Tijdelijke werkloosheid - sluiting ingevolge jaarlijkse vakantie
Inhoud van deze pagina
E23
Laatste update: 27.08.2025
Tijdelijke werkloosheid – Sluiting ingevolge jaarlijkse vakantie
Dit infoblad beschrijft de voorwaarden en de formaliteiten die moeten worden vervuld voor het invoeren van een regeling van tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting.
De schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens sluiting van de onderneming ingevolge jaarlijkse vakantie is voorzien in artikel 28 van de wet van 3.07.1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Wanneer de onderneming gesloten is ingevolge jaarlijkse vakantie, kunnen de werknemers die onvoldoende vakantiedagen hebben om de volledige periode van sluiting te overbruggen, een uitkering ontvangen van de RVA indien zij aan de toekenningsvoorwaarden voldoen.
De schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens sluiting van de onderneming ingevolge inhaalrust, is niet voorzien in de wet op de arbeidsovereenkomsten.
In dergelijk geval kunnen de werknemers slechts uitkeringen ontvangen van de RVA indien de oorzaak van het niet-verwerven van volledige inhaalrust te wijten is aan een indiensttreding in de loop van het jaar.
Welke werknemers?
U kan tijdelijke werkloosheid omwille van collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie invoeren voor:
- arbeiders en bedienden;
- uitzendkrachten op voorwaarde dat het gaat om een doorlopende tewerkstelling met opeenvolgende weekcontracten en dat ze na de periode van collectieve sluiting bij dezelfde gebruiker verder tewerkgesteld worden;
- leerlingen die een alternerende opleiding volgen beoogd in artikel 1bis van het KB van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (met name de leerlingen met een alternerende overeenkomst in de Franse Gemeenschap en met een overeenkomst van alternerende opleiding in de Vlaamse Gemeenschap…);
- Studenten kunnen niet tijdelijk werkloos worden gesteld zolang ze studies met volledig leerplan volgen (behalve tijdens de maanden juli, augustus en september volgend op het einde van hun studies, indien ze nog verbonden zijn door een studentenovereenkomst).
Wat wordt verstaan onder “sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie?
Onder “sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie” wordt de periode bedoeld gedurende dewelke de onderneming (of een technische bedrijfseenheid van de onderneming) gesloten is in toepassing van:
- de wetgeving op de jaarlijkse vakantie van werknemers (4 weken)
- eventueel verhoogd met een aantal bijkomende vakantiedagen voorzien bij Koninklijk Besluit, algemeen verbindend verklaard krachtens artikel 6 van de Gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie (en dus niet enkel algemeen verbindend verklaard krachtens de wet op de Collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités). Dit is het geval voor de VACANTEX-dagen toegekend in de textielsector.
De sluiting is bedoeld om de werknemers in staat te stellen hun vakantie te kunnen nemen. Periodes waarin de werkgever geen werk kan verschaffen omdat hijzelf met vakantie gaat, vallen niet onder het begrip sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie.
Sluiting betekent dat het onmogelijk is de normale werkzaamheden te verrichten. Het is echter wel mogelijk dat gedurende de periode van de sluiting bepaalde onderhouds- of herstellingswerken worden uitgevoerd.
Wanneer kunt u beroep doen op tijdelijk werkloosheid omwille van collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie?
Werknemers die geen recht of geen recht meer hebben op een voldoende aantal vakantiedagen om de volledige periode van sluiting te overbruggen, kunt u tijdelijk werkloos stellen voor de dagen die niet gedekt zijn door vakantiegeld.
Voorbeelden :
- Een onderneming sluit 18 dagen wegens jaarlijkse vakantie. Een werknemer heeft slechts recht op 12 dagen op basis van zijn arbeidsprestaties van het vorige jaar. Hij kan in principe voor de laatste 6 dagen uitkeringen ontvangen.
- Een werknemer verandert van werkgever en heeft reeds al zijn vakantiedagen uitgeput bij zijn eerste werkgever wanneer de onderneming die hem thans tewerkstelt sluit wegens jaarlijkse vakantie. Gedurende deze periode kan de werknemer in principe uitkeringen ontvangen.
Het feit werkloos te zijn mag echter niet het gevolg zijn van de eigen keuze van de werknemer.
De werknemer moet zijn betaalde vakantiedagen, jeugdvakantie of seniorvakantie prioritair uitputten tijdens de periode van sluiting (niet zijn eventueel recht op aanvullende vakantie). Doet hij dit niet, dan wordt hij voor een aantal sluitingsdagen gelijk aan het aantal vrij gekozen vakantiedagen geacht vrijwillig werkloos te zijn zonder loon en heeft hij voor deze dagen geen recht op uitkeringen.
