Mag u een bijberoep uitoefenen tijdens uw tijdelijke werkloosheid?

T45

Laatste update : 09.12.2024

Wat zijn de voorwaarden?

Om een bijberoep (als zelfstandige of in loondienst) verder te zetten gedurende de tijdelijke werkloosheid, moeten 4 voorwaarden tegelijkertijd vervuld worden:

  • U moet het bijberoep reeds hebben uitgeoefend tijdens uw tewerkstelling, gedurende ten minste 3 maand voorafgaand aan uw uitkeringsaanvraag. Deze periode van drie maand wordt verlengd met de periodes van ziekte of tijdelijke werkloosheid. 
    Het is bijgevolg niet mogelijk een bijberoep te beginnen gedurende de werkloosheid.
  • U moet deze activiteit aangeven op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag bij uw uitbetalingsinstelling. U moet ja antwoorden op de vraag "oefent u een bijkomstige activiteit uit?" vermeld op het formulier C1. U moet eveneens een formulier C1 A invullen. Het is zeer belangrijk de vragen gesteld op deze beide formulieren correct en nauwkeurig te beantwoorden.  
    Indien u een bijberoep uitoefent zonder aangifte ervan, zult u immers uw uitkeringen moeten terugbetalen en zult u meerdere weken van het recht op uitkeringen worden uitgesloten. U kunt eveneens worden vervolgd voor een strafrechtbank.
  • U mag deze activiteit niet overdag (tussen 7 en 18 uur) uitoefenen op dagen waarop u gewoonlijk tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep. 
    Deze beperking geldt niet voor de zondag en de dag(en) waarop u gewoonlijk niet tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep.  In dit geval verliest u een uitkering per gewerkte zondag en dag waarop u gewoonlijk niet tewerkgesteld bent in uw hoofdberoep (zelfs indien u werkt na 18 u en/of vóór 7u). 

    Sommige activiteiten zijn verboden. Volgende activiteiten kunnen niet bijkomstig verricht worden gedurende de werkloosheid (zelfs als de andere voorwaarden vervuld zijn):

    • de activiteit in een beroep dat alleen na 18 uur wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld nachtwaker);
    • de activiteiten die verboden zijn krachtens de wet van 6 april 1960 betreffende de uitvoering van bouwwerken(voor meer informatie, gelieve uw uitbetalingsinstelling te raadplegen);
    • de activiteiten:
      • in een beroep van de horecasector (hotels, restaurants en drankgelegenheden) of van de vermaakondernemingen;
      • van leurder, reiziger (verkoop van goederen aan huis of op markten);
      • van verzekeringsagent of makelaar.

tenzij de activiteit van gering belang is (het is altijd beter om het werkloosheidsbureau te vragen of uw activiteit van gering belang is).

Sommige activiteiten zijn onderworpen aan bijzondere regels, meer bepaald:

  • als u kunstwerkuitkeringen ontvangt;

een nevenactiviteit uitgeoefend in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige”;

  • een activiteit uitgeoefend in het kader van een overeenkomst voor verenigingswerk.

Voor meer inlichtingen over deze activiteiten, lees de infobladen infobladen “U genoot het voordeel van de bevriezing van de degressiviteit als artiest of als technicus in de artistieke sector - Wat verandert er als gevolg van de hervorming van de reglementering voor werknemers tewerkgesteld in de kunstensector?” nr. T29, “Wilt u de toepassing genieten van de nieuwe specifieke regels voor kunstwerkers?” nr. T30 en “Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit in het kader van het voordeel “Springplank naar zelfstandige” uitoefenen?” nr. T158. Die infobladen zijn beschikbaar bij uw uitbetalingsinstelling of bij het werkloosheidsbureau van de RVA en kan u downloaden van de website  www.rva.be.

Wat gebeurt er indien de 4 voorwaarden zijn vervuld?

In principe kunt u uw bijberoep blijven uitoefenen met (een beperkt) behoud van uw uitkeringen (zie verder).

Het recht op uitkeringen kan echter u worden ontzegd door de directeur van het werkloosheidsbureau, zelfs voor de dagen waarop u geen activiteit verricht, indien uw activiteit niet of niet langer het karakter heeft van een bijberoep doordat het aantal arbeidsuren dat u daaraan besteedt, of het bedrag van de inkomsten, te hoog is.

