Mag u een bijberoep uitoefenen tijdens uw tijdelijke werkloosheid?

T45

Laatste update : 11.07.2024

Wat zijn de voorwaarden?

Om een bijberoep (als zelfstandige of in loondienst) verder te zetten gedurende de tijdelijke werkloosheid, moeten 4 voorwaarden tegelijkertijd vervuld worden:

  • U moet het bijberoep reeds hebben uitgeoefend tijdens uw tewerkstelling, gedurende ten minste 3 maand voorafgaand aan uw uitkeringsaanvraag. Deze periode van drie maand wordt verlengd met de periodes van ziekte of tijdelijke werkloosheid. 
    Het is bijgevolg niet mogelijk een bijberoep te beginnen gedurende de werkloosheid.
  • U moet deze activiteit aangeven op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag bij uw uitbetalingsinstelling. U moet ja antwoorden op de vraag "oefent u een bijkomstige activiteit uit?" vermeld op het formulier C1. U moet eveneens een formulier C1 A invullen. Het is zeer belangrijk de vragen gesteld op deze beide formulieren correct en nauwkeurig te beantwoorden.  
    Indien u een bijberoep uitoefent zonder aangifte ervan, zult u immers uw uitkeringen moeten terugbetalen en zult u meerdere weken van het recht op uitkeringen worden uitgesloten. U kunt eveneens worden vervolgd voor een strafrechtbank.
  • U mag deze activiteit niet overdag (tussen 7 en 18 uur) uitoefenen op dagen waarop u gewoonlijk tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep. 
    Deze beperking geldt niet voor de zondag en de dag(en) waarop u gewoonlijk niet tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep.  In dit geval verliest u een uitkering per gewerkte zondag en dag waarop u gewoonlijk niet tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep (zelfs indien u werkt na 18 u en/of vóór 7u). 

    Sommige activiteiten zijn verboden. Volgende activiteiten kunnen niet bijkomstig verricht worden gedurende de werkloosheid (zelfs als de andere voorwaarden vervuld zijn):

    • de activiteit in een beroep dat alleen na 18 uur wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld nachtwaker);
    • de activiteiten die verboden zijn krachtens de wet van 6 april 1960 betreffende de uitvoering van bouwwerken(voor meer informatie, gelieve uw uitbetalingsinstelling te raadplegen);
    • de activiteiten:
      • in een beroep van de horecasector (hotels, restaurants en drankgelegenheden) of van de vermaakondernemingen;
      • van leurder, reiziger (verkoop van goederen aan huis of op markten);
      • van verzekeringsagent of makelaar.

tenzij de activiteit van gering belang is (het is altijd beter om het werkloosheidsbureau te vragen of uw activiteit van gering belang is).

Bepaalde activiteiten zijn onderworpen aan bijzondere regels. Het gaat meer in het bijzonder om:

  • als u kunstwerkuitkeringen ontvangt;
  • de nevenactiviteit uitgeoefend in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige”.

Voor meer inlichtingen over deze activiteiten, lees de infobladen infobladen “U genoot het voordeel van de bevriezing van de degressiviteit als artiest of als technicus in de artistieke sector - Wat verandert er als gevolg van de hervorming van de reglementering voor werknemers tewerkgesteld in de kunstensector?” nr. T29, “Wilt u de toepassing genieten van de nieuwe specifieke regels voor kunstwerkers?” nr. T30 en “Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige” uitoefenen?” nr. T158. Die infobladen zijn beschikbaar bij uw uitbetalingsinstelling of op het werkloosheidsbureau van de RVA of kan u downloaden van de website  www.rva.be.

Wat gebeurt er indien de 4 voorwaarden zijn vervuld?

In principe kunt u uw bijberoep blijven uitoefenen met (een beperkt) behoud van uw uitkeringen (zie verder).

Het recht op uitkeringen kan echter u worden ontzegd door de directeur van het werkloosheidsbureau, zelfs voor de dagen waarop u geen activiteit verricht, indien uw activiteit niet of niet langer het karakter heeft van een bijberoep doordat het aantal arbeidsuren dat u daaraan besteedt, of het bedrag van de inkomsten, te hoog is.

Wat moet u vermelden op uw controlekaart C3.2A?

U moet uw controlekaart invullen vanaf de eerste dag dat u tijdelijk werkloos wordt gesteld tot de laatste dag van de maand.

Indien uw nevenactiviteit door het werkloosheidsbureau is toegestaan, moet u uw kaart als volgt invullen:

  • U oefent uw activiteit uit op een zondag en/of een dag waarop u gewoonlijk niet tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep en dit ongeacht het uur:
    U moet in het ROOSTER 2 het overeenstemmend vakje schrappen vooraleer u begint te werken.
  • U oefent uw activiteit uit overdag (tussen 7 en 18 uur) op een dag waarop u gewoonlijk tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep (dit moet uitzonderlijk blijven):
    U moet in het ROOSTER 2 het overeenstemmend vakje schrappen vooraleer u begint te werken.
  • U oefent uw activiteit uit op een dag waarop u gewoonlijk tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep vóór 7u en na 18u:
    →U moet niets vermelden op uw controlekaart.

Opmerking: Indien u gebruik maakt van de elektronische controlekaart eC3.2, moet u de kaart invullen volgens de instructies vermeld in de elektronische toepassing. Voor meer info, zie het infoblad T174 “De elektronische controlekaart eC3.2”.  

Vanaf 01.01.2025 moet de controlekaart elektronisch worden ingevuld.

Hoeveel bedraagt uw uitkering?

De inkomsten uit uw  bijberoep  kunnen gecumuleerd worden met uw werkloosheidsuitkeringen, maar in beperkte mate.

Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering zal verminderd worden met het gedeelte van het inkomen uit het bijberoep boven 17,38euro per dag. Als u de totale jaarlijkse netto-inkomsten uit uw activiteit (de inkomsten uit de activiteit van de zaterdag en de zondag inbegrepen) deelt door 312, krijgt u het dagbedrag van de inkomsten uit deze activiteit. Indien dit dagbedrag 17,38euro overschrijdt, zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering verminderd worden met het gedeelte van de inkomsten boven 17,38euro.

U moet jaarlijks uw inkomsten indienen.

Bijvoorbeeld, indien de dagelijkse netto-inkomsten van uw bijberoep 20 euro bedragen, dan zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering verminderd worden met het verschil tussen 20 en17,38.