Tijdelijke werkloosheid – bouwsector - werkgebrek op grond van economische oorzaken voor arbeiders

E21

Laatste update : 22.03.2024

Waarom dit infoblad?

Om u te informeren over de te volgen procedure indien u een regeling wil invoeren van tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek om economische redenen voor uw arbeiders in de bouwsector.

De uitgelegde procedure is in het bijzonder gebaseerd op:

  • het koninklijk besluit van 30.07.2010 tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst;
  • artikel 51 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Voor meer algemene informatie over tijdelijke werkloosheid werkgebrek wegens economische oorzaken, kunt u het infoblad E22 'Tijdelijke werkloosheid - werkgebrek op grond van economische oorzaken voor arbeiders' raadplegen.

Welke werknemers kunt u tijdelijk werkloos stellen?

Tijdelijke werkloosheid werkgebrek wegens economische oorzaken kan ingevoerd worden:

  • voor arbeiders;
  • voor uitzendarbeiders, aangeworven ter vervanging van arbeiders die arbeidsongeschikt zijn;
  • voor leerlingen arbeiders die een alternerende opleiding volgen beoogd in artikel 1bis van het KB van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (met name de leerlingen met een alternerende overeenkomst in de Franse Gemeenschap en met een overeenkomst van alternerende opleiding in de Vlaamse Gemeenschap).

In welk geval kunt u een beroep doen op tijdelijke werkloosheid?

U kunt een regeling van tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek invoeren indien u het bestaande arbeidsritme in uw onderneming 

  • tijdelijk en
  • ingevolge economische factoren niet kunt handhaven.

Welke arbeidsregeling kunt u invoeren?

Naargelang het werkgebrek, kunt u:

  • ofwel een regeling van volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst invoeren gedurende maximum 4 weken;
  • ofwel een regeling van gedeeltelijke arbeid invoeren gedurende:
    • maximum 3 maanden, indien u minder dan 3 arbeidsdagen per week voorziet of minder dan één arbeidsweek op twee (in de elektronische mededeling wordt dit  'grote' schorsing genoemd);
    • langer, indien u meer arbeidsdagen voorziet (in de elektronische mededeling wordt dit 'kleine' schorsing genoemd). In dit geval voorziet de reglementering geen maximumduur, maar de regeling kan echter niet worden ingevoerd voor onbepaalde duur. Er moet steeds een einddatum worden vermeld met een maximum van 12 maanden.

Wat als de maximumduur van een regeling bereikt is?

Als de toegelaten maximumduur van 4 weken of van 3 maanden is bereikt zal er slechts een nieuwe regeling van 'economische werkloosheid' kunnen worden ingevoerd na een werkhervatting van een volledige week (bv. van woensdag tot en met de volgende dinsdag).

Wordt de toegelaten maximumduur overschreden, dan moet u het normale loon betalen voor de daarna gelegen werkloosheidsdagen.

Voorbeeld:
U voert een volledige schorsing in voor 4 weken. Indien u de werkloosheid laat voortduren, moet u loon betalen vanaf de vijfde week.

Dat is ook het geval als u de werkloosheid laat voortduren tot na de einddatum die u hebt meegedeeld, zelfs indien de toegelaten maximumduur nog niet bereikt is. 

 

Regelingen

Modaliteiten

Maximumduur (+ verplichte werkweek)

Volledige schorsing

0 arbeidsdagen

4 weken (28 kalenderdagen) + verplichte werkweek

Gedeeltelijke arbeid
Grote schorsing

< 3 arbeidsdagen / week of
< 1 arbeidsweek/2 weken
(minstens 2 arbeidsdagen)

3 maanden + verplichte werkweek

Gedeeltelijke arbeid
Kleine schorsing

≥ 3 arbeidsdagen / week
of
≥ 1 arbeidsweek/2 weken

12 maanden (RVA)

Verlengen bepaalde gebeurtenissen de duur van een regeling?

Neen. Andere vormen van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (bv. ziekte) verlengen de duur van de ingevoerde regeling niet.

U kunt echter wel expliciet een periode van collectieve sluiting van de onderneming wegens van jaarlijkse vakantie of inhaalrust uitsluiten in uw mededeling. In dat geval mag de totale duur van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid (gelegen vóór en na de sluitingsperiode) de maximaal toegelaten duur niet overschrijden (zie verder ‘Kunt u een periode van collectieve sluiting van de onderneming uitsluiten van de mededeling?’).

In welke gevallen moet u opnieuw een verplichte werkweek invoeren?

Wanneer de regeling van volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid de wettelijke maximumduur van 4 weken of 3 maanden bereikt, moet u gedurende een volledige werkweek opnieuw de regeling van volledige arbeid invoeren, vooraleer u een nieuwe regeling (volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid) kunt invoeren.

Onder volledige werkweek wordt een ononderbroken periode van 7 kalenderdagen verstaan(bv. van woensdag tot en met dinsdag van de volgende week).

Als u de verplichte werkweek niet naleeft, moet u een loon betalen voor het ontbrekend aantal dagen.

Welke dagen worden gelijkgesteld met een werkhervatting voor de verplichte arbeidsweek?

Een aantal dagen wordt gelijkgesteld met een effectieve werkhervatting (KB van 03.05.1999 tot vaststelling van sommige afwezigheden die gelijkgesteld worden met de herinvoering van een regeling van volledige arbeid nadat de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken de maximumduur heeft bereikt). Het gaat onder andere om feestdagen, individueel genomen vakantiedagen, dagen inhaalrust voor overuren of in het kader van de arbeidstijdvermindering en ziektedagen.

Tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer en een periode van collectieve sluiting van de onderneming ingevolge jaarlijkse vakantie, worden niet gelijkgesteld. Indien een van die gebeurtenissen zich voordoet in de verplichte werkweek, moet die worden verlengd met het aantal niet-gewerkte dagen ten gevolge van die gebeurtenis.

Bv. van maandag tot vrijdag is een verplichte werkweek. Indien op woensdag niet gewerkt kan worden ingevolge slecht weer, kunnen de werknemers pas vanaf dinsdag van de daaropvolgende week tijdelijk werkloos worden gesteld, ook indien u tijdig de formaliteiten heeft verricht om tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek in te voeren vanaf maandag van de daaropvolgende week.

Een periode van collectieve sluiting wegens inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering, wordt gelijkgesteld met een werkhervatting op voorwaarde dat deze periode als een regelmatige onderbreking van de arbeid is opgenomen in de werkroosters van de onderneming.

Voorbeeld: voor de bouwsector kunnen de collectief vastgestelde inhaalrustdagen op het einde van het jaar gelijkgesteld worden met een werkhervatting op voorwaarde dat deze periode is opgenomen in de werkroosters vermeld in het arbeidsreglement.

Wie verricht de formaliteiten in geval van tijdelijke werkloosheid?

U of uw sociaal secretariaat, als uw mandataris.

Indien u gebruik maakt van uitzendkrachten, kunnen bepaalde formaliteiten, naar keuze, verricht worden door u (of uw sociaal secretariaat) of door het uitzendkantoor, terwijl andere formalteiten verplicht dienen verricht te worden door het uitzendkantoor (zie verder, bij de bedoelde formaliteiten).

Welke formaliteiten moet u vervullen VOOR de aanvang van de tijdelijke werkloosheid?

  • Kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de arbeiders;
  • Versturen van een voorafgaandelijke mededeling aan de RVA;
  • Mededeling aan de ondernemingsraad (of aan de vakbondsafgevaardigde);
  • Overhandigen van een controleformulier C3.2A-bouw aan elke arbeider, vóór de aanvang van elke maand, zelfs indien u geen tijdelijke werkloosheid voorziet voor die maand.

Die formaliteiten worden hieronder nader uitgelegd.

De kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de arbeiders

Wanneer moet de kennisgeving gebeuren?

In geval van volledige schorsing, voorziet de regeling voor de bouwsector dat de kennisgeving moet gebeuren ten minste 4 werkdagen vóór de 1ste voorziene werkloosheidsdag.

De zaterdag wordt beschouwd als een werkdag, de zondag niet. De dag van de kennisgeving is inbegrepen in de termijn.