De controlekaart tijdelijke werkloosheid

Tot en met december 2024 moet uw werkgever u op eigen initiatief een papieren controlekaart C3.2A geven, tenzij u zelf al de elektronische controlekaart eC3.2 gebruikt.

Vanaf 01.01.2025 moet de controlekaart tijdelijke werkloosheid verplicht elektronisch worden ingevuld (via de portaalsite van de sociale zekerheid of via de app eC32 die beschikbaar is in de appstore van uw smartphone).

De papieren controlekaart C3.2A zal dus volledig verdwijnen, behalve voor de werkgevers werknemers in de maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen (PC 327) voor wie er een permanente uitzondering geldt.

Er is een overgangsperiode tot en met 30.06.2025. Tijdens die periode kunnen zowel de werkgever als de werknemers, wanneer ze moeilijkheden ondervinden om over te schakelen naar de digitale procedure, onder bepaalde voorwaarden, verder de papieren controlekaart C3.2A blijven gebruiken. Meer info daarover staat in het infoblad E2/T2 - Overgangsregeling.

Hoe vult u de controlekaart tijdelijke werkloosheid in?

U moet uw controlekaart (papier of elektronisch) invullen vanaf de eerste dag waarop u effectief tijdelijk werkloos bent tot de laatste dag van de maand.

Werkt u in de bouwsector? Dan moet u uw kaart invullen vanaf de eerste dag van de maand, zelfs als u die maand niet tijdelijk werkloos wordt gesteld.

Oefent u een nevenactiviteit uit die het RVA-kantoor heeft toegestaan?

Hoe vult u de elektronische controlekaart eC3.2 in?

    

 Kies dit icoon als u uw nevenactiviteit uitzonderlijk tussen 7 uur en 18 uur uitoefent op een dag waarop u normaal voor uw gebruikelijke werkgever werkt

     

Kies dit icoon als u uw nevenactiviteit (ongeacht het tijdstip) uitoefent op een dag waarop u normaal niet werkt voor uw gebruikelijke werkgever    

Hoe vult u de papieren controlekaart C3.2A in?

  • Als u uw nevenactiviteit uitoefent op een dag waarop u normaal voor uw gebruikelijke werkgever werkt:
    • vóór 7 uur of na 18 uur: u hoeft het overeenstemmende vakje in ROOSTER 1 op de papieren controlekaart niet zwart te maken.
    • uitzonderlijk tussen 7 uur en 18 uur: u moet het overeenstemmende vakje in het ROOSTER 1 op de papieren controlekaart zwart maken.
  • Als u uw nevenactiviteit uitoefent op een dag waarop u normaal NIET voor uw gebruikelijke werkgever werkt, moet u het overeenstemmende vakje in ROOSTER 2 op de papieren controlekaart zwart maken, ongeacht het tijdstip waarop u die activiteit uitoefent.

Als u een nevenactiviteit in het kader van het voordeel 'Springplank naar zelfstandige' uitoefent, hoeft u die activiteit niet op uw papieren of elektronische controlekaart te vermelden.

Als u valt onder de specifieke regels die van toepassing zijn op kunstwerkers, hoeft u de activiteiten die niet in het kader van een arbeidsovereenkomst worden uitgevoerd niet te vermelden op uw papieren of elektronische controlekaart.

Hoeveel bedraagt uw uitkering?

De inkomsten uit uw bijberoep kunnen gecumuleerd worden met uw werkloosheidsuitkeringen, maar in beperkte mate.

Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering zal verminderd worden met het gedeelte van het inkomen uit het bijberoep boven 17,38 euro per dag. Als u de globale jaarlijkse netto-inkomsten (inclusief inkomsten uit zaterdag- en zondagactiviteiten) van uw activiteit deelt door 312 (of in het geval van een onvolledig jaar door een proportioneel aantal dagen), krijgt u het dagbedrag van de inkomsten uit die activiteit. Als dat dagbedrag hoger is dan 17,38 euro, zal het dagbedrag van uw uitkeringen tijdelijke werkloosheid verminderd worden met het gedeelte van de inkomsten boven 17,38 euro.

Bijvoorbeeld: als het netto dagelijks inkomen van uw bijberoep 20 euro bedraagt, zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering verminderd worden met het verschil tussen 20 en 17,38.

U moet jaarlijks uw inkomsten indienen.

Bijvoorbeeld, indien de dagelijkse netto-inkomsten van uw bijberoep 20 euro bedragen, dan zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering verminderd worden met het verschil tussen 20 en17,38.