Ouderschapsverlof
Inhoud van deze pagina
T19
Laatste update : 1.10.2024
Wat is ouderschapsverlof?
Het betreft een thematisch verlof, dat wil zeggen een specifieke vorm van loopbaanonderbreking die je de mogelijkheid biedt je arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen om te zorgen voor je kind(eren).
Tijdens die onderbreking kan je maandelijkse uitkeringen krijgen die door de RVA worden betaald.
NB In de privésector mag het ouderschapsverlof niet worden verward met het tijdskrediet voor het motief 'zorgen voor je kind(eren)'. Raadpleeg infoblad nr. T160 voor meer informatie over tijdskrediet met motief. Een vergelijkende tabel tussen ouderschapsverlof en tijdskrediet met motief 'zorgen voor je kind(eren)' vind je in onze FAQ.
Welke reglementering is van toepassing?
De reglementering voor ouderschapsverlof is afhankelijk van de sector waartoe je werkgever behoort.
Privésector, gemeenten en provincies
Werknemers uit de privésector zijn diegenen die tewerkgesteld zijn bij een werkgever die onder de toepassing valt van de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Het betreft:
- werknemers van de privésector in de strikte zin (nv, bv, vzw enz.)
- personeel van de vrije universiteiten (VUB, KUL enz.)
- werknemers van gemengde ondernemingen
- niet-gesubsidieerde contractuele personeelsleden van het vrij onderwijs
- werknemers van de gemengde intercommunales voor gas- en elektriciteitsvoorziening
- werknemers van gewestelijke en plaatselijke openbare vervoersmaatschappijen = tram, bus en metro (MIVB, TEC, De Lijn)
- contractuele personeelsleden tewerkgesteld in een buitenlandse ambassade, een buitenlands consulaat, een diplomatieke missie of een missie bij een internationale instelling met zetel in België;
- enz.
Personeelsleden van de gemeenten en provincies zijn de contractuele en statutaire werknemers bedoeld die tewerkgesteld zijn in een gemeente- of provinciaal bestuur of in een dienst die ervan afhangt (OCMW's, openbare ziekenhuizen ...).
Voor die twee categorieën van werknemers is het recht op ouderschapsverlof voorzien in het koninklijk besluit van 29.10.1997.
Het recht op onderbrekingsuitkeringen is voorzien in het koninklijk besluit van 02.01.1991 en in het koninklijk besluit van 12.12.2001 enkel voor de werknemers uit de privésector.
Overheidssector
De werknemers uit de overheidssector zijn de contractuele en statutaire werknemers die tewerkgesteld zijn bij een federale, gewestelijke of gemeenschapsadministratie of bij een dienst die ervan afhangt (politie, rechterlijke orde, instellingen van openbaar nut ...)
Het recht op ouderschapsverlof is voorzien door het besluit waarvan de voogdijoverheid van de administratie afhangt of van de openbare dienst die ervan afhangt, dat wil zeggen, naargelang van het geval de federale overheid, de gewestelijke overheid of de gemeenschapsoverheid.
Het recht op onderbrekingsuitkeringen is naargelang van het geval vermeld in het koninklijk besluit van 19.11.1998 (voor de statutairen van de Staat) of door het koninklijk kaderbesluit van 07.05.1999 (voor de andere categorieën).
Onderwijssector
De werknemers uit de onderwijssector zijn de werknemers die onderworpen zijn aan een statuut (benoemd, definitief of tijdelijk aangeworven) op een school of een Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB).
Het recht op ouderschapsverlof is voorzien door het besluit dat van kracht is binnen de gemeenschap waarvan de school of het CLB afhangt, dat wil zeggen, naargelang van het geval, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap (ook Fédération Wallonie-Bruxelles genoemd) of de Duitstalige Gemeenschap.
Het recht op onderbrekingsuitkeringen is voorzien door het koninklijk kaderbesluit van 12.08.1991.
Sector van de autonome overheidsbedrijven
Voor de toepassing van de reglementering wordt met de werknemers uit de sector van de autonome overheidsbedrijven de statutaire en contractuele werknemers bedoeld van Proximus, de NMBS, bpost of Skeyes (het vroegere Belgocontrol).
Het recht op ouderschapsverlof en het recht op onderbrekingsuitkeringen zijn voorzien in het koninklijk besluit van 10.06.2002.
Werkgevers die afhangen van een andere sector
- Het koninklijk besluit van 16.11.2009 is van toepassing op de werknemers van Enabel (voorheen Belgische Technische Coöperatie.
- Het koninklijk besluit van 24.09.2013 is van toepassing op de werknemers van de Cel voor Financiële Informatieverwerking.
- Het koninklijk besluit van 12.05.2014 is van toepassing op de contractuele werknemers van de Ombudsdienst voor Energie.
Dat koninklijk besluit werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 18.07.2019 tot wijziging van diverse bepalingen houdende thematische verloven.
- Het koninklijk besluit van 10.04.2014 is van toepassing op de werknemers tewerkgesteld met van een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die niet onder het toepassingsgebied van een ander besluit valt. Het gaat hier vooral om contractuele personeelsleden van gemeenschapsuniversiteiten enz.
Wie kan ouderschapsverlof nemen ?
Om ouderschapverlof te kunnen nemen, moet je een werknemer in loondienst zijn die tewerkgesteld is bij een werkgever onderworpen aan het Belgische recht en moet je een loon ontvangen waarop sociale bijdragen worden betaald voor de RSZ, met inbegrip van bijdragen voor de werkloosheid.
Er moet ook een verwantschapsband zijn met het kind voor wie er een volledige of gedeeltelijke onderbreking van de prestaties wordt gevraagd.
Concreet hebben de volgende werknemers recht op ouderschapsverlof:
- de biologische moeder en de wettelijke vader van het kind
- de persoon die het kind heeft erkend waardoor de afstamming langs vaderszijde komt vast te staan
- de echtgenote of de partner van de biologische moeder van het kind die meemoeder is geworden
- de adoptieouders
Beide wettelijke ouders of adoptieouders, kunnen voor hetzelfde kind ouderschapsverlof nemen. Elk van de twee ouders heeft recht op ouderschapsverlof voor hetzelfde kind.
Als de echtgenote of de partner van de moeder van het kind in een lesbisch koppel – als de biologische vader van het kind het niet erkend heeft – bewijst dat ze wordt beschouwd als meemoeder, dan kan zij ook aanspraak maken op ouderschapsverlof (net zoals de biologische moeder). Dat bewijs kan worden geleverd via de huwelijksakte, een bewijs van wettelijke samenwoonst of een uittreksel van het bevolkingsregister dat bewijst dat de betrokkenen op hetzelfde adres zijn ingeschreven sinds een ononderbroken periode van drie jaar die de geboorte van het kind voorafgaat.
Opmerking
Wanneer een van de twee ouders van het kind het recht op ouderschapsverlof niet opneemt, dan kan dat recht niet worden overgedragen aan de andere ouder van het kind.
Bijvoorbeeld: de vader van het kind wenst geen ouderschapsverlof te nemen bij zijn werkgever. In dat geval kan het ouderschapsverlof van de vader van het kind niet worden opgenomen door de moeder van dat kind, zodat zij twee ouderschapsverloven heeft voor hetzelfde kind.
Wat zijn de voorwaarden om recht te hebben op ouderschapsverlof ?
Anciënniteitsvoorwaarde bij de werkgever
Als je werkt in de privésector of bij een lokaal of provinciaal bestuur
Het recht op ouderschapsverlof wordt je toegekend als je in de loop van de 15 maanden die aan de aanvraag bij de werkgever voorafgaan gedurende 12 maanden (niet noodzakelijk opeenvolgend) door een arbeidsovereenkomst met je werkgever verbonden was.
