Tijdelijke werkloosheid economische oorzaken bedienden – verlenging van de CAO nr. 176

Waarover gaat het?

Een werkgever die voor bedienden tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen wil inroepen, moet niet alleen erkend zijn als onderneming in moeilijkheden (zie verder), maar ook gebonden zijn door een sectorale of ondernemings-cao of door een ondernemingsplan.

De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft een suppletieve CAO nr. 176 gesloten waarop een werkgever zich kan beroepen indien hij zelf geen ondernemings-cao heeft gesloten of zich niet beroept op een sectorale cao of een ondernemingsplan.

De suppletieve CAO nr. 176 van 30 juni 2025 treedt evenwel buiten werking op 31 december 2025.

In de NAR is op 21 oktober 2025 een nieuwe suppletieve cao gesloten die de vereenvoudigde toegang tot het stelsel van tijdelijke werkloosheid voor bedienden verlengt tot 30 juni 2029: de CAO nr. 183 tot vaststelling van een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken voor bedienden. 

De CAO nr. 183 treedt in werking op 1 januari 2026 en treedt buiten werking op 30 juni 2029.

Wat moet de werkgever doen als hij gebruik wil (blijven) maken van de regeling van tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk voor bedienden?

Algemeen

Een werkgever die tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden wil inroepen, moet een formulier C106A indienen waaruit blijkt:

  • binnen welk kader hij de tijdelijke werkloosheid invoert (een sectorale of ondernemings-cao of een ondernemingsplan);
  • dat hij aan de voorwaarden voldoet om als onderneming in moeilijkheden te worden erkend. Hij voldoet aan die voorwaarden indien hij een daling van omzet, productie of bestellingen kan aantonen, of een zeker percentage van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders bewijst, of als zodanig erkend is door de minister van Werk.

Hij moet dat formulier indienen bij het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA of, indien hij een ondernemingsplan heeft gesloten, bij de directeur-generaal van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO. In dat laatste geval zal een Commissie Ondernemingsplannen het plan dienen goed te keuren.

Werkgevers die voor de eerste keer een beroep wensen te doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden  

Werkgevers die in het verleden nog geen formulier C106A hebben ingediend bij de RVA of de Commissie ondernemingsplannen (en dus nog niet erkend zijn als onderneming in moeilijkheden), moeten een formulier C106A indienen.

De werkgever kan zich voor het wettelijk kader beroepen op de aanvullende CAO nr. 183 (rubriek II van het formulier C106A).

Opmerking: indien de werkgever vóór 1 januari 2026 reeds gebruik wenst te maken van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden, dan moet hij ook de CAO nr. 176 aanduiden op het formulier C106A, aangezien de CAO nr. 183 maar geldig is vanaf 1 januari 2026.

Daarnaast moet de werkgever ook aantonen dat hij aan één van de voorwaarden voldoet om erkend te worden als onderneming in moeilijkheden (rubriek III van het formulier 106A).

Indien de werkgever aan alle voorwaarden voldoet, wordt hij hiervan door de RVA in kennis gesteld en kan hij gebruik maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienen vanaf de refertedatum (*) vermeld op de achterzijde van het formulier C106A, tot en met 30 juni 2029.

(*) De refertedatum is de datum van het versturen van de eerste elektronische mededeling van de voorziene economische werkloosheid voor bedienden aan de RVA. Er moeten minstens 14 dagen gelegen zijn tussen de datum van verzending van het formulier C106A naar de RVA en het versturen van deze eerste elektronische mededeling van de voorziene economische werkloosheid aan de RVA.

Werkgevers die reeds erkend zijn als onderneming in moeilijkheden op grond van de CAO nr. 176 en die na 31 december 2025 verder gebruik wensen te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden 

Werkgevers die na 31 december 2025 verder gebruik wensen te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden, moeten niet opnieuw aantonen dat ze een onderneming in moeilijkheden zijn. Ze moeten dus geen nieuw formulier C106A indienen bij de RVA.

De RVA zal de einddatum van de erkenning als onderneming in moeilijkheden automatisch verlengen tot 30 juni 2029 (einddatum van de CAO nr. 183).

Werkgevers die reeds erkend zijn als onderneming in moeilijkheden op grond van een andere cao (niet de CAO nr. 176) of een ondernemingsplan waarvan de geldigheidsduur is verstreken 

Werkgevers die na het verstrijken van de cao of het ondernemingsplan verder gebruik wensen te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden, moeten niet opnieuw aantonen dat ze een onderneming in moeilijkheden zijn indien ze zich voor het wettelijk kader beroepen op de CAO nr. 183 (en CAO nr. 176 indien de cao of het ondernemingsplan afloopt voor 1 januari 2026).

De werkgever moet wel een nieuw formulier C106A indienen bij de RVA waarvan enkel rubriek II (wettelijk kader) is ingevuld.

Als wettelijk kader wordt aangeduid: ‘CAO nr. 183 (en reeds eerder een goedkeuring op grond van een andere cao of ondernemingsplan waarvan de geldigheidsduur is verstreken)’.

De werkgever zal dan tot 30 juni 2029 (einddatum van de CAO nr. 183) verder gebruik kunnen maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid schorsing werkgebrek bedienden en wordt hier door de RVA van in kennis gesteld.

Voor meer informatie over de preliminaire voorwaarden en de stelsels van schorsing, zie infobladen E54 en E55.