Het tijdskrediet eindeloopbaan

E63

Laatste update : 1.06.2019

Dit type van tijdskrediet biedt de werknemers die aan het einde van hun loopbaan zijn de mogelijkheid om hun prestaties te verminderen tot aan hun pensioen.

In overeenstemming met de bepalingen die de sociale partners hebben opgenomen in de cao nr. 103 kunnen de werknemers tijdskrediet landingsbaan nemen vanaf 55 jaar.

Er zijn echter uitzonderingen waarbij sommige categorieën van werknemers het tijdskrediet eindeloopbaan kunnen bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar.

Het tijdskrediet eindeloopbaan kan gevraagd worden voor om het even welke reden. De werknemer moet zijn aanvraag dus niet rechtvaardigen bij de onderneming.

Tijdens het tijdskrediet eindeloopbaan kan de werknemer eventueel bij wijze van vervangingsinkomen uitkeringen krijgen van de RVA.

Wat zijn de verschillende vormen van tijdskrediet eindeloopbaan?

Er bestaan 2 vormen van tijdskrediet eindeloopbaan:

  • Halftijds tijdskrediet

Dit biedt de werknemers die minstens 3/4-tijds werken de mogelijkheid om hun arbeidsprestaties te verminderen en aan 50% van een voltijds arbeidsregime te blijven werken.

  • 1/5-tijds tijdskrediet

Dit biedt de werknemers die voltijds werken in een wekelijkse arbeidsregeling gespreid over minstens 5 dagen de mogelijkheid om hun arbeidsprestaties te verminderen met één dag of twee halve dagen per week.

Het is eventueel mogelijk een andere vermindering van hun voltijdse arbeidsregeling te voorzien zodat ze 4/5-tijds kunnen gaan werken. In die mogelijkheid moet verplicht worden voorzien:

  • door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op sector- of ondernemingsniveau;
  • of, bij afwezigheid van een vakbondsafvaardiging in de onderneming (of vzw, ...), door middel van het arbeidsreglement en op voorwaarde dat u en de werknemer een onderling akkoord sluiten.

NB : het tijdskrediet eindeloopbaan voorziet niet de mogelijkheid om de prestaties volledig te schorsen. De werknemers die aan het einde van hun loopbaan een voltijds tijdskrediet wensen, moeten dit dus aanvragen met motief voor een bepaalde periode (zie het infoblad E59). 

Wat is de minimum- en maximumduur?

Minimumduur

  • In geval van halftijds tijdskrediet is de minimumduur 3 maanden;
  • In geval van 1/5-tijds tijdskrediet is de minimumduur 6 maanden.

Deze minimumduur moet nageleefd worden bij elke aanvraag om tijdskrediet, ook in geval van verlenging.

Maximumduur

Het halftijds of 1/5-tijds tijdskrediet eindeloopbaan kan bekomen worden tot de datum waarop de werknemer met pensioen gaat.

De werknemer is niet verplicht om het tijdskrediet eindeloopbaan in één keer tot aan zijn pensioen aan te vragen. Indien hij het voor een bepaalde duur vraagt, moet hij na afloop van de gevraagde periode ofwel opnieuw in zijn initiële arbeidsregime beginnen werken, ofwel een verlenging van zijn tijdskrediet aanvragen.

Wat zijn de toegangsvoorwaarden?

Om het tijdskrediet eindeloopbaan te bekomen, moet de werknemer cumulatief de volgende voorwaarden vervullen.

Leeftijdsvoorwaarde

De werknemer moet minstens 55 jaar zijn op de aanvangsdatum van het tijdskrediet.

Er zijn echter uitzonderingen waarbij het tijdskrediet eindeloopbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar kan bekomen worden (zie hierna).

Voorwaarde beroepsloopbaan als loontrekkende

De werknemer moet minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben op het moment van de schriftelijke kennisgeving die hij u bezorgt (zie de aanvraagprocedure in het infoblad E65).

Als werkgever is het niet aan u om het beroepsverleden als loontrekkende te berekenen van de werknemer die een tijdskrediet landingsbaan aanvraagt.

In het infoblad T161 voor de werknemer staat:

  • de bepalingen voorzien door de sociale partners in de cao nr. 103 voor de berekening van het beroepsverleden;
  • wie moet de berekening van de 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende uitvoeren en hoe gebeurt de aangifte ervan bij de RVA?
  • de mogelijkheid voor de werknemer om aan de RVA te vragen om zijn beroepsverleden te berekenen via het formulier 'C61 – Beroepsverleden tijdskrediet landingsbaan'.

Anciënniteitsvoorwaarde

Op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving moet de werknemer sedert minstens 24 maanden door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met uw onderneming.

