Fiche B 5: Hoe de ingeschreven capaciteit (IC) aanpassen in geval van onderbreking van de opvang?

Beschrijving

Deze fiche legt uit welke procedure de dienst moet volgen om de ingeschreven capaciteit van de maand aan te passen, wanneer de opvang van één of meerdere kinderen onderbroken wordt gedurende minstens 4 weken.

Te volgen fasen

  • Het referteplan van elk kind waarvoor er een onderbreking in de opvang is, aanpassen
    fiche A 5: Wat is het referteplan?
    fiche B 1: Hoe de ingeschreven capaciteit (de IC) van de maand bepalen?
  • De synthese van de referteplannen coderen in het rekenblad.

Fase 1: Het referteplan van elk kind waarvoor er een onderbreking in de opvang is, aanpassen

Principe

In geval van onderbreking van de opvang voor een duur van minstens 4 weken, wordt het kind nog opgenomen in het referteplan gedurende 4 weken, vervolgens wordt het niet meer opgenomen in het referteplan (vanaf de 29ste dag die volgt op de onderbreking) tot de 1ste effectieve opvangdag na de onderbreking.

Voor het begrip onderbreking wordt geen enkel onderscheid gemaakt tussen de onderbrekingen die het gevolg zijn van gebeurtenissen eigen aan het kind en deze die het gevolg zijn van gebeurtenissen eigen aan de onthaalouder.

Voorbeeld

Kalender van de maand juli

ma

di

wo

do

vr

za

zo

    

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

22

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

Kalender van de maand augustus

ma

di

wo

do

vr

za

zo

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

    

Een kind wordt voltijds opvangen, alle dagen van de week.

  • De onthaalouder is ziek van vrijdag 1/7 tot en met zondag 17/7. Het kind komt niet als gevolg van de vakantie van de ouders van woensdag 13/7 tot en met zondag 31/7. De laatste opvangdag is 30/6.
    Er is een onderbreking van de opvang die langer duur van 4 weken (van 1/7 tot 31/7). De periode van 4 weken tijdens dewelke het kind nog opgenomen is in het referteplan, loopg van 1/7 tot en met 28/7.
  • Het kind komt nog op 30/6 maar tijdens de maanden juli en augustus komt het kind in principe niet als gevolg van de vakantie van de ouders. Het kind wordt evenwel uitzonderlijk opgevangen op maandag 18/7.
    Aangezien er geen 4 weken onderbreking liggen tussen 1/7 en 18/7, loopt het referteplan verder tot 18/7 en op 19/7 start de periode van 4 weken die tot en met 15/8 zal duren.

Uitzonderingen

Indien het kind ziek is op de voorziene datum waarop de opvang hervat, kan het kind opnieuw opgenomen worden in het referteplan vanaf de voorziene datum waarop de opvang hernomen wordt 
fiche B 8: Wat moet men doen indien het kind afwezig is?.

In geval van onderbreking van de opvang gedurende minstens 4 weken als gevolg van een ziekte van het opgevangen kind, blijft het kind opgenomen in het referteplan gedurende maximum 3 maanden 
fiche B 8: Wat moet men doen indien het kind afwezig is?.

Voorbeeld

Kalender van de maand juli

ma

di

wo

do

vr

za

zo

    

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

22

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

Kalender van de maand augustus

ma

di

wo

do

vr

za

zo

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

    

Een kind wordt voltijds opvangen, alle dagen van de week:
Het kind komt nog op 30/6 en tijdens de maanden juli en augustus komt het niet wegens het verlof van de ouders. Het is voorzien dat het terug zal komen naar de onthaalouder op 1/9. Op 1/9 komt het niet terug omdat het ziek is (medisch attest) en het komt pas terug op 12/9.

Aangezien er een onderbreking is van minstens 4 weken, is het kind nog opgenomen in het referteplan tot en met 28/7. Nadien kan het in principe niet meer opgenomen worden tot de 1ste effectieve opvangdag die volgt op de onderbreking. Maar aangezien de voorziene datum waarop de opvang herneemt gekend is en het kind op deze datum niet komt omdat het ziek is, kan het toch opnieuw in het referteplan worden opgenomen vanaf deze datum, hetzij 1/9.

Fase 2: Codering in het rekenblad

1ste hypothese: de opvang is voorzien voor een vast aantal dagen per week (1, ½ of 1/3) en de dagen liggen vast.

 ndien

Dan

het referteplan eindigt (met inbegrip van de periode van 4 weken) in de loop van een maand en het kind niet terugkomt vóór het einde van de maand

- ofwel wordt het rooster « inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit” van de vorige maand behouden maar wordt het aantal overtollige dagen manueel berekend en het resultaat negatief toegevoegd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang”;
- ofwel wordt het rooster “inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit “ van de maand reeds aangepast zonder nog rekening te houden met het kind, maar moet de IC van deze maand gecorrigeerd worden door toevoeging van het aantal noodzakelijke dagen in functie van het vroegere referteplan (dagen gelegen tussen het begin van de maand en het einde van het referteplan) en moet dit aantal worden gecodeerd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang”.

het referteplan eindigt (met inbegrip van de periode van 4 weken) in de loop van een maand en een nieuw referteplan eveneens ingaat na de terugkeer van het kind

gebeurt de codering door de principes van het voorgaande punt te combineren met de principes van toepassing in geval van een nieuwe opvang
fiche B 1: Hoe de ingeschreven capaciteit van de maand bepalen?