Voorbeeld:
Als de aanplakking op maandag gebeurt, kan de werkloosheidsperiode ten vroegste aanvangen op vrijdag.

In geval van gedeeltelijke arbeid, vindt de kennisgeving minstens 7 kalenderdagen vóór de 1ste voorziene werkloosheidsdag plaats, de dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag niet inbegrepen.

Voorbeeld:
Wanneer de aanplakking op maandag gebeurt, kan de werkloosheid ten vroegste ingaan vanaf dinsdag van de volgende week.

Hoe moet de kennisgeving gebeuren?

Door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming of door een individuele kennisgeving verstuurd naar de werkloos gestelde arbeiders. De individuele kennisgeving is vooral bedoeld voor werknemers die op het ogenblik van de aanplakking in de onderneming afwezig zijn (bv. ten gevolge van ziekte of verlof), zodat ook zij tijdig op de hoogte gebracht worden van de geplande regeling van tijdelijke werkloosheid.

Zowel een elektronische collectieve kennisgeving (vb. via Intranet) als een elektronische individuele kennisgeving (vb. via sms of mail) kunnen worden gebruikt als alternatief voor respectievelijk de aanplakking of de geschreven individuele kennisgeving, op voorwaarde dat de elektronische kennisgevingen dezelfde waarborgen bieden en voldoende verstaanbaar en toegankelijk zijn. 

Welke vermeldingen moet de kennisgeving bevatten?

De kennisgeving moet het volgende bevatten:

  • de identiteit van de werknemers die u werkloos stelt (naam, voornaam);
  • het aantal werkloosheidsdagen en data waarop elke werknemer werkloos zal zijn;
  • de begindatum en het einde van de regeling.

De voorafgaandelijke mededeling aan de RVA

Wanneer moet u de voorafgaandelijke mededeling doen?

De voorafgaandelijke mededeling moet gebeuren binnen dezelfde termijn als de kennisgeving aan de werknemers.

Wie verstuurt de voorafgaandelijke mededeling voor de arbeiders uitzendkrachten?

U of het uitzendkantoor.  Indien u de mededeling verstuurt, vermeldt u in de mededeling de hoedanigheid van de uitzendkracht en het KBO-nummer van het uitzendkantoor.

Naar waar moet de vooragaandelijke mededeling verstuurd worden?

De mededeling moet worden verstuurd naar het werkloosheidsbureau van de plaats waar de onderneming gevestigd is. Hiermee wordt de exploitatiezetel van de onderneming bedoeld en niet de maatschappelijke zetel.

Hoe moet u de voorafgaandelijke mededeling doen?

De mededeling moet verplicht elektronisch worden verstuurd(via internet) of via een gestructureerde elektronische boodschap (via batch).

Via internet?

Via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > Sociale risico’s > Tijdelijke werkloosheid).

Om een elektronische aangifte te kunnen verrichten, moet u toegang hebben tot de beveiligde onlinediensten van de Sociale Zekerheid.

  • Indien u al over een toegang voor uw onderneming beschikt, kunt u zich aanmelden met uw elektronische identiteitskaart of uw gebruikersnaam en een wachtwoord (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > aanmelden);
  • Indien u nog niet over een toegang voor uw onderneming beschikt, moet een verantwoordelijke van uw onderneming een elektronische aanvraag tot registratie indienen (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > Accountbeheer van mijn onderneming > Registreren) en:
    • ofwel ze ondertekenen met zijn elektronische identiteitskaart en ze online versturen;
    • ofwel ze afdrukken, ondertekenen en per post opsturen.

Als u problemen heeft in verband met de toegang, kunt u het contactcenter eranova contacteren (tel. 02/511.51.51 of via het contactformulier op de portaalsite).

Via batch?

U vindt alle nodige informatie voor het versturen van een gestructureerde boodschap op de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > rubriek Onderneming > Sociale risico’s > Tijdelijke werkloosheid > Help > Helpcentrum).

Zijn er uitzonderingen voor de elektronische verzending van de mededeling?

U kunt de elektronische mededeling vervangen door ofwel:

  • een mededeling die aangetekend per post wordt verstuurd;
  • door een fax naar het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de exploitatiezetel van de onderneming is gevestigd.

Dat is enkel mogelijk in de volgende 3 gevallen:

Eerste mededeling:

U verricht voor het eerst een mededeling tijdelijke werkloosheid of u verricht opnieuw een mededeling tijdelijke werkloosheid na een periode van onderbreking van 24 maanden (berekend van datum tot datum).

Bij ontvangst van uw mededeling per aangetekend schrijven of per fax, zal het werkloosheidsbureau u een brief sturen met de informatie over de verplichting om de mededeling elektronisch te verrichten en over de uitzonderingen op dit principe, zodat u zich bij een volgende mededeling kunt aanpassen.

Ontbreken van de nodige informaticamiddelen:

U beschikt niet over de nodige informaticamiddelen om een elektronische mededeling te verrichten en u hebt een vrijstelling van elektronische mededeling gekregen van de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA.

U kunt die vrijstelling aanvragen met een gewone brief gericht aan de dienst Tijdelijke Werkloosheid van het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar uw onderneming is gevestigd.

De aanvraag om vrijstelling bevat de volgende verklaring op eer: 'Ik bevestig op eer dat ik niet over de nodige informaticamiddelen beschik voor het verzenden van een elektronische mededeling aangezien … (u vermeldt de redenen, bv. ‘…ik niet over een internetverbinding beschik)’). Ik vraag dan ook een vrijstelling van het elektronisch verrichten van mijn mededelingen tijdelijke werkloosheid vanaf DD/MM/JJ, en dat voor een periode van 24 maanden, berekend van datum tot datum. ».

De vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 24 maanden en kan opnieuw worden toegekend mits de indiening van een nieuwe aanvraag.

Technische problemen:

U kunt de mededeling niet elektronisch verrichten omwille van technische problemen (tijdelijk probleem met de internetverbinding, computerpanne ...).

In dat geval vermeldt u in de aangetekende zending of in de fax die de mededeling bevat met welk technisch probleem u geconfronteerd wordt.

Indien de mededeling via een aangetekende brief gebeurt, moet zij ook de naam van de werkgever, zijn adres en zijn ondernemingsnummer vermelden.

Welke vermeldingen moet de voorafgaandelijke mededeling aan de RVA bevatten?

De mededeling aan de RVA moet dezelfde inlichtingen bevatten als de kennisgeving aan de werknemers, met uitzonderingvan de data waarop de arbeiders werkloos zullen zijn (enkel het voorziene schorsingsregime moet vermeld worden). De mededeling moet eveneens de economische oorzaken vermelden die de volledige schorsing of het stelsel van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen.

Indien de kennisgeving via een aangetekende brief gebeurt, moet ook uw naam als werkgever, uw adres en uw ondernemingsnummer vermeld worden.

Kunt u een periode van collectieve sluiting van de onderneming uitsluiten in de mededeling?

Ja, u kunt een periode van collectieve sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie of wegens inhaalrust uitdrukkelijk uitsluiten in uw mededeling, op voorwaarde dat de totale duur van de voorziene regeling (gelegen vóór en na de periode van de sluiting) de toegelaten maximumduur niet overschrijdt.

Voorbeeld: u kunt een mededeling volledige schorsing voor 7 weken doen met 3 weken collectieve sluiting. In de rubriek ‘opmerkingen’ van de elektronische mededeling vermeldt u de begin- en de einddatum van de periode van collectieve sluiting.

Wat gebeurt er na verzending van de voorafgaandelijke mededeling?

Van elke elektronische mededeling ontvangt u een ontvangstbericht waarin een uniek nummer staat en de inhoud van de mededeling. U hebt de mogelijkheid om de elektronische mededelingen te consulteren (via de portaalsite van de sociale zekerheid of via batch, afhankelijk van de manier van communicatie die u hebt gebruikt). Indien nodig kunt u een elektronische mededeling annuleren of wijzigen.

Het bevoegde werkloosheidsbureau kijkt na of de mededeling conform is met de reglementering (bv. of de toegelaten maximumduur en de termijn voor de mededeling is gerespecteerd).

