Tijdelijke werkloosheid - bouwsector – slecht weer

E29

Laatste update : 01.01.2024

Waarom dit infoblad?

Om u te informeren over de procedure indien u een regeling wil invoeren van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer voor uw arbeiders in de bouwsector.

De uitgelegde procedure is gebaseerd op:

  • het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende het loon van de werklieden uit het bouwbedrijf voor de ingevolge slecht weder verloren arbeidsuren;
  • artikel 50 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Voor meer algemene informatie over tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer, raadpleeg het infoblad E26 ‘Tijdelijke werkloosheid – slecht weer’.

Welke werknemers kunt u tijdelijk werkloos stellen?

Tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer kan worden ingevoerd voor:

  • arbeiders;
  • uitzendarbeiders (aangeworven ter vervanging van arbeiders die arbeidsongeschikt zijn of als gevolg van een tijdelijke verhoging van het werkvolume);
  • leerlingen-arbeiders die een alternerende opleiding volgen (artikel 1bis van het KB van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders) (met name de leerlingen met een alternerende overeenkomst in de Franse Gemeenschap en met een overeenkomst van alternerende opleiding in de Vlaamse Gemeenschap).

En de studenten?

Studenten kunnen niet tijdelijk werkloos worden gesteld zolang ze studies met volledig leerplan volgen (behalve tijdens de maanden juli, augustus en september na het einde van hun studies, indien ze nog verbonden zijn door een studentenovereenkomst).

Wanneer kunt u een beroep doen op tijdelijke werkloosheid?

Wanneer de arbeiders door het slechte weer niet meer kunnen werken, kunt u hen, met naleving van bepaalde formaliteiten, tijdelijk werkloos stellen wegens slecht weer.

Onder slecht weer worden de weersomstandigheden verstaan waarvan u in een mededeling aan de RVA aantoont dat ze, gezien de aard van het werk, de uitvoering ervan onmogelijk maken.

Voorbeelden:
Vorst of hevige regenval waardoor metselwerken of ruwbouwwerken onmogelijk worden.

Er moet een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaan tussen het slechte weer en de werken die worden uitgevoerd. Wanneer het slechte weer een indirecte oorzaak is waardoor er niet gewerkt kan worden, kunt u eventueel een andere vorm van tijdelijke werkloosheid, zoals overmacht, aanvragen.

Voorbeeld:
Indien door het slechte weer bepaalde grondstoffen niet tijdig kunnen worden geleverd, kunnen de arbeiders die daardoor zonder werk vallen, tijdelijk werkloos worden gesteld wegens overmacht.

In welke gevallen heeft de werknemer recht op loon?

De arbeider heeft recht op loon als hij het werk heeft kunnen aanvatten maar moest stopzetten in de loop van de dag wegens slecht weer. Voor de niet-gepresteerde uren mag u een verminderd loon betalen. De werknemer kan die dag niet meer tijdelijk werkloos worden gesteld wegens slecht weer.

De arbeider heeft daarentegen geen recht op loon indien hij bij de aankomst op de werf vaststelt dat hij ingevolge slecht weer niet kan werken. Die dag moet dus niet als een arbeidsdag ingevuld worden op de controlekaart (zie verder) en u kunt de arbeider voor die dag nog tijdelijk werkloos stellen wegens slecht weer.  De mobiliteitsvergoeding die de arbeider eventueel voor die dag ontvangt, wordt niet beschouwd als loon en kan gecumuleerd worden met uitkeringen tijdelijke werkloosheid. Die specifieke regeling bestaat enkel voor de werknemers uit de bouwsector.

Wie vervult de vereiste formaliteiten in geval van tijdelijke werkloosheid?

U of uw sociaal secretariaat, als uw mandataris.

Indien u werkt met uitzendarbeiders zijn er formaliteiten die naar keuze kunnen worden uitgevoerd door u (of uw sociaal secretariaat) of door het uitzendkantoor, maar er zijn ook formaliteiten die verplicht door het uitzendkantoor moeten gebeuren (zie verder, bij de formaliteiten).

Welke formaliteiten moet u vervullen VOOR het begin van elke maand?

  • Geef een controleformulier C3.2A-bouw aan elke arbeider, vóór het begin van elke maand, ook al is er geen tijdelijke werkloosheid.

Nominatieve Controlekaart C3.2A-BOUW / Constructiv

Vóór het begin van de maand geeft u aan de arbeider een controlekaart die u maandelijks van Constructiv ontvangt (nieuwe benaming vanaf 01.10.2016 voor FBZ-bouw). Het gaat om een nominatieve controlekaart C3.2A-bouw waarop uw identiteit en die van de arbeider, en de betrokken maand op zijn voorgedrukt.

Indien u de kaarten niet ontvangt (staking bij de post, verlies bij de post, verkeerd adres ...) of de zending onvolledig ontvangt, neem dan contact op met Constructiv zodat Constructiv u een nieuwe uitgifte van kaarten (duplicaat of heruitgifte) met hetzelfde nummer kan toesturen.

Indien Constructiv u informeert dat een nieuwe kaart zal worden uitgegeven en toegestuurd, hoeft u zelf de kaart niet af te leveren.

