Het tijdskrediet landingsbaan - Recht op onderbrekingsuitkeringen

T162

Laatste update : 05.03.2024

Inleiding

Tijdskrediet maakt deel uit van de reglementering op de loopbaanonderbreking. Het geldt enkel voor werknemers die werken bij een werkgever van de privésector

Met tijdskrediet hebt u meer vrije tijd voor familiale of sociale verplichtingen of om persoonlijke projecten te verwezenlijken.

Met tijdskrediet landingsbaan kunt u uw prestaties verminderen tot u met pensioen gaat. Om recht te hebben op dat tijdskrediet, moet u voldoen aan verschillende toegangsvoorwaarden bij uw werkgever. Die voorwaarden en alle bepalingen rond het recht bij de werkgever staan uitgelegd in infoblad T161.

Als u voldoet aan de toegangsvoorwaarden bij uw werkgever en aan de voorwaarden voor de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, kunt u een maandelijks vervangingsinkomen ontvangen. Dat vervangingsinkomen wordt uitbetaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).

Voor een goed begrip van tijdskrediet moet u een onderscheid maken tussen het recht dat u bij uw werkgever kunt verkrijgen en het recht op de onderbrekingsuitkeringen dat u bij de RVA kunt verkrijgen. Het is immers niet omdat u recht hebt op tijdskrediet bij uw werkgever dat u dan ook recht hebt op onderbrekingsuitkeringen.

NB Met tijdskrediet landingsbaan kunt u uw prestaties niet volledig onderbreken. Als u uw prestaties tijdelijk volledig wilt onderbreken, moet u tijdskrediet met motief aanvragen. Alle informatie daarover kunt u vinden in infoblad T160.

Inhoud van dit infoblad

De informatie in dit infoblad is gebaseerd op de reglementering die van kracht is sinds 01.04.2017.

Toekenningsvoorwaarden voor de uitkeringen

Er zijn meerdere voorwaarden vereist om onderbrekingsuitkeringen te ontvangen tijdens tijdskrediet landingsbaan. Die voorwaarden zijn cumulatief. Dat betekent dat ze allemaal moeten zijn vervuld.

Als niet alle voorwaarden zijn vervuld, hebt u wel recht op tijdskrediet landingsbaan bij de werkgever, maar zonder uitkeringen van de RVA.

1. Voldoen aan de toegangsvoorwaarden van cao nr. 103

Om recht op uitkeringen te krijgen, moet u vooraf recht hebben gekregen op tijdskrediet bij uw werkgever, en dat volgens de bepalingen van cao nr. 103.

Concreet moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • u moet minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben (bij alle werkgevers samen)
  • u moet 24 maanden anciënniteit hebben bij de werkgever bij wie u tijdskrediet aanvraagt
  • u moet tijdens de voorbije 24 maanden tewerkgesteld zijn geweest in het toegekende arbeidsstelsel.

Die bepalingen staan uitgelegd in infoblad T161.

2. Leeftijdsvoorwaarde

U moet minstens 60 jaar zijn bij de start van uw tijdskrediet landingsbaan.

Er bestaan wel uitzonderingen waardoor u al vanaf 55 jaar uitkeringen kunt krijgen.

3. Andere voorwaarden

Naast de bovenstaande voorwaarden:

  • mag u geen activiteit hebben die of inkomen hebben dat niet mag worden gecumuleerd (de cumulatieregels staan in infoblad T1;
  • moet u in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte wonen, of in Zwitserland;
  • moet u de minimumduur van het tijdskrediet respecteren die per aanvraag is voorzien. Dat betekent 3 maanden voor een halftijdse onderbreking of 6 maanden bij een onderbreking met 1/5.

Toegangsleeftijd voor uitkeringen: algemene regel = 60 jaar

Sinds 01.01.2015 kunt u vanaf de leeftijd van 60 jaar recht op uitkeringen hebben.

Daarvoor moet u op de begindatum van het tijdskrediet landingsbaan de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt.

Dus als u bij uw werkgever het recht op tijdskrediet landingsbaan hebt gekregen om uw prestatievermindering vóór de leeftijd van 60 jaar te starten, zal dat tijdskrediet in principe zonder uitkeringen worden toegekend.

Toegangsleeftijd voor uitkeringen: uitzonderingen tussen de leeftijd van 55 en 59 jaar

Welke uitzonderingen zijn er?

U moet onder een van de 5 onderstaande uitzonderingen vallen om onderbrekingsuitkeringen te kunnen krijgen als uw tijdskrediet landingsbaan begint tussen de leeftijd van 55 en 59 jaar.

1. Werken in een onderneming die erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering

Voor deze uitzondering moet de onderneming waar u werkt op de begindatum van uw tijdskrediet landingsbaan ofwel erkend zijn als onderneming in herstructurering of als onderneming in moeilijkheden.