  • Indien de mededeling reglementair in orde is, wordt de inhoud ervan ingebracht in een databank die ter beschikking staat van de uitbetalingsinstellingen (HVW, ACLVB, ACV, ABVV). Zij raadplegen die gegevens met het oog op het correct uitbetalen van uitkeringen aan de tijdelijk werklozen.
  • Indien de mededeling reglementair niet in orde is, wordt u daarvan op de hoogte gebracht door het werkloosheidsbureau. U kunt uw situatie dan zo snel mogelijk regulariseren door een nieuwe mededeling te verrichten of door de ontbrekende gegevens over te maken. Als de mededeling niet in orde is, voorziet de wet immers in een loonsanctie zie verder 'Wat indien u de mededelingen niet of laattijdig verstuurd heeft aan de RVA?’).
Wat indien u de voorafgaandelijke mededeling niet of laattijdig verstuurd heeft? 

Zie verder 'Wat indien u de mededelingen niet of laattijdig verstuurd heeft aan de RVA?’

De mededeling aan de ondernemingsraad (of aan de vakbondsafgevaardigde)

De dag zelf van de kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de arbeiders, moet u de economische redenen die de invoering van tijdelijke werkloosheid rechtvaardigen, meedelen aan de ondernemingsraad, of als er in de onderneming geen ondernemingsraad is, aan de vakbondsafgevaardigde.

Maandelijks afleveren van een controlekaart C3.2A-bouw aan de arbeiders

Wanneer en hoe levert u de controlekaart C3.2A-BOUW af?
Nominatieve Controlekaart C3.2A-BOUW / Constructiv

Vóór de aanvang van de maand geeft u aan de arbeider een controlekaart die u maandelijks van Constructiv ontvangt (nieuwe benaming vanaf 01.10.2016 voor FBZ-bouw). Het gaat om een nominatieve controlekaart C3.2A-bouw waarop uw identiteit en die van de arbeider en de betrokken maand vooraf zijn gedrukt.

Indien u de kaarten niet ontvangt (staking bij de post, verlies bij de post, verkeerd adres ...) of de zending onvolledig ontvangt, neem dan contact op met Constructiv zodat Constructiv u een nieuwe uitgifte van kaarten (duplicaat of heruitgifte) met dezelfde nummer kan toesturen.

Indien Constructiv u informeert dat een nieuwe kaart zal worden uitgegeven en toegestuurd, moet u zelf de kaart niet afleveren.

Constructiv levert ook genummerde controlekaarten C 3.2A af voor leerlingen die een opleiding in de bouw volgen, behalve voor IBO-contracten.  Voor de maand van indiensttreding en de volgende maand levert de werkgever een niet-nominatieve kaart af (zie volgend punt), vanaf de derde maand ontvangt de werkgever nominatieve kaarten van Constructiv.

Niet-nominatieve Controlekaart C3.2A-BOUW / RVA

U ontvangt van Constructiv een beperkt aantal niet-nominatieve genummerde controlekaarten waarop uw identiteit is voorgedrukt.

Indien Constructiv u meedeelt dat ze geen nominatieve kaarten kan toesturen, levert u zelf een niet-nominatieve kaart af aan de arbeider, na de RVA hierover te hebben geïnformeerd.

U duidt vakje C aan, vermeldt de datum van afgifte van de kaart, identiteit van de werknemer en de maand en faxt of verstuurt per e-mail een fotokopie van de ingevulde kaart naar het werkloosheidsbureau van de RVA bevoegd voor de exploitatiezetel (of u deelt deze gegevens mee per fax, e-mail of aangetekende brief).

Indien u een nieuwe arbeider in dienst neemt, dan levert u een niet-nominatieve kaart af voor de maand van indiensttreding en de volgende maand. U duidt het vakje A aan, vermeldt de identiteit van de werknemer en de maand en u vermeldt de nummer van deze kaarten in de DIMONA-aangifte.

Indien de nieuwe arbeider reeds, via een vorige werkgever, in het bezit is van een kaart, dan levert u voor deze maand geen nieuwe kaart af maar dan vult u op deze kaart het vakje 'nieuwe werkgever' in en vermeldt u de nummer van deze kaart in de DIMONA-aangifte.

Opmerking: indien de werknemer gebruik maakt van een elektronische controlekaart eC3.2, dan vermeldt u in de DIMONA-aangifte voor de maand van indiensttreding en de volgende maand de volgende dummy nummers: nummer 1212 (voor de maand van indiensttreding) en nummer 1313 (voor de daaropvolgende maand).

Ingeval van verlies van de kaart door de werknemer of diefstal van de kaart, levert u eveneens aan de arbeider een niet-nominatieve kaart af, geldend als duplicaat, na de RVA hierover te hebben geïnformeerd (zie verder).

U kunt eveneens blanco controlekaarten C3.2A-BOUW / RVA bekomen bij het werkloosheidsbureau indien u (nog) niet in het bezit bent van niet-nominatieve kaarten afgeleverd door Constructiv (bijv. indien u pas gestart bent als werkgever of indien Constructiv u niet tijdig niet-nominatieve kaarten heeft kunnen bezorgen. U moet dan contact opnemem met Constructiv zodat zij u de kaarten zo snel mogelijk kunnen bezorgen.

Wie levert de controlekaart C 3.2A-bouw af voor arbeiders uitzendkrachten?

Het uitzendkantoor erkend om activiteiten uit te voeren in de bouwsector, levert de controlekaart C3.2A-bouw af aan de arbeider uitzendkracht.  Het uitzendkantoor ontvangt semi-nominatieve kaarten van het Constructiv. Deze kaarten zijn voorgedrukt, met de naam van het uitzendkantoor, maar zonder de naam van de arbeider of de maand. Het uitzendkantoor overhandigt een kaart aan de arbeider uitzendkracht die nog niet in het bezit is van een kaart, na de identiteit van de arbeider uitzendkracht en de betrokken maand te hebben ingevuld. Rekening houdend met de tewerkstellingsperspectieven, overhandigt het uitzenkantoor een kaart voor de lopende maand, of voor de lopende maand en de volgende maand.

Hoeveel controlekaarten C3.2A-bouw?

U mag per maand en per arbeider slechts ééncontrolekaart C3.2A-bouw afleveren, ook indien er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.

Indien een arbeider deeltijds voor u werkt en ook voor een andere werkgever in de bouwsector, dan zal hij ook een controlekaart C3.2A-bouw ontvangen van die andere werkgever.

Wat moet de arbeider doen met de controlekaart C3.2A-bouw?

De arbeider moet altijd in het bezit zijn van de controlekaart gedurende de hele maand en moet ze voorleggen aan een sociaal inspecteur wanneer deze erom verzoekt.

Vanaf de 1ste dag van de maand tot aan het einde van de maand moet de arbeider zijn controlekaart invullen conform de instructies op de kaart, zelfs als hij die maand nog niet tijdelijk werkloos werd gesteld. Zo moet hij alle arbeidsprestaties aanduiden (vóór de aanvang van het werk), ziektedagen, vakantiedagen en niet-gepresteerde dagen gedekt door loon.

Aan het einde van de maand, indien de arbeider tijdelijk werkloos is gesteld, moet hij zijn controlekaart indienen bij zijn uitbetalingsinstelling (HVW, ACLVB, ACV, ABVV). Is hij niet tijdelijk werkloos gesteld, dan mag hij de kaart weggooien.

Wat als de arbeider zijn controlekaart C3.2A-bouw verliest?

In geval van verlies of diefstal van de kaart, moet u zelf aan de arbeider een niet-nominatieve kaart afleveren, geldend als duplicaat, na de RVA te hebben geïnformeerd. U vermeldt de datum van afgifte van de kaart, kruist vakje B aan, vermeldt de identiteit van de arbeider en de maand en faxt of verstuurt per e-mail een fotokopie van die ingevulde kaart naar het werkloosheidsbureau van de RVA, bevoegd voor de plaats van de exploitatiezetel, vooraleer u ze aflevert aan de arbeider. U kan die gegevens ook per fax, per e-mail of aangetekende brief aan de RVA mededelen. Duplicaten zijn slechts vergoedbaar indien de directeur van het werkloosheidsbureau daartoe toestemming verleent.

