Hebt u recht op uitkeringen na een tewerkstelling?

T31

Laatste update : 2.10.2023

U hebt gewerkt in België?

Het principe

U wordt toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zo u het bewijs levert van:

  • een aantal arbeidsdagen in loondienst (wat we wachttijd noemen);
  • gedurende een bepaalde periode (referteperiode) onmiddellijk voorafgaand aan de uitkeringsaanvraag.

Om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten moet u wegens omstandigheden onafhankelijk van uw wil zonder arbeid en zonder loon zijn.

Welke dagen tellen mee?

Arbeidsdagen verricht in een beroep in loondienst (arbeidsprestaties verricht door een zelfstandige tellen niet mee);

Met een bezoldiging die volgens de wetgeving als voldoende wordt beschouwd;

Waarop inhoudingen voor de sociale zekerheid, sector werkloosheid inbegrepen, werden verricht.

Sommige dagen worden gelijkgesteld met arbeidsdagen: bijvoorbeeld, door het ziekenfonds vergoede ziektedagen en door vakantiegeld gedekte dagen.

Hoeveel arbeidsdagen bewijzen?

Tabel 1

Leeftijd

Te bewijzen minimum aantal arbeidsdagen in loondienst en referteperiode

Jonger dan 36 jaar

  • ofwel 312 dagen gedurende de 21 maanden voorafgaand aan uw aanvraag;
  • ofwel 468 dagen gedurende de 33 maanden voorafgaand aan uw aanvraag
  • ofwel 624 arbeidsdagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan uw aanvraag.

Van 36 tot 49 jaar

  • ofwel 468 dagen gedurende de 33 maanden voorafgaand aan uw aanvraag;
  • ofwel 624 arbeidsdagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan uw aanvraag;
  • ofwel 234 dagen tijdens de 33 maanden + 1.560 dagen tijdens de 10 jaar die voorafgaan aan deze 33 maanden;
  • ofwel 312 dagen tijdens de 33 maanden + voor elke dag die ontbreekt om tot 468 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 33 maanden voorafgaan.

Vanaf 50 jaar

  • ofwel 624 dagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan uw aanvraag;
  • ofwel 312 dagen tijdens de 42 maanden die uw aanvraag voorafgaan en 1560 dagen tijdens de 10 jaar die deze 42 maanden voorafgaan;
  • ofwel 416 dagen tijdens de 42 maanden + voor elke dag die ontbreekt om tot 624 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 42 maanden voorafgaan.

De referteperiode van 21, 33 of 42 maanden kan worden verlengd met sommige gebeurtenissen:

  • gevangenisstraf of hechtenis;
  • overmacht;
  • inactiviteit voor de opvoeding van een kind (periodes van minstens 6 maanden en gelegen vóór de 6de verjaardag van het kind of vóór zijn 18de verjaardag, indien een verhoogde kinderbijslag werd toegekend ingevolge een handicap van het kind. Voor periodes gelegen vóór 01/08/2007, kan de verlenging evenwel beperkt worden tot de periodes voorzien in de vroegere reglementering, hetzij de periodes gelegen vóór de 3de verjaardag van het kind);
  • de uitoefening van een beroep dat niet onder de sociale zekerheid, sector werkloosheid, valt (min. 6 maand, max.15 jaar. Voor periodes gelegen vóór 01/08/2007, kan de verlenging evenwel beperkt worden tot de periode van 9 jaar voorzien in de vroegere reglementering);
  • verblijf in het buitenland in geval van samenwoonst met een Belg in het kader van de Belgische Strijdkrachten;
  • loopbaanonderbreking;
  • de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in het kader van het halftijds brugpensioen;
  • vrijwillige vermindering van de voltijdse prestaties voor de opvoeding van een kind (periodes van deeltijdse arbeid gelegen vóór de 12de verjaardag van het kind of vóór zijn 18de verjaardag, indien een verhoogde kinderbijslag werd toegekend ingevolge een handicap van het kind. Voor periodes gelegen vóór 01/08/2007, kan de verlenging evenwel beperkt worden tot de periodes voorzien in de vroegere reglementering, hetzij de periodes gelegen vóór de 3de verjaardag van het kind);
  • vrijwillige vermindering van de voltijdse prestaties omwille van een andere reden (max. 3 jaar vanaf de vrijwillige vermindering van de prestaties);
  • sommige studie- of opleidingsprogramma's als niet-uitkeringsgerechtigd werkloze.