Als je voor de openbare sector of in het onderwijs werkt
Je moet enkel in dienstactiviteit zijn, ongeacht je anciënniteit.
Leeftijdsvoorwaarde voor het kind
Om recht te hebben op ouderschapsverlof moet het kind voor wie je de volledige of gedeeltelijke onderbreking van je prestaties aanvraagt, voldoen aan de onderstaande leeftijdsvoorwaarde. Die voorwaarde moet vervuld zijn wanneer de onderbreking ingaat. Als je meerdere periodes van onderbreking wil verkrijgen, moet de leeftijdsvoorwaarde vervuld zijn op de datum waarop de onderbreking ingaat.
Bij de geboorte van een kind
Het recht op ouderschapsverlof wordt je toegekend zolang het kind de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking.
Bij de adoptie van een kind
Het recht op ouderschapsverlof wordt je toegekend gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als lid van het gezin in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar je je verblijfplaats hebt en dat, zolang het kind de leeftijd van 12 jaar niet bereikt heeft op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking.
Als je kind een fysieke of mentale ongeschiktheid heeft
Als je kind een handicap heeft, wordt het recht op ouderschapsverlof je toegekend zolang het de leeftijd van 21 jaar niet heeft bereikt op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking.
Het kind tussen 12 en 21 jaar voor wie je ouderschapsverlof wil nemen, moet :
- ofwel een fysieke of mentale handicap hebben van ten minste 66%;
- ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 4 punten worden toegekend in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de reglementering van de kinderbijslag;
- ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 9 punten worden toegekend in de 3 pijlers samen van de medisch-sociale schaal, in de zin van de kinderbijslagreglementering.
NB. Bij de indiening van een vraag voor ouderschapsverlof moet je het bewijs leveren van de handicap van het kind tussen 12 en 21 jaar voor wie je een onderbreking vraagt. Meer informatie over de aanvraagprocedure vind je in het infoblad T14.
Welke vormen onderbreking zijn mogelijk ?
Er bestaan 4 vormen van onderbreking voor ouderschapsverlof, ongeacht de sector (privé, overheid, onderwijs ...):
1. Een volledige onderbreking
Het gaat om een volledige schorsing van de prestaties. Je kan er aanspraak op maken ongeacht je arbeidsregime (voltijds of deeltijds).
2. Een onderbreking tot 1/2
Met deze onderbreking kun je aan 50% van een voltijdse arbeidsregeling blijven werken. Je kunt deze onderbreking nemen als je voltijds werkt.
3. Een onderbreking met 1/5
Met deze onderbreking kun je aan 80% van een voltijdse arbeidsregeling blijven werken.
Je kunt deze onderbreking nemen als je voltijds werkt.
4. Een onderbreking met 1/10
Met deze onderbreking kun je aan 90% van een voltijdse arbeidsregeling blijven werken.
Je kunt deze onderbreking nemen als je voltijds werkt.
Dankzij de onderbreking met 1/10 kan je bijvoorbeeld je voltijdse prestaties verminderen met één dag om de twee weken of met een halve dag per week.
Opgelet! Voor deze vorm van gedeeltelijke onderbreking is het akkoord van de werkgever nodig.
Opmerking voor de werknemers van de privésector
In geval van gedeeltelijke onderbreking hoeft de voltijdse tewerkstelling niet verdeeld te zijn over minstens 5 dagen per week.
NB De vereiste van voltijds tewerkgesteld te zijn tijdens minstens 5 dagen per week is enkel voorzien in het kader van het tijdskrediet in de vorm van een gedeeltelijke onderbreking met 1/5.
Opmerking voor de personeelsleden van het onderwijs
Let op! De toegangsvoorwaarden tot de verschillende onderbrekingsvormen worden bepaald door de bevoegde gemeenschap van de school of het CLB waar je statutair of tijdelijk bent aangesteld. Het is dus niet de federale overheid die de voorwaarden in het onderwijs bepaalt.
Voor 1/10 ouderschapsverlof kun je bij je personeelsdienst navragen of de gemeenschap waaronder je valt die prestatievermindering in de reglementering heeft opgenomen.
Voor de gedeeltelijke onderbrekingen tot 1/2 en met 1/5 is het niet noodzakelijk dat je voltijds werkt om de prestaties te verminderen. Al naargelang de voorziene bepalingen moet je vastbenoemd of definitief aangeworven zijn voor minstens de helft van een voltijdse aanstelling en na de vermindering van de prestaties, al naargelang het geval, de helft of 4/5 van een voltijdse aanstelling blijven presteren.
Voorbeeld: je bent vastbenoemd voor 18/20. Aangezien je minstens de helft van een volledig uurrooster werkt, kan je een gedeeltelijke onderbreking vragen.
- In geval van 1/2 onderbreking moet je na de prestatievermindering de helft van een voltijds uurrooster blijven presteren, namelijk 10/20. In dit geval verminder je 8/20.
- In geval van 1/5 onderbreking moet je na de prestatievermindering 4/5 van een voltijdse aanstelling blijven presteren, namelijk 16/20. In dit geval verminder je 2/20.
Als je in het onderwijs werkt, vraag dan bij de bevoegde gemeenschap naar bijkomende inlichtingen over de toegangsvoorwaarden en andere bijzonderheden van jouw sector.
Wat is de duur van het ouderschapsverlof ?
De duur van het ouderschapsverlof verschilt afhankelijk van de gevraagde onderbreking. Hieronder vind je de verschillende duurtijden. Ze kunnen worden verkregen voor elk kind dat voldoet aan de leeftijdsvoorwaarden.
1. Volledige onderbreking
Je kunt gedurende maximum 4 maanden een volledige onderbreking nemen.
Volgens de algemene regel mogen die 4 maanden worden opgesplitst in periodes van 1 maand of een veelvoud daarvan. Je kunt dus 1, 2, 3 of 4 maanden volledige onderbreking vragen. Als je de maximale duur niet in één keer aanvraagt, kan je het saldo later nog opgebruiken. Dat kan zolang je kind jonger is dan 12 jaar (of jonger dan 21 jaar als het een handicap heeft).
Flexibilisering van de volledige onderbreking
De maximumperiode van 4 maanden volledige onderbreking mag, in afwijking van de algemene regel en met akkoord van de werkgever, in weken worden opgesplitst. Daardoor kan je maximaal 16 weken volledige onderbreking krijgen.
Voor de toepassing van die maatregel is een week gelijk aan 7 kalenderdagen. Dat betekent dat de weekenddagen inbegrepen zijn in de week volledige onderbreking die kan worden aangevraagd.
Elke aanvraag bij de werkgever kan betrekking hebben op meerdere al dan niet opeenvolgende periodes van een week of een veelvoud daarvan. De voorwaarde is dat die weken verspreid zijn over een periode van maximum 3 maanden.
Aangezien het akkoord van de werkgever vereist is voor elke aanvraag om volledige onderbreking voor minder dan een maand of een veelvoud daarvan, is die flexibilisering per week geen recht, maar enkel een mogelijkheid.
Voorbeelden:
- Je vraagt aan de werkgever 2 weken volledige onderbreking om bij je kind te blijven tijdens de kerstvakantie. Die twee weken ouderschapsverlof zijn geen recht. De werkgever moet dus akkoord gaan.