Wat als de arbeider zich vergist bij het invullen van zijn controlekaart C3.2A-bouw?

Als de arbeider doorhalingen heeft aangebracht op zijn controlekaart C3.2A-bouw, mag u hem geen nieuwe kaart afleveren.

Als de arbeider zich vergist heeft bij het invullen van zijn controlekaart, moet hij contact opnemen met het bevoegde werkloosheidsbureau (door zich persoonlijk aan te melden of via zijn uitbetalingsinstelling). In principe zijn geschrapte, doorgehaalde, met typex verbeterde, fout of dubbelzinnig ingevulde dagen op de controlekaart niet vergoedbaar. De directeur van het werkloosheidsbureau kan evenwel de dagen vergoedbaar verklaren indien de arbeider te goeder trouw is en het enkel gaat om een materiële vergissing.  Het is echter aan de arbeider om het bestaan van een materiële vergissing te bewijzen.

Hij kan dat doen door bij zijn controlekaart een verklaring op eer toe te voegen. De directeur van het werkloosheidsbureau zal o.a. rekening houden met het al dan niet repetitief karakter van de aanvraag. Een aanvraag wordt beschouwd als repetitief als er in de loop van het jaar dat voorafgaat aan de nieuwe aanvraag tot afwijking al een afwijking werd toegestaan.

Kan er gebruik gemaakt worden van een elektronische controlekaart?  

Vanaf 1 september 2023, beschikken alle werknemers over de mogelijkheid om gebruik te maken van een elektronische controlekaart (eC3.2). Indien de werknemer voor een elektronische controlekaart heeft gekozen, mag u aan deze geen papieren controlekaarten meer afleveren. Voor meer informatie, zie volgend infoblad E74 (“De elektronische controlekaart eC3.2”).

Welke formaliteiten moet u vervullen bij de AANVANG van de tijdelijke werkloosheid?

  • Deel maandelijks aan de RVA de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand mee voor elke arbeider.
  • Verricht een elektronische aangifte (ASR scenario 2) indien de arbeider een uitkeringsaanvraag moet indienen.

Die formaliteiten worden hieronder nader toegelicht.

Maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA

Wanneer moet de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag gebeuren?

U moet elke maand en voor elke arbeider die tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens werkgebrek omwille van economische redenen, aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand meedelen.

U bent vrijgesteld van die mededeling als u tijdens de betrokken kalendermaand al een mededeling hebt gedaan van een eerste effectieve dag van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer of technische stoornis voor de betrokken arbeider(s).

De mededeling moet worden verstuurd:

  • ofwel de eerste effectieve werkloosheidsdag;
  • ofwel de volgende (*) werkdag;
  • ofwel, indien u met zekerheid weet dat de arbeider werkloos zal zijn, ten vroegste de vijfde werkdag (*) die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag. De elektronische toepassing aanvaardt de mededeling indien ze ten vroegste de zevende kalenderdag die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag is verstuurd.

(*) Onder ‘werkdag’ worden alle dagen van de week verstaan met uitzondering van de zondagen, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen.

Opmerking: indien de volgende werkdag een zaterdag is, aanvaardt de RVA dat de mededeling verstuurd wordt de volgende maandag.

Voor een deeltijdse arbeider die gewoonlijk werkzaam is van maandag tot woensdag, mag de mededeling van de eerste werkloosheidsdag:

  • gelegen op maandag, ook worden verstuurd op de voorgaande dinsdag of op de volgende dinsdag;
  • gelegen op woensdag, ook worden verstuurd op de voorgaande donderdag of op de volgende donderdag.

Opgelet: Het is belangrijk dat de voorafgaandelijke mededeling wordt verstuurd vóór de mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag.

Voorbeeld: als de voorafgaandelijke mededeling op donderdag wordt verstuurd voor een volledige schorsing vanaf de volgende dinsdag, dan kan de mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag ten vroegste worden verstuurd op donderdag, aangezien er geen geldige mededeling bestaat voor de voorgaande periode.

Wat met een feestdag, vervangende feestdag, brugdag?

Indien een feestdag in het weekend valt, dan wordt de volgende maandag in principe als de vervangende feestdag beschouwd.

Voorbeeld: 11.11 valt op een zaterdag. Indien de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand valt op vrijdag 09.11, dan moet de mededeling ten laatste worden verstuurd op dinsdag 13.11 (maandag 12.11 wordt beschouwd als de vervangende feestdag).

De elektronische toepassing houdt in eerste instantie geen rekening met vervangingsdagen. Daarom krijgt u, indien u de mededeling elektronisch verstuurt op dinsdag 13.11 een waarschuwing. U mag die boodschap negeren door op ‘volgende’ te klikken. Als de aangifte een dag later gebeurt omwille van:

  • een vervangende feestdag gelegen op de maandag, indien de feestdag gelegen was in het weekend, moet u geen bijkomende info vermelden;
  • een vervangende feestdag in een andere hypothese, moet u in de zone opmerkingen het volgende vermelden: ‘##.##.####' = vervangende feestdag voor '##.##.####’.

Hetzelfde geldt voor collectief vastgelegde brugdagen.

Voorbeeld: de feestdag van 01.11 valt op een donderdag. Vrijdag 02.11 is binnen het bedrijf een collectief vastgestelde brugdag. De eerste effectieve werkloosheidsdag valt op woensdag 31.10. U mag de mededeling ten laatste versturen op maandag 05.11. U vermeldt in de zone opmerkingen ’02.11.#### = collectieve brugdag’.

Wat indien u de mededeling voortijdig verstuurt?

Een voortijdige mededeling wordt gelijkgesteld met geen mededeling en heeft tot gevolg dat er geen recht is op uitkeringen voor de beschouwde maand.

Een mededeling wordt als voortijdig beschouwd indien ze meer dan 5 werkdagen vóór de eerste effectieve werkloosheidsdag gelegen is.

Voorbeeld: op maandag 06.10 stuurt u een mededeling waarin woensdag 15.10 wordt vermeld als eerste effectieve werkloosheidsdag. Dit is een voortijdige mededeling waarmee geen rekening wordt gehouden, zodat er geen uitkeringen betaald mogen worden.

Wat indien u de mededeling niet of laattijdig verstuurd heeft? 

Zie verder 'Wat indien u de mededelingen niet, voortijdig of laattijdig verstuurd heeft aan de RVA?’

Wat indien u zich vergist heeft?

Indien de werkgever zich vergist heeft en ten onrechte een mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag heeft verstuurd, dan moet hij de mededeling aan de RVA (in principe via elektronische weg) zo snel mogelijk annuleren. De wet voorziet dat dit moet gebeuren ten laatste de werkdag volgend op de dag die als eerste effectieve werkloosheidsdag is meegedeeld aan de RVA.

Voorbeeld: u hebt op donderdag 10.04 een mededeling verstuurd van de eerste effectieve werkloosheidsdag wegens werkgebrek vanaf dinsdag 15.04. Naar aanleiding van en onverwachte opdracht is er toch werk. U hebt tot uiterlijk woensdag 16.04 de tijd om uw mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag te annuleren.

De elektronische toepassing laat toe dat de mededeling na deze datum kan geannuleerd worden. Met deze annulatie wordt evenwel geen rekening gehouden indien blijkt dat de werkgever ter kwader trouw is of de annulaties een repetitief karakter vertonen.

Stelt de werkgever de werknemers later in de maand effectief tijdelijk werkloos, dan moet hij een nieuwe mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag versturen aan de RVA.

Indien u de eerste - foutieve - mededeling bent vergeten te annuleren vooraleer u een nieuwe mededeling verstuurt, dan zal de RVA u contacteren met de vraag welke mededeling moet worden geannuleerd. Indien u niet reageert, zal de RVA ervan uitgaan dat de tweede mededeling overbodig was. Omdat de eerst medegedeelde datum niet overeenstemt met de eerste werkloosheidsdag vermeld in de ASR scenario 5 (zie verder  Maandelijkse elektronische aangifte - ASR scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’), mag de uitbetalingsinstelling voor die maand geen uitkering betalen. U moet dan loon betalen voor alle dagen van tijdelijke werkloosheid tot aan het einde van de maand (zie verder ‘Wat gebeurt er als de mededelingen niet voortijdig of laattijdig verstuurd worden aan de RVA?’).