Indien u in het begin van de maand nog geen kaart hebt ontvangen, deelt u dit elke werkdag mee aan het werkloosheidsbureau per fax of per e-mail. U vermeldt dan 'mededeling niet-naleving art. 137 §4 - kaart nog niet ontvangen' samen met uw identiteit en de identiteit van de arbeider. Zo bent u en is de arbeider die dag in regel (op voorwaarde dat de kaart nadien correct wordt ingevuld).

Constructiv levert ook genummerde controlekaarten C3.2A af voor leerlingen die een opleiding in de bouw volgen, behalve voor IBO-contracten. Voor de maand van indiensttreding en de volgende maand levert de werkgever een niet-nominatieve kaart af (zie volgend punt). Vanaf de derde maand ontvangt de werkgever nominatieve kaarten van Constructiv.

Niet-nominatieve Controlekaart C3.2A-bouw / RVA

U ontvangt van Constructiv een beperkt aantal niet-nominatieve genummerde controlekaarten waarop uw identiteit is voorgedrukt.

Indien Constructiv u meedeelt dat ze geen nominatieve kaarten kan toesturen, levert u zelf een niet-nominatieve kaart af aan de arbeider, na de RVA daarover te hebben geïnformeerd.

U duidt vakje C aan, vermeldt de datum van afgifte van de kaart, de identiteit van de werknemer en de maand, en faxt of verstuurt per e-mail een fotokopie van de ingevulde kaart naar het werkloosheidsbureau van de RVA dat is bevoegd voor de exploitatiezetel (of u deelt die gegevens mee per fax, e-mail of aangetekende brief).

Indien u een nieuwe arbeider in dienst neemt, dan levert u een niet-nominatieve kaart af voor de maand van indiensttreding en de volgende maand. U duidt het vakje A aan, vermeldt de identiteit van de werknemer, de maand en het nummer van die kaarten in de Dimona-aangifte.

Indien de nieuwe arbeider via een vorige werkgever al een kaart heeft, dan levert u voor die maand geen nieuwe kaart af. U vult wel op die kaart het vakje 'nieuwe werkgever' in en u vermeldt het nummer van die kaart in de Dimona-aangifte.

Bij van verlies van de kaart door de werknemer of diefstal van de kaart, levert u eveneens aan de arbeider een niet-nominatieve kaart af, die geldt als duplicaat, na de RVA daarover te hebben geïnformeerd (zie verder).

U kunt ook blanco controlekaarten C3.2A-bouw / RVA (zonder vermelding van de naam van de werkgever en de werknemer) bekomen bij het werkloosheidsbureau indien u (nog) geen niet-nominatieve kaarten afgeleverd door Constructiv hebt (bv. indien u pas gestart bent als werkgever of indien Constructiv u niet tijdig niet-nominatieve kaarten heeft kunnen bezorgen). U moet dan contact opnemen met Constructiv zodat zij u de kaarten zo snel mogelijk kunnen bezorgen.

Wie levert de controlekaart C3.2A-bouw af voor de uitzendarbeiders?

Het uitzendkantoor dat erkend is om actief te mogen zijn in de bouwsector, levert de controlekaart C3.2A-bouw af aan de uitzendarbeider. Het uitzendkantoor ontvangt seminominatieve kaarten van Constructiv. Die kaarten zijn vooraf afgedrukt met de naam van het uitzendkantoor, maar zonder de naam van de arbeider of de maand. Het uitzendkantoor overhandigt een kaart aan de uitzendarbeider die er nog geen heeft, na de identiteit van de uitzendarbeider en de betrokken maand te hebben ingevuld. Rekening houdend met de tewerkstellingsvooruitzichten, overhandigt het uitzendkantoor ofwel een kaart voor de lopende maand, ofwel voor de lopende maand en de maand die daarop volgt.

Hoeveel controlekaarten C3.2A-bouw?

U mag per maand en per arbeider slechts één controlekaart C3.2A-bouw afleveren, ook als er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.

Indien een arbeider deeltijds werkt voor u en voor een andere werkgever in de bouwsector, dan zal hij ook van die andere werkgever een controlekaart C3.2A-bouw ontvangen.

Wat moet de arbeider doen met de controlekaart C3.2A-bouw?

De arbeider moet altijd in het bezit zijn van de controlekaart tijdens de hele maand en moet ze voorleggen aan een sociaal inspecteur wanneer die daarom vraagt.

Vanaf de 1ste dag van de maand tot aan het einde van de maand moet de arbeider die controlekaart volgens de instructies op de kaart invullen, zelfs als hij die maand nog niet tijdelijk werkloos werd gesteld. Zo moet hij de arbeidsprestaties aanduiden die hij verricht (vóór het werk te beginnen), de ziektedagen, de vakantiedagen en de niet-gepresteerde dagen gedekt door een bezoldiging.

Als de arbeider tijdelijk werkloos was, moet hij aan het einde van de maand zijn controlekaart indienen bij zijn uitbetalingsinstelling (ACV, ABVV ACLVB of HVW). Was hij niet tijdelijk werkloos, dan mag hij de kaart weggooien.

Wat als de arbeider zijn controlekaart C3.2A-bouw verliest?