Om te worden erkend als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, moet:

  • de onderneming aantonen dat haar aanvraag tot erkenning gedaan wordt in het kader van een herstructureringsplan en het zo mogelijk maakt ontslagen te vermijden;
  • de onderneming aantonen dat haar aanvraag tot erkenning het mogelijk maakt om het aantal werknemers die overstappen naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere 'brugpensioen') te beperken;
  • de minister van Werk in zijn beslissing tot erkenning uitdrukkelijk hebben gepreciseerd dat de twee voorgaande voorwaarden vervuld zijn.
2. Minstens 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben

Voor deze uitzondering moeten de 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende:

  • bereikt zijn op de datum van de schriftelijke kennisgeving die u aan uw werkgever bezorgt om hem te melden dat u tijdskrediet wenst te nemen;
  • worden berekend volgens de reglementering die het stelsel van 'werkloosheid met bedrijfstoeslag' (het vroegere 'brugpensioen') bepaalt.
Hoe berekent u de 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende?

U moet alle arbeids- en gelijkgestelde dagen optellen sinds het begin van uw loopbaan. De som van die dagen moet u dan delen door 312 om het aantal jaar beroepsverleden te berekenen. Als het resterende saldo groter is dan of gelijk is aan 156 dagen, mag het aantal jaar worden afgerond naar de hogere eenheid.

Onder 'arbeidsdag' moet u de dagen verstaan waarop u een activiteit als loontrekkende hebt uitgeoefend en waarvoor u een loon hebt ontvangen. Dat loon moet onderworpen zijn geweest aan socialezekerheidsinhoudingen voor de RSZ, in de sector werkloosheid.

Arbeidsdagen als zelfstandige waarvoor bijdragen werden betaald aan het RSVZ mogen dus niet worden meegerekend. Arbeidsdagen als statutair ambtenaar mogen ook niet worden meegerekend, tenzij in enkele uitzonderlijke gevallen.

Alle arbeidsdagen in loondienst die voltijds werden gepresteerd, mogen worden meegerekend ten belope van maximum 312 dagen per jaar.

Deeltijdse arbeidsdagen moeten naar rato van de geleverde prestaties worden meegerekend, tenzij ze werden gepresteerd tijdens een gelijkgestelde periode. Dus als u bijvoorbeeld gedurende een jaar 312 dagen halftijds hebt gewerkt, moet u 156 dagen tellen, dus 312/2.

Om te weten welke periodes van schorsing of vermindering van de prestaties kunnen worden gelijkgesteld, kunt u contact opnemen met het RVA-kantoor van uw woonplaats. Dat kantoor zal u een schematisch overzicht bezorgen van die periodes en voor elk van die periodes het aantal jaar en dagen meedelen die kunnen worden gelijkgesteld met voltijdse arbeidsdagen voor de berekening van uw beroepsverleden als loontrekkende.

Als uit uw berekening blijkt dat u aan de vereiste 35 jaar beroepsverleden komt, zult u op eer moeten verklaren dat u voldoet aan die afwijkende voorwaarde. Die verklaring moet u doen op het aanvraagformulier voor de onderbrekingsuitkeringen dat u moet indienen bij de RVA.

3. Een zwaar beroep uitoefenen

Voor deze uitzondering moet u, op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever om hem te melden dat u tijdskrediet wenst te nemen, een zwaar beroep hebben uitgeoefend:

  • ofwel gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar;
  • ofwel gedurende minstens7 jaar in de voorafgaande 15 jaar.

Er zijn drie categorieën van zware beroepen: arbeid in opeenvolgende ploegen, arbeid in onderbroken diensten en arbeid met nachtprestaties. Meer informatie over wat een zwaar beroep is, vindt u in infoblad T161.

4. Nachtwerk verrichten

Voor de toepassing van deze uitzondering moet u minstens 20 jaar in een stelsel met nachtarbeid hebben gewerkt. Die voorwaarde moet bereikt zijn op het moment van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever om hem te melden dat u tijdskrediet wenst te nemen.

5. Ongeschikt zijn om uw activiteit in de bouwsector te blijven uitoefenen

Voor deze uitzondering moet u werken bij een werkgever die valt onder het paritair (sub)comité van de bouwsector en moet een arbeidsarts u een attest hebben afgeleverd dat bevestigt dat u ongeschikt bent om uw beroepsactiviteit voort te zetten in uw oorspronkelijke uurregeling.

Een doelgroepwerknemer zijn van het PC 327

 Voor de toepassing van deze uitzondering (van toepassing vanaf 01.07.2023), moet u tewerkgesteld zijn bij een werkgever van een paritair comité 327 voor een beschutte werkplaats, een sociale werkplaats of een maatwerkbedrijf. U dient ook te beschikken oer 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende.