De anciënniteit is van toepassing onverminderd de bepalingen betreffende de conventionele overdrachten. Voor meer informatie hierover, zie het infoblad E58 over de gevolgen van een verandering van werkgever voor het tijdskrediet,  het thematisch verlof of de loopbaanonderbreking.

De termijn van 24 maanden anciënniteit kan overigens in samenspraak met de werknemer verminderd worden.

Tewerkstellingsvoorwaarde

In geval van halftijds tijdskrediet

Tijdens de 24 maanden vóór de schriftelijke mededeling moet de werknemer minstens 3/4-tijds gewerkt hebben.

In geval van 1/5-tijds tijdskrediet

Tijdens de 24 maanden vóór de schriftelijke mededeling moet de werknemer:

  • voltijds gewerkt hebben;
  • of 4/5-tijds, in het kader van een tijdskrediet zonder motief of een tijdskrediet met motief, in toepassing van de cao nr. 103;
  • of 4/5-tijds, in het kader van een 1/5-tijds tijdskrediet, in toepassing van de cao nr. 77bis.
Opmerkingen
  • Voor de toepassing van deze bepaling moeten de 24 maanden tewerkstelling ononderbroken zijn. Indien u aanvaard hebt om af te wijken van de voorwaarde van 2 jaar anciënniteit (zie hiervoor), moeten de 24 maanden tewerkstelling in het toegewezen arbeidsregime bijgevolg gedeeltelijk in uw onderneming bewezen worden, maar ook binnen de onderneming die de werknemer voordien tewerkstelde, op voorwaarde dat de twee tewerkstellingen elkaar van datum tot datum opvolgden. Dat betekent dat de werknemer die werkloos was voor hij in uw onderneming kwam werken, niet zal kunnen voldoen aan de tewerkstellingsvoorwaarde zolang hij geen 2 jaar anciënniteit heeft in uw bedrijf.
  • Indien de werknemer niet heeft gewerkt in het toegewezen arbeidsregime gedurende de vereist 24 maanden, kunnen bepaalde periodes van schorsing van de overeenkomst of deeltijdse tewerkstelling gelijkgesteld worden met prestaties of geneutraliseerd worden. Voor meer informatie hierover, zie het Infoblad E64.over het recht op en de organisatieregels van het tijdskrediet.

Wat zijn de uitzonderingen om het tijdskrediet eindeloopbaan te bekomen vanaf 50 jaar?

In de ondernemingen in herstructurering of in moeilijkheden

Het halftijds en 1/5-tijds tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel kunnen bekomen worden vanaf de leeftijd van 50 jaar indien de begindatum gelegen is in een periode van erkenning als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, in toepassing van de reglementering op de werkloosheid met bedrijfstoeslag (voorheen brugpensioen genoemd) en op voorwaarde dat de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • de onderneming bewijst dat haar aanvraag tot erkenning gedaan wordt in het kader van een herstructureringsplan en mogelijk maakt ontslagen te vermijden;
  • de onderneming bewijst dat haar aanvraag tot erkenning het mogelijk maakt het aantal werknemers die overstappen naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te beperken;
  • de Minister van Werk heeft uitdrukkelijk in haar verklaring tot erkenning gepreciseerd dat de twee voorgaande voorwaarden vervuld zijn.

In geval van halftijds tijdskrediet

Indien uw onderneming geen onderneming in herstructurering of in moeilijkheden is, kan het halftijds tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel bekomen worden vanaf 50 jaar, op voorwaarde dat de werknemer de twee volgende voorwaarden cumulatief vervult.

1. Een zwaar beroep uitgeoefend hebben

Voor de schriftelijke kennisgeving waarin de werknemer u op de hoogte brengt van zijn wil om het tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel te bekomen, moet hij een zwaar beroep hebben uitgeoefend:

  • ofwel gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar;
  • ofwel gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar.

Voor de toepassing van deze bepaling zijn er drie categorieën van zware beroepen (zie hierna).

2. Het zwaar beroep moet een knelpuntberoep zijn.

Het zwaar beroep moet verplicht voorkomen op de lijst van de knelpuntberoepen. Het gaat op dit moment over de volgende lijst:

  • Verpleegkundigen en verzorgend personeel in de ziekenhuizen;
  • verpleegkundigen en verzorgend personeel in de rusthuizen en de rust-en verzorgingstehuizen.