- In je aanvraag bij de werkgever vraag je 3 weken volledige onderbreking aan, verspreid in de tijd: de eerste en de laatste week van juli en de tweede week van augustus. Voor elk van die weken ouderschapsverlof moet de werkgever akkoord gaan.
Als het gevolg van het verkrijgen van de volledige onderbreking in periodes van een week of een veelvoud daarvan is dat het saldo van de maximale duur van 16 weken minder bedraagt dan 4 weken, dan kan dat saldo zonder akkoord van de werkgever worden verkregen.
2. Onderbreking tot 1/2
Je kunt gedurende maximum 8 maanden een onderbreking tot 1/2 nemen.
Volgens de algemene regel mogen die 8 maanden worden opgesplitst in periodes van 2 maanden of een veelvoud daarvan. Je kunt dus 2, 4, 6 of 8 maanden onderbreking tot 1/2 vragen. Als je de maximale duur niet in één keer aanvraagt, kan je het onderbrekingssaldo later nog opgebruiken. Dat kan zolang je kind jonger is dan 12 jaar (of jonger dan 21 jaar als het een handicap heeft).
Flexibilisering van de halftijdse onderbreking
De 8 maanden halftijdse onderbreking mogen, in afwijking van de algemene regel en met akkoord van de werkgever, in periodes van een maand of een veelvoud worden opgesplitst. Je kan dus 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8 maanden krijgen.
Aangezien het akkoord van de werkgever vereist is voor elke aanvraag voor een duur die geen 2 maanden of een veelvoud is daarvan, is die flexibilisering geen recht, maar enkel een mogelijkheid.
Voorbeeld:
- Je vraagt halftijds ouderschapsverlof aan voor slechts één maand, van 15 juli tot 14 augustus. Aangezien die periode minder dan 2 maanden bedraagt, is het geen recht, maar enkel een mogelijkheid waarvoor het akkoord van de werkgever nodig is.
Als het gevolg van het verkrijgen van de halftijdse onderbreking in periodes van een maand is dat het saldo van de maximale duur van 8 maanden minder bedraagt dan 2 maanden, dan kan dat saldo zonder akkoord van de werkgever worden verkregen..
3. Onderbreking met 1/5
Je kunt gedurende maximum 20 maanden een onderbreking met 1/5 nemen.
Die 20 maanden kunnen worden opgesplitst in periodes van 5 maanden of een veelvoud daarvan. Daardoor kan je dus 5, 10, 15 of 20 maanden ouderschapsverlof met 1/5 aanvragen. Als je de maximale duur niet in één keer aanvraagt, kan je het onderbrekingssaldo later nog opgebruiken. Dat kan zolang je kind jonger is dan 12 jaar (of jonger dan 21 jaar als het een handicap heeft).
4. Onderbreking met 1/10
Als je werkgever ermee instemt, kun je gedurende maximum 40 maanden een onderbreking met 1/10 nemen.
Die 40 maanden kunnen worden opgesplitst in periodes van 10 maanden of een veelvoud daarvan. Daardoor kan je dus 10, 20, 30 of 40 maanden ouderschapsverlof met 1/10 aanvragen. Als je de maximale duur niet in één keer aanvraagt, kan je het onderbrekingssaldo later nog opgebruiken. Dat kan zolang je kind jonger is dan 12 jaar (of jonger dan 21 jaar als het een handicap heeft).
Let op! Als je beslist om de maximumduur op te splitsen, moet je werkgever, aangezien de onderbreking met 1/10 geen recht is, akkoord gaan voor elke aanvraag om een nieuwe periode van 10 maanden of een veelvoud daarvan te verkrijgen.
Opmerking voor de personeelsleden van het onderwijs en van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB)
Als je een personeelslid van het onderwijs of van een CLB bent, raadpleeg dan de gemeenschap waarvan je afhangt om te weten of het ouderschapsverlof kan worden opgesplitst, aangezien die mogelijkheid niet automatisch in de reglementering van je sector is voorzien.
Sinds 01.09.2020 kunnen de personeelsleden van het Vlaamse onderwijs en de Vlaamse CLB's ouderschapsverlof opsplitsen. Dat kan enkel als ze vóór 01.09.2020 nog geen ouderschapsverlof hebben opgenomen voor het rechthebbende kind. Personeelsleden die vóór 01.09.2020 al ouderschapsverlof hebben genomen voor kun kind, blijven onderworpen aan de regels die tot 31.08.2020 van toepassing waren.
Je kunt daarover meer info vragen bij de onderwijsdiensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Kun je verschillende vormen van ouderschapsverlof combineren ?
Ja, je kan van de ene vorm van onderbreking naar de andere gaan, tenzij in het onderwijs van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap.
Daartoe is de volgende regel van toepassing: 1 maand volledige onderbreking = 2 maanden halftijdse onderbreking = 5 maanden onderbreking met 1/5 en = 10 maanden onderbreking met 1/10.
Als je voltijds werkt, kan je voor hetzelfde kind bijvoorbeeld het volgende nemen:
- 1 maand volledige onderbreking en 6 maanden halftijdse onderbreking
- 2 maanden volledige onderbreking en 10 maanden onderbreking met 1/5
- 2 maanden halftijdse onderbreking en 15 maanden onderbreking met 1/5
- 2 maanden volledige onderbreking, 5 maanden onderbreking met 1/5 en met het akkoord van de werkgever, 10 maanden onderbreking met 1/10
- enz.
NB Als je in de openbare sector werkt (met uitzondering van de lokale en provinciale besturen), neem je best contact op met je overheid om te weten of de mogelijkheid bestaat om de verschillende vormen van onderbreking te combineren..
Wat met de combinatie van de verschillende vormen van onderbreking als de volledige onderbreking in weken wordt opgesplitst?
Als de volledige onderbreking per week wordt opgesplitst met het akkoord van de werkgever, moet er rekening worden gehouden met het principe dat 4 weken volledige onderbreking gelijk staat aan een maand volledige onderbreking. Als het overblijvende deel door een opsplitsing in weken minder dan 4 weken volledige onderbreking bedraagt, heb je het recht om dat saldo zonder akkoord van je werkgever op te nemen.
Aangezien je enkel een maand volledige onderbreking kunt omzetten in een andere prestatieverminderingsbreuk (halftijds, met 1/5 of 1/10) kan bij het opdelen van de volledige onderbreking per week enkel het resterende saldo dat gelijk is aan een maand of een veelvoud ervan worden omgezet.
Voorbeeld 1:
Je hebt 7 weken volledige onderbreking gekregen met akkoord van de werkgever. Je hebt dus nog 9 weken over van de maximumduur van 4 maanden (16 weken volledige onderbreking). Aangezien 4 weken gelijk zijn aan een maand, betekent dat dat je nog 2 maanden en week volledige onderbreking over hebt. Als je wil veranderen van onderbrekingsvorm, kan je vragen om 1 of 2 maanden volledige onderbreking om te zetten in:
- 2 of 4 maanden halftijdse onderbreking
- 5 of 10 maanden onderbreking met 1/5
- 10 of 20 maanden onderbreking met 1/10
In dat geval mag het saldo van een week volledige onderbreking worden gebruikt voordat je kind 12 jaar is (of 21 jaar als het een handicap heeft), zonder dat je werkgever akkoord hoeft te gaan.
Voorbeeld 2:
Je hebt 13 weken volledige onderbreking gekregen met akkoord van de werkgever. Je hebt dus nog maar een saldo van 3 weken over. Aangezien dat geen maand is, kan dat saldo niet worden omgezet in een halftijdse onderbreking, een onderbreking met 1/5 of met 1/10. Dat saldo kan je enkel opnemen als volledige onderbreking. Je hebt daarvoor geen akkoord van je werkgever nodig.