Deze redenering geldt uiteraard niet voor vakantiedagen genomen bij een voorgaande werkgever.
Voorbeeld:
- Een werknemer heeft recht op 20 vakantiedagen en heeft reeds 10 dagen vrij opgenomen vooraleer de onderneming 15 dagen sluit wegens jaarlijkse vakantie. De werknemer kan geen uitkeringen ontvangen gedurende de laatste 5 dagen van de sluiting aangezien hij voor deze dagen vrijwillig werkloos is (hij had zijn vakantie prioritair moeten opnemen gedurende de periode van sluiting).
Indien de werknemer recht heeft op bijkomende wettelijke vakantiedagen (vb. de VACANTEXDAGEN in de textielsector), dan moeten beiden types van vakantie (de wettelijke vakantiedagen en VACANTEXDAGEN) opgeteld worden en moet de werknemer al zijn vakantiedagen (ongeacht het type) reserveren voor de collectieve sluitingen (ongeacht de aard van de collectieve sluiting) vooraleer hij zijn individueel verlof opneemt.
Voorbeeld :
- De werknemer heeft recht op 20 wettelijke verlofdagen: er zijn 15 vakantiedagen collectief vastgelegd in juli/augustus en de werknemer kan 5 dagen vrij opnemen. Daarnaast heeft hij recht op 3 VACANTEXDAGEN.
In de onderneming zijn er 4 VACANTEXDAGEN collectief vastgelegd in december.
De werknemer moet 1 wettelijke vakantiedag reserveren voor op het einde van het jaar om het tekort aan deze VACANTEX op te vangen.
Wanneer er geen sluiting is, kunnen de werknemers die geen of onvoldoende vakantiedagen verworven hebben, uiteraard niet tijdelijk werkloos worden gesteld wegens sluiting. Zij kunnen dan, eventueel in overleg met hun werkgever, een tijd afwezig zijn van het werk door verlof zonder wedde te nemen.
Wat wordt verstaan onder sluiting van de onderneming wegens inhaalrust?
Via een CAO (sectoraal of op ondernemingsvlak) of het arbeidsreglement kunnen ondernemingen een regeling van arbeidsduurvermindering invoeren door de toekenning van inhaalrustdagen.
Wanneer deze gegroepeerd worden, kan dit aanleiding geven tot een sluiting van de onderneming wegens inhaalrust.
Wanneer kunt u beroep doen op tijdelijke werkloosheid omwille van collectieve sluiting wegens inhaalrust?
Deze schorsingsgrond is niet voorzien in de wet op de arbeidsovereenkomsten. U bent in principe verplicht de werknemers die geen of onvoldoende inhaalrust verworven hebben (bijv. ten gevolge van ziekte, een periode van loopbaanonderbreking of een andere onderbreking in de tewerkstelling), verder te laten werken en loon te betalen.
Hierop bestaat één uitzondering: wanneer het niet of onvoldoende verwerven van inhaalrustdagen te wijten is aan een recente indiensttreding van de werknemer, kan de werknemer voor de ontbrekende inhaalrustdagen tijdelijk werkloos gesteld worden ingevolge sluiting van de onderneming wegens inhaalrust.
Formaliteiten
Welke formaliteiten moet u uitvoeren ?
- Afleveren van de papieren controlekaart C3.2A (desgevallend)
- De ASR scenario 2 invoeren (desgevallend)
- Na het einde van elke maand de ASR scenario 5 invoeren
Wie voert de formaliteiten uit?
U of uw sociaal secretariaat, als uw mandataris.
Als u uitzendkrachten tewerkstelt, worden bepaalde formaliteiten altijd uitgevoerd door het uitzendkantoor, namelijk:
- De aangiften sociaal risico, scenario's 2 en 5. Daarin moet ook het KBO-nummer van uw onderneming staan.
Desgevallend levert uzelf of het uitzendkantoor de papieren controlekaart C3.2A af.
U moet de RVA niet voorafgaandelijk in kennis stellen van het feit dat er een sluiting is van uw onderneming wegens jaarlijkse vakantie of inhaalrust.
HIeronder vindt u meer uitleg over de verschillende formaliteiten.
Controlekaart tijdelijke werkloosheid
Elektronische controlekaart
Vanaf 01.01.2025 moet de werknemer de controlekaart tijdelijke werkloosheid (eC3.2) verplicht elektronisch invullen.
Hieruit volgt dat de werknemer geen gebruik meer kan maken van de papieren controlekaarten C3.2A en u geen papieren controlekaarten meer mag overhandigen.