Wat indien de arbeidsovereenkomst op de 1ste effectieve werkloosheidsdag omwille van een andere reden geschorst is?

Indien op de eerste effectieve werkloosheidsdag de arbeidsovereenkomst gelijktijdig ook geschorst is omwille van een andere reden (bv. als gevolg van ziekte, individuele vakantie of inhaalrust), dan wordt de mededeling ten aanzien van die arbeider als geldig beschouwd. De arbeider moet die gebeurtenis (ziekte, vakantie …) aanduiden op zijn controlekaart C3.2A-bouw en hij zal voor die dagen geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen. In dit geval stemt de door u meegedeelde eerste effectieve werkloosheidsdag dus niet overeen met de eerste dag waarvoor werkloosheidsuitkeringen worden toegekend.

Wie verstuurt de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag voor werknemers uitzenkrachten?

U of het uitendkantoor. Indien u de mededeling verstuurt, vermeldt u daarin de hoedanigheid van de uitzendkracht en het KBO-nummer van het uitzendkantoor. Het is wenselijk dat zowel de voorafgaandelijke mededeling als die van de 1ste effectieve werkloosheidsdag verstuurd worden, ofwel door het uitzendkantoor ofwel door u. 

Naar waar moet de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag verstuurd worden?

De mededeling moet worden verstuurd naar het werkloosheidsbureau van de plaats waar uw onderneming gevestigd is. Daarmee wordt de exploitatiezetel van uw onderneming bedoeld en niet de maatschappelijke zetel.

Het is belangrijk dat de voorafgaandelijke mededeling en de mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag betrekking hebben op dezelfde entiteit (zelfde KBO-nummer en postcode). Er kunnen slechts uitkeringen worden betaald indien voor elke arbeider beide mededelingen in orde zijn en aan elkaar kunnen worden gekoppeld.

Voorbeeld: tijdens een lopende regeling van tijdelijke werkloosheid verhuist een exploitatiezetel van een onderneming (andere postcode).  In de mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag wordt het nieuw adres van de exploitatiezetel vermeld. Opdat die mededeling gekoppeld kan worden aan de voorafgaandelijke mededeling, moeten ook de identificatiegegevens van de voorafgaandelijke mededeling aangepast worden. U kunt dat doen door de lopende voorafgaandelijke mededeling stop te zetten en voor het resterend gedeelte een nieuwe voorafgaandelijke mededeling te doen op het nieuw adres.

Hoe moet de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag gebeuren?

Via het web of via batch (zie de voorafgaandelijke mededeling).

Welke vermeldingen moet de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag bevatten?

De maandelijkse mededeling aan de RVA moet de volgende vermeldingen bevatten:

  • uw naam, adres (of die van de onderneming) en ondernemingsnummer;
  • de naam, de voornaam, het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde arbeider (er kunnen meerdere arbeiders in één mededeling worden vermeld);
  • de eerste dag waarop de arbeidsovereenkomst van de betreffende arbeider(s) in de beschouwde maand geschorst wordt wegens werkgebrek;
  • het volledige werfadres waar de arbeider normaal zou zijn tewerkgesteld op die dag of het adres van de laatste werf (indien de arbeider niet aan een werf kan worden toegewezen). Deze verplichting maakt het de controlediensten mogelijk de echtheid van de werkloosheid te controleren.  Indien nog geen straat- of huisnummer is toegekend (bijvoorbeeld bij een nieuwe verkaveling), geef dan in de rubriek opmerkingen een gedetailleerde omschrijving zodat de werf gelokaliseerd kan worden.
Wat moet u vermelden in geval van verschillende tewerkstellingsplaatsen?

Indien er verschillende vaste tewerkstellingsplaatsen zijn, dan wordt de plaats van tewerkstelling vermeld waar de betrokken arbeider in de beschouwde maand voor het eerst tijdelijk werkloos wordt gesteld.

Wat gebeurt er na verzending van de mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag?

Van elke elektronische mededeling ontvangt u een ontvangstbericht waarin een uniek nummer staat en de inhoud van de mededeling. U hebt de mogelijkheid om de elektronische mededelingen te consulteren (via de portaalsite van de sociale zekerheid of via batch, afhankelijk van de manier van communicatie die u hebt gebruikt). Indien nodig kunt u de mededeling van de 1ste effectieve dag annuleren binnen een termijn lopend van de 5de werkdag voorafgaand aan de vermelde 1ste effectieve dag en de werkdag die erop volgt (zie hierboven ‘Wat indien u zich vergist heeft?’).

Het bevoegde werkloosheidsbureau verifieert of de mededeling conform is aan de reglementering (bv. of er een voorafgaandelijke mededeling werd verstuurd en of de termijn voor de mededeling van de 1ste effectieve dag werd nageleefd).

  • Indien de mededeling reglementair in orde is, wordt de inhoud ervan ingebracht in een databank die ter beschikking staat van de uitbetalingsinstellingen (HVW, ACLVB, ACV, ABVV). Zij raadplegen die gegevens met het oog op het correct uitbetalen van uitkeringen aan de tijdelijk werklozen.
  • Indien de mededeling reglementair niet in orde is, wordt u daarvan op de hoogte gebracht door het werkloosheidsbureau. U kunt uw situatie dan zo snel mogelijk regulariseren door een nieuwe mededeling te versturen of door de ontbrekende gegevens over te maken. Als de mededeling niet in orde is, voorziet de wet immers in een loonsanctie (zie verder 'Wat indien u de mededelingen niet voortijdig of laattijdig verstuurd heeft aan de RVA?’).

De elektronische aangifte - ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht op tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’

Wanneer moet u een ASR scenario 2 verrichten?

Wanneer de arbeider een uitkeringsaanvraag moet indienen, d.w.z.:

  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid van de arbeider in uw onderneming;
  • indien hij opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een onderbreking van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid van minstens 36 maanden;
  • indien hij opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een wijziging van zijn contractuele arbeidsregeling (de factor Q of S) (bv. indien hij deeltijds gaat werken of in loopbaanonderbreking of tijdskrediet gaat).
  • bij de eerste tijdelijke werkloosheid na 30/09 (in functie van de eventuele jaarlijkse herziening van het bedrag van de uitkering).

U moet bij de aanvang van de werkloosheid én op uw eigen initiatief, een ASR scenario 2 verrichten via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be > Onderneming > Sociale risico’s > ASR > Werkloosheid > Scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’) of via batch.

U overhandigt, ter informatie, een print van de elektronische aangifte aan de arbeider.

Voor meer informatie over de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon, lees het infoblad Werkgevers ‘Het formulier C4 – werkloosheidsbewijs’ nr. E14.

Aan de hand van de ASR scenario 2 berekent de RVA het bedrag van de uitkeringen waarop de arbeider recht heeft.

Wie verricht de ASR scenario 2 voor uitzendarbeiders?

Wanneer het gaat om uitzendarbeiders, moet de ASR altijd verricht worden door het uitzendkantoor, met vermelding van het KBO-nummer.

Wat moet de arbeider doen ?

De werknemer houdt ter informatie de afdruk bij van de elektronische aangifte die u hebt overhandigd en contacteert zo snel mogelijk zijn uitbetalingsinstelling (ABVV, ACLVB, ACV, HVW) om een formulier C3.2-werknemer (aanvraag om uitkeringen tijdelijke werkloosheid) in te vullen.

De uitbetalingsinstelling zal de ASR scenario 2 ophalen.

Voorbeelden:

  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 16 juni. De uitkeringsaanvraag moet op het werkloosheidsbureau toekomen ten laatste op 31 augustus.
  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 1 september. De uitkeringsaanvraag moet ten laatste op 30 november toekomen op het werkloosheidsbureau.
  • De arbeider wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 31 september. De uitkeringsaanvraag moet ook ten laatste op 30 november toekomen op het werkloosheidsbureau.

Welke formaliteiten moet u vervullen TIJDENS de periode van tijdelijke werkloosheid?