Wat met de combinatie van de verschillende vormen van onderbreking als de halftijdse onderbreking in maanden wordt opgesplitst?
Als je halftijds ouderschapsverlof neemt in periodes van een maand, moet het saldo minstens gelijk zijn aan 2 maanden of een veelvoud ervan opdat het kan worden omgezet in een andere onderbrekingsvorm. Als het resterende deel door een opsplitsing in maanden minder bedraagt dan 2 maanden halftijdse onderbreking, heb je wel het recht om dat saldo halftijds op te nemen zonder akkoord van je werkgever.
Voorbeeld : Je hebt al 5 maanden halftijds ouderschapsverlof gekregen met akkoord van je werkgever. Je hebt dus nog een saldo van 3 maanden over (ten opzichte van de maximumduur van 8 maanden). Van dat saldo kunnen 2 maanden deeltijdse onderbreking worden omgezet in een maand (dat betekent 4 weken) volledige onderbreking of in 5 maanden onderbreking met 1/5 en in 10 maanden onderbreking met 1/10. De laatste maand halftijdse onderbreking kan niet worden omgezet. Je kan die wel nemen zonder akkoord van de werkgever.
Kan ouderschapsverlof je worden geweigerd ?
Privésector en lokale en provinciale besturen
Deze vorm van loopbaanonderbreking kan je niet geweigerd worden als je voldoet aan de toegangsvoorwaarden bepaald door de reglementering. Het gaat om de volgende voorwaarden:
- minstens 12 maanden anciënniteit bij de werkgever hebben;
- het kind voor wie er ouderschapsverlof wordt gevraagd, is jonger dan 12 jaar (of jonger dan 21 jaar als het een handicap heeft) op de aanvangsdatum van de gevraagde onderbrekingsperiode;
- de maximumduur van het ouderschapsverlof voor het betrokken kind is nog niet helemaal opgebruikt;
- in geval van aanvraag om ouderschapsverlof, in de vorm van een gedeeltelijke onderbreking tot een halftijdse betrekking, met 1/5 of met 1/10, een voltijdse betrekking hebben.
Het gaat om een recht voor elk van je kinderen dat voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde. Je hebt het recht één keer per kind.
Als je het ouderschapsverlof aanvraagt in de vorm van een onderbreking met 1/10 of de flexibilisering in weken van de volledige onderbreking of in maanden van de halftijdse onderbreking, heb je wel het akkoord van de werkgever nodig. Als de werkgever het 1/10 ouderschapsverlof of de flexibilisering van het volledige of halftijdse ouderschapsverlof weigert, moet hij zijn beslissing motiveren en ze je schriftelijk bezorgen. Geen beslissing van de werkgever wordt beschouwd als een akkoord.
Openbare sector en onderwijs
Dit thematisch verlof kan je niet worden geweigerd als de overheid of de gemeenschap (voor het onderwijs) waarvan je afhangt, dat reglementair heeft voorzien. Je moet wel voldoen aan de voorwaarden van de overheid of de gemeenschap.
Als je ouderschapsverlof aanvraagt in de vorm van een onderbreking met 1/10 of de flexibilisering in weken van de volledige onderbreking of in maanden van de halftijdse onderbreking, heb je wel het akkoord van de werkgever nodig. Als de werkgever het 1/10 ouderschapsverlof of de flexibilisering van het volledige of halftijdse ouderschapsverlof weigert, moet hij zijn beslissing motiveren en ze je schriftelijk bezorgen. Geen beslissing van de werkgever wordt beschouwd als een akkoord.
Welke formaliteiten moet je vervullen om ouderschapsverlof te verkrijgen ?
Bij elke aanvraag voor ouderschapsverlof moet je 2 aparte stappen ondernemen:
- De werkgever schriftelijk op de hoogte brengen van je intentie
- Een aanvraag indienen bij de RVA
De 2 stappen van die procedure en het vervolg van je aanvraag bij de RVA, worden uitgelegd in het infoblad T14.
Kan je werkgever je ouderschapsverlof uitstellen ?
Als je werkt in de privésector of bij een lokaal of provinciaal bestuur
Ja. Je werkgever mag de start van je ouderschapsverlof uitstellen als de gevraagde periode de goede werking van de dienst ernstig verstoort. Hij moet dat wel doen binnen de maand na de schriftelijke kennisgeving. Hij moet dat uitstel schriftelijk grondig motiveren en je die motivering bezorgen. Die motivering moet ook een of meer alternatieve voorstellen voor het ouderschapsverlof bevatten. Het kan dan gaan om een of meer andere vormen en/of periodes die volledig of gedeeltelijk tussen de gevraagde begin- en einddatum liggen. De werkgever moet je minstens één week de tijd geven om te reageren op dat voorstel en die termijn moet ook in de motivering staan.
Je hebt het recht om het ouderschapsverlof te annuleren voor het gestart is als je werkgever je verlof uitstelt.
Maar als alle voorwaarden vervuld zijn, zal het ouderschapsverlof ingaan ten laatste 6 maanden na de maand waarin de werkgever gebruik heeft gemaakt van zijn recht op uitstel.
Als je werkt in de openbare sector, in het onderwijs of bij een autonoom overheidsbedrijf
Informeer bij je personeelsdienst om te weten of de overheid waarvan je afhangt de toelating heeft om de ingangsdatum van je ouderschapsverlof uit te stellen.
Hoe moeten de prestaties bij een gedeeltelijke onderbreking worden verminderd ?
Als je een halftijdse gedeeltelijke onderbreking wil nemen met 1/5 of met 1/10, mag je aan de werkgever voorstellen hoe je je prestaties wenst te verminderen. Dat voorstel mag worden meegedeeld tijdens de schriftelijke kennisgeving die je hem vooraf moet bezorgen. Zo informeer je je werkgever dat je ouderschapsverlof wil nemen. Voor meer informatie over de aanvraagprocedure, kan je het infoblad T14 raadplegen.
In de reglementering is echter het volgende voorzien:
- bij een halftijdse onderbreking moet het werkrooster dat verder moet worden gepresteerd gelijk zijn aan de helft van het aantal uren van het voltijds werkrooster;
- bij een onderbreking met 1/5 moet het werkrooster dat verder moet worden gepresteerd gelijk zijn aan 4/5 van het aantal uren van het voltijds werkrooster;
- bij een onderbreking met 1/10 moet het werkrooster dat verder moet worden gepresteerd gelijk zijn aan 9/10 van het aantal uren van het voltijds werkrooster.
Naast de voormelde wettelijke verplichting, mogen de prestaties op verschillende manieren worden verminderd.
Voorbeeld 1: In geval van onderbreking met 1/5 mag de voltijdse betrekking worden verminderd om een 4/5 te presteren via een vermindering:
- van ofwel één dag per week;
- 2 halve dagen per week;
- dagelijks (door bijvoorbeeld 's ochtends later te beginnen)
- of op om het even welke andere manier.
Voorbeeld 2: In geval van onderbreking met 1/10 mag de voltijdse betrekking worden verminderd om een 9/10 te presteren via een vermindering:
- ofwel van één dag om de twee weken;
- een halve dag per week;
- of op om het even welke andere manier.
Opgelet! Je kan aan de werkgever een voorstel doen over de manier waarop je je prestaties wil verminderen, maar je kan hem niet verplichten je daarin te volgen. Dat betekent dat je met je werkgever moet onderhandelen over het deeltijdse werkrooster.
