Start u of zet u een activiteit voort tijdens uw werkloosheid? Wat zijn de gevolgen voor uw uitkeringen?

T41

Dit infoblad bevat de informatie die eerder in de infobladen T5, T6, T41, T46 en T87 was opgenomen.

Laatste update : 25.03.2025

Wanneer is dit infoblad op u van toepassing?

Dit infoblad is op u van toepassing wanneer u werkloosheidsuitkeringen ontvangt (hiertoe behoren ook inschakelingsuitkeringen, uitkeringen als werkloze met bedrijfstoeslag of een inkomensgarantie-uitkering …) en u een activiteit start of uitoefent.

Als u recht hebt op kunstwerkuitkeringen, lees het infoblad T191 “Welke specifieke regels zijn van toepassing op de kunstwerkers vanaf 1 januari 2024? '.

Bent u tijdelijk werkloze? Lees het infoblad T45 “Mag u een bijberoep uitoefenen tijdens uw tijdelijke werkloosheid? '.

Over welke activiteiten gaat dit infoblad?

Dit infoblad gaat over elke activiteit die u inkomsten bezorgt of zou kunnen bezorgen (bv. activiteit in loondienst, als zelfstandige, in een deeleconomie …).

Als u een vrijwillige activiteit uitoefent voor een privépersoon of voor een organisatie, lees het infoblad T42 'Mag u een vrijwillige activiteit verrichten voor een privépersoon of een organisatie? '.

Hoe doet u aangifte van uw activiteit op uw controlekaart?

In dit infoblad is er vaak sprake van 'aangifte van de activiteit op de controlekaart'. 

As volledig werkloze moet u tot de leeftijd van 60 jaar een controlekaart in uw bezit hebben. Als werkloze met bedrijfstoeslag bent u niet verplicht om een controlekaart in uw bezit te hebben.

Als u een controlekaart hebt, hebt u de keuze tussen:

  • een papieren controlekaart die u op het einde van de maand overmaakt aan uw uitbetalingsinstelling;

of

  • een elektronische controlekaart die beschikbaar is op de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be/burger) en die eveneens beschikbaar is via de website van uw uitbetalingsinstelling. Op het einde van de maand moet u de gegevens op uw elektronische controlekaart bevestigen.

Om een activiteit aan te geven op uw controlekaart, moet u het vakje dat overeenstemt met de niet-vergoedbare dag(en) zwart maken.

Als u geen controlekaart hebt en u moet aangifte doen van een activiteit vóór u de activiteit aanvat, gebruikt u bij voorkeur het aangifteformulier C99 dat beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling. U bewaart dan het door uw uitbetalingsinstelling ingevulde ontvangstbewijs van het formulier C99 tot het einde van de maand die volgt op de maand waarin u het werk hebt hervat. In afwachting van dat ontvangstbewijs bewaart u een kopie van het formulier C99 dat uw uitbetalingsinstelling u heeft bezorgd.

Opgelet! Van sommige activiteiten moet u aangifte doen op specifieke formulieren die beschikbaar zijn bij uw uitbetalingsinstelling. Die formulieren worden vermeld in dit infoblad.

Arbeid in loondienst

We spreken van arbeid in loondienst wanneer u bent verbonden met een arbeidsovereenkomst.

Voor meer informatie over de begrippen voltijdse en deeltijdse werknemer, deeltijdse werknemer met behoud van rechten, vrijwillig deeltijdse werknemer en over de gevolgen van een deeltijdse tewerkstelling, lees het infoblad T28 'Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht? '.

U hervat het werk voltijds?

Wat moet u doen als er een einde komt aan uw voltijdse tewerkstelling?

Tijdens de voltijdse tewerkstelling (ongeacht de duur van de tewerkstelling) hebt u geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen.

U moet aangifte doen van de tewerkstelling op uw controlekaart (papier of elektronisch) vóór u het werk aanvat.

Hebt u geen controlekaart? Dan moet u aan uw uitbetalingsinstelling laten weten dat u het werk voltijds hervat. Daarvoor gebruikt u bij voorkeur het aangifteformulier C99.