  • Overhandig een nieuwe controlekaart C3.2A-bouw aan de arbeiders voor het begin van elke maand en deel aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag mee van elke maand voor elke arbeider (zie hierboven 'Maandelijkse afgifte van een controlekaart C3.2A-bouw aan de arbeiders' en 'Mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA');
  • Dien maandelijks na het einde van de maand een elektronische aangifte in (ASR scenario 5) voor de werkloos gestelde arbeiders;
  • Als de contractuele arbeidsduur wijzigt (de factor Q of S), verricht u een ASR scenario 2 (zie hierboven Elektronische aangifte - ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht op tijdelijke werkloosheid en schorsing bedienden’).
  • Indien u een arbeider aanwerft wanneer er al een regeling van tijdelijke werkloosheid lopende is, moet u de arbeider op tijd informeren en, desgevallend, op tijd een nieuwe mededeling sturen naar de RVA;
  • In geval van stijging van het aantal werkloosheidsdagen of overgang van een regeling van gedeeltelijke arbeid naar volledige schorsing, moet u een nieuwe kennisgeving / mededeling doen aan alle partijen (behalve aan de ondernemingsraad);
  • Indien u een lopende regeling wil stopzetten, informeert u de arbeiders en het werkloosheidsbureau van de RVA daarvan en voert u gedurende minstens 7 dagen vóór het verstrijken van de maximumduur van 4 weken of 3 maanden opnieuw de volledige arbeidsregeling in.

De formaliteiten die nog niet werden uitgelegd worden hieronder nader besproken.

Maandelijkse elektronische aangifte - ASR scenario 5 'Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden'

Wanneer een ASR scenario 5 verrichten?

Na het einde van de maand en op eigen initiatief, verricht u een ASR scenario 5.

Wie verricht de ASR scenario 5 voor werknemers uitzendkrachten?

Wanneer het gaat om uitzendkrachten, moet de ASR altijd verricht worden worden door het uitzendkantoor, met vermelding van uw KBO-nummer.

Hoe en waarom een ASR scenario 5 verrichten?

U verricht de elektronische aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid (http://www.socialsecurity.be > Onderneming> Sociale risico's > ASR > werkloosheid > scenario 5 'Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden') of via batch en u overhandigt een print van de elektronische aangifte aan de arbeider.

Meer informatie over het invullen van de factor Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon, vindt u in het infoblad voor werkgevers nr. E14 ‘Het formulier C4 - werkloosheidsbewijs’.

U vermeldt het aantal uren dat de arbeider tijdelijk werkloos is gesteld samen met de gepaste code naargelang van de aard van tijdelijke werkloosheid.

Aan de hand van de controlekaart C 3.2A en de ASR scenario 5, kunnen de uitbetalingsinstelling en de RVA het aantal uitkeringen berekenen waarop de arbeider recht heeft.

Welke dagen mag u niet opgeven als dagen tijdelijke werkloosheid?

U mag de arbeiders niet tijdelijk werkloos stellen op de volgende dagen:

  • wettelijke feestdagen (of de vervangingsdagen ervan) die gelegen zijn in een periode van tijdelijke werkloosheid. U moet loon betalen voor die dagen. Voor een aantal feestdagen (afhankelijk van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid tijdens het betrokken kalenderjaar), geniet u een vermindering van sociale bijdragen;
  • dagen waarvoor u loon (bv. 7 dagen loon in geval van laattijdige mededeling zonder regularisatie) of gewaarborgd dagloon (in toepassing van artikel 27 van de wet op de arbeidsovereenkomsten) moet betalen;
  • dagen waarop de arbeider normaal niet werkt (bv. zaterdag als dat de normale inactiviteitsdag is);
  • volledig verworven inhaalrustdagen waarop de arbeider recht heeft ingevolge arbeid op een zondag, een feestdag of het presteren van overuren. De arbeider moet eerst die dagen inhaalrust uitputten alvorens hij tijdelijk werkloos kan worden gesteld wegens economische oorzaken (artikel 51 bis van de wet op de arbeidsovereenkomsten). Dat geldt ook voor volledige inhaalrustdagen verworven ingevolge overschrijdingen van de arbeidsduur in het kader van de invoering van flexibele arbeidsregelingen.

De volgende inhaalrustdagen moeten niet eerst worden uitgeput:

  • inhaalrust die niet ten minste een volledige dag bedraagt;
  • inhaalrust – individueel of collectief vastgelegd – toegekend in het kader van arbeidsduurvermindering.

Opgelet: u kan de arbeider slechts tijdelijk werkloos stellen voor een volledige arbeidsdag, d.w.z. voor het totaal aantal uren waarop hij normaal die dag zou hebben gewerkt. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk een arbeider, die normaal 8 uur per dag werkt, voor 4 uur tijdelijk werkloos te stellen.

Hoeveel ASR scenario's 5 moet u verrichten?

U levert in principe slechts één formulier af of doet slechts één ASR per maand en per arbeider, ook indien er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.

Wat moet de arbeider doen?

De arbeider houdt, ter informatie, de kopie bij van de ASR die u hem hebt overhandigd.

De arbeider moet enkel zijn controlekaart C3.2A-bouw indienen bij zijn uitbetalingsinstelling na het einde van de maand. De ASR scenario 5 wordt automatisch verstuurd naar de uitbetalingsinstelling van de arbeider.

Wat moet u doen als er arbeiders worden aangeworven tijdens een lopende regeling van tijdelijke werkloosheid?

Als de voorafgaandelijke mededeling aan de RVA nominatief was, moet u de arbeider op tijd informeren en tijdig een nieuwe mededeling aan de RVA versturen.

Indien de mededeling niet nominatief was, dan geldt deze ook voor de nieuwe arbeiders in de afdeling waarvoor een regeling van tijdelijke werkloosheid lopende is en moet u geen nieuwe mededeling aan de RVA versturen. De arbeider moet evenwel binnen de vereiste termijn worden verwittigd (zie hierboven 'De kennisgeving van de voorziene werkloosheid aan de arbeiders').

Wat moet u doen als u het aantal dagen werkloosheid wil verhogen?

Indien u binnen een aangekondigde regeling het aantal werkloosheidsdagen wenst te verhogen of wenst over te gaan van een regeling van gedeeltelijke arbeid naar volledige schorsing, dan moet u daarvan aan alle partijen (behalve aan de ondernemingsraad) een nieuwe kennisgeving/mededeling doen.

Opgelet: Bij een verhoging van het aantal werkloosheidsdagen, moet u steeds de einddatum respecteren zoals opgegeven in de oorspronkelijke mededeling.

Voorbeeld: u heeft een regeling van grote schorsing aangekondigd voor 13 weken. Vanaf de 12de week wenst u over te gaan tot een regeling van volledige schorsing. U moet daarvoor tijdig een nieuwe mededeling versturen aan het werkloosheidsbureau van de RVA. U kan die regeling maar aanvragen voor 2 weken aangezien de 14de week een verplichte werkweek is.

Enkel indien u een einde maakt aan de mededeling, vervalt de einddatum en kan u een volledig nieuwe regeling laten ingaan (zie volgend punt).

Hoe kunt u een einde maken aan een regeling?

U kunt uw arbeiders altijd terugroepen. De wetgeving bepaalt niet hoe de terugroeping gebeurt. De modaliteiten inzake terugroeping worden dus op ondernemingsvlak geregeld. De terugroeping moet niet aan de RVA worden meegedeeld, maar zal wel blijken uit het formulier C 3.2A-bouw (waarop de werknemer de gewerkte dagen schrapt) en uit de ASR scenario 5.

Voor de berekening van de duur van de schorsing, blijft u evenwel gebonden aan de einddatum zoals opgegeven in de voorafgaandelijke mededeling. Daaruit volgt dat, wanneer de maximumduur bereikt is, u verplicht bent eerst een volledige arbeidsweek in te voeren vooraleer u een nieuwe regeling kunt laten ingaan.

Voorbeeld: u voorziet een volledige schorsing van 4 weken. In de loop van de tweede week heeft u onverwacht een nieuwe werf en roept u uw arbeiders terug. De vijfde week blijft een verplichte werkweek, ook al hebben de arbeiders het werk vanaf de tweede week hervat. Een eventuele nieuwe regeling kan pas ingaan na die verplichte werkweek.