Als er een afspraak is gemaakt, moet dat schriftelijk worden vastgelegd. Voor werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben, moet die afspraak worden opgenomen in een avenant bij de arbeidsovereenkomst.
Als je werkgever meer informatie wenst over zijn verplichtingen in dit kader, kan hij het infoblad E56 raadplegen.
Kan je het ouderschapsverlof vroegtijdig stopzetten?
Met akkoord van de werkgever kan je het ouderschapsverlof stopzetten vóór de einddatum van de duur die je had aangevraagd. De werkgever moet akkoord gaan met het principe en de datum van het vroegtijdige einde.
Als je je ouderschapsverlof vervroegd wil stopzetten, dan moet je dat aanvragen bij de werkgever en hem laten weten vanaf welke datum je het wil stopzetten.
Als de werkgever akkoord gaat, moet je het RVA-kantoor waarvan je afhangt schriftelijk op de hoogte brengen van de datum van dat vroegtijdige einde. Daartoe gebruik je de 'Aangifte van een wijziging betreffende de gegevens'. Je kan dat document downloaden op onze website. Raadpleeg voor meer informatie het infoblad T14 over de procedure rond thematische verloven.
Let op ! De datum van het vervroegde einde van het ouderschapsverlof kan gevolgen hebben op het onderbrekingssaldo waarop je later aanspraak kan maken voor hetzelfde kind (zie hierna).
Wat is het gevolg van een vervroegd einde van het ouderschapsverlof?
Als het ouderschapsverlof wordt stopgezet vóór het einde van de gevraagde periode (ofwel met het akkoord van de werkgever ofwel bij contractverbreking) hoef je de onderbrekingsuitkeringen die je ontving vóór de vervroegde einddatum niet terug te betalen aan de RVA.
Dat vervroegde einde kan wel gevolgen hebben op het onderbrekingssaldo dat je kan verkrijgen voor hetzelfde kind.
Algemene regel
Als het toepasselijke ‘vaste blok’ niet wordt gerespecteerd, verlies je in principe een deel van het aangevraagde, maar niet opgebruikte ouderschapsverlof.
Als je de gevraagde periode niet respecteert, verlies je het saldo van het verplichte deel van één maand (volledig ouderschapsverlof), 2 maanden (halftijds ouderschapsverlof) of 5 maanden (1/5 ouderschapsverlof).
Als je een onderbreking met 1/10 stopzet vóór het einde van een periode van 10 maanden, verlies je het saldo van die periode.
Je kan later de eventueel resterende periodes aanvragen van 1 maand, 2 maanden of 5 maanden.
Voorbeeld : je hebt gedurende 20 maanden 1/5 ouderschapsverlof. Met akkoord van je werkgever beëindig je het na 4 maanden. De eerste periode van 5 maanden is dus niet nageleefd. Je behoudt de uitkeringen gestort tijdens de eerste 4 maanden, maar verliest het saldo van 1 maand. Je kan later de onderbreking met 1/5 tijdens 15 maanden nog vragen of een gelijkaardige periode in de vorm van een volledige of halftijdse onderbreking, of met 1/10 als dat mogelijk is.
Uitzonderingen
Flexibilisering van de volledige of halftijdse onderbreking
Als je de flexibele vorm van het voltijds of halftijds ouderschapsverlof gebruikt, dan moeten die vaste blokken per week (voltijds) en per maand (halftijds) worden nageleefd.
Voorbeeld 1 :
Je vraagt aan de werkgever 5 weken volledige onderbreking om bij je kind te blijven tijdens de zomervakantie. Na 3 weken beëindig je je volledige onderbreking al met akkoord van je werkgever. Het gevraagde, maar niet gebruikte deel van het ouderschapsverlof bedraagt 2 weken. De periode van een week of een veelvoud daarvan is dus nageleefd. Je verliest die 2 weken dus niet en kan ze later nog nemen.
Voorbeeld 2 :
Je vraagt 3 maanden halftijds ouderschapsverlof aan. Het gaat om de flexibele vorm in maanden. Na 1 maand en 2 weken beëindig je je halftijds ouderschapsverlof, met akkoord van je werkgever. Het gevraagde, maar niet gebruikte deel van het ouderschapsverlof bedraagt dus 1 maand en 2 weken. Je verliest 2 weken, maar niet de overblijvende maand, aangezien je de periode van een maand hebt nageleefd.
Andere uitzonderingen
Als je als werknemer om een van de volgende redenen je ouderschapsverlof vroegtijdig stopzet, kan je dit niet beëindigde blok later nog opnamen:
- om verlof voor medische bijstand, mantelzorgverlof of palliatief verlof te kunnen nemen;
- na een ontslag om redenen die niet toe te schrijven zijn aan de werknemer (dus niet wegens dringende reden);
- om statutair te worden, komende van een contractuele tewerkstelling in datzelfde of ander openbaar bestuur;
- om een voltijdse benoemingsstage te doorlopen voor een hogere functie of graad;
- om adoptieverlof, opvangverlof, moederschapsverlof of vaderschapsverlof te nemen, of voor verminderde prestaties om medische redenen, volgens de bepalingen van het KB van 19.11.1998.
Het saldo van het aangevatte, maar nog niet beëindigde blok ouderschapsverlof kan later worden opgenomen, op voorwaarde dat:
- de werkgever, waar het resterende saldo van ouderschapsverlof wordt gevraagd, daarmee akkoord gaat;
- alle voorwaarden voor ouderschapsverlof worden nageleefd (anciënniteitsvoorwaarde, arbeidsregime en leeftijdsvoorwaarde) op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;
- EN de werknemer binnen dezelfde vorm van onderbreking blijft (volledig, halftijds, met 1/5 of met 1/10 in de sectoren waar dat mogelijk is).
Het saldo mag, maar moet niet noodzakelijk, worden opgenomen na het verlof voor medischebijstand.
De verplichting om binnen hetzelfde type van ouderschapsverlof te blijven, gaat enkel om het opnemen van het saldo van het aangevatte blok dat niet beëindigd werd.
Als het ouderschapsverlof nog niet is uitgeput, kan de werknemer de eventuele resterende periodes aanvragen in de door hem gekozen vorm van ouderschapsverlof (volledig, halftijds, met 1/5 of met 1/10 in de sectoren waar die mogelijkheid is voorzien).
Voorbeeld: je hebt 4 maanden halftijds ouderschapsverlof gevraagd van 01.06.2019 tot 30.09.2019 (2 x een periode van 2 maanden). Je zet je ouderschapsverlof stop om een verlof van één week te nemen voor medische bijstand aan je gehospitaliseerd minderjarig kind, vanaf 02.07.2019 (dus vóór het einde van de eerste periode van 2 maanden halftijds ouderschapsverlof).
In dat geval kan je:
- het saldo van het aangevatte blok (van 03.07.2019 tot 31.07.2019) later opnemen, op voorwaarde dat het binnen dezelfde vorm van verlof (1/2) blijft;
- de eventuele resterende periodes vragen in de vorm van je keuze (volledig, halftijds, met 1/5of, bij de werkgevers waar dat mogelijk is, met 1/10).
Heb je recht op een onderbrekingsuitkering ?
Tijdens het ouderschapsverlof kan je een maandelijkse onderbrekingsuitkering krijgen van de RVA. Om die uitkering te krijgen, moet je werkgever voldoen aan de toegangsvoorwaarden. Ook andere regels moeten worden nageleefd. Die regels zijn:
- niet cumuleren met een activiteit of een verboden pensioen;
- je woonplaats behouden in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland.