Voorwaarden voor de uitzonderingen

Om aanspraak te kunnen maken op een van de uitzonderingen:

  • moeten de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad een interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten en;
  • moet er in toepassing van die interprofessionele overeenkomst een collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsniveau zijn afgesloten.

De interprofessionele overeenkomst en de overeenkomsten op sectoraal of op ondernemingsniveau mogen slechts voor een duur van hoogstens 2 jaar worden afgesloten. Ze kunnen wel worden verlengd met dezelfde of met andere voorwaarden.

Uitzonderingen inroepen vanaf 01.01.2021

De interprofessionele cao nr. 137 die uitzonderingen bevatte voor 2019 en 2020 is op 31.12.2020 afgelopen. Daardoor hadden werknemers tussen 55 en 59 jaar, vóór de afsluiting van de nieuwe interprofessionele cao, geen recht meer op onderbrekingsuitkeringen van de RVA, ook al voldeden ze aan een van de voorwaarden. Dat was zo voor elk tijdskrediet landingsbaan dat aanvatte vanaf 01.01.2021.

Wanneer er een aanvraag voor een halftijdse onderbreking of een onderbreking met 1/5 werd ingediend bij de RVA, werd het tijdskrediet landingsbaan zonder uitkeringen toegekend.

2 collectieve interprofessionele arbeidsovereenkomsten werden afgesloten op 15.07.2021.

Het gaat om:

  • cao nr. 156. Die cao is op 01.01.2021 met terugwerkende kracht in werking getreden en had een geldigheidsduur van 2 jaar, dus tot 31.12.2022;
  • cao nr. 157. Die cao treedt op 01.01.2023 in werking. Ze had een geldigheidsduur van 6 maanden, dus tot 30.06.2023.

Met die cao's was het opnieuw mogelijk om de toegangsleeftijd voor onderbrekingsuitkeringen te verlagen naar 55 jaar.  De bepalingen van die cao's golden voor een onderbreking met 1/5, maar ook voor een halftijdse onderbreking.

Nieuwe interprofessionele cao

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 van 30.05.2023heeft een geldigheidsduur van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025 en legt het interprofessioneel kader vast om de toegangsleeftijd te verlagen naar 55 jaar voor het recht op uitkeringen voor werknemer met een lange loopbaan, zwaar beroep of werkt bij een onderneming in moeilijkheden of herstructurering.

Dus als u tussen de leeftijd van 55 en 59 jaar tijdskrediet landingsbaan begint te nemen of verlengtbij uw werkgever en u onder een van de uitzonderingen valt, kunt u in toepassing van deze cao onderbrekingsuitkeringen van de RVA krijgen.

Sectoriële cao of toetreding nodig

Opgelet: om in de periode van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025 van de uitzonderingen gebruik te kunnen maken, moet er in toepassing van de interprofessionele cao nr. 170 een sectoriële cao zijn afgesloten.

Als u werkt bij een werkgever die niet onder een paritair comité valt of als het opgerichte paritair comité niet werkt, moet uw werkgever toegetreden zijn tot cao nr. 170 opdat u kunt gebruikmaken van een van de uitzonderingen om voor de leeftijd van 60 jaar uitkeringen te kunnen krijgen. Die toetreding kan met een ondernemings-cao, met een toetredingsakte waarvan een model voorzien is als bijlage bij de cao nr. 170, of met een vermelding in het arbeidsreglement. 

Ondernemings-cao nodig als uw werkgever erkend is als werkgever in moeilijkheden of in herstructurering

In de periode van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025 moet de ondernemings-cao die is afgesloten in het kader van de maatregelen rond de moeilijkheden of de herstructurering de toepassing van de interprofessionele cao nr. 170 vermelden.

Vermelding van de cao of van de toetreding bij de uitkeringsaanvraag

De werkgever moet in zijn deel van de aanvraag om onderbrekingsuitkeringen het registratienummer van de sectoriële cao invullen voor de toepassing van de uitzonderingen. Als het gaat om een onderneming die erkend is als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, moet er een kopie van de ondernemings-cao worden meegestuurd.

Als er geen paritair comité is opgericht of als het opgerichte paritair comité niet werkt, moet de werkgever een kopie van de toetreding tot de interprofessionele cao nr. 170 (in de periode van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025) in de bijlage bij de uitkeringsaanvraag toevoegen.

Regularisatie voor werknemers die tussen 01.07.2023 en de afsluiting van de nieuwe cao's de onderbreking zonder uitkeringen hebben verkregen

Als u sinds 01.07.2023 tussen de leeftijd van 55 en 59 jaar tijdskrediet landingsbaan zonder uitkeringen hebt gekregen, omdat er nog geen interprofessionele cao was, kunt u vragen om uw dossier te laten regulariseren.