Wat moet u doen als uw voltijds werk afloopt?

Als uw werkloosheid gedurende minstens 4 opeenvolgende weken werd onderbroken, moet u bij uw uitbetalingsinstelling een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen via een formulier C4.

U moet zich ook opnieuw inschrijven bij de dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Actiris, Forem of ADG) op de dag van de aanvraag of binnen de 8 dagen erna, tenzij u van die verplichting bent vrijgesteld.

Dankzij die voltijdse arbeid kunt u eventueel overstappen van inschakelingsuitkeringen naar werkloosheidsuitkeringen.

Als u werkloos met bedrijfstoeslag was, hervat u uw SWT.

U hervat het werk deeltijds?

Wat moet u doen als u deeltijds het werk hervat?

U moet aangifte doen bij uw uitbetalingsinstelling dat u het werk deeltijds hervat.

Tijdens de deeltijdse tewerkstelling hebt u geen recht meer op de normale werkloosheidsuitkeringen.

U kunt het statuut van deeltijds werknemer met behoud van rechten vragen aan uw uitbetalingsinstelling met het formulier C131A-Werknemer.

Als u deeltijdse werknemer met behoud van rechten bent, kunt u recht hebben op een inkomensgarantie-uitkering (IGU). Voor meer informatie, lees het infoblad T70 “Hebt u recht op de inkomensgarantie-uitkering? '.

In dat geval ontvangt u van uw uitbetalingsinstelling een controlekaart C3-deeltijds.

U moet uw deeltijdse arbeid ook aangeven bij de tewerkstellingsdienst (VDAB, Actiris, Forem of ADG) en dat binnen de 2 maanden na de start van uw tewerkstelling.

Als u vrijwillig deeltijds werknemer bent, kunt u kiezen tussen twee stelsels:

  • Ofwel kunt u een inkomensgarantie-uitkering (IGU) ontvangen naast uw deeltijdse loon. Voor meer informatie, lees het infoblad T70 'Hebt u recht op de inkomensgarantie-uitkering? '.
  • Ofwel worden er per gewerkte dag 2 halve uitkeringen in mindering gebracht van het aantal halve werkloosheidsuitkeringen waarop u recht had vóór de werkhervatting. U blijft dan de papieren of elektronische controlekaart als volledig werkloze gebruiken en duidt daar elke arbeidsprestatie op aan.
Wat moet u doen als er een einde komt aan uw deeltijdse tewerkstelling?

Als er een einde komt aan uw deeltijdse tewerkstelling, moet u zich aanbieden bij uw uitbetalingsinstelling om een nieuwe uitkeringsaanvraag in te dienen met een formulier C4.

U moet zich ook opnieuw inschrijven bij de tewerkstellingsdienst (VDAB, Actiris, Forem of ADG) op de dag van de aanvraag of binnen de 8 daaropvolgende dagen, tenzij u van die verplichting bent vrijgesteld.

Als u werkloos met bedrijfstoeslag was, hervat u uw SWT.

U oefent een activiteit uit vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector?

U mag, met behoud van het recht op uitkeringen, een activiteit uitoefenen vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector, op voorwaarde:

  • dat het gaat om de voortzetting van een lopende overeenkomst die u al vóór uw uitkeringsaanvraag uitoefende

en

  • dat u aangifte doet van die activiteit op het moment van de uitkeringsaanvraag met een formulier C44 dat beschikbaar is bij uw uitbetalingsinstelling.

Als de overeenkomst niet vóór de uitkeringsaanvraag is ingegaan, kunt u geen uitkeringen genieten in de periode die gedekt is door die arbeidsovereenkomst.

Als u vragen hebt over activiteiten vrijgesteld van sociale bijdragen in de sport- of socioculturele sector, neem dan contact op met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (contactcenter 02 511 59 59).

Zelfstandige arbeid

We spreken van zelfstandige arbeid als u een beroepsactiviteit uitoefent zonder verbonden te zijn met een arbeidsovereenkomst of zonder het statuut van ambtenaar.

Als u zo'n activiteit uitoefent, zijn deze regels voor u van toepassing, ook al bent u niet aangesloten bij een kas voor sociale verzekering voor zelfstandigen.