Bovendien moet je de aanvraag ten laatste 2 maanden na de ingangsdatum van de onderbreking bezorgen aan ons opdat de RVA de uitkering vanaf het begin van de onderbreking kan toekennen. Je vindt alle details in verband met de termijn en het gevolg op de toekenning van de onderbrekingsuitkering in geval van laattijdige indiening in het infoblad T14.
Aanvragen voor een kind dat geboren of geadopteerd is vóór 08.03.2012
Als het kind voor wie je ouderschapsverlof vraagt vóór 08.03.2012 geboren of geadopteerd is, wordt de 4de maand volledige onderbreking, of de 7de of 8ste maand halftijdse onderbreking, de 16de of 20ste maand onderbreking met 1/5 of, in de sectoren waar dat mogelijk is, de 30ste of 40ste maand onderbreking met 1/10 toegekend zonder onderbrekingsuitkeringen.
Verduidelijking
De 4de maand volledige onderbreking of het equivalent van een halftijdse, 1/5 of 1/10 onderbreking moet letterlijk worden geïnterpreteerd. Op de maximumduur voorzien voor elk kind dat aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet, gaat het dus om de laatste maand volledige onderbreking of de laatste 2 maanden halftijdse onderbreking of de laatste 5 maanden onderbreking met 1/5 of de laatste 10 maanden onderbreking met 1/10.
Dat betekent dat als je de 4de maand volledige onderbreking of het equivalent van een halftijdse, 1/5 of 1/10 onderbreking aanvraagt voor een kind geboren vóór 08.03.2012, je geen uitkeringen van de RVA zal ontvangen. En dat ongeacht of je voor hetzelfde kind al uitkeringen ontving in eerdere ouderschapsverlofperiodes.
Hoeveel bedraagt de onderbrekingsuitkering betaald door de RVA ?
Principe
De onderbrekingsuitkering is forfaitair. Het bedrag wordt niet berekend in functie van je loon.
Vermeerdering voor de werknemers die een eenoudergezin vormen
Werknemers uit de privésector
Als je werkt bij een werkgever uit de privésector en je een eenoudergezin vormt, kan je een vermeerdering van de uitkering krijgen.
Die vermeerdering geldt voor de 4 vormen van onderbreking voorzien in het kader van het ouderschapsverlof: de volledige onderbreking, de halftijdse onderbreking, en de onderbreking met 1/5 en met 1/10.
Voor die vermeerdering moet je gelijktijdig voldoen aan de volgende voorwaarden:
- je moet uitsluitend samenwonen met een of meerdere van je kinderen ten laste;
- je moet verwant zijn in de 1ste graad met het kind voor wie je het ouderschapsverlof aanvraagt en je moet met het kind onder hetzelfde dak wonen;
- het kind moet minstens 12 jaar zijn aan het begin van de maand waarop de onderbrekingsuitkering betrekking heeft. Die voorwaarde betekent dat als je kind 12 jaar wordt tijdens het ouderschapsverlof, je geen recht meer hebt op de verhoging van de uitkering vanaf de maand na de 12de verjaardag.
Werknemers uit andere sectoren (administraties en diensten die ervan afhangen, autonome overheidsbedrijven enz.)
Bij een 1/5 of 1/10 onderbreking heb je enkel recht op de vermeerdering van de uitkering als je uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen ten laste.
Wat betekent het begrip 'kinderen ten laste'?
Om de vermeerdering te kunnen genieten, moet het begrip 'kinderen ten laste' worden begrepen in de zin van de fiscale reglementering. Contacteer voor meer informatie daarover de FOD Financiën(link is external).
In geval van co-ouderschap, dat wil zeggen wanneer de huisvesting van een minderjarig kind (niet vrijgesteld van voogdij) gelijk verdeeld is over de ouders op basis van een overeenkomst die geregistreerd is of gehomologeerd is door een rechter of op basis van een gerechtelijke beslissing, kunnen de twee ouders de vermeerdering van de uitkering krijgen.
Waar kan je de geldende bedragen raadplegen?
Het bedrag van de onderbrekingsuitkeringen vind je in de rubriek 'Barema's raadplegen. Die rubriek staat onder 'Documentatie' van onze website.
Je kan die bedragen ook berekenen in de toepassing "BreakatWork".
Kan je het ouderschapsverlof zonder uitkeringen krijgen ?
Ja. In dat geval ben je niet onderworpen aan de regels rond woonplaats of cumulatie die gelden om de uitkeringen van de RVA te krijgen.
Als je de 4de maand volledig ouderschapsverlof aanvraagt, krijg je de 7de en 8ste maand halftijds ouderschapsverlof of de 16de tot de 20ste maand ouderschapsverlof met 1/5, of als dat bij de werkgever mogelijk is, de 31ste tot de 40ste maand onderbreking met 1/10 zonder uitkeringen als je kind vóór 08.03.2012 is geboren of geadopteerd.
Wat is de rol van de RVA in geval van ouderschapsverlof zonder uitkeringen?
De RVA moet de gevraagde periodes op naam van het betrokken kind berekenen. Als je ouderschapsverlof aanvraagt zonder uitkeringen, moet je dus toch een aanvraagformulier naar de RVA sturen (zie infoblad T14).
Waar moet je wonen tijdens het ouderschapsverlof ?
Om een onderbrekingsuitkering te kunnen ontvangen, moet je wonen:
- in België
- in een ander land van de Europese Economische Ruimte (dat wil zeggen de 27 landen van de Europese Unie + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
- of in Zwitserland
Uitzondering
Als je je huwelijkspartner je wettelijke samenwonende partner volgt die tijdelijk en beroepshalve voor rekening van de werkgever naar een land vertrekt dat gelegen is buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dan mag je voor de duur van die opdracht daar gedomicilieerd zijn.
Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de samenlevingsvorm van 2 personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.
Je moet bij je aanvraag een attest van de werkgever van je partner toevoegen, waaruit blijkt dat de professionele opdracht niet vereist dat jullie zich definitief in het buitenland vestigen.
Betaling van de onderbrekingsuitkeringen
Onderbrekingsuitkeringen worden met een bankoverschrijving betaald. De uitkeringen kunnen worden betaald op financiële rekeningen in:
- België
- een land dat behoort tot de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro, of SEPA (= Single Euro Payments Area)
NB Het gaat om de volgende landen: België, Frankrijk (inclusief Guadeloupe, Martinique, Frans Guyana en Réunion), Italië, Spanje (inclusief Canarische Eilanden, Ceuta en Mellila), Verenigd Koninkrijk (inclusief Gibraltar en Noord-Ierland), Duitsland, Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal (inclusief Azoren en Madeira), Tsjechië, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Zweden, Zwitserland.
Als u geen bankrekening hebt, kunt u bij uw RVA-kantoor een aanvraag indienen voor een betaling met een circulaire cheque.
Opgelet: de reglementering wijzigt vanaf 01.10.2024: de betaling met een circulaire cheque is niet meer mogelijk.
Enkel de betaling met een bankoverschrijving is mogelijk.
Met welke inkomsten of activiteiten kan je de onderbrekingsuitkeringen cumuleren ?
Raadpleeg het infoblad T1 over cumulatie op www.rva.be.
Wanneer verlies je je recht op onderbrekingsuitkeringen ?