Daarvoor dient u een nieuwe aanvraag om onderbrekingsuitkeringen in bij uw RVA-kantoor. Die aanvraag kan met terugwerkende kracht sinds de begindatum of de datum van de verlenging van uw tijdskrediet gebeuren, zolang de verlenging maar vanaf 01.07.2023 wordt gedaan.

Opdat de RVA u met terugwerkende kracht sinds de begindatum van uw tijdskrediet landingsbaan onderbrekingsuitkeringen kan uitbetalen:

  • moet u vallen onder een van de uitzonderingen;
  • en moet uw werkgever ofwel de sectoriële cao vermelden die met terugwerkende kracht werd afgesloten, in toepassing van de interprofessionele cao 170, ofwel een kopie bezorgen van de toetreding tot cao 170 of van het gewijzigde arbeidsreglement, ofwel (als uw werkgever is erkend als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering) een kopie bezorgen van de onderneming-cao.

Ook alle andere voorwaarden voor de toekenning van de uitkeringen moeten zijn vervuld.

Voorwaarde voor het beroepsverleden als loontrekkende

Principe

Volgens de algemene regel moet u sinds het begin van uw loopbaan minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben om recht te hebben op tijdskrediet landingsbaan bij uw werkgever en op onderbrekingsuitkeringen van de RVA. Die voorwaarde moet zijn vervuld op de datum van de schriftelijke kennisgeving waarin u aan uw werkgever tijdskrediet vraagt.

Als u minstens 25 jaar beroepsverleden hebt, maar u vraagt onderbrekingsuitkeringen aan vóór de leeftijd van 60 jaar, kunt u een beroep doen op de uitzondering waarbij u minstens 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende moet hebben om vanaf 55 jaar uitkeringen te kunnenontvangen.

Berekening van het beroepsverleden als loontrekkende

In theorie moet u uw beroepsverleden als loontrekkende berekenen en dat aangeven bij de RVA bij de indiening van uw aanvraag om onderbrekingsuitkeringen.

Maar vooraleer u uw aanvraag indient, kunt u wel aan uw RVA-kantoor vragen om uw beroepsverleden als loontrekkende te berekenen.

Zo weet u of u aan de voorwaarde voldoet vóór u het tijdskrediet bij uw werkgever en de onderbrekingsuitkering aanvraagt. Als u aan de voorwaarde voldoet, kunt u daar dan het bewijs van voorleggen.

Om die voorafgaande berekening te vragen aan de RVA, vult u het formulier 'C61 – Beroepsverleden tijdskrediet landingsbaan' in. Dat formulier vindt u op onze website. 

Afhankelijk van het geval, kunt u met dat formulier vragen of u minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebt of minstens 35 jaar beroepsverleden hebt, als u wilt gebruikmaken van de uitzondering om de uitkeringen tussen de leeftijd van 55 en 59 jaar te krijgen.

Als uit het antwoord van de RVA blijkt dat u minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebt, kunt u dat bewijs aan uw werkgever voorleggen wanneer u hem de schriftelijke kennisgeving bezorgt om het tijdskrediet landingsbaan aan te vragen. Wanneer u daarna de aanvraag om onderbrekingsuitkeringen indient, moet u dat antwoord ook bijvoegen bij uw formulier of ter beschikking houden als u een elektronische aanvraag indient. Als u niet de vereiste 25 jaar beroepsverleden hebt, hebt u geen recht op tijdskrediet landingsbaan bij uw werkgever of op onderbrekingsuitkeringen. Maar als u vindt er bepaalde elementen zijn waarmee de RVA bij de berekening van uw beroepsverleden geen rekening heeft gehouden, kunt u een nieuwe berekeningsaanvraag indienen op basis van bijkomende bewijsstukken (bijvoorbeeld het bewijs van loopbaanjaren als loontrekkende in een ander Europees land).

Als u tussen 55 en 59 jaar oud bent en u hebt aan de RVA gevraagd om na te gaan of u minstens 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende heb  en u voldoet wel aan de voorwaarde van 25 jaar beroepsverleden, maar niet aan die van 35 jaar beroepsverleden,dan kunt u bij uw werkgever recht hebben op tijdskrediet, maar kunt u geen beroep doen op die uitzondering om onderbrekingsuitkeringen te krijgen. U hebt dan 3 opties:

  • U kunt een beroep doen op een andere uitzondering om de uitkeringen vóór de leeftijd van 60 jaar te kunnen krijgen (uitoefening van een zwaar beroep ...).
  • U kunt tijdskrediet landingsbaan zonder uitkeringen aanvragen.
  • U kunt afzien van uw recht op tijdskrediet met akkoord van uw werkgever.