Hoe deze dagen berekenen?

Indien u ononderbroken voltijds bent tewerkgesteld, dan telt de RVA gemiddeld 78 arbeidsdagen per trimester.

In de andere gevallen is het aantal in aanmerking genomen arbeidsdagen gelijk aan het aantal arbeidsdagen verricht tijdens de tewerkstelling, vermenigvuldigd met 6, en gedeeld door het gemiddeld wekelijks aantal arbeidsdagen.

Voorbeeld:
een werknemer verricht voltijdse arbeidsprestaties van 4 juli 2016 tot 12 augustus 2016 in een stelsel van gemiddeld wekelijks 5 arbeidsdagen, hetzij een totaal van 30 arbeidsdagen.   Voor deze tewerkstellingsperiode zal de RVA (30 x 6): 5 = 36 dagen in aanmerking nemen.

Voor de periodes van deeltijdse arbeid, is het aantal in aanmerking genomen arbeidsdagen gelijk aan het aantal arbeidsuren verricht tijdens de tewerkstelling, vermenigvuldigd met 6, en gedeeld door het gemiddeld wekelijks aantal arbeidsuren voor een voltijdse tewerkstelling in dezelfde functie.

Voorbeeld:
een werknemer verricht arbeidsprestaties van 4 juli 2016 tot 26 augustus 2016, ten belope van 19 uren per week, hetzij een totaal van 8 x 19 = 152 arbeidsuren.  De voltijdse uurregeling voor deze tewerkstelling bedraagt 38 uren. Voor deze tewerkstellingsperiode zal de RVA (152 x 6): 38 = 24 dagen in aanmerking nemen.

Opmerking: Indien u in het onderwijs hebt gewerkt en vakantie gedekt door uitgestelde bezoldiging hebt genoten, komt deze periode eveneens in aanmerking.

Er wordt rekening gehouden met 1/5de (afgerond naar de hogere eenheid) van het aantal tijdens het schooljaar als leerkracht gepresteerde dagen.

Deze periode dekt een deel van de maanden juli-augustus (of de gehele periode indien u het hele schooljaar voltijds hebt gewerkt).

U hebt gewerkt in het buitenland?

Om het recht op werkloosheidsuitkeringen te openen op grond van buitenlandse tijdvakken moet men voldoen aan verschillende voorwaarden:

(1) Er komen slechts een beperkt aantal landen in aanmerking, uitsluitend Europese of naburige.

Gevolgen, bijvoorbeeld:

Marokkaanse werknemers, de meeste erkende vluchtelingen, enz... kunnen geen rechten openen op grond van tewerkstelling in hun land van herkomst.

(Zie evenwel de hierna genoemde mogelijkheid om de referteperiode te verlengen.)

(2) De buitenlandse arbeid moet gevolgd worden door een tewerkstelling in België van minimum 3 maanden.

(3) Uitzondering met betrekking tot (1) en (2):

De volgende 3 subtitels zijn niet van toepassing op tewerkstellingen als loontrekkende wanneer u deelneemt aan het Belgisch stelsel van Overzeese Sociale Zekerheid (minstens de Algemene Regeling).

De dagen gedekt door dit stelsel, waar ook ter wereld gepresteerd, komen in aanmerking om rechten te openen, onder de voorwaarde dat u erna nog minstens 1 dag hebt gewerkt, met onderwerping aan de Belgische sociale zekerheid. 

Komen uw buitenlandse tijdvakken in aanmerking om rechten te openen?

Ja, op voorwaarde dat ze vervuld werden in een van de volgende landen:

Tabel 2

In welk land?

Welke tijdvakken komen in aanmerking?

