Naleving van de arbeidsregeling tijdens een loopbaanonderbreking (gewone loopbaanonderbreking / thematische verloven) / tijdskrediet

T56

Laatste update : 1.01.2022

In dit infoblad vindt u de principes rond het naleven van de arbeidsregeling tijdens een loopbaanonderbreking, waarvoor de inspectiedienst van de RVA juridisch bevoegd is. Voor de andere principes verwijzen we u naar de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Er dient opgemerkt te worden dat in deze infofiche alleen de algemene beginselen zijn opgenomen en niet de specifieke bepalingen die van toepassing zijn op een sector of een paritair comité.

Voor specifieke bepalingen die van toepassing zijn op een sector of een paritair comité , gelieve de directie Reglementering Tijdskrediet van het Hoofdbestuur van de RVA te contacteren (proxitime@rva.be).

Voor de gemakkelijkheid gebruiken we in dit infoblad de term 'loopbaanonderbreking' voor alle vormen van loopbaanonderbreking. De term verwijst dus zowel naar het tijdskrediet (gewone onderbrekingen in de privésector), als naar de gewone loopbaanonderbrekingen (in de openbare sector, het onderwijs en de autonome overheidsbedrijven) en naar de thematische verloven (in alle sectoren).

Dit infoblad is bedoeld voor u als werknemer. In het infoblad worden onder andere de regels herhaald rond deeltijdse arbeid in het kader van loopbaanonderbreking en de gevolgen als die regels niet worden nageleefd. Voor uw werkgever is een apart infoblad E56 waar sommige aspecten diepgaander worden toegelicht.

Wat zijn de verplichte regels rond deeltijdse arbeid?

Deze principes zijn van toepassing op de werknemers en werkgevers uit de privésector en ook op de werknemers die zijn tewerkgesteld door de Staat, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, de openbare instellingen die ervan afhangen, de instellingen van openbaar nut en de vrije onderwijsinstellingen gesubsidieerd door de Staat, die niet door een statuut worden geregeld.

Als u overstapt naar een deeltijdse regeling in het kader van een loopbaanonderbreking krijgt u het statuut van deeltijdse werknemer.   

Bijgevolg is de reglementering in verband met deeltijdse arbeid op u van toepassing tijdens de duur van de loopbaanonderbreking. (Die reglementering is opgenomen in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en in de artikelen 157 tot 169 van de programmawet van 22 december 1989)

Na afloop van de periode van loopbaanonderbreking heeft u het recht om uw werkpost terug te krijgen. Als dat niet mogelijk is, heeft u het recht op een equivalente of gelijkaardige taak in overeenstemming met uw arbeidsovereenkomst.

Schriftelijke arbeidsovereenkomst met de arbeidsregeling en het overeengekomen werkrooster