De bedragen van de onderbrekingsuitkeringen

De uitkering is forfaitair. Het bedrag varieert niet in functie van uw loon. Er zijn wel enkele criteria die het bedrag kunnen beïnvloeden. Namelijk:

  • De gevraagde prestatieverminderingsbreuk (halftijds of 1/5 tijdskrediet) speelt een rol.
  • Als u halftijds tijdskrediet aanvraagt, vanuit een deeltijdse betrekking van minstens 3/4 van een voltijdse betrekking, wordt de uitkering berekend naar rato van de tewerkstellingsbreuk.

Bijvoorbeeld: als u 4/5 werkt, krijgt u 4/5 van het uitkeringsbedrag voor 1/2 tijdskrediet voor voltijdse werknemers.

  • Als uw tijdskrediet geen volle maand duurt, krijgt u een proportioneel gedeelte van het uitkeringsbedrag op basis van het aantal dagen tijdskrediet.
  • Als u 1/5 tijdskrediet vraagt, varieert de uitkering naargelang u samenwonend of alleenwonend bent. U wordt beschouwd als alleenwonende werknemer:
    • als u alleen woont. In dat geval krijgt u een verhoogde uitkering;
    • als u enkel samenwoont met een of meerdere kinderen van wie u er minstens één ten laste hebt. In dat geval krijgt u een verhoogde uitkering, waarop een lagere bedrijfsvoorheffing geldt.

De uitkeringen zijn onderworpen aan bedrijfsvoorheffing. Dat betekent dat de ontvangen maandelijkse uitkering een netto-uitkering is, waarvan de bedrijfsvoorheffing al is afgetrokken.

NB. Voor meer informatie over het fiscale aspect en over het percentage van de voorheffing die wordt ingehouden op de uitkeringen voor tijdskrediet, zie de vraag: ‘welke invloed hebben de uitkeringen op uw belastingen?’

De bedragen van de onderbrekingsuitkeringen: vindt u in de rubriek Barema's op de website van de RVA.

U kunt het bedrag van de uitkering ook berekenen in de toepassing BreakatWork.

Betaling van de onderbrekingsuitkeringen

De onderbrekingsuitkeringen kunnen met een circulaire cheque of bankoverschrijving worden betaald.

Bij een bankoverschrijving kan de betaling gebeuren op een financiële rekening in:

  • België
  • een landdat behoort tot de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro, of SEPA ( = Single Euro Payments Area)

NB: Dit zijn de landen van de SEPA-zone: Frankrijk, Oostenrijk, Bulgarije, Zwitserland, Cyprus, Tsjechische Republiek, Duitsland, Denemarken, Estland, Spanje (met inbegrip van de Canarische Eilanden, Ceuta & Melilla), Finland, Verenigd Koninkrijk (met inbegrip van Gibraltar en Noord-Ierland), Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal (met inbegrip van de Azoren en Madeira), Roemenië, Zweden, Slovenië, Guadeloupe, Martinique, Frans Guyana en La Réunion.

Woonplaatsvereiste

Tijdens uw tijdskrediet met uitkeringen moet u wonen:

  • in België;
  • in een ander land van de Europese economische ruimte (EER), dat zijn de 27 landen van de Europese Unie + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein;
  • of in Zwitserland.

Uitzondering

Als u uw echtgenoot of uw wettelijk samenwonende partner volgt die tijdelijk en beroepshalve voor rekening van zijn werkgever naar een land vertrekt buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dan mag u voor de duur van die opdracht daar gedomicilieerd zijn.

Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de samenlevingsvorm van 2 personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.

U moet een attest van de werkgever van uw echtgenoot of van de werkgever van uw wettelijk samenwonende partner toevoegen, waaruit blijkt dat de professionele opdracht niet vereist dat u zich definitief in het buitenland vestigt.

Als u uw wettelijk samenwonende partner volgt, moet u ook een bewijs van wettelijke samenwoning bij uw uitkeringsaanvraag voegen.

Cumulatie van uitkeringen met andere activiteiten of met een pensioen

In infoblad T1 vindt u meer informatie over cumulatie.

Tijdskrediet landingsbaan zonder uitkeringen

U kunt tijdskrediet landingsbaan krijgen bij uw werkgever zonder de uitkeringen van de RVA aan te vragen. In dat geval hoeft u niet te voldoen aan de toekenningsvoorwaarden voor de uitkeringen, maar enkel aan de toegangsvoorwaarden bij uw werkgever (zie infoblad T161). U bent dan ook niet onderworpen aan de regels rond cumulatie met andere activiteiten en inkomsten, noch aan de regels inzake de woonplaats (zie de vragen hierover).