Welke nationaliteiten komen in aanmerking? (4)

EUROPESE UNIE (1)

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

alle
(+erkende vluchtelingen / staatlozen)

VERENIGD KONINKRIJK

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

alle
(+erkende vluchtelingen / staatlozen)

IJSLAND
LIECHTENSTEIN
NOORWEGEN

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

Europese Unie (EU) +
IJsland, Liechtenstein, Noorwegen
(+ erkende vluchtelingen / staatlozen)

ZWITSERLAND

verzekeringstijdvakken (2)+
tijdvakken van werkzaamheid (3)

EU + Zwitserland
(+ erkende vluchtelingen / staatlozen)

BOSNIE-HERZEGOVINA

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

alle

VJR MACEDONIE

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

alle

MONTENEGRO

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

alle

ALGERIJE

verzekeringstijdvakken (2)

EU + Algerije

TUNESIË

verzekeringstijdvakken (2) 

EU + Tunesië (+ erkende vluchtelingen / staatlozen) 

TURKIJE

verzekeringstijdvakken (2) +
tijdvakken van werkzaamheid (3)

EU + Turkije (+
erkende vluchtelingen/staatlozen)

SAN MARINO

verzekeringstijdvakken (2)

EU + San Marino

(1)  Wat wordt met Europese Unie (EU) bedoeld?
Bulgarije, Cyprus (Grieks), Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden

(2)  Wat wordt met verzekeringstijdvakken bedoeld?
Tijdvakken die, krachtens de wetgeving van het land waar ze zijn vervuld, het recht op werkloosheidsuitkeringen openen.  Deze dagen worden steeds in rekening gebracht.

(3)  Wat wordt met tijdvakken van werkzaamheden bedoeld?
Tijdvakken die, krachtens de wetgeving van het land waar ze zijn vervuld, als zodanig worden beschouwd of hieraan worden gelijkgesteld en geen tijdvakken van verzekering zijn. Deze dagen worden in rekening gebracht wanneer ze krachtens de Belgische wetgeving als rechtopenende dagen zouden worden beschouwd.

Voorbeeld:
Duitse ‘geringfügige Beschäftigung’ (zogenaamde ‘mini-jobs’) zijn aldaar niet tegen werkloosheid verzekerd: in België bestaan geen jobs die vrijgesteld zijn van RSZ, zodat deze uren toch in aanmerking genomen worden. In België bestaan vergelijkbare jobs die eveneens vrijgesteld zijn van RSZ (de “flexi-jobs”). De in Duitsland verrichte mini-jobs kunnen bijgevolg worden gelijkgesteld en tellen mee voor de Belgische werkloosheid.

(4)  Heeft uw nationaliteit belang?

  • Neen: voor arbeid in een andere EU-lidstaat, in Bosnië, Macedonië, Montenegro, het Verenigd Koninkrijk.
  • Ja: voor de andere landen (zie tabel): u moet hetzij EU-onderdaan zijn, hetzij de nationaliteit hebben van het overeenstemmend land (of groep landen) (zie 1ste kolom).
  • Erkende vluchtelingen en staatlozen kunnen eveneens tijdvakken uit al die landen in rekening brengen, behalve met betrekking tot Algerije en San Marino.

Kan u onmiddellijk uitkeringen krijgen op grond van uw buitenlandse tijdvakken?

Neen, de algemene regel is dat u eerst nog gedurende ten minste 3 maanden in België als loontrekkende moet hebben gewerkt.

Hierop bestaan enkele uitzonderingen; in volgende gevallen kunt u uw buitenlandse arbeid in aanmerking doen nemen zonder bijkomende arbeid onderworpen aan de RSZ:

  • indien u in de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland hebt gewerkt (en aldaar onderworpen was), met behoud van uw gewone verblijfplaats (ook genoemd: het ‘centrum van uw belangen’) in België:
    • ofwel bent u grensarbeider, dit wil zeggen: u komt dagelijks, minstens wekelijks, terug;
    • ofwel verblijft u tijdelijk in het ander land; u keert na afloop van uw tewerkstelling terug; bij terugkeer kunt u uw buitenlandse tijdvakken nog steeds onmiddellijk in aanmerking doen nemen.  Indien u ervoor kiest eerst ginds uitkeringen te vragen en er werk te zoeken, moet u bij terugkeer eerst uw recht op export van uitkeringen uitputten.
  • indien u als gedetacheerde loontrekkende in het buitenland tewerkgesteldd was (aangezien dit, op het vlak van sociale zekerheid, Belgische arbeid is).