U kan dit vermijden door een einde te maken aan een lopende regeling. Dat is slechts mogelijk als u:

  • daarvan kennisgeving doet aan de werknemers en aan het werkloosheidsbureau van de RVA (door uw initiële mededeling te wijzigen door de einddatum te vervroegen). Daarvoor is geen termijn voorzien, maar zij moet wel de werkhervatting voorafgaan

    én

  • ten minste 7 dagen vóór het verstrijken van de maximumduur van 4 weken of 3 maanden de regeling van volledige arbeid opnieuw invoert.

Voorbeeld: u voorziet een volledige schorsing van 4 weken. In de loop van de tweede week heeft u onverwacht een nieuwe werf. U doet mededeling aan de arbeiders en aan het werkloosheidsbureau van de RVA dat u een einde maakt aan de lopende regeling en dat de arbeiders het werk vanaf week 2 hervatten. Er wordt geen rekening meer gehouden met die mededeling en u kunt later, indien er werkgebrek is, een nieuwe regeling aanvragen.

Kan de arbeidsovereenkomst beëindigd worden tijdens de schorsing?

De arbeider heeft het recht zijn arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen tijdens een lopende periode van schorsing van zijn arbeidsovereenkomst wegens werkgebrek (volledige schorsing of regeling van gedeeltelijke arbeid). Voorwaarde is dat de schorsing reeds effectief is ingegaan. Indien de arbeider zijn opzeg gegeven heeft vóór de aanvang van de schorsing, loopt de opzeggingstermijn verder tijdens de schorsing.

Indien u de opzeg geeft aan de arbeider voor of tijdens de schorsing, stopt de opzeggingstermijn te lopen tijdens de schorsing.

Normale inactiviteitsperiodes (bv. het weekend of gewone inactiviteitsdagen bij deeltijdse tewerkstelling) werken slechts verlengend indien ze voorafgegaan en gevolgd worden door tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek.

Bv. u voert een regeling van volledige schorsing in voor één week. De opzeggingstermijn van de arbeider wordt verlengd met 5 dagen (en niet met 7 dagen);

Welke formaliteiten moet u vervullen OP HET EINDE van de periode van tijdelijke werkloosheid ?

  • Als het werk normaal kan worden hervat, hoeft u niets te doen.
  • Als er nog steeds een gebrek is aan werk, kunt u een nieuwe regeling aanvragen, rekening houdend met de volgende zaken:

De maximumduur van 4 weken of 3 maanden werd bereikt:

U moet eerst gedurende een volledige werkweek de volledige arbeidsregeling terug invoeren vooraleer u een nieuwe regeling (dezelfde of een andere) kunt invoeren.

De maximumduur van 4 weken of 3 maanden werd niet bereikt:

Een verlenging is mogelijk tot de toegelaten maximumduur.

Aangezien het gaat om werkloosheid die nog niet aangekondigd was, moet u daarvoor een nieuwe tijdige mededeling versturen.

Voorbeeld: u deelt een volledige schorsing mee van 2 weken. U kunt nog een volledige schorsing voor twee weken aanvragen, de vijfde week is een verplichte werkweek.

Het betreft een regeling waarvoor geen maximumduur geldt:

Indien u een nieuwe tijdige mededeling verstuurt, kunt u een nieuwe regeling (ongeacht welke) invoeren.

Voorbeeld: u hebt een kleine schorsing aangekondigd voor 12 maanden. Na afloop daarvan kunt u aansluitend een nieuwe regeling van kleine schorsing aanvragen voor 12 maanden.

Wat indien u de mededelingen niet, voortijdig of laattijdig verstuurd heeft aan de RVA?

Zowel de voorafgaandelijke mededeling als de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag moeten tijdig aan de RVA worden verstuurd. De wet voorziet in loonsancties indien een van die mededelingen of beide niet of laattijdig verstuurd worden.

Laattijdige voorafgaandelijke mededeling (en tijdige mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag) of geen voorafgaandelijke mededeling? 

Laattijdige voorafgaandelijke mededeling?

Indien u de mededeling van de voorziene werkloosheid laattijdig verstuurt (zijnde minder dan 4 werkdagen of 7 kalenderdagen op voorhand naargelang het gaat om een volledige schorsing of een regeling van gedeeltelijke arbeid), dan wordt u daarover geïnformeerd door de RVA. U moet dan het normaal loon betalen gedurende 7 dagen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, behalve indien de mededeling wordt geregulariseerd.

Een laattijdige mededeling kan op 2 manieren geregulariseerd worden:

  • De effectieve datum van inwerkingtreding van de schorsing kan worden uitgesteld zodanig dat de mededelingstermijn gerespecteerd wordt. De RVA past zelf de ingangsdatum van de regeling aan en stelt u daarvan schriftelijk in kennis. In dergelijk geval blijft de einddatum van de oorspronkelijke mededeling behouden.

    Voorbeeld: u verstuurt op woensdag 1 oktober een mededeling aan de RVA waarin u een volledige schorsing voor 4 weken voorziet vanaf vrijdag 3 oktober. De mededeling is te laat verstuurd. Indien u de aanvang van de schorsing uitstelt tot maandag 6 oktober, dan kunnen uitkeringen worden toegekend vanaf maandag 6 oktober (de mededelingstermijn van 4 werkdagen is gerespecteerd).

  • U kunt de laattijdige mededeling elektronisch annuleren en onmiddellijk een nieuwe tijdige mededeling versturen. In dat geval kunnen uitkeringen worden toegekend vanaf ingang van de nieuwe mededeling. Ook de einddatum van de oorspronkelijke mededeling kan dan worden verschoven.

    Voorbeeld: zie vorig voorbeeld. De RVA brengt u op de hoogte dat de mededeling laattijdig is. Indien u de mededeling via de elektronische toepassing annuleert en op donderdag 2 oktober een nieuwe mededing verstuurt voor een volledige schorsing van 4 weken ingaand op dinsdag 7 oktober, kunnen uitkeringen worden toegekend vanaf 7 oktober.

Geen voorafgaandelijke mededeling?

Indien u geen voorafgaandelijke mededeling aan de RVA verstuurt heeft, kunnen geen uitkeringen worden toegekend, ook niet voor de periode die volgt op de periode van 7 dagen gedekt door loon. De periode vanaf de 8ste dag van de werkelijke schorsing kan slechts worden vergoed indien u (alsnog) een laattijdige mededeling verstuurt, wanneer u te goeder trouw vergeten bent een mededeling te versturen.

Laattijdige mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag (en tijdige voorafgaandelijke mededeling) of geen mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag? 

Laattijdige mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag?

Indien u de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag laattijdig verstuurt, aanvaardt de RVA de tijdelijke werkloosheid vanaf de werkdag die voorafgaat aan de dag van verzending van de laattijdige mededeling. 
In dergelijk geval moet u loon betalen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tot en met de dag die voorafgaat aan het begin van de tijdelijke werkloosheid aanvaard door de RVA. 
Voor de eerste 7 dagen is dat het normale loon, voor de volgende werkloosheidsdagen is dat een begrensd loon (*).

(*) Het begrensd loon bedraagt maximum 3.299,11 euro bruto per maand. Dat bedrag is gelijk aan het plafond dat geldt voor het berekenen van de werkloosheidsuitkeringen.

Voorbeeld: u verstuurt op vrijdag 28 februari een mededeling voor een eerste effectieve werkloosheidsdag op maandag 24 februari. Deze mededeling is laattijdig. De RVA aanvaardt de tijdelijke werkloosheid vanaf donderdag 27 februari en u moet loon betalen van maandag 24 februari tot en met woensdag 26 februari.

Voortijdige mededeling of geen mededelingvan de 1ste effectieve werkloosheidsdag?

Indien u de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag niet verstuurt, moet u loon betalen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tot aan het einde van de lopende maand. Voor de eerste 7 dagen is dat het normale loon, voor de volgende werkloosheidsdagen (beperkt tot de lopende maand) is dat een begrensd loon (*).

(*) Het begrensd loon bedraagt maximum 3.299,11 euro bruto per maand. Dat bedrag is gelijk aan het plafond dat geldt voor het berekenen van de werkloosheidsuitkeringen.