Als u een mandaat uitoefent in een commerciële organisatie of als u regelmatig een zelfstandige helpt, zijn de regels ook van toepassing.

Vestigt u zich als zelfstandige in hoofdberoep?

Wat moet u doen op het ogenblik dat u start met uw zelfstandige activiteit?

Neem altijd contact op met uw uitbetalingsinstelling.

Tijdens de zelfstandige activiteit die u als hoofdberoep uitoefent, hebt u geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen.

U moet aangifte doen van de activiteit op uw controlekaart van de lopende maand vóór u de activiteit aanvat.

Hebt u geen controlekaart? Dan moet u aan uw uitbetalingsinstelling laten weten dat u het werk als zelfstandige in hoofdberoep hervat. Daarvoor gebruikt u bij voorkeur het aangifteformulier C99. Dat kunt u bij uw uitbetalingsinstelling opvragen.

U onderbreekt tijdelijk uw zelfstandige activiteit?

Gedurende een tijdelijke onderbreking (minder dan 6 maanden) van uw zelfstandige activiteit hebt u geen recht op uitkeringen.

Wat is uw situatie wanneer uw zelfstandige activiteit in hoofdberoep afloopt?

Als u uw zelfstandige activiteit stopzet en opnieuw werkloosheidsuitkeringen wenst te ontvangen, moet u een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen bij uw uitbetalingsinstelling aan de hand van een formulier C109. U voegt daar de documenten aan toe waaruit blijkt dat u uw zelfstandige activiteit hebt stopgezet.

U moet zich ook opnieuw inschrijven bij de dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Actiris, Forem of ADG) op de dag van de aanvraag of binnen de 8 dagen erna, tenzij u van die verplichting bent vrijgesteld.

Was u volledig werkloos vóór u de zelfstandige activiteit startte?

Als u volledig werkloos was, hebt u opnieuw recht op werkloosheidsuitkeringen zolang u de zelfstandige activiteit niet langer dan 12 jaar hebt uitgeoefend. 

Het bedrag van uw uitkeringen kan verminderen ingevolge de duur van uw werkloosheid.
 Als u de zelfstandige activiteit minstens 6 maanden uitoefent, krijgt u na de stopzetting van uw activiteit een bedrag dat gelijk is aan het bedrag dat u voordien ontving.

Was u werkloos met bedrijfstoeslag? Dan hebt u opnieuw recht op werkloosheidsuitkeringen (van hetzelfde bedrag) en op het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag, ongeacht de duur van de onderbreking.

U werkte in loondienst vóór uw zelfstandige activiteit?

Arbeidsdagen als zelfstandige komen niet in aanmerking om, na uw zelfstandige activiteit, recht op werkloosheidsuitkeringen te kunnen hebben.

Hebt u vóór het zelfstandig beroep voldoende lang gewerkt als werknemer in loondienst, dan kunt u na de stopzetting van uw zelfstandig beroep, wel toegelaten worden tot het recht op uitkeringen op grond van die voorgaande tewerkstelling in loondienst. Voor meer informatie, lees het infoblad T31: 'Hebt u recht op uitkeringen na uw tewerkstelling? '.

Hebt u uw werk als loontrekkende verlaten om zelfstandige te worden, en stopt u met die zelfstandige activiteit? Dan kunt u pas werkloosheidsuitkeringen ontvangen als u aantoont dat uw vroegere werkgever niet meer bereid is u opnieuw in dienst te nemen. Stopt u binnen de 6 maanden met uw zelfstandige activiteit? Dan hebt u bovendien gedurende 6 maanden vanaf de werkverlating in geen geval recht op werkloosheidsuitkeringen.

U wenst een zelfstandige activiteit in bijberoep uit te oefenen met behoud van uw werkloosheidsuitkeringen?

U kunt, onder bepaalde voorwaarden, een zelfstandig bijberoep uitoefenen met behoud van uw werkloosheidsuitkeringen.