2de hypothese: de opvangdagen vormen een vaste cyclus waarvan de dagen vastliggen en voorzien zijn met hetzelfde opvangregime (1, ½ of 1/3)

Het exacte aantal dagen voor de maand wordt manueel berekend op basis van de cyclus zoals die opgenomen is in het referteplan dat afloopt en eventueel in het nieuwe referteplan (in geval van terugkeer van het kind in de loop van dezelfde maand), en gecodeerd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang”.

3de hypothese: de opvang is voorzien voor een vast aantal dagen per week (1, ½ of 1/3) maar de dagen liggen niet vast

Indien

Dan

het referteplan eindigt (met inbegrip van de periode van 4 weken) in de loop van een maand en het kind niet terugkomt vóór het einde van de maand

- ofwel wordt het rooster « inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit” van de vorige maand behouden maar wordt het aantal overtollige dagen manueel berekend en het resultaat negatief toegevoegd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang”;
- ofwel wordt het rooster “inbreng regelmatig ingeschreven capaciteit “ van de maand reeds aangepast zonder nog rekening te houden met het kind, maar moet de IC van deze maand gecorrigeerd worden door toevoeging van het aantal noodzakelijke dagen in functie van het vroegere referteplan (dagen gelegen tussen het begin van de maand en het einde van het referteplan) en moet dit aantal worden gecodeerd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang”.

het referteplan eindigt (met inbegrip van de periode van 4 weken) in de loop van een maand en een nieuw referteplan eveneens ingaat na de terugkeer van het kind

gebeurt de codering door de principes van het voorgaande punt te combineren met de principes van toepassing in geval van een nieuwe opvang
 fiche B 1: Hoe de ingeschreven capaciteit van de maand bepalen?.

4de hypothese: de opvang is voorzien voor een vast aantal dagen per maand (1, ½ of 1/3) maar de dagen liggen niet vast.

Indien

Dan

de periode van 4 weken van het vroegere referteplan volledig binnen een kalendermaand ligt

wordt het voorziene aantal opvangdagen per maand verder als dusdanig gecodeerd in de kolom “vaste aanpassing”.

de periode van 4 weken van het vroegere referteplan gespreid is over twee maanden

voor de tweede maand

1 moet het gemiddelde aantal opvangdagen per week berekend worden voor het oude referteplan. Dit gemiddeld aantal wordt bekomen door het voorziene vaste aantal opvangdagen voor een volledige maand te delen door 4,33 (= het gemiddelde aantal weken in een maand). Dit resultaat wordt afgerond tot 2 cijfers na de komma (kleiner dan 5 = 0 en minstens 5 = de hogere eenheid)

2 Los van het rekenblad moet een fictief rooster van de betrokken maand worden opgesteld, waarin het gemiddelde aantal opvangdagen bekomen per week fictief wordt verdeeld vanaf de maandag (uitgenomen de dagen of halve dagen waarop de onthaalouder nooit werkt of de dagen waarop de dienst weet dat het kind nooit zal komen) en het totale aantal dagen wordt vervolgens berekend en gecodeerd in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang” van het rekenblad.

 

4de hypothese: voorbeeld

Een kind is ingeschreven bij een onthaalouder voor 12 volle dagen per maand. Vanaf 19 oktober komt het kind niet meer tot 28 november.

Aangezien het referteplan pas wordt aangepast vanaf de 29ste dag volgend op de onderbreking, moet voor de maand oktober niets veranderd worden in de codering (12 in de kolom “vaste aanpassing”). Het oude referteplan blijft behouden tot 15 november en herneemt op 28 november.

Kalender van de maand november

ma

di

wo

do

vr

za

zo

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

    

Omzetting in dagen per week voor het oude referteplan : 12 gedeeld door 4,33 = 2,77.

Fictieve verdeling in het fictieve rooster :
maandag 1; dinsdag 1; woensdag 0,77

Fictief rooster voor de maand november

ma

di

wo

do

vr

za

zo

 

1(=1)

2(=0,77)

3

4

5

6

7

8(=1)

9(=0,77)

10

11

12

13

14

15(=1)

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29(=1)

30(=0,77)

    

Totaal van de IC te coderen in de kolom “eenmalige aanpassing” “regelmatige opvang” van het rekenblad van de maand november: 9,31 (= 1 + 0,77 + 1 + 1 + 0,77 + 1 + 1 + 1 + 1 + 0,77).