In geval van verlies of diefstal van de kaart, moet u zelf aan de arbeider een niet-nominatieve kaart afleveren, die geldt als duplicaat, na de RVA te hebben geïnformeerd. Daarbij doet u het volgende voor u de kaart aan de arbeider aflevert:

  • U vermeldt de datum van afgifte van de kaart.
  • U kruist vakje B aan.
  • U vermeldt de identiteit van de arbeider en de maand.
  • U faxt of verstuurt per mail een fotokopie van de ingevulde kaart naar het RVA-kantoor dat bevoegd is voor de plaats van de exploitatiezetel.  

U kunt die gegevens ook per fax, per e-mail of aangetekende brief aan de RVA meedelen. Duplicaten zijn slechts vergoedbaar indien de directeur van het werkloosheidsbureau daartoe toestemming verleent.

Wat als de arbeider zich vergist bij het invullen van zijn controlekaart C3.2A-bouw?

Als de arbeider schrappingen heeft aangebracht op zijn controlekaart C3.2A-bouw, mag u hem geen nieuwe kaart afleveren.

Als de arbeider zich vergist heeft bij het invullen van zijn controlekaart, moet hij zich richten tot het bevoegde werkloosheidsbureau (door persoonlijk langs te gaan of via zijn uitbetalingsinstelling). In principe zijn deze vermeldingen op de controlekaart niet vergoedbaar:

  •              doorgehaalde vermeldingen
  •              geschrapte vermeldingen
  •              met Tipp-Ex verbeterde vermeldingen
  •   foutief of dubbelzinnig ingevulde dagen.

De directeur van het werkloosheidsbureau kan de dagen wel vergoedbaar verklaren als de arbeider van goede trouw is en het enkel gaat om een materiële vergissing. Het is echter aan de arbeider om te bewijzen dat het om een materiële vergissing gaat.

Hij kan dat doen door bij zijn controlekaart een verklaring op eer toe te voegen. De directeur van het werkloosheidsbureau zal o.a. rekening houden met het al dan niet repetitieve karakter van de aanvraag. Een aanvraag wordt als repetitief beschouwd als er in de loop van het jaar vóór de nieuwe aanvraag voor afwijking reeds een afwijking werd toegestaan.

Kan er gebruik gemaakt worden van een elektronische controlekaart?

Vanaf 1 september 2023, beschikken alle werknemers over de mogelijkheid om gebruik te maken van een elektronische controlekaart (eC3.2). Indien de werknemer voor een elektronische controlekaart heeft gekozen, mag u aan deze geen papieren controlekaarten meer afleveren. Voor meer informatie, zie volgend infoblad E74 (“De elektronische controlekaart eC3.2”).

Welke formaliteiten moet u vervullen bij tijdelijke werkloosheid in de loop van de maand?

  • Deel maandelijks aan de RVA voor elke arbeider de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand mee;
  • Doe een elektronische aangifte (ASR scenario 2) als de arbeider een uitkeringsaanvraag moet indienen.

Die formaliteiten worden hieronder uitgelegd.

Maandelijkse mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA

Wanneer moet u de maandelijkse mededeling doen?

U moet elke maand, voor elke arbeider die u tijdelijk werkloos stelt wegens slecht weer, aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand meedelen.

U bent vrijgesteld van die mededeling als u tijdens de betrokken kalendermaand al een mededeling hebt gedaan van een eerste effectieve dag tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek om economische redenen of technische stoornis voor de betrokken arbeider(s).

De mededeling moet worden verstuurd:

  • ofwel de eerste effectieve werkloosheidsdag;
  • ofwel de volgende werkdag (*);
  • ofwel, indien u met zekerheid weet dat de arbeider werkloos zal zijn, de werkdag (*) die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag.

(*) Onder ‘werkdag’ worden alle dagen van de week verstaan, met uitzondering van het de zondag, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen.

Voorbeeld:

Woensdag is de eerste effectieve werkloosheidsdagwegens slecht weer: de mededeling kan worden verstuurd op dinsdag, woensdag of donderdag;

Opmerking: indien de voorafgaande werkdag of de volgende werkdag een zaterdag is, aanvaardt de RVA dat de mededeling verstuurd wordt de voorafgaande vrijdag of de volgende maandag.

Voorbeeld :

Vrijdag is de eerste effectieve werkloosheidsdag wegensslecht weer: de mededeling kan worden verstuurd op donderdag, vrijdag of ten laatste de volgende maandag.

Voor een deeltijdse arbeider die gewoonlijk werkt van maandag tot woensdag, mag de mededeling van de eerste werkloosheidsdag:

  • die ligt op maandag, ook worden verstuurd op de voorgaande vrijdag of op de volgende dinsdag;
  • die ligt op woensdag, ook worden verstuurd op de voorgaande dinsdag of op de volgende donderdag.

Wanneer de arbeiders het werk in de loop van de dag hebben moeten onderbreken door slecht weer, bent u voor die dag gewaarborgd dagloon verschuldigd. Indien u er zeker van bent dat de werknemers de volgende dag ook niet kunnen werken, kunt u de mededeling aan de RVA dus al verrichten op de dag waarvoor u gewaarborgd loon verschuldigd bent.

De mededeling is maar één maand geldig (vanaf de dag van de tijdige mededeling tot de laatste kalenderdag van de maand). Wanneer het slechte weer de volgende maand voortduurt, moet u dus een nieuwe mededeling versturen, en dat uiterlijk de tweede werkdag van die maand.