U kunt gedurende maximum 12 maanden de uitoefening van een zelfstandig bijberoep cumuleren met werkloosheidsuitkeringen in het kader van de specifieke maatregel 'Springplank- zelfstandigen' als u aan voorwaarden van die maatregel voldoet. Meer informatie vindt u in infoblad T158 'Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit in het kader van het voordeel 'Springplank naar zelfstandige' uitoefenen? '.

U kunt de uitoefening van een zelfstandig bijberoep ook cumuleren met werkloosheidsuitkeringen in het kader van de algemene regels die u terugvindt in dit infoblad. 

Voortzetting van een nevenactiviteit met behoud van werkloosheidsuitkeringen – algemene regels

Onder welke voorwaarden?

Om regelmatig een nevenactiviteit (als zelfstandige of loontrekkende) uit te oefenen, moet u gelijktijdig voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • U moet die nevenactiviteit al minstens 3 maanden vóór uw uitkeringsaanvraag hebben uitgeoefend terwijl u loontrekkende was. Die periode van 3 maanden wordt verlengd met periodes van tijdelijke werkloosheid of ziekte.
  • U moet aangifte doen van die nevenactiviteit bij uw uitbetalingsinstelling op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag.

U moet een formulier C1 en een formulier C1A invullen.

  • U moet de activiteit verrichten vóór 7 en na 18 uur tijdens de week (van maandag tot vrijdag). In dat geval hoeft u de activiteit niet op uw controlekaart of op het formulier C99 te vermelden.
    • Als u de activiteit toch uitoefent tussen 7 uur en 18 uur, moet u ze wel aangeven (vóór u het werk aanvat) op uw controlekaart. U verliest voor die dag uw uitkering.
    • Als u de activiteit op zaterdag of zondag uitoefent (ongeacht het uur), moet u ze altijd aangeven op uw controlekaart (vóór u het werk aanvat) en verliest u een uitkering voor elke zaterdag waarop u werkt en een uitkering (tijdens de daaropvolgende week) ter compensatie van de activiteit op zondag.

Sommige activiteiten mag u niet uitoefenen tijdens de werkloosheid (ook al voldoet u aan alle voorwaarden). Het gaat om:

  • activiteiten die enkel na 18 uur worden uitgeoefend (bv.: nachtwaker);
  • activiteiten in de horecasector (hotels, restaurants, drankgelegenheden) of activiteiten die behoren tot de beroepen van leurder of reiziger (verkoop aan huis of op markten), van verzekeringsagent of -makelaar.

U mag die activiteiten wel uitoefenen als ze van gering belang zijn (u contacteert best uw uitbetalingsinstelling zodat zij het RVA-kantoor kunnen consulteren om uit te maken of uw activiteit van gering belang is).

Uw nevenactiviteit moet bijkomstig blijven

Als uw activiteit niet of niet langer een bijkomstig karakter heeft, kan de directeur van het RVA-kantoor uw recht op werkloosheidsuitkeringen echter weigeren of intrekken, zelfs voor de dagen dat u de activiteit niet uitoefent.  Uw activiteit is niet langer bijkomstig als het aantal uren dat u er aan besteedt of als de inkomsten die de activiteit u oplevert te hoog zijn.

Wat met uw vergoeding als u de toelating hebt om een zelfstandig bijberoep uit te oefenen met behoud van uw uitkeringen?

U mag de inkomsten van uw activiteit cumuleren met uw uitkeringen, maar in beperkte mate.

Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering zal worden verminderd met het gedeelte van de inkomsten uit uw activiteit dat hoger is dan 17,72 euro per dag (volgens de index van 01.02.2025).

  • Als het gaat om een activiteit in loondienst, zal het dagbedrag verkregen worden door de netto jaarlijkse inkomsten (= bruto - RSZ-inhoudingen - bedrijfsvoorheffing) te delen door 312 (of in geval van een onvolledig jaar te delen door een proportioneel aantal dagen).
  • Als het niet gaat om een activiteit in loondienst, zal het dagbedrag verkregen worden door de netto jaarlijkse belastbare inkomsten (= bruto - lasten) te delen door 312 (of in geval van een onvolledig jaar te delen door een proportioneel aantal dagen).

