Ja, maar het gaat enkel om een mogelijkheid en niet om een recht. Het akkoord van de werkgever is ook absoluut vereist in geval van voortijdig einde van het tijdskrediet omwille van een wijziging van de onderbrekingsbreuk (d.w.z. overgang van een vermindering met een vijfde naar een halftijdse vermindering of omgekeerd), omwille van de hervatting van uw functie in uw initiële uurrooster of omwille van de aanvraag om een thematisch verlof (verlof voor medische bijstand, palliatief verlof of ouderschapsverlof)  Die toestemming moet betrekking hebben op het principe en op de datum van de vroegtijdige beëindiging.

In geval van akkoord moet u het RVA-kantoor waar u van afhangt vooraf schriftelijk op de hoogte brengen van de datum van het vroegtijdige einde van het tijdskrediet. Daartoe kunt u de 'Aangifte van een wijziging betreffende de gegevens loopbaanonderbreking / tijdskrediet / thematisch verlof' gebruiken, waarvan u het model kunt downloaden op deze website .

Bent u beschermd tegen ontslag tijdens uw tijdskrediet?

JA. De wetgeving voorziet een bescherming tegen ontslag. De wet wil u het gebruik van het recht op tijdskrediet garanderen en, in voorkomend geval, de mogelijkheid geven om het oorspronkelijke uurrooster van de betrekking waarin u uw prestaties hebt verminderd, terug te krijgen.

Die bescherming gaat in op de dag van het akkoord of, indien u gebruik maakt van een recht op tijdskrediet, op de dag van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever. Zij eindigt 3 maanden na de einddatum van het tijdskrediet.

Dankzij die bescherming kan uw werkgever uw arbeidsovereenkomst niet eenzijdig opzeggen. De bescherming is echter niet van toepassing indien het ontslag gerechtvaardigd wordt door een dringende of voldoende reden. Voor de toepassing van die maatregel:

  • wordt beschouwd als dringende reden, elke zware fout die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt;
  • als voldoende reden geldt een door de rechter als zodanig erkende reden waarvan de aard en de oorzaak vreemd zijn aan de loopbaanonderbreking. Zo wordt het ontslag wegens conventioneel brugpensioen beschouwd als voldoende reden.

Wat gebeurt er indien de werkgever u ondanks de bescherming toch ontslaat?

Als u de werkgever u ontslaat tijdens de beschermingsperiode om een andere reden dan een dwingende of een voldoende reden moet hij u een forfaitaire vergoeding betalen gelijk aan 6 maanden loon, bovenop de opzeggingsvergoeding (zie hierna).

Welke modaliteiten zijn van toepassing in geval van ontslag?

Los van de wettelijk bepaalde bescherming en van de eventuele betaling van de forfaitaire vergoeding gelijk aan 6 maanden loon, kan het gebeuren dat de werkgever u tijdens uw tijdskrediet ontslaat.

Indien de werkgever u een opzeggingstermijn betekent

Wanneer u wordt ontslagen met een opzeggingsperiode, blijft de arbeidsovereenkomst gedurende een bepaalde periode, de opzeggingsperiode, voortbestaan. De opzeggingsperiode loopt gedurende de periode van halftijds tijdskrediet of tijdskrediet 1/5.

Dat betekent dat de werkgever u tijdens die opzeggingstermijn betaalt op basis van uw deeltijdse prestaties en dat de RVA u de uitkeringen voor het tijdskrediet verder blijft betalen, in functie van de fractie van de verminderde prestaties.

Indien de werkgever uw overeenkomst verbreekt met betaling van een verbrekingsvergoeding

Als het ontslag wordt gegeven zonder dat een opzeggingstermijn betekend wordt of als de opzeggingstermijn niet volstaat, wordt de arbeidsovereenkomst onmiddellijk verbroken. In dat geval moet de werkgever u een vergoeding betalen, de verbrekingsvergoeding genoemd, gedurende een periode die ofwel gelijk is aan de duur van de opzeggingstermijn die u had moeten betekend worden, ofwel aan het verschil tussen de betekende termijn en de verschuldigde termijn.