Deze loonsanctie geldt voor elke maand waarin u deze verplichting niet naleeft.

Een voortijdige mededeling wordt gelijkgesteld met geen mededeling. Indien u per vergissing een voortijdige mededeling hebt verstuurd, moet u die annuleren. Een mededeling wordt beschouwd als voortijdig indien ze meer dan 5 werkdagen vóór de eerste effectieve werkloosheidsdag plaatsvindt (zie hierboven ‘Wanneer moet de maandelijkse mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag gebeuren?’).

Geen voorafgaandelijke mededeling en geen mededeling van de 1ste effectieve werkloosheidsdag?

Indien u de voorziene werkloosheid niet meedeelt en u de 1ste effectieve werkloosheidsdag niet of voortijdig meedeelt, moet u:

  • voor de eerste 7 dagen (niet beperkt tot de lopende maand): het normale loon betalen;
  • voor de volgende 7 dagen (niet beperkt tot de lopende maand): het normale loon betalen;
  • voor de rest van de maand: het begrensd loon betalen (*).

(*) Het begrensd loon bedraagt maximum 3.299,11 euro bruto per maand. Dat bedrag is gelijk aan het plafond dat geldt voor het berekenen van de werkloosheidsuitkeringen.

Voorbeeld: u stelt een arbeider tijdelijk werkloos vanaf maandag 01.10. Er is geen mededeling gedaan aan de RVA van de voorziene werkloosheid én geen mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag. Van maandag 01.10 tot en met zondag 14.10 moet u het normale loon betalen (7 dagen loon voor het ontbreken van de mededeling van de voorziene werkloosheid én 7 dagen loon voor het ontbreken van de mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag). Vanaf 15.10 tot het einde van de maand moet u het begrensd loon betalen.

Hebben de arbeiders recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid?

Werknemers dievanaf 01.07.2022 tijdelijk werkloos worden gesteld wegens economische oorzaken, hebben onmiddellijk recht op uitkeringen en moeten niet voldoen aan toelaatbaarheidsvoorwaarden. Dat betekent dat de ze, afhankelijk van hun leeftijd, tijdens een bepaalde periode (referteperiode) die de uitkeringsaanvraag onmiddellijk voorafgaat, niet een bepaald aantal arbeidsdagen in loondienst (wachttijd) moeten bewijzen.

Voor meer info, zie het infoblad werknemers T32 “Heeft u recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid?”

De gebruikelijke vergoedbaarheidsvoorwaarden zijn op hen van toepassing (o. a. arbeidsgeschikt zijn, de voorwaarden voor de uitoefening van een nevenactiviteit ...).

Wat indien u werknemers tijdelijk werkloos stelt terwijl er geen sprake is van een geldige schorsing van de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst op grond van werkgebrek wegens economische oorzaken?

In dergelijk geval bent u verplicht om het normale loon te betalen aan de werknemers voor de dagen waarop de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst niet geldig is geschorst.

U moet in dergelijk geval het brutobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid terugbetalen aan de RVA.

U mag het nettobedrag van de ten onrechte betaalde uitkeringen tijdelijke werkloosheid inhouden van het nettoloon dat u aan de werknemers moet betalen.

Deze werkwijze is van toepassing op de ten onrechte betaalde uitkeringen die betrekking hebben op de periode vanaf 1 juli 2022.

Wat is het bedrag van de uitkering voor tijdelijke werkloosheid?

In geval van tijdelijke werkloosheid ontvangen de arbeiders een bedrag gelijk aan 60% van hun gemiddeld loon (begrensd tot 3.299,11 euro bruto per maand).

Op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Voor de leerlingen beoogd in artikel 1bis van het voormelde KB van 28.11.1969, is het bedrag van de uitkeringen een forfaitair bedrag. 

 

Hebben uw arbeiders recht op een supplement bovenop hun uitkering?

De wet voorziet twee supplementen:

  • Een supplement voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Bij tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek op grond van economische oorzaken hebben uw arbeiders in de bouwsector recht op een supplement bovenop hun werkloosheidsuitkering voor elke dag waarop ze tijdelijk werkloos worden gesteld. Het minimumbedrag van het supplement bedraagt 2 euro per werkloosheidsdag.

U moet dit supplement betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van een Fonds voor Bestaanszekerheid.

  • Daarnaast voorziet de wet van 5 november 2023 houdende diverse bepalingen (BS 23.11.2023) dat uw arbeiders vanaf 1 januari 2024 mogelijks (*) ook nog recht hebben op een bijkomende toeslag van 5 euro per dag voor elke dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering:
    • indien het bruto maandloon van uw arbeiders niet hoger is dan 4.000 euro, hebben ze recht op deze toeslag vanaf de eerste werkloosheidsdag voor elke dag gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering;
    • indien het bruto maandloon van uw arbeiders hoger is dan 4.000 euro, hebben ze recht op deze toeslag vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar bij dezelfde werkgever. Voor de telling van de tijdelijke werkloosheidsdagen wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Deze toeslag compenseert het feit dat het bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen (met uitzondering van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) vanaf 1 januari 2024 60% van het gemiddelde dagloon bedraagt.

De toeslag is gekoppeld aan de spilindex die geldt op 1 januari 2024.
U moet deze toeslag betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid.

(*) Uitzondering: u moet deze toeslag niet betalen indien door een cao bij tijdelijke werkloosheid een percentage van het loon wordt gewaarborgd waardoor uw arbeiders een supplement ontvangen dat ten minste gelijk is aan de bijkomende toeslag.

 

Schematisch overzicht van de formaliteiten per type tijdelijke werkloosheid

 

 

Oorspronkelijke / 
voorafgaandelijke mededeling

Mededeling van de 1ste 
effectieve dag van
TW van de maand (*)

Aflevering C3.2A (****)

ASR 5 
(werkloosheidsuren)

ASR 2
(uitkeringsaanvraag)

TW werkgebrek
bouwsector (zie infoblad E21)

Ja, bijzondere termijn (zie infoblad E21)

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Specifieke controlekaart af te leveren voor het begin van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW werkgebrek
arbeiders (zie infoblad E22)

Ja, 7 kalenderdagen op voorhand 
(uitgezonderd afwijkende regelingen)

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW werkgebrek
bedienden (zie infoblad E55)

Ja, 7 kalenderdagen op voorhand + voorafgaandelijke voorwaarden ten minste 14 dagen op voorhand

Ja, tussen de 5de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW technische stoornis (zie infoblad E27)

Ja, de 1ste werkdag die volgt op de technische stoornis

Ja, tussen de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW slecht weer (zie infoblad E26)

Nee

Ja, tussen de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloosheidsdag van de maand + inschrijving in validatieboek

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW slecht weer – bouwsector (zie infoblad E29)

Nee

Ja, tussen de werkdag die eraan
voorafgaat en de werkdag die erop volgt (**)

Specifieke controlekaart af te leveren voor het begin van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW overmacht (zie infoblad E24)

Ja (administratieve praktijk)

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloos-heidsdag van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW overmacht medische redenen (zie infoblad E24)

Nee

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloos-heidsdag van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij elke aanvraag omwille van overmacht medische redenen

TW sluiting jaarlijkse vakantie (zie infoblad E23)

Nee

Nee

Ja, ten laatste de 1ste effectieve werkloos-heidsdag van de maand

Ja, na het einde van de maand

Ja, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

TW staking of lock-out (zie infoblad E25)

Nee

Ja, geen termijn voorzien, per staking eenmalige mededeling van het begin van de werkloosheid

Ja, op vraag van de werknemer

Ja, op vraag van de werknemer

Ja, op vraag van de werknemer, bij de 1ste TW binnen de onderneming (***)

(*) Slechts een mededeling per maand en per werknemer.

(**) Onder ‘voorafgaandelijke of volgende werkdag’ worden alle dagen van de week verstaan met uitzondering van de zondagen, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen.

(***) of wijziging van de factorQ/S of onderbreking van de uitkeringen TW ≥ 36 maanden.

(****) behalve indien de werknemer gebruik maakt van de elektronische controlekaart eC3.2.