Bijvoorbeeld: als het dagelijkse inkomen van uw activiteit 20 euro bedraagt, zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering met 2,28 euro verminderd worden.

(20 euro – 17,72 euro = 2,28 euro).

Wat moet u doen als uw nevenactiviteit afloopt?

U moet naar uw uitbetalingsinstelling gaan om een formulier C1 in te vullen. U kunt eventueel documenten toevoegen die het einde van uw nevenactiviteit bevestigen.

U wenst een zelfstandige te helpen?

Als u regelmatig een zelfstandige helpt (zelfs zonder dat u daarvoor vergoed wordt), moet u daarvan aangifte doen bij uw uitbetalingsinstelling.

Als u slechts occasioneel een zelfstandige helpt, volstaat het om dat vooraf op uw papieren of elektronische controlekaart te vermelden of gebruik te maken van het formulier C99.

U werkt onregelmatig, met tussenpozen of occasioneel?

Als u:

  • tewerkgesteld bent met interimcontracten of met contracten van korte duur (flexi-jobs inbegrepen);
  • occasioneel werken uitvoert in de woning van een derde, occasioneel les geeft, sporadisch een journalistiek artikel schrijft, occasioneel goederen verkoopt op een markt …
  • deelneemt aan vergaderingen waarvoor u zitpenningen ontvangt (commissies, jury …)

dan hebt u voor de dagen waarop u een die activiteit uitoefent geen recht op werkloosheidsuitkeringen.

U hebt geen recht op werkloosheidsuitkeringen, zelfs als u de activiteit uitoefent op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag (en ongeacht het uur of de uren waarop het werk wordt uitgevoerd).

U moet aangifte doen van de niet-cumuleerbare activiteit op uw papieren of elektronische controlekaart vóór u de activiteit aanvat. Als u geen controlekaart hebt, moet u het formulier C99 gebruiken.

U verliest dan een uitkering voor elke dag activiteit (ongeacht de duur van de prestatie en de opbrengst ervan).

Het is ook mogelijk dat sommige zaterdagen niet vergoedbaar zijn ingevolge de activiteit (bv. als u werkt op vrijdag en op de maandag die volgt, dan is de zaterdag tussen die 2 dagen niet vergoedbaar).

Als het niet gaat om een activiteit in loondienst, kan de directeur van het RVA-kantoor beslissen dat uw activiteit niet of niet langer occasioneel is, maar moet beschouwd worden als een bij- of hoofdberoep (lees de informatie over activiteiten in bij- of hoofdberoep). Zie daarvoor de informatie over de activiteiten uitgeoefend in bij- of hoofdberoep. Bij twijfel neemt u best contact op met uw uitbetalingsinstelling.

Als uw werkloosheid gedurende minstens 4 opeenvolgende weken werd onderbroken, moet u bij uw uitbetalingsinstelling een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen via een formulier C4.

U moet zich ook opnieuw inschrijven bij de dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Actiris, Forem of ADG) op de dag van de aanvraag of binnen de 8 dagen erna, tenzij u van die verplichting bent vrijgesteld.

Als u werkloos met bedrijfstoeslag was, hervat u uw SWT.

U wenst uw zelfstandige activiteit voor te bereiden?

Welke activiteiten mag u uitoefenen?

U kunt, met behoud van uitkeringen, gedurende een periode van maximum 6 maanden, uw vestiging als zelfstandige voorbereiden door bepaalde activiteiten uit te oefenen, zoals:

  • studies met betrekking tot de haalbaarheid van het beoogde project;
  • de inrichting van de lokalen en de installatie van het materiaal;
  • het leggen van de nodige contacten om het project op te starten;
  • het vervullen van de administratieve formaliteiten.

De toegelaten activiteiten zijn onder andere:

  • marktstudies uitvoeren;
  • een handelszaak of burelen kopen of huren;
  • vennoten, leveranciers en kredietverleners zoeken;
  • een vennootschap oprichten;
  • personeel aanwerven (dat men nog niet mag tewerkstellen);
  • productiegoederen aankopen;
  • stappen ondernemen in verband met de Kruispuntbank voor Ondernemingen, de btw en de sociale zekerheid.
Welke formaliteiten moet u vervullen bij de aanvang van de voorbereiding?