Aangezien de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang wordt verbroken, houdt het halftijdse tijdskrediet of het tijdskrediet 1/5 op en worden de uitkeringen van de RVA dus niet meer betaald vanaf de datum van die verbreking. U ontvangt echter een compenserende opzeggingsvergoeding, berekend op basis van het loon dat verschuldigd is in het kader van de vermindering van prestaties tot een halftijdse betrekking of met 1/5.

Wat moet u doen indien uw werkgever u ontslaat tijdens het tijdskrediet?

U moet onmiddellijk het RVA-kantoor waarvan u afhangt schriftelijk op de hoogte brengen van de datum van de verbreking van uw arbeidsovereenkomst.

Recht op werkloosheidsuitkeringen

Na de periode gedekt door de opzeggingstermijn of de verbrekingsvergoeding, hebt u recht op werkloosheidsuitkeringen, berekend op basis van het loon waarop u recht had gehad indien u het tijdskrediet niet had aangevraagd.

Welke invloed heeft het tijdskrediet landingsbaan op uw pensioen?

Indien u voldoet aan de voorwaarden bepaald door de pensioenwetgeving kunnen de periodes van halftijds tijdskrediet of tijdskrediet 1/5 gelijkgesteld worden met prestaties, maar enkel indien u uitkeringen van de RVA ontvangt.

Om de modaliteiten te kennen in verband met de gelijkstelling van het tijdskrediet voor uw pensioen, dient u zich verplicht te wenden tot de Federale pensioendienst, die hiervoor bevoegd is:  Zuidertoren te 1060 BRUSSEL // Tel: 1765.

Hebt u recht op een aanmoedigingspremie?

In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden, betaalt de Vlaamse Gemeenschap een aanmoedigingspremie bovenop de uitkering van de RVA.

U vindt alle nuttige informatie omtrent voormelde aanmoedigingspremies die toegekend worden door de Vlaamse Gemeenschap op de website van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie.  Voor alle inlichtingen en voorwaarden kunt u gratis bellen naar het nummer van de Vlaamse Infolijn 1700 of contact opnemen via e-mail: aanmoedigingspremie@vlaanderen.be.

Bestaan er andere mogelijkheden om de loopbaan te onderbreken dan die voorzien in het kader van het tijdskrediet?

Ja. Naast de verschillende soorten tijdskrediet bestaan er 3 thematische verloven. De thematische verloven zijn specifieke vormen van loopbaanonderbreking om te voldoen aan precieze behoeften.

Die 3 thematische verloven zijn de volgende:

  • Het ouderschapsverlof. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien voor de opvoeding van uw kinderen jonger dan 12 jaar of jonger dan 21 jaar in geval van handicap (zie het infoblad T19);
  • Het verlof voor medische bijstand. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien voor de zorg voor zwaar zieke leden van uw familie of uw gezin (zie het infoblad T18);
  • Het palliatief verlof. Het betreft een loopbaanonderbreking voorzien om een persoon met een ongeneeslijke ziekte die terminaal is, bij te staan (zie het infoblad T20).

Net zoals het tijdskrediet bieden deze 3 thematische verloven de mogelijkheid om uw arbeidsovereenkomst te schorsen of uw arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5.

Is het mogelijk een thematisch verlof te krijgen tijdens een tijdskrediet?

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om een thematisch verlof, dit wil zeggen een ouderschapsverlof, een verlof voor medische bijstand of een palliatief verlof, te krijgen tijdens de lopende periode tijdskrediet.

De voorwaarden en de procedure die u moet volgen om een thematisch verlof te krijgen tijdens een halftijds tijdskrediet of een tijdskrediet 1/5, worden beschreven in het infoblad T117.