Wat met een feestdag, vervangende feestdag, brugdag?

Indien een feestdag in het weekend valt, dan wordt de volgende maandag in principe als de vervangende feestdag beschouwd.

Voorbeeld: 11.11 valt op een zondag. Indien de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand valt op vrijdag 09.11, dan moet de mededeling ten laatste worden verstuurd op dinsdag 13.11 (maandag 12.11 wordt beschouwd als de vervangende feestdag).

De elektronische toepassing houdt in eerste instantie geen rekening met vervangingsdagen. Daarom krijgt u een waarschuwing indien u de mededeling elektronisch verstuurt op dinsdag 13.11. U mag die boodschap negeren door op ‘volgende’ te klikken. Indien de aangifte een dag later is wegens:

  • een vervangende feestdag die ligt op maandag, en de feestdag in het weekend lag, hoeft u geen bijkomende informatie te vermelden;
  • een vervangende feestdag in een andere hypothese, moet u in de zone opmerkingen het volgende vermelden: ##.##.#### = vervangende feestdag voor ‘##.##.####’.

Hetzelfde geldt voor collectief vastgelegde brugdagen.

Voorbeeld: de feestdag van 01.11 valt op een donderdag. Vrijdag 02.11 is binnen het bedrijf een collectief vastgestelde brugdag. De eerste effectieve werkloosheidsdag valt op woensdag 31.10. U mag de mededeling ten laatste versturen op maandag 05.11. U vermeldt in de zone opmerkingen ‘02.11.#### = collectieve brugdag’.

Wat als u de mededeling niet of voortijdig verstuurt?

Een voortijdige mededeling wordt gelijkgesteld met geen mededeling. Er is die maand dus geen recht is op uitkeringen.

Een mededeling wordt als voortijdig beschouwd als ze meer dan één werkdag vóór de eerste effectieve werkloosheidsdag ligt.

Voorbeeld: op maandag 08.10 stuurt u een mededeling slecht weer waarin woensdag 10.10 wordt vermeld als eerste effectieve werkloosheidsdag. Dat is een voortijdige mededeling waarmee geen rekening wordt gehouden, zodat er geen uitkeringen worden betaald.

Als u geen mededeling hebt verstuurd of als u een voortijdige mededeling hebt verstuurd, moet u:

  • voor de eerste 7 dagen vanaf de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst het normale loon betalen;
  • voor de rest van de maand: het begrensd loon (*) betalen.

Het begrensd loon bedraagt ten hoogste 3.299,11 euro per maand. Dat bedrag is gelijk aan het plafond dat geldt voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen.

Wat als u de mededeling laattijdig hebt verstuurd?

Een mededeling wordt als laattijdig beschouwd als zij meer dan één werkdag na de eerste effectieve werkloosheidsdag ligt.

Indien u de maandelijkse mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag laattijdig verstuurt, aanvaardt de RVA de tijdelijke werkloosheid vanaf de werkdag vóór de dag van verzending van de laattijdige mededeling.
In zo'n geval moet u loon betalen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tot en met de dag vóór het begin van de tijdelijke werkloosheid aanvaard door de RVA.
Voor de eerste 7 dagen is dat het normale loon, voor de volgende werkloosheidsdagen is dat een begrensd loon (*).

(*) Het begrensd loon bedraagt ten hoogste 3.299,11 euro per maand. Dat bedrag is gelijk aan het plafond dat geldt voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen.

Voorbeeld: Wanneer u op maandag een mededeling verstuurt voor een periode van slecht weer die begint op de woensdag van de voorbije week, dan wordt die pas aanvaard vanaf de vrijdag van de voorbije week. U moet loon betalen voor woensdag en donderdag van de voorbije week.

Wat als u zich vergist hebt?

Indien de werkgever zich vergist heeft en ten onrechte een mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag heeft verstuurd, dan moet hij de mededeling aan de RVA (in principe elektronisch) zo snel mogelijk annuleren. Volgens de wet moet dat gebeuren ten laatste de werkdag na de dag die als eerste effectieve werkloosheidsdag is meegedeeld aan de RVA.

Voorbeeld: U hebt op maandag 07.04 een mededeling van de eerste effectieve dag werkloosheid wegens slecht weer verstuurd, vanaf dinsdag 08.04. Als gevolg van een plotse verbetering van de weeromstandigheden, kan het werk worden voortgezet. U moet uw mededeling van de eerste effectieve dag werkloosheid ten laatste op woensdag 09.04 annuleren. 

Met de elektronische toepassing kunt u de mededeling ook na die datum annuleren. Daar wordt echter geen rekening mee gehouden als blijkt dat de werkgever van kwade trouw is of als de annuleringen repetitief zijn.

Stelt u de arbeiders later in de maand effectief tijdelijk werkloos, dan moet u een nieuwe mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag versturen aan de RVA.