Je verliest je recht op onderbrekingsuitkeringen:
- aan het einde van de maximale vergoedbaarheidstermijn of aan het einde van de termijn vermeld in de overeenkomst met je werkgever, tenzij die termijn in onderling overleg wordt verlengd ;
- vanaf de dag waarop je het werk hervat bij dezelfde of bij een andere werkgever ;
- vanaf de dag waarop je arbeidsovereenkomst eindigt ;
- vanaf de dag waarop je een pensioen ontvangt ;
- vanaf de dag waarop je gedurende meer dan 12 maanden een volledige loopbaanonderbreking cumuleert met een zelfstandige activiteit :
- vanaf de dag waarop je gedurende meer dan 24 maanden een halftijdse onderbreking of gedurende meer dan 60 maanden een onderbreking met 1/5 of gedurende meer dan 60 maanden een onderbreking met 1/10 cumuleert met een zelfstandige activiteit;
- vanaf de dag waarop je start met een zelfstandige activiteit tijdens een volledig ouderschapsverlof bij bpost, Proximus, de NMBS of Skeyes ;
- vanaf de dag waarop je start met een zelfstandige activiteit tijdens een onderbreking met 1/10, 1/5 of tot 1/2 ;
- vanaf de dag waarop je een nevenactiviteit in loondienst aanvat ;
- vanaf de dag waarop je het aantal uren van je nevenactiviteit in loondienst uitbreidt.
Opmerking: wanneer je geen recht (meer) hebt op onderbrekingsuitkeringen, zal de RVA je het recht op ouderschapsverlof zonder uitkeringen toekennen als je dat wil. De periode van ouderschapsverlof zonder uitkeringen telt mee voor het krediet ouderschapsverlof per kind.
Wanneer worden je onderbrekingsuitkeringen teruggevorderd ?
Alle onrechtmatig ontvangen onderbrekingsuitkeringen worden teruggevorderd. Dat gebeurt onder meer wanneer je het RVA-kantoor niet vooraf schriftelijk op de hoogte brengt dat je een nevenactiviteit in loondienst aanvangt of het aantal uren ervan verhoogt, of dat je een zelfstandige activiteit uitoefent tijdens een gedeeltelijke onderbreking.
Wanneer je bewijst dat je de uitkeringen waarop je geen recht had, te goeder trouw hebt ontvangen, wordt de terugvordering beperkt tot de laatste 150 dagen waarop je onrechtmatig uitkeringen ontving. Die beperking telt niet als er sprake is van cumulatie met een prestatie toegekend op basis van een stelsel van de sociale zekerheid.
Wat gebeurt er als het kind overlijdt tijdens de onderbreking ?
Je mag de lopende onderbreking tot de oorspronkelijk gevraagde einddatum voortzetten. Je hoeft dan geen andere formaliteiten te vervullen bij de RVA.
Wens je je lopende onderbreking vóór de einddatum stop te zetten en je prestaties volledig te hervatten? Dan heb je het akkoord van je werkgever nodig. Dat akkoord moet zowel gaan over de vervroegde stopzetting zelf als over de datum ervan. Als je werkgever akkoord gaat, breng je de RVA daar schriftelijk van op de hoogte. Daarvoor kun je het formulier 'aangifte van wijziging van gegevens' gebruiken. Dat vind je op onze website. Het ingevulde en ondertekende formulier stuur je dan naar het RVA-kantoor dat je dossier beheert.
Komen de periodes van ouderschapsverlof in aanmerking voor de berekening van de totale duur van de gewone loopbaanonderbreking of van het tijdskrediet?
NEE. De onderbrekingsperiodes die je verkregen hebt in het kader van ouderschapsverlof worden niet afgetrokken van de onderbrekingsperiodes die je al hebt genomen in het kader van tijdskrediet met motief in de privésector of van gewone loopbaanonderbreking in de openbare sector.
Ben je beschermd tegen ontslag tijdens een ouderschapsverlof?
JA. De wetgeving voorziet in een bescherming tegen ontslag. Het doel daarvan is je het recht te garanderen om gebruik te maken van het ouderschapsverlof en na afloop daarvan de betrekking die je volledig of gedeeltelijk onderbroken had opnieuw op te nemen.
Die bescherming gaat in op de dag van het akkoord of, als je gebruikmaakt van een recht op ouderschapsverlof, op de dag van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever. Ze eindigt 3 maanden na de einddatum van het ouderschapsverlof.
Dankzij die bescherming kan je werkgever je arbeidsovereenkomst niet éénzijdig opzeggen. De bescherming is echter niet van toepassing als het ontslag gerechtvaardigd wordt door een dringende of voldoende reden. Voor de toepassing van die maatregel:
- wordt beschouwd als dringende reden, elke zware fout die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt
- als voldoende reden geldt een door de rechter als zodanig erkende reden waarvan de aard en de oorzaak vreemd zijn aan de loopbaanonderbreking. Zo wordt het ontslag wegens conventioneel brugpensioen beschouwd als voldoende reden.
Wat gebeurt er als de werkgever je ondanks de bescherming toch ontslaat?
Ontslaat je werkgever je tijdens de beschermde periode zonder dringende of voldoende reden, dan moet hij je - naast de normale opzeggings- of verbrekingsvergoeding - een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan 6 maanden loon.
Welke modaliteiten zijn van toepassing in geval van ontslag?
Los van de bescherming voorzien door de wetgeving en van de eventuele betaling van de forfaitaire vergoeding gelijk aan 6 maanden loon, kan de werkgever, als hij je tijdens het ouderschapsverlof ontslaat, je ofwel een opzeggingstermijn kennisgeven, ofwel de arbeidsovereenkomst verbreken met onmiddellijke ingang, met betaling van een verbrekingsvergoeding.
Als de werkgever je een opzeggingstermijn kennisgeeft
Wanneer het ontslag wordt gegeven door middel van een opzeggingstermijn, loopt de arbeidsovereenkomst verder gedurende een periode, de opzeggingstermijn genoemd, waarvan de duur varieert naargelang je anciënniteit.
- In geval van volledige onderbreking kan de opzeggingstermijn pas beginnen lopen vanaf het einde van het ouderschapsverlof. Dat betekent dat het ouderschapsverlof verder loopt tot de einddatum ervan en dat de RVA je gedurende die periode verder de uitkeringen betaalt die de wetgeving voorziet. Op het einde van de volledige onderbreking zal de opzeggingstermijn beginnen lopen en zal de werkgever je je loon betalen gedurende de periode gedekt door de opzeggingstermijn.
- In geval van vermindering van de prestaties met 1/2 of 1/5, presteer je de opzeggingstermijn deeltijds (naargelang het geval, halftijds of 4/5). Dat betekent dat de werkgever je tijdens die opzeggingstermijn betaalt op basis van je deeltijdse prestaties en dat de RVA je verder de uitkeringen voor het ouderschapsverlof blijft betalen, in functie van de breuk van de verminderde prestaties.
Als de werkgever je overeenkomst verbreekt met betaling van een compenserende opzeggingsvergoeding
Wanneer het ontslag wordt gegeven zonder dat een opzeggingstermijn wordt kennisgegeven of als de opzeggingstermijn niet volstaat, wordt de arbeidsovereenkomst onmiddellijk verbroken. In dat geval moet de werkgever je een vergoeding betalen, de compenserende opzeggingsvergoeding genoemd, gedurende een periode die ofwel gelijk is aan de duur van de opzeggingstermijn die je had moeten worden kennisgegeven, ofwel aan het verschil tussen de kennisgegeven termijn en de verschuldigde termijn.
Aangezien de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang wordt verbroken, houdt het ouderschapsverlof op en worden de uitkeringen van de RVA dus niet meer betaald vanaf de datum van die verbreking.