De werknemer moet voor alle dagen waarop de onderneming gesloten is wegens jaarlijkse vakantie, de letter “V” zetten op zijn elektronische controlekaart eC3.2, ongeacht of deze dagen gedekt zijn door vakantiegeld of niet.
Op het einde van de maand moet de werknemer de elektronische controlekaart eC3.2 versturen naar zijn uitbetalingsinstelling (HVW, ACLVB, ACV, ABVV) en de verzending bevestigen.
Voor meer uitleg over de elektronische controlekaart, zie het infoblad T71 (“De elektronische controlekaart eC3.2.
Uitzondering
Indien u ressorteert onder het Paritair Comité voor de maatwerkbedrijven (PC 327) kunt u verder papieren controlekaarten C3.2A overhandigen aan de werknemers.
Indien u een maatwerkbedrijf bent en verder gebruik maakt van de papieren controlekaart C3.2A, kunt u voor uw doelgroepwerknemers bovendien aan de RVA een afwijking vragen op de reglementaire procedure voor het bijhouden van de papieren controlekaart C3.2A-tijdelijke werkloosheid. U kunt deze afwijking aanvragen door gebruik te maken van het formulier Aanvraag-Afwijking-C3.2A-Maatwerkbedrijf.
De volgende regels zijn dan van toepassing:
- U overhandigt aan de werknemers die onvoldoende vakantiedagen of, ten gevolge van een recente indiensttreding, onvoldoende inhaalrustdagen verworven hebben, een controlekaart C3.2A. Dit moet gebeuren vóór de aanvang van de sluitingsperiode.
- Indien de sluiting ingevolge jaarlijkse vakantie de volgende maand doorloopt, levert u ook voor deze maand een controlekaart C3.2A af.
- De controlekaarten C3.2A zijn genummerd en kunnen niet worden afgedrukt. U kunt gratis blanco exemplaren van de controlekaart C3.2A bekomen bij de dienst Economaat van het werkloosheidsbureau van de RVA.
- De werknemer moet zijn controlekaart op het einde van de maand indienen bij zijn uitbetalingsinstelling (ABVV, ACLVB, ACV, HVW).
ASR 2 (aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid)
Wanneer?
Wanneer de werknemer een uitkeringsaanvraag moet indienen, d.w.z.
- bij de eerste tijdelijke werkloosheid van de werknemer in uw onderneming;
- als de werknemer opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een onderbreking van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid van minstens 36 maanden;
- als de werknemer opnieuw tijdelijk werkloos wordt gesteld na een wijziging van diens contractuele arbeidsregeling (de factor Q of S) (bv. als de werknemer deeltijds gaat werken of in loopbaanonderbreking of tijdskrediet gaat);
- bij de eerste tijdelijke werkloosheid na 30/09 (in functie van de mogelijke jaarlijkse herziening van het bedrag van de uitkering).
Hoe?
U moet bij het begin van de werkloosheid op eigen initiatief een ASR scenario 2 doen via de portaalsite van de sociale zekerheid (ASR Werkloosheid Scenario 2 – Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden) of via batch (Onderneming > Technische informatie > Gestructureerde berichten van de portaalsite van de sociale zekerheid).
U overhandigt, ter informatie, een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.
De uitbetalingsinstelling zorgt dan voor het verkrijgen van de ASR scenario 2.
Meer informatie over het invullen van de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon vindt u in het infoblad E14.
Op basis van die aangifte kan de RVA het bedrag van de uitkering berekenen waarop de werknemer recht heeft.
ASR 5 – Maandelijkse aangifte uren tijdelijke werkloosheid
Wanneer?
U doet op eigen initiatief een ASR scenario 5 aan het einde van de maand.
U doet in principe slechts één ASR per maand en per werknemer, ook als er in de loop van de maand meerdere vormen van tijdelijke werkloosheid zijn.
Hoe?
U doet de elektronische aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid (ASR Werkloosheid scenario 5 – Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden) of via batch (Onderneming > Technische informatie > Gestructureerde berichten van de portaalsite van de sociale zekerheid) en u bezorgt een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.
Meer informatie over het invullen van de factoren Q en S en het theoretisch gemiddeld brutoloon vindt u in het infoblad E14.
U geeft in het kalenderrooster het aantal uren aan tijdens dewelke de werknemer tijdelijk werkloos was en laat die uren voorafgaan door de gepaste code volgens de vorm van tijdelijke werkloosheid.
In geval van collectieve sluiting wegens jaarlijkse vakantie vermeldt u de code 5.6 voor alle dagen van sluiting die overeenstemmen met arbeidsdagen in de normale arbeidsregeling, zelfs indien deze dagen gedekt zouden zijn door vakantiegeld..