Indien u de eerste – foutieve – mededeling bent vergeten te annuleren vooraleer u een nieuwe mededeling verstuurt, dan zal de RVA u contacteren met de vraag welke mededeling moet worden geannuleerd. Indien u niet reageert, zal de RVA ervan uitgaan dat de tweede mededeling overbodig was. Omdat de eerst medegedeelde datum niet overeenstemt met de eerste werkloosheidsdag vermeld in de ASR scenario 5 (zie verder  Maandelijkse elektronische aangifte - ASR scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’), mag de uitbetalingsinstelling voor die maand geen uitkering betalen. U zal bijgevolg loon moeten betalen voor alle dagen tijdelijke werkloosheid tot aan het einde van de maand (zie hierboven).

Wat als de arbeidsovereenkomst op de eerste effectieve werkloosheidsdag om een andere reden geschorst is?

Als op de eerste effectieve werkloosheidsdag de arbeidsovereenkomst gelijktijdig ook geschorst is om een andere reden (bv. als gevolg van ziekte, individuele vakantie of inhaalrust), dan wordt de mededeling ten aanzien van die arbeider toch als geldig beschouwd. De arbeider moet die gebeurtenis (ziekte, vakantie …) aanduiden op zijn controleformulier C3.2A-bouw en hij zal voor die dagen geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen. In dat geval stemt de door u meegedeelde eerste effectieve werkloosheidsdag dus niet overeen met de eerste dag waarvoor werkloosheidsuitkeringen worden toegekend.

Wie verstuurt de maandelijkse mededeling voor uitzendarbeiders?

U of het uitzendkantoor. Indien u de mededeling verstuurt, dan vermeldt u daarin het statuut van de uitzendkracht en het KBO-nummer van het uitzendkantoor.

Naar waar moet de maandelijkse mededeling worden verstuurd?

De mededeling moet worden verstuurd naar het werkloosheidsbureau van de plaats waar uw onderneming gevestigd is. Daarmee wordt de exploitatiezetel van uw onderneming bedoeld en niet de maatschappelijke zetel.

Hoe moet u de maandelijkse mededeling doen?

De mededeling moet elektronisch (via het web) of via een gestructureerde elektronische boodschap (via batch) worden verstuurd.

Via batch?

U vindt alle nodige informatie voor het versturen van een gestructureerde boodschap op de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > Sociale risico’s > Tijdelijke werkloosheid > Help > Helpcentrum).

Via het web?

Via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > Sociale risico’s > Tijdelijke werkloosheid).

Om een elektronische aangifte te kunnen verrichten, moet u toegang hebben tot de beveiligde onlinediensten van de Sociale Zekerheid.

  • Indien u al over een toegang voor uw onderneming beschikt, kunt u zich aanmelden met uw elektronische identiteitskaart of uw gebruikersnaam en een wachtwoord (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > aanmelden);
  • Indien u nog niet over een toegang voor uw onderneming beschikt, moet een verantwoordelijke van uw onderneming een elektronische aanvraag tot registratie indienen (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > registreren) en:
    • die ofwel ondertekenen met zijn elektronische identiteitskaart en online versturen;
    • die ofwel afdrukken, ondertekenen en per post opsturen.

Als u problemen hebt met de toegang, kunt u het contactcenter eranova contacteren (tel. 02 511 51 51, of via het contactformulier op de portaalsite).

Zijn er uitzonderingen op het elektronisch verzenden van de mededeling?

U kunt de elektronische mededeling vervangen door:

  • ofwel een mededeling die aangetekend per post wordt verstuurd;
  • ofwel een fax naar het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de exploitatiezetel van de onderneming is gevestigd.

Dat kan enkel in de volgende 3 gevallen:

Eerste mededeling:

U verricht voor het eerst een mededeling tijdelijke werkloosheid of u verricht opnieuw een mededeling tijdelijke werkloosheid na een periode van onderbreking van 24 maanden (berekend van datum tot datum).

Bij ontvangst van uw mededeling met een aangetekende brief of per fax, zal het werkloosheidsbureau u een brief sturen met informatie over de verplichting om de mededeling elektronisch te verrichten en over de uitzonderingen op dat principe, zodat u zich bij een volgende mededeling kunt aanpassen.

Ontbreken van de nodige informaticamiddelen:

U beschikt niet over de nodige informaticamiddelen om een elektronische mededeling te verrichten en u hebt een vrijstelling van elektronische mededeling gekregen van de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA.

U kunt die vrijstelling aanvragen met een gewone brief aan de dienst Tijdelijke Werkloosheid van het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar uw onderneming is gevestigd.

De aanvraag om vrijstelling bevat de volgende verklaring op eer: ‘Ik bevestig op eer dat ik niet over de nodige informaticamiddelen beschik voor het verzenden van een elektronische mededeling aangezien …’ (u vermeldt de redenen, bv. … ‘ik niet over een internetverbinding beschik’). Ik vraag dan ook een vrijstelling van het elektronisch verrichten van mijn mededelingen tijdelijke werkloosheid vanaf DD/MM/JJ, en dat voor een periode van 24 maanden, berekend van datum tot datum.’

De vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 24 maanden en kan opnieuw worden toegekend met indiening van een nieuwe aanvraag.

Technische problemen:

U kunt de mededeling niet elektronisch verrichten door technische problemen (tijdelijk probleem met de internetverbinding, computerpanne ...).

In dat geval vermeldt u in de aangetekende zending of in de fax die de mededeling bevat met welk technisch probleem u geconfronteerd wordt.