Bijvoorbeeld: als u tijdskrediet landingsbaan wilt nemen om te starten met een niet-cumuleerbare activiteit (bijvoorbeeld een zelfstandige activiteit) of als u een pensioen krijgt, kunt u het tijdskrediet aanvragen zonder uitkeringen.

U moet van dat tijdskrediet zonder uitkeringen wel aangifte doen bij de RVA. Daarvoor dient u een aanvraagformulier voor tijdskrediet in bij het RVA-kantoor van uw woonplaats (zie de vraag hierna).

Wat als u uitkeringen aanvraagt, maar u niet voldoet aan de toekenningsvoorwaarden?

Als u voldoet aan de toegangsvoorwaarden voor tijdskrediet bij uw werkgever, maar de RVA weigert u de uitkeringen toe te kennen, omdat u niet voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, bent u in tijdskrediet zonder uitkeringen.

Met andere woorden: de gedeeltelijke onderbreking die uw werkgever heeft toegekend, zal lopen tot de gevraagde einddatum, maar zonder uitkeringen van de RVA. In dat geval zult u enkel recht hebben op het loon dat uw werkgever betaalt op basis van uw deeltijdse arbeidsregeling. De onderbroken breuk zal ook niet kunnen worden gelijkgesteld voor uw pensioen.

Voorbeeld: U vraagt 1/5 tijdskrediet landingsbaan vanaf de leeftijd van 58 jaar tot aan uw pensioen, aangezien u voldoet aan alle toegangsvoorwaarden bij uw werkgever. Maar u voldoet niet aan de afwijkende voorwaarden om de uitkeringen te krijgen vóór de leeftijd van 60 jaar. In dat geval kent de RVA u het tijdskrediet toe zonder uitkeringen. Dat betekent dat u gedurende de volledige duur van uw prestatievermindering enkel een loon zult ontvangen op basis van uw 4/5 prestaties. Bovendien zal die periode slechts op basis van uw 4/5 prestaties worden meegeteld voor uw pensioen.

Als u niet in tijdskrediet zonder uitkeringen wilt blijven, moet u, om terug te keren naar uw oorspronkelijke arbeidsregeling, het tijdskrediet vroegtijdig stopzetten, met toestemming van uw werkgever. Die toestemming moet betrekking hebben op het principe en op de datum van de vroegtijdige beëindiging. Als uw werkgever toestemt om uw tijdskrediet stop te zetten, moet u dat schriftelijk melden aan het RVA-kantoor van uw woonplaats. Daarvoor kunt u de 'Aangifte van een wijziging betreffende de gegevens' gebruiken die u terugvindt op onze website.

Aanvraagprocedure bij de RVA

U hoeft enkel een aanvraag bij de RVA in te dienen als uw werkgever u het tijdkrediet heeft toegekend.

De procedure kunt u nalezen in infoblad 159.

Eventuele aanvullende vergoeding van de werkgever of van een sectoraal fonds naast de uitkering betaald door de RVA

In sommige gevallen kan de werkgever of een sectoraal fonds u een aanvullende vergoeding betalen naast de uitkering van de RVA (als een sectoriële of ondernemings-cao dat bepaalt of via een individuele overeenkomst met de werkgever).

In dat geval moet u enkel bij een halftijds tijdskrediet en als u 45 jaar of ouder bent nog andere formaliteiten vervullen naast het versturen van het aanvraagformulier C61-tijdskrediet landingsbaan.

Voor meer informatie daarover neemt u contact op met het RVA-kantoor van uw woonplaats. 

Behandeling van uw aanvraag door de RVA

Zodra de RVA uw aanvraagformulier voor tijdskrediet ontvangt, wordt het behandeld. U krijgt dan een antwoord door middel van de beslissing C62.

Meer informatie daarover vindt u in infoblad T159.

Betwisting van de beslissing van de RVA

Ja, u kunt in beroep gaan tegen de beslissing van de RVA bij de bevoegde arbeidsrechtbank. 

Meer informatie over de procedure vindt u in infoblad T110.

Uw dossier online opvolgen

U kunt uw dossier raadplegen op de portaalsite van de sociale zekerheid: www.socialsecurity.be.

Meer informatie daarover vindt u in infobland T159.

Uw situatie wijzigt tijdens uw tijdskrediet

Als een of meer van de gegevens die u in uw aanvraagformulier hebt meegedeeld aan het RVA-kantoor wijzigen tijdens uw tijdskrediet, moet u uw RVA-kantoor daar onmiddellijk en schriftelijk van op de hoogte brengen.

Meer informatie daarover vindt u in infoblad T159.