Dat betekent dat je enkel de verbrekingsvergoeding ontvangt, betaald door de werkgever. Die vergoeding wordt echter berekend op basis van het loon dat je ontvangen had als je je prestaties niet had onderbroken of verminderd. In geval van halftijds of 1/5 ouderschapsverlof, wordt die vergoeding dus berekend op basis van je voltijdse loon.
Wat moet je doen als je werkgever je ontslaat tijdens het ouderschapsverlof?
Je moet onmiddellijk het RVA-kantoor waarvan je afhangt schriftelijk op de hoogte brengen van de datum van de verbreking van je arbeidsovereenkomst.
Recht op werkloosheidsuitkeringen
Na de periode gedekt door de opzeggingstermijn of de verbrekingsvergoeding, heb je recht op werkloosheidsuitkeringen, berekend op basis van het loon waarop je recht had gehad als je het ouderschapsverlof niet had aangevraagd.
Wat is de invloed van de uitkeringen op je belastingen?
De onderbrekingsuitkering is belastbaar. Fiscaal gezien wordt ze beschouwd als een vervangingsinkomen.
Inhouding van een bedrijfsvoorheffing
De onderbrekingsuitkeringen zijn onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing.
Door die inhouding aan de bron daalt het bedrag van je onderbrekingsuitkering, maar het voordeel daarvan is dat je minder belastingen zal moeten bijbetalen na de definitieve berekening ervan.
De bedrijfsvoorheffing die ingehouden wordt op je uitkering bedraagt
- 10,13% als je in volledige loopbaanonderbreking bent;
- 17,15% als je in halftijdse onderbreking bent in onderbreking met 1/5 of, in de sectoren waar het mogelijk is, in onderbreking met 1/10.
Eventuele vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing
Als je een Franse grensarbeider bent of een fiscale inwoner van Frankrijk met de Franse nationaliteit die wordt betaald door een Belgische openbare werkgever, kan je vrijgesteld worden van de bedrijfsvoorheffing.
Als je tijdens de loopbaanonderbreking dat statuut verliest, moet je het RVA-kantoor daarvan op de hoogte brengen, omdat je dan geen recht meer hebt op de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing.
Meer info? Raadpleeg het infoblad T119 'Kun je vrijgesteld worden van de bedrijfsvoorheffing ingehouden op de onderbrekingsuitkeringen?'.
Belastingaangifte
Met de fiche 281.18, waarop het totaal van de ontvangen uitkeringen vermeld staat en, in voorkomend geval, het totaal van de bedrijfsvoorheffing ingehouden tijdens het belastingjaar kan je je belastingaangifte invullen.
Bij een laattijdige betaling zullen de ontvangen bedragen vermeld staan op de fiche 281.18 van het jaar van de betaling.
Die fiche wordt u elektronisch toegestuurd. U kunt die fiche raadplegen in uw e-Box , via uw dossier ‘loopbaanonderbreking/tijdskrediet’ of via Tax-on-web/My Minfin.
De e-Box is de onlinedienst van de sociale zekerheid. Het is een beveiligde en persoonlijke elektronische mailbox waarmee elke burger op een gecentraliseerde manier officiële documenten kan ontvangen van de verschillende instellingen van de sociale zekerheid, waaronder de RVA.
Meer informatie over de e-Box vindt u op www.myebox.be.
Wilt u toch nog een papieren exemplaar van uw fiscale fiche ontvangen? Dan kunt u dat opvragen bij uw RVA-kantoor.
Bijkomende informatie?
Voor alle bijkomende vragen over de invloed van de onderbrekingsuitkeringen op de berekening van je belastingen, neem je best contact op met de FOD Financiën.
Welke invloed heeft het ouderschapsverlof op je pensioen?
Hebt u vragen over de gelijkstelling van periodes van loopbaanonderbreking voor uw pensioen? Surf dan naar www.mypension.be of neem contact op met de gratis pensioenlijn 1765.
Heb je recht op een aanmoedigingspremie?
In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden, betaalt de Vlaamse Gemeenschap een aanmoedigingspremie bovenop de uitkering van de RVA.
Alle nuttige informatie daarover vind je op de website van de Vlaamse Gemeenschap: www.vlaanderen.be. Voor meer info kun je terecht op het gratis nummer 1700 of kun je mailen naar aanmoedigingspremie@vlaanderen.be.
Bestaan er andere vormen van loopbaanonderbreking naast ouderschapsverlof ?
Ja. Naast het ouderschapsverlof kan je je prestaties onderbreken of verminderen in het kader van andere thematische verloven of van tijdskrediet (in de privésector) of gewone loopbaanonderbreking (in de openbare sector).
De thematische verloven
De thematische verloven zijn specifieke vormen van loopbaanonderbreking om te voldoen aan precieze behoeften. Naast het ouderschapsverlof bestaan er drie andere thematische verloven:
- het verlof voor medische bijstand: dat maakt het je mogelijk om te zorgen voor een zwaar ziek familielid of een zwaar ziek gezinslid;
- het palliatief verlof: dat maakt het je mogelijk om een persoon bij te staan die ongeneeslijk ziek en terminaal is;
- het verlof voor mantelzorg: dat maakt het je mogelijk je naasten te helpen of te ondersteunen die hun onafhankelijkheid verliezen. Die naasten hoeven geen familie- of gezinsleden te zijn.
Het tijdskrediet in de privésector
Naast de thematische verloven heb je, als je in de privésector werkt, ook de mogelijkheid om tijdskrediet te krijgen.
Tijdskrediet kan worden aangevraagd voor een van de motieven bepaald door de reglementering. Het gaat om deze motieven:
- zorgen voor je kind(eren)
- zorg of medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid
- palliatieve zorgen
- zorgen voor je zwaar ziek minderjarig kind of voor een kind dat deel uitmaakt van het gezin
- zorgen voor je gehandicapt kind jonger dan 21 jaar
- een erkende opleiding volgen
OPGELET! De toelatingsvoorwaarden, de duur, de aanvraagprocedure en het bedrag van de onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet met motief verschillen van wat voorzien is bij ouderschapsverlof.
In het infoblad T160 vind je meer informatie over het tijdskrediet met motief (recht bij de werkgever, uitkeringen van de RVA enz.).
In geval van tijdskrediet voor het motief 'zorgen voor je kind(eren)' kan je ook een tabel raadplegen waarin het recht op ouderschapsverlof en het recht op tijdskrediet met elkaar worden vergeleken. De tabel is beschikbaar in onze FAQ Loopbaanonderbreking / Tijdskrediet.
Gewone loopbaanonderbreking in de openbare sector
Naast de thematische verloven heb je, als je in de openbare sector werkt (dat wil zeggen in een autonoom overheidsbedrijf, in een administratie of een dienst die ervan afhangt of in het onderwijs) ook de mogelijkheid om gewone loopbaanonderbreking te nemen.
Gewone loopbaanonderbreking kan voor om het even welk motief worden gevraagd.
OPGELET! De toelatingsvoorwaarden, de duur en het bedrag van de uitkeringen voor de gewone loopbaanonderbreking verschillen van wat voorzien is bij ouderschapsverlof. Bovendien:
- variëren de regels in de administraties en de diensten die ervan afhangen, naargelang van de bevoegde overheid (federale, gewestelijke, communautaire overheid ...);
- variëren in het onderwijs en de CLB's de regels, naargelang van de bevoegde gemeenschap (Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap).
Bijkomende informatie
Als je meer informatie wenst over palliatief verlof, verlof voor medische bijstand, verlof voor mantelzorg, tijdskrediet (in de privésector) of de gewone loopbaanonderbreking (in de openbare sector), kun je de infobladen op onze website raadplegen.