Indien de mededeling via een aangetekende brief gebeurt, moet de mededeling ook de naam van de werkgever, zijn adres en zijn ondernemingsnummer vermelden.

Welke vermeldingen moet de maandelijkse mededeling bevatten?

De maandelijkse mededeling aan de RVA moet de volgende vermeldingen bevatten:

  • uw naam, adres (of die van de onderneming) en ondernemingsnummer;
  • de naam, voornaam en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de arbeider die werkloos wordt gesteld;
  • de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst van de betreffende arbeider(s) in de beschouwde maand geschorst wordt wegens slecht weer;
  • het volledige adres van de werf waar de arbeiders die dag normaal zouden hebben gewerkt (indien de straatnaam of het huisnummer nog niet gekend is, moet in de zone voor de straat een voldoende duidelijke beschrijving gegeven worden om de werf te lokaliseren). Zo kunnen de controlediensten de echtheid van de werkloosheid tcontroleren;
  • de aard van het slechte weer op dat ogenblik;
  • de aard van het op dat ogenblik in uitvoering zijnde werk en de reden waarom de uitvoering van het werk onmogelijk is, gezien de aard van het slechte weer en de aard van het werk dat moest worden uitgevoerd.

U kunt meerdere arbeiders in één mededeling vermelden indien cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • Het is voor alle arbeiders vermeld in de mededeling de eerste effectieve werkloosheidsdag;
  • het gaat om arbeiders die op dezelfde werf zouden hebben gewerkt;
  • het gaat om arbeiders die hetzelfde werk uitvoeren of een werk dat in dezelfde mate onmogelijk wordt door het slechte weer.
Wat gebeurt er na verzending van de mededeling?

Van elke elektronische mededeling ontvangt u een ontvangstbericht met daarin een uniek nummer en de inhoud van de mededeling. U kunt die elektronische mededelingen raadplegen (via de portaalsite van de sociale zekerheid of via batch, afhankelijk van de manier van communicatie die u heeft gebruikt). Indien nodig kunt u de mededeling annuleren (zie hoger ‘Wat als u zich vergist hebt?’).

Het bevoegde werkloosheidsbureau verifieert of de mededeling conform de reglementering is (bv. of de termijn van mededeling van de 1ste effectieve dag werd nageleefd).

  • Indien de mededeling reglementair in orde is, wordt de inhoud ervan ingebracht in een databank die ter beschikking staat van de uitbetalingsinstellingen (HVW, ACLVB, ACV, ABVV). Zij raadplegen die gegevens om de uitkeringen aan de tijdelijk werklozen correct te kunnen uitbetalen.
  • Indien de mededeling reglementair niet in orde is, brengt het werkloosheidsbureau u daarvan op de hoogte. U kunt uw situatie dan zo snel mogelijk regulariseren door een nieuwe mededeling te versturen of door de ontbrekende gegevens over te maken. Als de mededeling niet in orde is, voorziet de wet een loonsanctie (zie hierboven ‘Wat als u de mededeling niet of voortijdig hebt verstuurd?’ en ‘Wat als u de mededeling laattijdig hebt verstuurd?’).
    Het feit dat de mededeling formeel in orde is, betekent nog niet dat er ook recht is op uitkeringen. De RVA is bevoegd om de echtheid van het ingeroepen slechte weer te controleren.    

De elektronische aangifte - ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht op tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’

Wanneer moet u een ASR scenario 2 verrichten?

Wanneer de arbeider een uitkeringsaanvraag moet indienen, d.w.z.:

  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid van de arbeider in uw onderneming;
  • indien hij opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een onderbreking van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid van minstens 36 maanden;
  • indien hij opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een wijziging van zijn contractuele arbeidsregeling (de factor Q of S) (bv. indien hij deeltijds gaat werken of in loopbaanonderbreking of tijdskrediet gaat).
  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid na 30.09 (in functie van de eventuele jaarlijkse herziening van het bedrag van de uitkering).

U moet bij aanvang van de werkloosheid én op uw eigen initiatief, een ASR scenario 2 verrichten via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > Onderneming > Sociale risico’s > ASR > Werkloosheid > Scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’) of via batch.

U overhandigt, ter informatie, een print van de elektronische aangifte aan de werknemer.

Voor meer informatie over de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon, lees het infoblad voor werkgevers ‘Het formulier C4 – werkloosheidsbewijs’ nr. E14.

Aan de hand van de ASR scenario 2 kan de RVA het dagbedrag van de uitkering berekenen.

Wie verricht de ASR scenario 2 voor uitzendarbeiders?

Wanneer het om uitzendarbeiders gaat, moet de ASR altijd verricht worden door het uitzendkantoor, met vermelding van het KBO-nummer.

Wat moet de arbeider doen?

De werknemer houdt ter informatie de afdruk bij van de elektronische aangifte die u hebt overhandigd en contacteert zo snel mogelijk zijn uitbetalingsinstelling (ABVV, ACLVB, ACV, HVW) om een formulier C3.2-werknemer (aanvraag om uitkeringen tijdelijke werkloosheid) in te vullen.

De uitbetalingsinstelling zal de ASR scenario 2 ophalen.