Welke arbeid komt in aanmerking om te voldoen aan de vereiste van 3 maand?

Komen in aanmerking: de periodes dat u met een – voltijdse of deeltijdse – arbeidsovereenkomst verbonden bent en loon of vakantiegeld geniet (met inbegrip van verbrekingsvergoeding).

Komen niet in aanmerking: periodes van tijdelijke werkloosheid, ziekte niet gedekt door loon, onbezoldigde afwezigheid, ...

De drie maanden kunnen bereikt worden via meerdere periodes van tewerkstelling bij één of meerdere werkgevers, die elkaar al of niet aansluitend opvolgen. Ze moeten niet gelegen zijn binnen een bepaalde referteperiode.

Voor Tunesië, Macedonië en Montenegro is de vereiste tewerkstellingsduur niet 3 maar 6 maanden, gesitueerd binnen een periode van 12 maand.  Een tewerkstelling die voorbestemd was om minstens 6 maanden te duren maar vóór het bereiken van die 6 maanden beëindigd wordt zonder fout van de werknemer, wordt geacht aan de vereiste van 6 maanden te voldoen.

Is het mogelijk rechten te openen na buitenlandse arbeid (zie tabel 2)
zonder aan de vereiste van 3 maanden te voldoen
zonder aan de land-vereiste te voldoen
zonder aan de nationaliteitsvereiste te voldoen?

Ja, dat is mogelijk: ook wanneer u niet aan die voorwaarden voldoet, levert uw buitenlandse activiteit u nog steeds een voordeel op: uw buitenlandse beroepsactiviteit (niet enkel als loontrekkende, ook als zelfstandige) kan immers de referteperiode verlengen (zie tabel 1, eerstgenoemde referteperiode bij elk van de leeftijdscategoriën).

Op die manier kunt u toch uw rechten openen wanneer u beschikt over voorafgaande buitenlandse arbeidsdagen die wél aan de gestelde vereisten voldoen of over voorafgaande Belgische arbeidsdagen.  Deze dagen moeten dan gesitueerd zijn binnen de aldus verlengde referteperiode.

Voorbeeld:

Een Congolees heeft, na 10 jaar arbeid in China, 3 maand in België gewerkt.

Hij voldoet aan de 3-maand-vereiste, maar niet aan de land- en nationaliteitsvereisten; hij is dus niet toelaatbaar op grond van zijn tewerkstelling in China.  De arbeid in China verlengt evenwel de referteperiode.

Hij heeft bovendien voorafgaandelijk ook 3 jaar als loontrekkende in Frankrijk gewerkt.

Op die manier kan hij aan alle vereisten voldoen; hij kan zijn recht openen op grond van de Franse (en Belgische) arbeidsdagen.

Hoe moet de uitkeringsaanvraag ingediend worden?

Wend u tot een uitbetalingsinstelling van uw keuze (vakbond of H.V.W.) om een uitkeringsaanvraag in te dienen door middel van het formulier C109 (beschikbaar bij uw uitbetalingsinstelling).

Bij dit formulier C109 moet u het volgende document voegen:

  • Indien u in een land van de Europese Unie of in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk hebt gewerkt: een Europees formulier U1 (of E301) ingevuld door de bevoegde buitenlandse instelling. Mocht u hier niet over beschikken, vraag dan ten spoedigste, via uw uitbetalingsinstelling, de medewerking van de RVA; deze zal die informatie rechtstreeks bij het betrokken land opvragen.
  • Indien u in een ander land hebt gewerkt: uw contract, een attest van uw werkgever met vermelding van:
    • de arbeidsperiode
    • het werkrooster, het loon
    • de aard van de verrichte arbeid
    • de reden van beëindiging van de tewerkstelling.