U moet vooraf schriftelijk aangifte doen van de voorbereiding bij het RVA-kantoor door middel van het formulier C45E 'Aangifte van activiteiten ter voorbereiding op een vestiging als zelfstandige of op de oprichting van een onderneming' dat u kunt verkrijgen bij uw uitbetalingsinstelling.

Wat zijn de formaliteiten tijdens de voorbereidingsperiode?

Tijdens de voorbereidingsperiode moet u ingeschreven blijven als werkzoekende en in het bezit blijven van een controlekaart die u moet invullen volgens de erop vermelde richtlijnen.

Vermeld de voorbereidende activiteiten niet op uw controlekaart als ze zich beperken tot de hierboven vermelde toegelaten activiteiten.

Als u echter andere activiteiten uitoefent moet u daarvan aangifte doen op uw papieren of elektronische controlekaart of gebruik maken van het formulier C99.

De tijd om uw zelfstandige activiteit voor te bereiden is beperkt tot maximum 6 maanden en wordt slechts één keer toegekend.

 

U wenst een activiteit uit te oefenen in het kader van de deeleconomie?

De deeleconomie leunt op de uitwisseling of het delen van goederen (auto, woning, parking, boormachine ....), van diensten (autodelen, klusjesdienst ...) of kennis (informaticalessen ...)
 via de tussenkomst van een erkend platform.

Wanneer het gaat om een geldelijke uitwisseling (verkoop, verhuur, levering van maaltijden ...) is er sprake van een activiteit waaruit inkomsten voortvloeien of kunnen voortvloeien.

In dat geval moet u aangifte doen van de niet-cumuleerbare activiteit, zelfs als u de activiteit uitoefent op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag (en ongeacht het uur of de uren waarop u de activiteit uitoefent, de duur van de prestatie en de vergoeding die er uit voortvloeit).

U moet aangifte doen van die niet-cumuleerbare activiteit vóór u de activiteit aanvat, op uw papieren of elektronische controlekaart. Als u geen controlekaart hebt, moet u gebruik maken van het formulier C99.

U wenst een statutaire activiteit uit te oefenen?

Voor de dagen die gedekt zijn door een statutaire tewerkstelling hebt u geen recht op werkloosheidsuitkeringen.

Wanneer de uitkeringen worden aangevraagd in de loop van de maand, moet u aangifte doen van die prestaties op uw papieren of elektronische controlekaart of via een formulier C99 als u geen controlekaart hebt.

Oefent u een mandaat uit als lid van een adviesorgaan in de culturele sectoren of een mandaat als lid van de Kunstwerkcommissie?

Inkomsten uit de uitoefening van een mandaat als lid van een adviesorgaan in de culturele sector, aangewezen door de gemeenschappen krachtens de decreten die die sectoren regelen of uit een mandaat als lid van de Kunstwerkcommissie kunnen gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen op voorwaarde:
- dat u aangifte doet van het mandaat bij uw uitbetalingsinstelling via een formulier C46;
- en dat de inkomsten van uw manda(a)t(en) niet hoger zijn dan 2.133,28 euro per kalenderjaar (volgens de index van 01.02.2025). In dat geval hoeft u de activiteit niet aan te geven op uw controlekaart.

Om uit te maken of de inkomsten van uw manda(a)t(en) het bedrag van 2.133,28 euro per kalenderjaar niet overschrijden, wordt rekening gehouden met de effectieve datum van de zittingen waaruit de inkomsten voortvloeien.

Vanaf het ogenblik dat de inkomsten van uw manda(a)t(en) in de loop van het kalenderjaar dat bedrag overschrijden, kunt u niet meer genieten van uitkeringen voor de dagen waarop u het mandaat uitoefent. In dat geval moet u aangifte doen van de niet-cumuleerbare activiteit vóór u ze aanvat, op uw papieren of elektronische controlekaart of via het formulier C99 als u geen controlekaart hebt.

Oefent u een politiek mandaat uit?