De uitkeringsaanvraag moet uiterlijk op het einde van de tweede maand na de maand waarin de arbeider tijdelijk werkloos wordt gesteld op het werkloosheidsbureau toekomen.

Voorbeelden:

  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 16 juni. De uitkeringsaanvraag moet ten laatste op 31 augustus op het werkloosheidsbureau toekomen.
  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 1 september. De uitkeringsaanvraag moet ten laatste op 30 november toekomen op het werkloosheidsbureau.
  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 30 september. De uitkeringsaanvraag moet ook ten laatste op 30 november toekomen op het werkloosheidsbureau.    

Welke formaliteiten moet u vervullen op het EINDE van de maand in geval van tijdelijke werkloosheid in de loop van de maand?

  • Dien maandelijks na het einde van de maand een elektronische aangifte in (ASR scenario 5) voor de werkloze arbeiders.

Dit wordt hieronder besproken.

Opgelet: indien de tijdelijke werkloosheid de volgende maand voortduurt, vergeet dan niet een nieuwe mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag te versturen.

Maandelijkse elektronische aangifte – ASR scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’

Wanneer een ASR scenario 5 verrichten?

U verricht een ASR scenario 5 aan het einde van de maand op eigen initiatief.

Wie verricht de ASR scenario 5 als het gaat om uitzendarbeiders?

Als het gaat om uitzendarbeiders moet de ASR altijd verricht worden door het uitzendkantoor dat uw KBO-nr. erin vermeldt.

Hoe en waarom een ASR scenario 5 verrichten?

U verricht de elektronische aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid (http://www.socialsecurity.be > Onderneming> Sociale risico's > ASR > werkloosheid > scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’) of via batch en u overhandigt een afdruk van de elektronische aangifte aan de arbeider.

Meer informatie over het invullen van de factor Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon, vindt u in het infoblad voor werkgevers nr. E14 ‘Het formulier C4 - werkloosheidsbewijs’.

U geeft het aantal uren aan waarin de arbeider tijdelijk werkloos was en vermeldt ervóór de gepaste code volgens de vorm van tijdelijke werkloosheid.

Op basis van de controlekaart C3.2 A-bouw en de ASR scenario 5 kunnen de uitbetalingsinstelling en de RVA het aantal uitkeringen berekenen waarop de arbeider recht heeft.

Welke dagen mag u niet opgeven als dagen tijdelijke werkloosheid?

U mag werknemers niet tijdelijk werkloos stellen op de volgende dagen:

  • wettelijke feestdagen (of de vervangingsdagen ervan) die liggen in een periode van tijdelijke werkloosheid. U bent loon verschuldigd voor die dagen. Voor een aantal feestdagen (afhankelijk van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid tijdens het betrokken kalenderjaar), ktijgt u een vermindering van sociale bijdragen;
  • dagen waarvoor u loon moet betalen (bv. 7 dagen loon in geval van laattijdige mededeling zonder regularisatie) of gewaarborgd dagloon (in toepassing van artikel 27 van de wet op de arbeidsovereenkomsten);
  • de dagen waarop de werknemer normaal niet werkt (bv. de zaterdag als dat de normale inactiviteitsdag is);
  • volledig verworven inhaalrustdagen waarop de werknemer recht heeft ingevolge arbeid op een zondag of een feestdag of na presteren van overuren. De werknemer moet eerst die dagen inhaalrust uitputten vooraleer hij tijdelijk werkloos kan worden gesteld wegens slecht weer (artikel 51 bis van de wet op de arbeidsovereenkomsten). Dat principe geldt ook voor volledige inhaalrustdagen verworven ingevolge overschrijdingen van de arbeidsduur in het kader van de invoering van flexibele arbeidsregelingen.
    De volgende inhaalrustdagen hoeven niet eerst te worden uitgeput:
    • inhaalrust die niet minstens een volledige dag bedraagt;
    • inhaalrust – al dan niet collectief vastgelegd – toegekend in het kader van arbeidsduurvermindering.

Opgepast: U kunt een werknemer slechts tijdelijk werkloos stellen voor een volledige arbeidsdag, d.w.z. voor het totaal aantal uren waarop hij normaal die dag zou hebben gewerkt. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een arbeider die normaal 8 uur per dag werkt tijdelijk werkloos te stellen voor 4 uur.

Hoeveel ASR scenario's 5 moet u verrichten?

U doet in principe slechts één ASR per maand en per arbeider, ook als er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.

Wat moet de arbeider doen?

De arbeider houdt, ter informatie, de kopie bij van de ASR die u hem hebt overhandigd.

De arbeider moet enkel zijn controlekaart C3.2A-bouw indienen bij zijn uitbetalingsinstelling na het einde van de maand. De ASR scenario 5 wordt automatisch verstuurd naar de uitbetalingsinstelling van de arbeider.

Hebben de arbeiders recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid?

De arbeiders die tijdelijk werkloos wegens slecht weer worden gesteld, zijn vrijgesteld van wachttijd, dat betekent dat ze onmiddellijk recht hebben op uitkeringen zonder dat ze een bepaald aantal arbeidsdagen in loondienst of daarmee gelijkgestelde dagen moeten bewijzen. De gewone vergoedbaarheidsvoorwaarden zijn op hen van toepassing (o.a. arbeidsgeschikt zijn, de voorwaarden voor het uitoefenen van een bijberoep …).