Verlies van het recht op uitkeringen

Uw recht op uitkeringen tijdskrediet gaat verloren:

  • aan het einde van de termijn vermeld in de overeenkomst met uw werkgever, tenzij die termijn in onderling overleg wordt verlengd;
  • vanaf de dag waarop u het werk hervat bij dezelfde of bij een andere werkgever;
  • vanaf de dag waarop uw arbeidsovereenkomst eindigt;
  • vanaf de dag waarop u een pensioen ontvangt;
  • vanaf de dag waarop u gedurende meer dan 24 maanden 1/2 tijdskrediet of meer dan 60 maanden 1/5 tijdskrediet cumuleert met een zelfstandige activiteit;
  • vanaf de dag waarop u een zelfstandige activiteit aanvat;
  • vanaf de dag waarop u een eender welke activiteit in loondienst aanvat;
  • vanaf de dag waarop u het aantal uren van uw vooraf bestaande bijkomende activiteit in loondienst uitbreidt;
  • vanaf de dag waarop u een niet-toegelaten politiek mandaat uitoefent;
  • vanaf de dag waarop u een vergoede activiteit uitoefent in het buitenland in het kader van een erkend project van ontwikkelingssamenwerking voor rekening van een erkende niet-gouvernementele organisatie voor ontwikkelingssamenwerking.

Gevolgen van het verlies van het recht op uitkeringen

Als u het recht op uitkeringen verliest, blijft u in tijdskrediet zonder uitkeringen bij uw werkgever. Dat betekent dat de gevraagde periode van tijdskrediet doorloopt tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum. Die periode van tijdskrediet zonder uitkeringen zal dus meetellen om de maximumduur van het tijdskrediet te bepalen waarop u recht hebt tijdens uw volledige loopbaan.

Als u het recht op uitkeringen verliest tijdens het tijdskrediet, kunt u eventueel, met de goedkeuring van uw werkgever, het tijdskrediet stopzetten en opnieuw aan het werk gaan volgens uw oorspronkelijke uurregeling. In dat geval moet u daar het RVA-kantoor van uw woonplaats schriftelijk van op de hoogte brengen.

Terugvordering van reeds betaalde uitkeringen

Alle onrechtmatig ontvangen uitkeringen worden teruggevorderd. Dat is onder andere het geval:

  • wanneer uw effectieve periode van tijdskrediet met uitkeringen niet de minimumduur bereikt van 3 maanden bij een halftijds tijdskrediet en van 6 maanden bij 1/5 tijdskrediet.
    Wanneer u door uitzonderlijke omstandigheden de vereiste minimumduur niet naleeft, kunt u een gemotiveerde aanvraag tot ontheffing indienen bij de directeur van uw RVA-kantoor, die uw aanvraag overmaakt aan de administrateur-generaal. Als de ingeroepen omstandigheden als uitzonderlijk worden beschouwd, kan de administrateur-generaal van de RVA verzaken aan de terugvordering van de uitkeringen.
  • wanneer u het RVA-kantoor vooraf niet schriftelijk verwittigt dat u een activiteit als loontrekkende aanvat of het aantal uren van een vooraf bestaande bijkomende activiteit als loontrekkende verhoogt, dat u een zelfstandige activiteit of een politiek mandaat uitoefent, dat u een vergoede activiteit verricht in het buitenland in het kader van een erkend project voor ontwikkelingssamenwerking of dat u een pensioen krijgt;
  • wanneer u de RVA niet laat weten dat uw arbeidsovereenkomst is afgelopen (ontslag genomen of gekregen) vóór de einddatum van uw tijdskrediet;
  • wanneer u de RVA niet laat weten dat u buiten de Europese Economische Ruimte woont;
  • enz.

Welk bedrag wordt teruggevorderd?

De RVA vordert het brutobedrag van de uitkering terug, hoewel u het nettobedrag van de uitkering hebt ontvangen.

Op uw belastingfiche wordt rekening gehouden met de terugbetaalde bedragen. 

Als u bewijst dat u de uitkeringen waarop u geen recht had, te goeder trouw hebt ontvangen, wordt de terugvordering beperkt tot de laatste 150 dagen waarop u onrechtmatig uitkeringen ontving. Die beperking telt niet als er sprake is van cumulatie met een prestatie toegekend op basis van een stelsel van de sociale zekerheid.

Gevolgen van een gevangenzetting tijdens uw tijdskrediet

De betaling van de onderbrekingsuitkeringen wordt geschorst tijdens een periode van gevangenzetting. Daardoor bent u, als u gevangengezet wordt tijdens een periode waarin u onderbrekingsuitkeringen ontvangt, verplicht om dat schriftelijk te melden aan het RVA-kantoor van uw woonplaats. Als u onderbrekingsuitkeringen ontvangt terwijl u al van uw vrijheid bent beroofd, dan moet u die terugbetalen.