Voor de toepassing van deze bepaling, zijn er 3 beroepen die als verzorgend personeel worden beschoud:

  • de verzorgingsassistenten;
  • de kinesiterapeuten;
  • de ergotherapeuten

NB : deze categorieën zullen aangevuld worden met de beroepen die voorkomen op de lijst van knelpuntberoepen die jaarlijks wordt opgesteld bij een in de Ministerraad overlegd besluit. Deze lijst zal gebaseerd zijn op de regionale lijsten van de knelpuntberoepen en de beroepen bevatten die unaniem zijn goedgekeurd door de Paritaire Comités en door het Beheerscomité van de RVA. Deze lijst bestaat nog niet!

Bijgevolg worden enkel de voormelde categorieën van personeel beschouwd als knelpuntberoepen.

In geval van 1/5-tijds tijdskrediet

Indien uw onderneming geen onderneming in herstructurering of in moeilijkheden is, kan het 1/5-tijds tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel bekomen worden vanaf 50 jaar, op voorwaarde dat de werknemer voldoet aan één van de twee volgende voorwaarden:

1. Een zwaar beroep uitgeoefend hebben

Voor de schriftelijke kennisgeving waarin de werknemer u op de hoogte brengt van zijn wil om het tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel te bekomen, moet hij een zwaar beroep hebben uitgeoefend:

  • ofwel gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar;
  • ofwel gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar.

Voor de toepassing van deze bepaling zijn er drie categorieën van zware beroepen (zie hierna).

Opmerking

Om het 1/5-tijds tijdskrediet in het eindeloopbaanstelsel te bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar, moet dit zwaar beroep niet voorkomen op de lijst van de knelpuntberoepen.

2. Minstens 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende hebben

Opgelet! Om het 1/5-tijds tijdskrediet eindeloopbaan te kunnen bekomen vanaf de leeftijd van 50 jaar, op basis van 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende, moet er verplicht een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (cao) zijn die deze mogelijkheid voorziet.

Dat betekent dat deze uitzondering niet van toepassing is bij alle werkgevers.

Indien een werknemer van 50 tot 55 jaar u een 1/5-tijds tijdskrediet vraagt in het eindeloopbaanstelsel omdat hij een loopbaan als loontrekkende heeft van minstens 28 jaar, moet u bijgevolg vooraf nagaan of een sectorale cao werd gesloten die de toepassing van deze uitzondering mogelijk maakt. Is dat niet het geval, dan kunt u deze werknemer het tijdskrediet eindeloopbaan niet toekennen vóór hij 55 jaar is.

Indien hieromtrent een sectorale cao bestaat, dient u te weten dat u niet verantwoordelijk bent voor de berekening van het beroepsverleden als loontrekkende van de werknemer. Het is de werknemer die zijn beroepsverleden als loontrekkende moet berekenen en, indien hij minstens 28 jaar bekomt, moet verklaren dat deze voorwaarde vervuld is.

NB : op termijn zal de werknemer een specifiek formulier moeten invullen om aangifte te doen van zijn 28 jaar beroepsverleden als loontrekkende. Op dit ogenblik volstaat het dat hij er in het aanvraagformulier "C61 - tijdskrediet eindeloopbaan" aangifte van doet om te voldoen aan deze voorwaarde (zie het infoblad E65 over de aanvraagprocedure).

Om de werknemers van uw onderneming die informatie wensen over de berekening van de 28 jaar beroepsverleden als loontrekkende te kunnen informeren, vindt u hierna de bepalingen die de sociale partners in de cao nr. 103 hebben vastgelegd.

Hoe de 28 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende bewijzen?

Opgelet! Voor de toepassing van deze uitzondering, zijn de berekeningsregels verschillend van die van de 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende.

De werknemer moet minstens 28 kalenderjaren gepresteerd hebben met minstens 285 dagen die aanleiding gegeven hebben tot de betaling van een loon of tijdens dewelke hij genoot van:

  • moederschapsverlof;
  • moederschapsbescherming;
  • de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen;
  • geboorteverlof (het vroegere vaderschapsverlof);
  • adoptieverlof;
  • ouderschapsverlof in het kader van een loopbaanonderbreking.

Voor elk van deze kalenderjaren wordt het aantal betaalde of gelijkgestelde dagen dat 285 overschrijdt, buiten beschouwing gelaten.

Voor de kalenderjaren met minder dan 285 betaalde of gelijkgestelde dagen, worden deze dagen samengeteld voor het geheel van deze kalenderjaren en vervolgens gedeeld door 285. Het resultaat van deze bewerking, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren.

Wat is een zwaar beroep?

Volgens de eerder uitgelegde uitzonderingen zijn er drie types van tewerkstelling die beschouwd worden als zwaar beroep, om het halftijds of 1/5-tijds tijdskrediet te bekomen in het eindeloopbaanstelsel vanaf de leeftijd van 50 jaar.