U overhandigt, ter informatie, een kopie van de elektronische aangifte aan de werknemer.
De ASR scenario 5 wordt automatisch naar de uitbetalingsinstelling doorgestuurd.
Aan de hand van de controlekaart C3.2 en de ASR scenario 5, kunnen de uitbetalingsinstelling en de RVA het aantal uitkeringen berekenen waarop de werknemer recht heeft.
Welke formaliteiten moet de werknemer vervullen?
Uitkeringsaanvraag
De werknemer moet zo snel mogelijk contact opnemen met de eigen uitbetalingsinstelling (HVW, ACLVB, ACV, ABVV) om een formulier C3.2-WERKNEMER (aanvraag om uitkeringen tijdelijke werkloosheid) in te vullen.
De uitkeringsaanvraag moet op het werkloosheidsbureau toekomen uiterlijk op het einde van de 2de maand die volgt op de maand waarin de werknemer tijdelijk werkloos wordt gesteld.
Voorbeelden
- De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 16 juni. De uitkeringsaanvraag moet ten laatste op 31 augustus op het werkloosheidsbureau toekomen.
- De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 1 juli. De uitkeringsaanvraag moet op het werkloosheidsbureau toekomen ten laatste op 30 september.
- De werknemer wordt voor het eerst tijdelijk werkloos gesteld op 31 juli. De uitkeringsaanvraag moet ook ten laatste op 30 september op het werkloosheidsbureau toekomen.
Controlekaart tijdelijke werkloosheid
Werknemers die de elektronische controlekaart eC3.2 gebruiken, moeten die kaart invullen en ze op het einde van de maand elektronisch versturen naar hun uitbetalingsinstelling.
Werknemers die de papieren controlekaart C3.2A nog gebruiken, moeten die invullen volgens de instructies die op de kaart staan. Op het einde van de maand moeten ze de kaart ondertekenen en bij hun uitbetalingsinstelling indienen.
Zich vanaf 01.03.2026 inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling
Volgens de huidige reglementering is de werknemer vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende.
Vanaf 01.03.2026 moet die zich na 3 maanden tijdelijke werkloosheid inschrijven als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een periode van volledige werkhervatting tijdens 2 opeenvolgende weken doet een nieuwe periode van 3 maanden starten.
Recht op uitkeringen tijdelijke werkloosheid
Voor werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld geldt een vrijstelling van wachttijd. Dit betekent dat zij onmiddellijk uitkeringen kunnen genieten, zonder dat zij eerst het bewijs van een aantal arbeids- of gelijkgestelde dagen moeten leveren. De normale vergoedbaarheidsvoorwaarden zijn van toepassing (o.a. arbeidsgeschiktheid, voorwaarden om een bijkomstige activiteit uit te oefenen, ...).
Bedraagt van de uitkering
In geval van tijdelijke werkloosheid (behalve voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) krijgen de werknemers een bedrag dat gelijk is aan 60% van hun begrensd gemiddeld loon.
Op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
De leerlingen bedoeld in artikel 1bis van het voormelde KB van 28 november 1969, ontvangen een forfaitair bedrag.
Meer informatie over het bedrag van de uitkering tijdelijke werkloosheid vindt u in het infoblad T66.
Recht op een supplement?
de wet van 5 november 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen (BS 23.11.2023) erin dat uw werknemers vanaf 1 januari 2024 mogelijk ook nog recht hebben op een bijkomende toeslag van € 5,20 voor elke dag die gedekt wordt door een uitkering tijdelijke werkloosheid. Het gaat om een geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 1 februari 2025:
- als het brutomaandloon van uw werknemers niet hoger is dan € 4.155, hebben ze recht op dat supplement vanaf de eerste werkloosheidsdag voor elke dag gedekt door een werkloosheidsuitkering;
- Als het brutomaandloon van uw werknemers hoger is dan € 4.155, hebben ze recht op dat supplement vanaf de 27ste dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar bij dezelfde werkgever.
Voor de telling van de dagen tijdelijke werkloosheid wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Dat supplement compenseert het feit dat het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen (met uitzondering van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht) vanaf 1 januari 2024 60% van het gemiddelde dagloon bedraagt.
U moet dat supplement niet betalen als door een cao bij tijdelijke werkloosheid een percentage van het loon wordt gewaarborgd, waardoor uw werknemers een supplement ontvangen dat ten minste gelijk is aan de bijkomende toeslag.
U moet dat supplement betalen, tenzij de betaling ervan door een algemeen verbindend verklaarde cao ten laste wordt gelegd van een fonds voor bestaanszekerheid.