Wat indien u werknemers tijdelijk werkloos stelt terwijl er geen sprake is van een geldige schorsing van de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst op grond van werkgebrek wegens economische oorzaken?

In dergelijk geval bent u verplicht om het normale loon te betalen aan de werknemers voor de dagen waarop de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst niet geldig is geschorst.

U moet in dergelijk geval het brutobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid terugbetalen aan de RVA.

U mag het nettobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid inhouden van het nettoloon dat u aan de werknemers moet betalen.

Deze werkwijze is van toepassing op de ten onrechte betaalde uitkeringen die betrekking hebben op de periode vanaf 1 juli 2022.

Hoeveel bedraagt de uitkering tijdelijke werkloosheid?

In geval van tijdelijke werkloosheid ontvangen de arbeiders een bedrag gelijk aan 60% van hun gemiddeld loon (begrensd tot 3.299,11 euro bruto per maand).

Op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Leerlingen (artikel 1bis van het voormelde KB van 28.11.1969) ontvangen een forfaitair bedrag. 

Hebben uw arbeiders recht op een supplement bovenop hun uitkering?

De wet voorziet twee supplementen:

  • Een supplement voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
    Bij tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer hebben uw arbeiders in de bouwsector recht op een supplement bovenop hun werkloosheidsuitkering voor elke dag waarop ze tijdelijk werkloos worden gesteld. Het minimumbedrag van het supplement bedraagt 2 euro per werkloosheidsdag.
    U moet dit supplement betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van een Fonds voor Bestaanszekerheid.
  • Daarnaast voorziet de wet van 5 november 2023 houdende diverse bepalingen (BS 23.11.2023) dat uw arbeiders vanaf 1 januari 2024 mogelijks (*) ook nog recht hebben op een bijkomende toeslag van 5 euro per dag voor elke dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering:
    • Indien het bruto maandloon van uw arbeiders niet hoger is dan 4.000 euro, hebben ze recht op deze toeslag vanaf de eerste werkloosheidsdag voor elke dag gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering;
    • Indien het bruto maandloon van uw arbeiders hoger is dan 4.000 euro, hebben ze recht op deze toeslag vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar bij dezelfde werkgever. Voor de telling van de tijdelijke werkloosheidsdagen wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Deze toeslag compenseert het feit dat het bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen (met uitzondering van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) vanaf 1 januari 2024 60 % van het gemiddelde dagloon bedraagt.

De toeslag is gekoppeld aan de spilindex die geldt op 1 januari 2024.
U moet deze toeslag betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

(*) Uitzondering: u moet deze toeslag niet betalen indien door een cao bij tijdelijke werkloosheid een percentage van het loon wordt gewaarborgd waardoor uw arbeiders een supplement ontvangen dat ten minste gelijk is aan de bijkomende toeslag.

Schematisch overzicht van de formaliteiten per type tijdelijke werkloosheid

 

 

Oorspronkelijke /
voorafgaande 
mededeling

Mededeling 1ste effectieve
werkloosheidsdag
van de maand (*)

Aflevering C3.2A (****)

ASR 5 (uren werkloosheid)

 ASR 2 (uitkeringsaanvraag)

TW slecht weer – bouwsector (zie infoblad E29)

Nee

Ja, tussen de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Speciale controlekaart af te leveren vóór het begin van de maand

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

Economische TW - bouwsector 

Ja, bijzondere termijn 

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Speciale controlekaart af te leveren vóór het begin van de maand 

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

Economische TW arbeiders (zie infoblad E22)

Ja, 7 kalenderdagen vooraf (uitgezonderd afwijkende regelingen)

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

Economische TW bedienden (zie infoblad E55)

Ja, 7 kalenderdagen vooraf + voorafgaande voorwaarden ten minste 14 dagen vooraf

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW technische stoornis (zie infoblad E27)

Ja, de 1ste werkdag die volgt op de technische stoornis

Ja, tussen de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW slecht weer (zie infoblad E26)

Nee

Ja, tussen de werkdag die eraan voorafgaat en de werkdag die daarop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW overmacht (zie infoblad E24)

Ja (administratieve praktijk)

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW overmacht medische redenen (zie infoblad E24)

Nee

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand

Ja, na afloop van de maand

JA, bij elke aanvraag omwille van overmacht medische redenen

TW sluiting jaarlijkse vakantie (zie infoblad E23)

Nee

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheids-dag van de maand

Ja, na afloop van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW staking of lock-out (zie infoblad E25)

Nee

Ja, geen termijn voorzien, per staking eenmalige mededeling van het begin van de werkloosheid

Ja, op vraag van de werknemer

Ja, op vraag van de werknemer

Ja, op vraag van de werknemer, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

(*) Slechts één mededeling per maand en per werknemer.

(**) Onder ‘voorafgaande of volgende werkdag’ worden alle dagen van de week verstaan met uitzondering van de zondagen, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen.

(***) of wijziging van de factorQ/S of onderbreking van de uitkeringen TW ≥ 36 maanden.

(****) behalve indien de werknemer gebruik maakt van de elektronische controlekaart eC3.2.