Het werk in wisselende ploegen

Het gaat om arbeid in minstens 2 ploegen:

  • met elk minstens 2 werknemers;
  • die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang;
  • die elkaar in de loop van de dag opvolgen, zonder onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen en zonder overlapping die 1/4 van hun dagtaak overschrijdt;
  • en op voorwaarde dat de werknemer beurtelings van ploeg wisselt.

Het werk in onderbroken diensten

Het gaat om arbeid waarbij de betrokken persoon permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen, met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur.

Voor de toepassing van deze bepaling:

  • moet onder permanente tewerkstelling verstaan worden dat de ononderbroken dienst het gewone en dus geen occasioneel arbeidsregime is;
  • moet onder dagprestaties worden verstaan dat de prestaties uitsluitend worden verricht tussen 6 uur 's ochtends en middernacht.

Het arbeidsregime met nachtarbeid

Het moet gaan om het werk zoals gedefinieerd in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) nr. 46 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties.

Concreet betreft het dus prestaties die gewoonlijk worden verricht in arbeidsregimes met prestaties tussen 20 uur en 6 uur 's ochtends, uitgezonderd:

  • de personen tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
  • het varend personeel van de visserijbedrijven en van de koopvaardij alsmede het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht.

Hoe berekent u de periode tijdens dewelke het zwaar beroep werd uitgeoefend?

Om te bepalen of het zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de 15 jaar vóór de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever is uitgeoefend, gebeurt de berekening in kalenderperiodes zonder omzetting in dagen.

Het feit voltijds of deeltijds tewerkgesteld te zijn, speelt geen rol. Periodes van volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst worden echter niet meegerekend, met uitzondering van de feestdagen, de dagen inhaalrust en de vakantiedagen.

Het is niet vereist dat de periodes tijdens dewelke het zwaar beroep werd uitgeoefend elkaar ononderbroken opvolgen en het moet ook niet om de laatste tewerkstelling gaan.

Kan de werknemer die niet voldoet aan de toegangsvoorwaarden van het eindeloopbaanstelsel toch een tijdskrediet bekomen?

De werknemer die niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde en/of de voorwaarde inzake het beroepsverleden, bepaald in het eindeloopbaanstelsel, kan een halftijdse of 1/5-tijdse loopbaanvermindering aanvragen (zie het infoblad E59).

Mag u de aanvraag weigeren?

  • Indien u maximum 10 werknemers tewerkstelt.

U mag de aanvraag weigeren want in dit geval is het tijdskrediet geen recht.

  • Indien u meer dan 10 werknemers tewerkstelt.

Indien de toegangsvoorwaarden vervuld zijn mag u de aanvraag niet weigeren want in dit geval is het tijdskrediet een recht. Om de continuïteit van het werk te garanderen wordt het recht op het tijdskrediet echter beperkt tot een quotum van gelijktijdige afwezigheden, behalve voor de werknemers van 55 jaar of ouder die het 1/5-tijds tijdskrediet aanvragen.

Los van het aantal werknemers in de onderneming, kunnen bepaalde functies overigens uitgesloten worden van het recht op het tijdskrediet, door middel van een sectorale of ondernemings-cao.

Voor meer informatie hierover, zie het Infoblad E64 over het recht op en de organisatieregels van het tijdskrediet.

Kan de werknemer overstappen van een halftijds tijdskrediet naar een 1/5-tijds tijdskrediet en omgekeerd?

Twee hypothesen zijn mogelijk:

  • De werknemer heeft één van de twee fracties van loopbaanvermindering gevraagd voor een bepaalde duur.

In dat geval kan de werknemer, na afloop van de gevraagde periode, een nieuwe aanvraag indienen om van fractie van loopbaanvermindering te veranderen.

  • De werknemer heeft één van de twee fracties van loopbaanvermindering gevraagd tot aan zijn pensioen.

In dat geval moet hij het lopende tijdskrediet eerst voortijdig stopzetten indien hij wil veranderen van fractie van loopbaanvermindering. Voor die voortijdige stopzetting is uw akkoord vereist.

Indien u akkoord gaat, mag de werknemer vanaf de datum van de voortijdige stopzetting van de oorspronkelijk gevraagde periode een nieuwe aanvraag om tijdskrediet indienen om te veranderen van fractie van loopbaanvermindering.

In beide hypotheses zijn de bepalingen met betrekking tot het recht op en de organisatieregels van het tijdskrediet van toepassing om de nieuwe fractie van loopbaanvermindering te kunnen bekomen. Voor meer informatie hierover, zie het infoblad E64.