Als de periode van opsluiting korter is dan die van uw onderbreking of van uw vermindering van prestaties, moet u aan het RVA-kantoor een officieel document overmaken met daarop de datum waarop uw gevangenneming afloopt. Zo kan uw recht op onderbrekingsuitkeringen worden heropend.

Invloed van de uitkeringen op uw belastingen

De uitkering is belastbaar. Fiscaal gezien wordt ze beschouwd als een vervangingsinkomen.

Bedrijfsvoorheffing

Alle uitkeringen zijn onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing.

Door die inhouding aan de bron daalt het nettobedrag van de uitkering voor tijdskrediet. Maar het voordeel ervan is dat na de definitieve berekening van de belastingen er minder hoeft te worden bijbetaald.

Voor tijdskrediet tot 1/2

De bedrijfsvoorheffing bedraagt:

  • 17,15% als u alleenwonende bent. Dat wil zeggen als u alleen woont of als u enkel samenwoont met een of meerdere kinderen van wie u er minstens een fiscaal ten laste heeft en dat, ongeacht uw leeftijd;
  • 35% als u geen alleenwonende bent.
Voor 1/5 tijdskrediet

De bedrijfsvoorheffing op uw uitkering voor 1/5 tijdskrediet bedraagt:

  • 35% als u geen alleenwonende bent;
  • 35% als u alleenwonende bent en u alleen woont;
  • 17,15% als u een alleenwonende bent en enkel samenwoont met een of meerdere kinderen van wie u er minstens een ten laste heeft.

Eventuele vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing

Bent u een Franse grensarbeider of bent u een Franse fiscale inwoner met de Franse nationaliteit en u ontvangt een loon van een Belgische openbare werkgever? Dan kunt u vrijgesteld worden van de bedrijfsvoorheffing. Meer inlichtingen daarover vindt u in het infoblad ‘Kunt u vrijgesteld worden van de bedrijfsvoorheffing ingehouden op de onderbrekingsuitkeringen?’.

Belastingaangifte

U kunt uw belastingaangifte invullen met de loonfiche 281.18. Daarop staat het totaal van de ontvangen uitkeringen en eventueel het totaal van de bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden tijdens het belastingjaar. Bij een laattijdige betaling zullen de ontvangen sommen vermeld staan op de fiche 281.18 van het jaar van de betaling.

Die fiche wordt u elektronisch toegestuurd. U kunt die fiche raadplegen in uw e-Box of via uw dossier ‘loopbaanonderbreking/tijdskrediet’. Dat kan ook via Tax-on-web/My Minfin. 

Wilt u toch nog een papieren exemplaar van uw fiscale fiche ontvangen? Dan kunt u dat vragen aan het RVA-kantoor van uw woonplaats.

Wat is de e-Box?

De e-Box is de onlinedienst van de sociale zekerheid. Het is een beveiligde en persoonlijke elektronische mailbox waarmee elke burger op een gecentraliseerde manier officiële documenten kan ontvangen van de verschillende instellingen van de sociale zekerheid, waaronder de RVA. 

U kunt uw e-Box raadplegen via https://www.mysocialsecurity.be. Om de e-Box te activeren, hoeft u enkel uw e-mailadres in te voeren. Daarna zult u per mail worden verwittigd zodra een mededeling in uw e-Box staat. Om in te loggen en de documenten die beveiligd werden doorgestuurd te raadplegen, moet u zich aanmelden met uw elektronische identiteitskaart (e-ID) of met een token.

Bijkomende informatie

Hebt u nog vragen over de invloed van de uitkeringen op de berekening van uw belastingen? Neem dan contact op met uw belastingadministratie.

U vindt de contactgegevens van de belastingadministratie waarvan u afhangt op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën: https://financien.belgium.be/nl.

Invloed van het tijdskrediet landingsbaan op uw pensioen

Als u voldoet aan de voorwaarden van de pensioenreglementering, kan de periode van een halftijdse onderbreking of een onderbreking met 1/5 enkel worden gelijkgesteld met prestaties als u uitkeringen van de RVA ontvangt.

Voor meer informatie over de gelijkstelling van tijdskrediet voor uw pensioen kunt u terecht bij de Federale Pensioendienst: Zuidertoren, 1060 BRUSSEL // Telefoon (gratis nummer): 1765.

Vlaamse aanmoedigingspremie

In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden betaalt de Vlaamse Gemeenschap, naast de uitkering van de RVA, een aanmoedigingspremie. Alle nuttige informatie over die Vlaamse aanmoedigingspremies vindt u op https://www.vlaanderen.be/vlaamse-aanmoedigingspremie. U kunt ook bellen naar het gratis nummer van de Vlaamse infolijn, 1700, of mailen naar aanmoedigingspremie@vlaanderen.be.