  • De arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten voor een deeltijdse job moet worden vastgelegd ten laatste op het moment waarop u begint met de uitvoering van uw deeltijds contract.Als u vóór de loopbaanonderbreking tewerkgesteld was met een schriftelijke arbeidsovereenkomst, dan moet een nieuwe arbeidsovereenkomst worden opgesteld of moet er bij de bestaande overeenkomst een avenant worden bijgevoegd dat de hele periode van de loopbaanonderbreking dekt. Het avenant is een schriftelijke overeenkomst, ondertekend door beide betrokken partijen (u en uw werkgever) met als bedoeling de voorwaarden of de modaliteiten van de verbintenissen in het oorspronkelijke contract te wijzigen.Als u daarentegen tewerkgesteld was via een mondelinge arbeidsovereenkomst (omdat u voltijds werkte voor onbepaalde duur) dan moet dat schriftelijk worden opgenomen in een overeenkomst ten laatste op het moment waarop de werknemer zijn deeltijdse prestaties begint.schriftelijk
  • De schriftelijke arbeidsovereenkomst of het avenant dat bij de initiële arbeidsovereenkomst wordt gevoegd, moet de deeltijdse arbeidsregeling en het werkroosterbevatten.
    • Wat is een arbeidsregeling?
      Dat is de wekelijkse arbeidsduur die u moet naleven over een bepaalde periode. Die arbeidsregeling kan vast of variabel zijn.
      • Vaste arbeidsregeling
        De arbeidsregeling is vast als de arbeidsduur altijd dezelfde is voor een week of in een cyclus langer dan een week.
        Als de arbeidsregeling wordt georganiseerd volgens een cyclus die gespreid is over meer dan één week, dan moet op elk ogenblik kunnen worden vastgesteld wanneer de cyclus begint. Indien niet, moet u de verplichtingen rond bekendmaking van variabele uurroosters respecteren.
        Voorbeeld 1: in de arbeidsovereenkomst staat dat u 20 uur per week presteert. 
        Voorbeeld 2: in de arbeidsovereenkomst staat dat u 30 uur presteert in een cyclus van twee weken: 20 uur in week 1 en 10 uur in week 2.
      • Variabele arbeidsregeling
        We spreken van een variabele arbeidsregeling als de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld over een referteperiode moet worden nageleefd. Die referteperiode bedraagt in principe hoogstens 3 maanden, maar kan tot een jaar worden verlengd via een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel niveau of op niveau van de onderneming, of, als er geen cao is, via het arbeidsreglement.
        Voorbeeld: in de arbeidsovereenkomst staat dat u gemiddeld 30 uur per week presteert, en dat voor een referteperiode van een trimester. U voert uw prestaties als volgt uit: u werkt 30 uur/week in de eerste vijf weken, vervolgens 33 uur/week in de volgende vijf weken en 25 uur/week in de laatste drie weken
    • Wat is een werkrooster?
      Dat is het effectieve werkrooster (dagen en uren) van de arbeidsprestaties die u moet naleven. Dat rooster kan vast of variabel zijn.
      • Vast werkrooster
        Het werkrooster is vast als de dagen en uren van de prestaties identiek zijn voor een week of in een cyclus langer dan een week.
        Voorbeeld 1: in de overeenkomst is een vast werkrooster van 20 uur voorzien, gespreid over een week: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 8 uur tot 13 uur.
        Voorbeeld 2: in de arbeidsovereenkomst is een vast werkrooster voorzien dat verdeeld is over een cyclus van twee weken: 15 uur in de eerste week (maandag, woensdag en vrijdag van 9 tot 14 uur) en 20 uur in de tweede week (maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag van 9 tot 14 uur).
      • Variabel werkrooster
        Het werkrooster is variabel als de dagen en uren van de prestaties kunnen variëren en geleidelijk worden meegedeeld door de werkgever volgens de regels die in het arbeidsreglement staan. Uit de arbeidsovereenkomst moet blijken dat het gaat om een variabel werkrooster dat wordt vastgesteld volgens de regels van het arbeidsreglement.
        Voorbeeld: de arbeidsovereenkomst voorziet dat u 20 uur per week werkt met een variabel werkrooster dat wordt vastgesteld volgens de regels van het arbeidsreglement.
  • Als er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst met de deeltijdse arbeidsregeling en het werkrooster is, kan u kiezen voor de deeltijdse arbeidsregeling en het werkrooster die het best voor hem passen, zolang die van toepassing zijn in de onderneming.

Welke arbeidstijd moet u in loopbaanonderbreking presteren?

Gedurende de loopbaanonderbreking (met of zonder uitkeringen) moet u de arbeidsduur presteren die is opgenomen in de arbeidsovereenkomst of het avenant van uw arbeidsovereenkomst, d.w.z. de arbeidstijd die voortvloeit uit het gedeelte van de loopbaanonderbreking, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke bepalingen en de periode van de gevraagde loopbaanonderbreking.

Welke regels zijn van toepassing in geval van een arbeidsduurvermindering (ADV) in de onderneming?

De reglementaire principes vindt u op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=29448

In principe is het stelsel van ADV niet van toepassing op deeltijdse werknemers. Voor de RVA mag een loopbaanonderbreker dat stelsel wel genieten op voorwaarde dat de dagen van ADV worden ingehaald gedurende de wettelijke periode die daarvoor voorzien is en binnen de grenzen van de periode van loopbaanonderbreking, tenzij een cao of het arbeidsreglement binnen de onderneming een bepaalde periode oplegt waarin ze moeten worden ingehaald.

Voorbeeld: u neemt 1/5 loopbaanonderbreking van 01.01.2021 tot 30.06.2021. Binnen uw onderneming bestaat een stelsel van ADV. Dat stelsel voorziet dat de voltijdse werknemers 39 uur per week werken in plaats van 38 uur. Ter compensatie krijgen ze 6 dagen ADV die ze moeten nemen tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Dat is zo bepaald in een collectieve arbeidsovereenkomst. Tussen 01.01.2021 en 30.06.2021 presteert u in loopbaanonderbreking 31u12'/39u in plaats van 30u24'/38u. Daarvoor krijgt u wel een aantal dagen ADV dat overeenkomt met de prestaties die u in die periode heeft geleverd. Als het inhalen van de ADV is opgelegd door een collectieve arbeidsovereenkomst zal er geen gevolg gegeven worden door de RVA als u tussen 01.01.2021 en 30.06.2021 31u12'/39u presteert en uw dagen ADV niet opneemt.