U hoeft geen aangifte te doen als u een van de onderstaande mandaten uitoefent:

  • gemeenteraadslid;
  • provincieraadslid;
  • lid van het OCMW;
  • rechter in sociale zaken bij de arbeidsrechtbank of raadsheer in sociale zaken bij het arbeidshof;
  • rechter in ondernemingszaken bij de handelsrechtbank;
  • lid van een bijzonder comité voor de sociale dienst.

Die mandaten mogen integraal gecumuleerd worden met uw werkloosheidsuitkeringen.

Als u een ander politiek mandaat uitoefent (schepen, burgemeester ... ), moet u aangifte doen bij uw uitbetalingsinstelling en de formulieren C1 en C1A invullen. U mag de inkomsten uit die mandaten cumuleren met uw uitkeringen, maar in beperkte mate. Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkeringen zal worden verminderd met het deel van de inkomsten uit uw activiteit dat hoger is dan 17,72 euro per dag (volgens de index van 01.02.2025).

Oefent u een activiteit uit in verband met uw eigen bezit?

Een activiteit valt onder het gewone beheer van uw eigen bezit en mag worden gecumuleerd met het recht op uitkeringen als ze aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • de activiteit is niet daadwerkelijk ingeschakeld in het economisch ruilverkeer van goederen en diensten en wordt niet uitgeoefend met het oog op het verkrijgen van een opbrengst;
  • de activiteit maakt het mogelijk de waarde van uw bezit te behouden of matig te doen toenemen;
  • de activiteit is niet te omvangrijk en vormt voor u geen beletsel om een betrekking uit te oefenen of te zoeken.

U mag dus bijvoorbeeld:

  • alle huishoudelijke taken verrichten, een moestuin bebouwen en onderhouden, als u de oogst ervan niet verkoopt;
  • onderhouds- en herstelwerken aan een gebouw verrichten met het oog op het behoud of de verbetering van uw comfort (zoals herschilderen of behangen).

Maar als de activiteit die u voor eigen rekening uitoefent verder gaat dan het normale beheer van uw eigen bezit, kan ze niet worden gecumuleerd met werkloosheidsuitkeringen (ongeacht de dag – zelfs in het weekend - en het uur waarop ze wordt uitgeoefend).

U mag bijvoorbeeld geen werken uitvoeren:

  • die de waarde van het bezit aanzienlijk verhogen (bv. een garage of een bijgebouw optrekken);
  • met het oog op het verhuren of verkopen van een gebouw.

In dat geval moet u aangifte doen van de niet-cumuleerbare activiteit, zelfs als u de activiteit uitoefent op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag (en ongeacht het uur of de uren waarop u de activiteit uitoefent, de duur van de prestatie en de vergoeding die er uit voortvloeit).

U moet aangifte doen van die niet-cumuleerbare activiteit vóór u de activiteit aanvat, op uw papieren of elektronische controlekaart of gebruik maken van het formulier C99 als u geen controlekaart heeft.

Om te weten of de activiteit die u van plan bent voor eigen rekening uit te oefenen, mag worden gecumuleerd met werkloosheidsuitkeringen, kunt u vooraf aan de directeur van het RVA-kantoor een schriftelijk antwoord vragen via het formulier C45 C (dat kunt u opvragen bij uw uitbetalingsinstelling).

Specifieke vraag: u bent werkloze met bedrijfstoeslag en u hervat een beroepsactiviteit: wat gebeurt er met uw bedrijfstoeslag?

U moet aan de debiteur van uw bedrijfstoeslag laten weten dat u het werk hervat als loontrekkende bij een nieuwe werkgever of dat u zelfstandige in hoofdberoep wordt. U moet de debiteur ook verwittigen zodra die beroepsactiviteiten aflopen.

Tijdens de werkhervatting:

  • blijft u uw bedrijfstoeslag ontvangen.
  • mag u uw bedrijfstoeslag dus cumuleren met uw nieuwe inkomen.

Dezelfde principes gelden als u het werk hervat tijdens een periode die wordt gedekt door een verbrekingsvergoeding. U hebt recht op de bedrijfstoeslag vanaf de datum waarop u aanspraak had kunnen maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag als u het werk niet had hervat.