Welke regels zijn van toepassing in geval van bijkomende uren of overuren   (met inbegrip van vrijwillige overuren en wachtdiensten)?

De reglementaire principes vindt u op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=42393;

Gelet op de regels rond deeltijdse arbeid en de filosofie van het systeem van loopbaanonderbreking (zorgen voor een betere balans tussen werk-privéleven), moeten de uren die u presteert overeenkomen met gevraagde onderbreking.

U mag bijkomende uren of overuren doen als u dat doet binnen de wettelijk voorziene bepalingen en als de volgende voorwaarden tegelijk vervuld zijn:

  • de uren worden gepresteerd op vraag van uw werkgever (dus geen bijkomende uren op vraag van uzelf en geen vrijwillige overuren);
  • de uren worden ingehaald tijdens de daartoe voorziene wettelijke periode, alsook tijdens de periode van loopbaanonderbreking;
  • ze gebeuren niet systematisch maar zijn uitzonderlijk. Het moet immers gaan om punctuele situaties of situaties van overmacht die moeten worden gerechtvaardigd in geval van controle (met uitzondering van meerprestaties te wijten aan een wachtdienst).

Als u tewerkgesteld in wachtdiensten van thuis uit is een aparte regeling van toepassing aangezien het presteren van bijkomende uren of overuren in veel gevallen inherent is aan hun werkregime. Wel mag in dat geval geen wachtdienst worden voorzien op een moment dat samenvalt met uw gebruikelijke loopbaanvermindering. Als er op andere momenten bijkomende uren worden gepresteerd ingevolge de wachtdienst, dan moet inhaalrust worden toegekend.

Wat zijn de regels die van toepassing zijn in geval van tewerkstelling met een glijdend uurrooster?

De reglementaire principes vindt u op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=45748

Een werknemer in 1/5 of 1/2 loopbaanonderbreking kan worden tewerkgesteld in een glijdend uurrooster zolang:

  • de gebruikelijke regels rond de deeltijdse arbeid worden gerespecteerd;
  • de praktische toepassingsmodaliteiten (stam- en glijtijden, maximale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur ...)  van het glijdend uurrooster van de werknemer in 1/5 of 1/2 loopbaanonderbreking worden bepaald in het arbeidsreglement en in de deeltijdse arbeidsovereenkomst;
  • de principes uit dit infoblad worden nageleefd:

d.w.z. dat de gepresteerde arbeidstijd overeenstemt met de tijd vermeld in het avenant bij de arbeidsovereenkomst en gedurende de wettelijke voorziene periode, beperkt tot de periode van loopbaanonderbreking.

Wat zijn de gevolgen als de regels van dit infoblad niet worden nageleefd?

De inspectiedienst van de RVA zal nagaan of de principes uit dit infoblad worden nageleefd in functie van:

  • elke gevraagde periode van loopbaanonderbreking (en dus niet verlengd)
  • de juridische teksten die van toepassing zijn binnen uw onderneming
  • de situatie van uzelf.

Als hij onregelmatigheden of inbreuken vaststelt, kan dat de volgende gevolgen hebben:

  • strafrechtelijke vervolging van de werkgever en/of uzelf
  • en/of herziening van het recht op loopbaanonderbreking
  • en/of herziening van het recht op de uitkeringen
  • en/of terugvordering van de onderbrekingsuitkeringen die u ten onrechte heeft ontvangen. 

Bijzonder geval in geval van tijdskrediet (privésector) en ouderschapsverlof (alle sectoren): als de u tijdens de periode van loopbaanonderbreking (met of zonder uitkeringen) meer uren gepresteerd heeft dan de arbeidstijd die het gevolg is van de gevraagde loopbaanonderbreking,  maar de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en van de cao nr. 103 wel worden nageleefd, kan u een onderbreking zonder uitkeringen genieten.

Bij welke instellingen en diensten kunt u meer informatie krijgen?

Als u een vraag heeft over de reglementering rond de arbeidstijd, rond ADV, bijkomende uren en overuren, ... dan kunt u de site http://www.werk.belgie.be/ raadplegen of contact opnemen met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Als u een vraag heeft over de reglementering rond de toekenningsvoorwaarden van het recht op loopbaanonderbreking en de uitkeringen, kunt u ons contactcenter telefoneren op 02/515.44.44 of contact opnemen via de RVA-website.